Waarom we graag zeggen hoe moe we wel niet zijn
Als ik zeg dat ik moe ben is dat om te laten blijken dat er niet teveel van mij verwacht moet worden.
En het is nog veel meer 'in' om te zeggen hoe druk je het wel hebt ook al is dat helemaal niet zo, als je het niet druk hebt hoor je er niet bij
Vermoeidheid is hét nieuwe statussymbool, zo argumenteert het tijdschrift Grazia. Een niet-wetenschappelijk gestaafde bewering, die toch een grond van waarheid lijkt te bezitten: vraag aan iemand hoe het gaat en de kans is groot dat je te horen krijgt: "Goed, maar wel een beetje moe".
Van waar wie nood om te laten weten dat je moe bent? Niet omdat je hulp nodig hebt in het huishouden of om beter te slapen, maar omdat vermoeidheid een graadmeter is voor hoe druk bevraagd je bent, het toont dat je succes hebt, dat je alles hebt... behalve dat je geen tijd om te pauzeren of uit te blazen.
Graiza haalt het voorbeeld aan van Sheryl Sandberg om de theorie te staven: Topjob bij Facebook moeder én iemand die boeken schrijft en inspiratiespeeches geeft bij TED-conferenties. Met de hulp van een anny, dat geeft ze wel toe.
"Sheryl Sandberg toont dat vrouwen wél alles kunnen hebben, maar alleen als ze er keihard voor werken. En dat betekent dat vermoeidheid erbij hoort."
Er lijkt wel iets te kloppen van de theorie in Grazia: we klagen een beetje te veel dat we moe zijn, zonder er iets aan te doen. Het moet zijn dat we er iets extra uithalen dat we belangrijk vinden.
Status kan een reden zijn. Maar ondertussen klaagt zowat iedereen over vermoeidheid, en als bijna iedereen het heeft, is er geen status meer aan te halen natuurlijk.
Waarom dan wel? Misschien is vermoeidheid ook wel een gemakkelijk excuus. Een excuus om niet altijd het huis op te ruimen, vers te koken of naar een feestje van iemand-die-je-eigenlijk-niet-leuk-vindt te gaan. Dingen waarvoor je geen excuus nodig hebt, maar die gemakkelijker zijn mét excuus. Verdedigbaarder, voor jezelf en de buitenwereld.
Vermoeidheid is zo een manier geworden om toch een gelegitimeerde 'pauze' te nemen. Dat is nodig na het werk, de kinderen en het huishouden.
Want ondanks het feit dat mannen meer helpen, doen vrouwen wel nog altijd het levendeel. Vrouwen doen zo'n 70 procent van alle huishoudelijke taken. Bij vrouwelijke broodwinners doet nog altijd 55 procent het merendeel van de taken thuis, ook al is de partner thuis.
"Vrouwen zijn nog altijd degene die alle kleine dingen onthouden en regelen: ze herinneren verjaardagen, maken de boodschappenlijstjes, plannen de reis (en de koffers), ze betalen de rekeningen."
Dat gecombineerd met de gewoonte om te multitasken maakt dat vrouwen meer slaap nodig hebben dan mannen: zo'n 20 minuten per dag. "Vrouwen gebruiken meer van hun hersencapaciteit en zijn dus effectief meer moe dan mannen", aldus slaapprofessor Jim Horne.
Tip van Sheryl: "Verdeel de huishoudelijke taken evenredig." En ja, voor de kinderen zorgen 's ochtends hoort daar ook bij. Schuif dat misschien door naar hem, dan kan jij die nodige 20 minuten extra slapen...
|