Sinds 2010 komt ieder jaar op 9 november een vooraanstaande EU-politicus een "Europa-rede" houden in Berlijn. Daarmee wordt de val van de Berlijnse Muur, in 1989, herdacht. De val van de Muur wordt beschouwd als het symbool van het overwinnen van de tweedeling in Europa na de Koude Oorlog.
"Populisme en nationalisme kunnen geen antwoord bieden op de uitdagingen van deze tijd", zei Van Rompuy bij de herdenking. Daarbij tackelde hij ook de kritiek op de vrije immigratie van Roemenen en Bulgaren. Die vrijheid van beweging in Europa is "een teken van beschaving", luidde het. Van Rompuy benadrukte dat er niet veel, maar te weinig mobiliteit is in de EU, waar ondanks een hoge werkloosheid nog altijd miljoenen vacatures niet worden ingevuld. Momenteel leeft minder dan drie procent van de EU-burgers in een andere lidstaat.
De voorzitter van de Europese Raad had het ook over het groeiende wantrouwen tegenover Europa, dat volgens hem enkel kan worden tegengegaan met concrete politieke successen. "De groei moet terugkeren en er moeten arbeidsplaatsen gecreëerd worden."
Ten slotte pleitte Van Rompuy ook voor een verdere uitbouw van het gemeenschappelijke buitenlandse en veiligheidsbeleid. "Het Europa van na de Muur is nog altijd in opbouw", klonk het.