Gelukkig zij...
Gelukkig zij, die me aanvaarden ook al ben ik dan bejaard, die me in m'n daaglijks leven zorg en ongemak bespaart.
Gelukkig zij, die het beseffen, dat 'k ze niet zo goed versta die het gewoon negeren als ik soms een fout bega.
Gelukkig zij, die mij vergeven als ik hun naam niet meer ken, die me heel goed laten merken, dat ik nog onmisbaar ben.
Gelukkig zij, die voor me zorgen, ook al duurt het jaren lang, me vertroetelen en troosten als ik eenzaam ben of bang.
Gelukkig zij, die van me houden, ook al ben ik hen tot last en die op me blijven passen ook als 't hen eens niet past.
Gelukkig zij, die met mij samen nog eens terug gaan in de tijd en die met me blijven praten ook al ben 'k de draad eens kwijt.
Gelukkig zij, die me als mens zien met mijn vreugde en mijn pijn, die me heel goed laten voelen, dat 'k niet eenzaam hoef te zijn.
|