Ik heb zonet een reisverslag gelezen over een zoektocht naar het verleden van de familie Kuyper, een traditionele Bosjesmannenfamilie in het noorden van Zuid Afrika. "Wat Dawid wist" is de vertaling door Carl Symons van het verslag van de speurtocht die hij ondernam met Patricia Glyn, een Zuidafrikaanse wetenschapper die zich inzet om het onrecht dat de Bosjesmannen aangedaan is door de blanke overheersers in Zuid West Afrika en Zuid Afrika, kolonies van Duitsland en Groot Brittannië. Ze onderneemt een tocht naar de Kalahari samen met Dawid Kuyper, hoofd van een clan van de Bosjesmannen , de !kwa Tu San, en een deel van zijn familie naar de voorvaderlijke gronden waar vroeger de Bosjesmnnen op aloude traditionele wijze leefden , en waar zij verdreven werden. Het wordt een doordringende queeste naar de geheimen van de stam die Dawid, nu hij zijn dagen geteld weet, wil doorgeven aan de volgnde generatie van zijn clan.
Het wordt een aanklacht tegen de uitbuiting en vernedering door de autoriteiten van de natuurvolkeren in het zuidelijk deel van het zwarte continent. Boeiend en intressant!
Het deed me terugdenken aan het boek "El Negro en ik" waarin de auteur op zoek gaat naar de geschiedenis en de identiteit van een opgezette Bsjesman, in een provinciaal museumpje in het noorden van Spanje.
Beide werken zijn een aanklacht tegen de niets-ontziende mentaliteit van onze Westerse beschaving die de natuurvolkeren als minderwaardig bestempelen en deze uitbuiten - ja, zelfs uitroeien - binnen de dimensie van het kolonialisme en de groot-industrie die grondstoffen en goedkope werkkrachten nodig heeft, ten koste van elke menselijke gedachte. Het kapitalisme viert hoogtij; het is hoogst tijd dat we weer meer het menselijk aspect in onze maatschappij op het voorplan plaatsen i.p.v. steeds verder verloren te lopen in onze ratrace naar geld, macht en winstbejag ten koste van alles!
WAT NERO ZO BIJZONDER MAAKT De erfenis van Marc Sleen
Deze week heb ik een naslagwerk gekocht welk dieper ingaat op de stripfiguur NERO, een creatie van Marc Sleen. De auteur, Guido De Bruycker, belicht er alle aspecten in van de stripreeks rond het figuurtje van Nero, een brave Vlaamse burger met zijn kleine en grote kantjes. Hij bespreekt de karakters van alle personages waarin elk wel zichzelf terugvindt in een van hen. Maar tevens belicht hij de tekenstijl, de taal en woordkeuzeen ook de situering van de verhalen.Dit alles vormt een geheel die samen het niveau van de strip naar een hoger echelon brengen. Toch blijft het verhaal steeds voor ieder leesbaar, ook de kleinsten kunnen de lijn volgen. Maar op latere leeftijd ontdekt men dan de meerdere lagen die in de verhalen steken: kritiek op politieke en economische toestanden en op het milieubeleid. Steeds gebeurt dit op Sleens wijze met kolder en burleske toestanden en gebeurtenissen. Hij persifleert bestaande figuren en gebeurtenissen, vaak met een knipoog naar de lezer.
Nero blijft een dijk van een stripreeks en blijft mij telkens weer verrassen als ik een verhaal herlees en er weer iets nieuws in ontdek!
Marc Sleen is inmiddels de 90 gepasseerd en hij maakt al jaren geen nieuwe strips meer.Daardoor dreigt "Nero" uit het brandpunt van de belangstelling te verdwijnen; de jeugd leest zijn boekjes niet meer. Gelukkig is er nog een hele schare fans die van tijd tot tijd Nero en zijn geestelijke vader Marc Sleen in het voetlicht plaatsen, waar zij terechtook horen te staan!
Deze week ging ik naar de retrospectieve rond het werk van Fred Maës kijken in de Venetiaanse Gaanderijen op de dijk te Oostende. Ik weet niet goed wat er me overkwam: sommige werken wisten me te boeien, andere danweer totaal niet!? Zijn compositie "Blue Eye"vind ik heel tof maar ander werk vind ik ondoorgrondelijk, sommig begrijp ik niet. In vele van zijn werken zit een boodschap , een aanklacht tegen alhetgene wat de artiest tegen staat in onze hedendaagse maatschappij; de verloedering van het milieu, het onrecht tegen al wie niet beantwoordt aan de normen gesteld door de gezagsdragers en financiële bonzen van deze wereld.
Zijn "warriors"herinneren me aan Keith Haring. Zelfde figuurtjes en bewegingen. Wie was er het eerst mee en heeft een van beide de ander beïnvloed?
Al bij al viel hetbezoek nog mee, het gaf mij een inblik in de zieleroerselen van de kunstenaar.