13. Dag 10 Pernes-les-Fontaines > Mont Ventoux > Pernes-les-Fontaines
Woensdag 27 juni 2007
Afstand: 88 km Totale km 1079 km
Weer: Mooi en zonnig 23C in Pernes en Bedoin
Koud en mistwolken op top Mont Ventoux 3C
Vandaag is het DE dag
..de zwaarste beklimming ooit!
We kunnen niet meer terug. We hebben het gewild. Nu moeten we doorgaan.
Iedereen is zenuwachtig
..
Hugo ligt al heel vroeg te woelen
..
Robert is ook al wakker en ikzelf ben al een uur aan het nadenken en aan het plannen.
Pol en Brigitte zijn brood gaan kopen.
Ondertussen heeft Odette de koffie al klaar gezet.
Een voor een nemen we een douche, we brengen onze rolbedden naar buiten.
Straks kunnen de dames tenminste weer zonnen
..
De top van de Ventoux zien we niet, hij ligt gesluierd in de wolken
.
In het lommer van de dennen worden we bediend door de dames. Spek met eieren, we zullen flink voor de dag moeten komen
Goed eten is nu wel een absolute noodzaak!Terwijl iedereen geniet van het stevige ontbijt, leg ik ons plan uit:
20 km naar Bedoin is één uur, 21km klimmen, zal ongeveer 3,5h zijn, dus schat ik dat wij rond 14h op de top kunnen aankomen.
Brigitte en Nicole moeten ons rond 12h komen bevoorraden op de flanken, en ons later op de top opwachten. We moeten wel warme kledij, onze helmen, fluorvest en heel veel water meenemen.
Om 9h00 stipt zijn we er klaar voor.
De dames wensen ons veel sterkte toe en daar gaan we. Met een strak tempo, over drukke wegen, zijn we inderdaad via Mazan om 10h in Bedoin. Vóór we dit dorp doorrijden, nemen we wat fotos aan de rotonde.
In het dorp heerst een grote drukte. Er zijn veel wielertoeristen in mooi gekleurde fietspakken. Zij vertrekken in groep. Wij, met onze gewone fietsen, worden wat argwanend bekeken.
Eenmaal door het dorp aan de fontein beginnen we eraan.
Ik doe het kopwerk, op het eerste stuk vals plat. We blijven op een lijntje en de eerste kilometers gaan goed. Maar plots stel ik vast dat ik helemaal alleen ben.
Iets verder verlies ik mijn zonnebril, ik stop en raap hem op, ondertussen zie ik mijn vrienden, maar wel 3 bochten lager. Plots stopt er een Belgische volumewagen. Er stappen 2 wielertoeristen op hun koersfiets en vertrekken juist vóór mij. Ze worden luid aangemoedigd door hun vrouwen. Ik tracht aan te klampen, maar dat is een utopie. De 2 jongelingen stuiven omhoog.
Na 5 km kom ik in een dorpje, St-Estève en na een paar bochten wordt het tergend steil. Nu moet ik heel klein schakelen, maar ik durf niet op het allerkleinste tandwiel te komen. Mijn spaken tikken tegen het versnellingsapparaat, dus blijf ik een tandje groter.
Gelukkig heb ik de goede cadans gevonden en aan 8km/h gaat het goed.
Maar het zweet blijft maar over mijn bril lopen, mijn zakdoek is al doornat.
Dus stop ik mijn bril in het stuurtas en rij ik verder zonder. Er is toch niet veel te zien. Zwart asfalt, groene bomen en af en toe een naar beneden donderende fietser. Er is hier geen zuchtje wind, wel brandt de zon en drinken is de boodschap. Zonder nadenken blijf ik doormalen, het is precies een koffiemolen.
Ik vermoed dat het hier tussen de 9 à 11% moet zijn, maar je mag er niet aan denken, het is trappen en veel drinken. Mijn 2° bidon is al half leeg. Ik ben al 11km aan het klimmen. Ik voel mij die eenzame fietser en probeer Bouwdewijn de Groot te imiteren! Gelukkig voel ik nog geen vermoeidheid, mijn wintertrainingen bewijzen hun nut.
.
Wat een verschil met de 2 vorige jaren.
Ik kom enkele open plaatsen voorbij. Telkens word ik aangemoedigd door de 2 Vlaamse dames met hun volumewagen. Zouden hun mannen dan niet ver vóór mij rijden? Het wordt steeds frisser, ik vermoed zon graad per kilometer. Mijn zweet begint zelfs op te drogen.
Plots begin ik honger te krijgen en mijn waterbidons zijn leeg. Waar blijven de begeleidsters toch? Gelukkig zie ik de bomenrij open gaan en 200m voor mij herken ik Chalet Reynard. Een groot plein met autos en een heel lange bocht.
Ik ben nu 15km aan het klimmen. Hier moet ik aan eten en drinken geraken. Maar eerst en vooral aan een sanitaire stop. Ik vlieg het gebouw binnen en koop onmiddellijk drie Marsen en een fles cola. Enkele luidruchtige Hollanders vieren hun overwinning op de kale berg. Ze hebben zo te zien koud. Ze geven de raad blijf niet te lang rusten man
Na 20 minuten vertrek ik opnieuw.
Waar zouden mijn vrienden zich bevinden? Zouden ze gestopt zijn misschien? Neen toch!
Ik zal nog 5 minuten wachten en dan opnieuw starten.
Maar wel met mijn warme fietsvest aan, want de koude overvalt mij.
Net wanneer ik wil starten komt er een spichtige Vlaamse dame met een koersfiets vragen of ze met mij mee mag rijden. Haar man heeft haar uit het wiel gefietst en is vermoedelijk al boven.
De eerste honderden meters vorderen we goed door het kale landschap. Maar steeds meer komt de wind opzetten, het wordt nog frisser. Uiteindelijk is het vechten tegen de wind in plaats van tegen de helling. Wat een leven!
Gelukkig is het stijgingspercentage hier iets minder.
Als ik omkijk zie ik het grauwe gezicht van de vrouw die aan mijn achterwiel plakt. Ze heeft het duidelijk heel zwaar. Ik moet haar aanmoedigen. Ze mag niet loslaten. Ik blijf maar roepen, maar uiteindelijk, na een 10-tal bochten, wil ze niet meer verder.
Met de moed der wanhoop kan ik haar toch nog overtuigen opnieuw te vertrekken. Maar aan het monument van Tom Simpson is het gedaan
Ze kan haar stuur niet meer vasthouden en haar benen willen niet meer ronddraaien.
Totaal uitgeput maakt ze rechtsomkeer.
Gelukkig zijn er enkele wagens gestopt. Een gedienstige toerist maakt nog een foto van mij bij het herdenkingsmonument van de ongelukkige Simpson.
Ik moet blijven vechten tegen de wind die alsmaar harder vanachter de bochten in mijn gezicht blaast. Het wordt ijskoud. Aan maximum 5km/h tracht ik nog net recht te blijven. Het is van bocht naar bocht korte sprongen maken.
Gelukkig zie ik tussen de neerdalende wolkensluiers de toren.
Juist voor mij valt er een naar beneden komende fietser, hij is door een windstoot omver geblazen.
Gelukkig zonder erg want hij vertrekt opnieuw. Het zal straks opletten geblazen zijn!
En plots kom ik boven en hoor een uitbundig gejuich
Brigitte en Nicole staan samen met een aantal automobilisten te applaudisseren. Ik val bijna van mijn fiets.
Het is net 14h00 wanneer ik mijn fiets tegen de muur van het observatorium zet. Met een deken om mij, plof ik in de warme auto van Brigitte neer. En nu eten en drinken.
Ongelofelijk ik heb het gehaald!
Maar waar zijn mijn vrienden??? Een half uur later komt Hugo, grauw van de koude, boven. Minuten later Pol en daarna Robert.
Wat zijn we fier, het is een persoonlijke overwinning
.
Dat we dat zouden klaarspelen, hadden we nooit durven hopen.
We hebben ons doel bereikt! We hebben de reus van de Provence bedwongen
We zullen de Mont Ventoux eeuwig als de Col des Tempètes blijven herinneren. We hebben de mythe overwonnen.
Ook mijn vrienden hebben het koud. Wat een geluk dat we ons kunnen opwarmen in de auto van Brigitte. Nog een paar foto-tjes en dan zo vlug mogelijk naar beneden. We spreken af, elkaar op te wachten aan de grens van Bedoin.
.
Heel voorzichtig beginnen we aan de afdaling
Het blijft stormen en de wolkenpluimen stromen ons voorbij.
Tot aan het Châlet Reynard dalen ik Robert en Pol heel dicht achter mij.
Maar eenmaal tussen de bomen laat ik de remmen volledig los en aan 74km/h suis ik door de ruime bochten. Wat een sensatie. De afdaling heeft ongeveer 20 minuten geduurd. Juist vóór ik Bedoin bereik, rijden Brigitte en Nicole mij voorbij. Pol komt 5 minuten later en ook Robert is daar heel vlug. Maar Hugo heeft het zeer behouden gedaan.
We willen op een zonovergoten terras een fris rosétje proeven.
Het is werkelijk genieten van onze prestatie. Hier zullen we nog jaren over spreken. Op het terras komen we een oude bekende tegen, onze Waalse vriend die ook in La Bégude de Mazenc in de chambres dhôtes was.
Hij wil morgen de Mont Ventoux beklimmen, allé, veel succes.
Stilaan wordt het tijd om terug te fietsen naar Pernes-les-Fontaines. We willen het stadje nog bezoeken. Maar we stoppen eerst en vooral, aan het informatie- kantoor. Ik leg de juffrouw uit waar wij morgen ongeveer willen overnachten en wat onze wensen zijn. Enkele minuten later is alles geregeld. We worden morgenavond verwacht in La Flambée in Bonnieux het blijkt een hotel-restaurant te zijn en wel met prijskwaliteit. Ik bedank de mademoiselle.
Nu kunnen we met een gerust gemoed de historische dorpskern bezoeken.
Pernes-les-Fontaines ligt tussen Carpentras en l'Isle-sur-Sorgue aan de rivier de Nesque. Zoals de naam aangeeft is Pernes het dorp van de fonteinen. Er zijn er wel 40, zegt een dorpsbewoner. We doen een fietswandeling in de smalle straten en door een paar vesting poorten.
Het is echt een levendig Provençaals stadje met kleine, knusse winkels en terrassen
Stilaan wil Pol toch terug naar zijn Brigitje en wij volgen gedwee natuurlijk.
De dames zijn blij met onze thuiskomst en we worden nog maar eens uitbundig gefeliciteerd met onze dagprestatie. De dames hebben zelfs voor een frisse Leffe gezorgd
.En dat smaakt.
Nicole laat de decibels maar aanzwellen.
We genieten nog van een mooie kaastafel met een prachtig wijntje. We besluiten de avond met zware filosofische gesprekken. Uiteindelijk wordt het brabbelen en gaan we wijselijk onze bedden opzoeken. Het is toch nog wat nagenieten van onze prestatie vooraleer we in slaap vallen.
.
25-09-2008 om 11:18
geschreven door Via de la Plata
|