GENK ZUID MET DE GROTE VERVUILING GRENST AAN ONZE WOONKERN EIK - HEESVELD , OOK DIT ZAL OP TERMIJN SCHADE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID MET ZICH MEE BRENGEN !!!! (INFO IN DIT BLOG)
Nog tot 14 november kan elke Bilzenaar het ruimtelijk structuurplan inkijken in het gemeentehuis en bezwaren indienen. Eén actiecomité is gisteravond alvast opgestart: bewoners van Heesveld-Eik willen niet dat in hun achtertuin ruimte wordt gemaakt voor glastuinbouw en grote serres. "Het is nooit de bedoeling geweest om die serres tot aan de huizen te laten komen. Dat wordt aangepast," zegt burgemeester Sauwens. De meeste gemeenten zijn volop bezig met het opmaken van een ruimtelijk structuurplan: dat moet vastleggen waar zonevreemde bedrijven naartoe kunnen, waar meer huizen gebouwd mogen worden, wat natuur moet blijven, enz. In Bilzen zijn ze klaar met het ontwerp, dat inwoners nog tot 14 november kunnen inkijken. Eén van de plannen is ruimte maken voor de glastuinbouw in Munsterbilzen, die nu middenin het centrum opeengepakt zit. "Hiervoor zijn 2 zoekzones aangeduid: een kleine zone van zo’n 8 hectare ten oosten van Eigenbilzen/Mopertingen en een tweede zone van 30 hectare aan Heesveld-Eik. De glastuinbouw is historisch gegroeid in Munsterbilzen door de goede mengeling van zand en leemgrond," zegt burgemeester Sauwens. "Zo zitten we hier met een 100-tal plantenmannen in het centrum. Maar er zijn bedrijven die willen doorgroeien en hiervoor ruimte vragen. Dat kan niet in het centrum." En zo zijn door een studiebureau 2 zoekzones in kaart gebracht. "Maar dat is vlak tot aan onze huizen. De glastuinbouw op grote schaal is een bedreiging voor de gezondheid van de spelende kinderen en de chirojeugd door het gebruik van pesticides. En dan is er nog de overlast: het verkeer dat naar die grote serres moet, de infrastructuur die daar gebouwd wordt," zegt Willy Claes, die gisteravond met buurtbewoners een actiecomité heeft opgericht. "We gaan proberen om die plannen te verhinderen. Op 3 november organiseren we een infoavond voor de 800 gezinnen hier. Ze hebben het over 30 hectare glasopstand maar uiteindelijk gaat het veel meer worden met bufferzones, gebouwen, enzovoort."
Burgemeester Sauwens begrijpt de bezwaren: "Het is nooit de bedoeling geweest dat de zoekzone tot aan de huizen komt. Het studiebureau heeft die zone te groot afgebakend. Maar er is wel een zone voor glastuinbouw nodig: de tuinbouwers zelf vragen dat én de provincie. Een 3-tal bedrijven zal zich daar op termijn gaan vestigen: nu zitten die op bouwgrond in het centrum en de ruimte wordt ook te klein." "Maar moeten wij daarvoor de dupe worden?", vraagt het actiecomité. Na 14 november worden alle ingediende bezwaren door de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening behandeld. Het aangepaste structuurplan vertrekt dan naar de gemeenteraad en tot slot voor goedkeuring naar de provincie.
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de glastuinbouw vormt een groot probleem voor de kwaliteit van het zoetwater. Adviesdienst Riza schrijft dat in een inventarisatie die is gemaakt op verzoek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Waterschappen meten in bijna alle glastuinbouwgebieden zeer regelmatig overschrijdingen van de normen met soms extreem hoge piekwaarden van duizenden keren teveel. Verboden middelen worden nog steeds gebruikt. De glastuinbouw steekt daarmee in negatieve zin af tegen andere vormen van groente- en fruitteelt, schrijft het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (Riza).
Om en bij veel kassen werden verboden giffen gevonden met namen als carbendazim, imidacloprid, parathion-methyl, primicarb en dichloorvos. De Zuid-Hollandse Milieufederatie eist maatregelen tegen de tuinders. Dichloorvos is sinds 1999 verboden.
Er is geen vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, is verder een van de harde conclusies van het Riza. De toelating van het gebruik van bestrijdingsmiddelen staat volgens het instituut te ver van de werkelijkheid en kan veel beter. Verder stellen de onderzoekers een set maatregelen voor om lozingen te beperken.
Insecticiden (bestrijdt insecten), herbiciden (planten, onkruiden), fungiciden (schimmels), algiciden (algen), bactericiden (bacteriën), acariciden (mijten), nematiciden (aaltjes) en rodenticiden (knaagdieren) zijn alomtegenwoordig in onze dagelijkse leefomgeving. Sommige hebben een zeer specifieke werking, bv. alleen tegen insecten of tegen schimmels, terwijl andere een veel algemener werking hebben. Daarom noemt men ze ook pesticiden.
Pesticiden kunnen op verschillende manieren zorgen voor binnenhuispollutie: - rechtstreeks door ze binnenshuis te gebruiken bij het bestrijden van insecten op kamerplanten, bij de behandeling van huisdieren, van mensen (bv. producten tegen luizen of schurft), muggenwerend producten of producten om mieren of kakkerlakken te bestrijden, enz.; - onrechtstreeks omdat we ze in de tuin of in de omgeving gebruiken; - door afgifte door voorwerpen die hiermee behandeld werden (zoals tapijten, hout ). De afbraak van pesticiden binnenshuis verloopt meestal zeer traag omdat ze niet blootgesteld zijn aan regen, zon, micro-organismen, enz. In een afgesloten, slecht geventileerde ruimte kan de concentratie dus snel oplopen. Jonge kinderen zijn extra gevoelig voor deze stoffen: ze kruipen op handen en voeten rond over de grond en tapijten, steken de handen en allerlei voorwerpen in de mond, strelen huisdieren zonder acht te slaan op een antivlooien-band, enz. Naast de acute intoxicaties zijn de potentiële effecten op de gezondheid direct afhankelijk van de wijze waarp deze pesticiden werken en hun capaciteit tot accumulatie in het organisme. Een aantasting van het zenuwstelsel is bijna altijd mogelijk (in verschillende gradaties). Ook algemene symptomen kunnen steeds optreden. In feite kunnen alle organen worden aangetast. Ook kunnen ze mutagene, carcinogene, teratogene, immunosuppressieve en hormonale effecten hebben. Sommige orgaanchloorhoudende en organofosforhoudende pesticiden en sommige pyrethroïden worden door het Amerikaanse Agentschap voor Milieubescherming (EPA) en het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) beschouwd als carcinogeen bij de mens. Bovendien moet ook rekening worden gehouden met de globale impact van pesticiden, inclusief de residu's in onze voeding, en op mogelijke interferenties met andere stoffen. De commerciële benaming van de verschillende pesticiden voor gebruik buiten de landbouw kan worden geraadpleegd op de site van de FOD Volksgezondheid, Leefmilieu en Veiligheid van de Voedselketen (www.environnement.fgov.be). Sommige commerciële producten bevatten immers verschillende stoffen naargelang de toedieningswijze.
Orgaanchloorhoudende pesticiden Orgaanchloorhoudende pesticiden met als bekendste producten DDT (dichlorodiphenyltrichloroethaan), PCP (pentachlorofenol) en lindaan. Andere producten uit deze klasse zijn o.m. chlordaan, dicofol, dieldrin, dienochloor, endosulfaan, endrin, heptachloor, hexachlorobenzeen (HCB), hexachloorocyclohexaan (HCH), kepon, metoxychloor, mirex en toxafeen. De cursief aangeduide producten zijn sinds vele jaren verboden voor landbouwgebruik maar kunnen nog steeds aanwezig zijn in het milieu en mogen soms nog voor andere toepassingen worden gebruikt. Zo werd PCP, dat massaal werd gebruikt om hout en andere materialen (leder, textiel, verf) te beschermen, een twintigtal jaar geleden verboden als houtbeschermer, maar het kan binnenshuis nog aanwezig zijn in hout dat niet voorzien is van een afdeklaag. Lindaan dat ook werd gebruikt in de houtbescherming en in producten tegen luizen en schurft, is recent verboden. Dat belet evenwel niet dat het nog aanwezig is in hout dat vroeger werd behandeld en in sommige insecticiden die nog in de voorraadkast staan. De gezondheidseffecten van orgaanchloorhoudende pesticiden omvatten o.m. irritatie van slijmvliezen en de luchtwegen, algemene symptomen, neurologische verschijnselen zoals gedrags- en evenwichtsstoornissen, huidirritatie, leverstoornissen, enz. PCP kan ook een effect hebben op de nierfunctie, het beenmerg, het endocriene systeem en het is carcinogeen. Lindaan kan het spijsverterings- en immuniteitsstelsel aantasten, het kan een aplastische anemie veroorzaken en wordt beschouwd als carcinogeen.