( ACTIE ) COMITE EIK - HEESVELD
GEEN GLAS AAN ONS TERRAS !!!
GENK ZUID MET DE GROTE VERVUILING GRENST AAN ONZE WOONKERN EIK - HEESVELD , OOK DIT ZAL OP TERMIJN SCHADE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID MET ZICH MEE BRENGEN !!!! (INFO IN DIT BLOG)

INFO
Gemeentelijk
Ruimtelijk
Structuurplan
(GRS)
http://www.eik-heesveld.
be/Structuurplan_bestanden/
frame.htm

Steun ons comitè !!!!

Voor opmerkingen of suggesties !!!

Milieu & Gezondheid
  • Info over Pesticides
  • Pesticides
  • Bond Beter Leefmilieu
  • Lichtemissie
  • Licht
  • Beroepsrisico's
  • Glastuinbouw
  • C.A.O Glastuinbouw
  • Gastenboek
  • ,
  • Bezoekje,lieve groetjes
  • Bezoekje,lieve groetjes
  • hallokes
  • Dank u wel

    Is er iets dat je ons wil melden , laat dan zeker niet na om dit in ons gastenboek neer te schrijven !!! Alvast Bedankt namens het Comitè

    Verenigingen Spurk - Eik - Heesveld
  • Spurk Kermis
  • Voetbal Heis Sport
  • School St Jozef Bilzen
  • Bouwplannen School St Jozef Bilzen
  • Chiro St Jozef
  • Bilzerse Fun Bikers
  • 26/10 "Geen serres aan huizen in Bilzen"

    Nog tot 14 november kan elke Bilzenaar het ruimtelijk structuurplan inkijken in het gemeentehuis en bezwaren indienen. Eén actiecomité is gisteravond alvast opgestart: bewoners van Heesveld-Eik willen niet dat in hun achtertuin ruimte wordt gemaakt voor glastuinbouw en grote serres.
    "Het is nooit de bedoeling geweest om die serres tot aan de huizen te laten komen. Dat wordt aangepast," zegt burgemeester Sauwens.
    De meeste gemeenten zijn volop bezig met het opmaken van een ruimtelijk structuurplan: dat moet vastleggen waar zonevreemde bedrijven naartoe kunnen, waar meer huizen gebouwd mogen worden, wat natuur moet blijven, enz. In Bilzen zijn ze klaar met het ontwerp, dat inwoners nog tot 14 november kunnen inkijken. Eén van de plannen is ruimte maken voor de glastuinbouw in Munsterbilzen, die nu middenin het centrum opeengepakt zit.
    "Hiervoor zijn 2 zoekzones aangeduid: een kleine zone van zo’n 8 hectare ten oosten van Eigenbilzen/Mopertingen en een tweede zone van 30 hectare aan Heesveld-Eik. De glastuinbouw is historisch gegroeid in Munsterbilzen door de goede mengeling van zand en leemgrond," zegt burgemeester Sauwens.
    "Zo zitten we hier met een 100-tal plantenmannen in het centrum. Maar er zijn bedrijven die willen doorgroeien en hiervoor ruimte vragen. Dat kan niet in het centrum." En zo zijn door een studiebureau 2 zoekzones in kaart gebracht. "Maar dat is vlak tot aan onze huizen. De glastuinbouw op grote schaal is een bedreiging voor de gezondheid van de spelende kinderen en de chirojeugd door het gebruik van pesticides. En dan is er nog de overlast: het verkeer dat naar die grote serres moet, de infrastructuur die daar gebouwd wordt," zegt Willy Claes, die gisteravond met buurtbewoners een actiecomité heeft opgericht.
    "We gaan proberen om die plannen te verhinderen. Op 3 november organiseren we een infoavond voor de 800 gezinnen hier. Ze hebben het over 30 hectare glasopstand maar uiteindelijk gaat het veel meer worden met bufferzones, gebouwen, enzovoort."

    Burgemeester Sauwens begrijpt de bezwaren: "Het is nooit de bedoeling geweest dat de zoekzone tot aan de huizen komt. Het studiebureau heeft die zone te groot afgebakend. Maar er is wel een zone voor glastuinbouw nodig: de tuinbouwers zelf vragen dat én de provincie. Een 3-tal bedrijven zal zich daar op termijn gaan vestigen: nu zitten die op bouwgrond in het centrum en de ruimte wordt ook te klein."
    "Maar moeten wij daarvoor de dupe worden?", vraagt het actiecomité. Na 14 november worden alle ingediende bezwaren door de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening behandeld. Het aangepaste structuurplan vertrekt dan naar de gemeenteraad en tot slot voor goedkeuring naar de provincie.

    Foto's Glastuinbouw

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Kan glastuinbouw in Eik - Heesveld???
    Ja , er zijn niet genoeg bezwaren tegen de plannen van de gemeente.
    Nee , het kan helemaal niet !!!!
    Ja , als men ver genoeg van de woonkern kan blijven.
    Ja , de bevolking die er last van zullen hebben , is beperkt !!
    Nee , er zijn voldoende bezwaren tegen de plannen !!
    Weet het niet !!
    Bekijk resultaat

    Nuttige Info
  • Het Weer
  • Urgentie Diensten
  • Wachtdiensten
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Startpagina !
    07-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezondheidsrisico's Genk-Zuid ~ 16-02-2007

    Gezondheidsrisico's Genk-Zuid ~ 16-02-2007

    Industrie en verkeer in de omgeving van Genk-Zuid zorgen voor luchtverontreiniging en milieuhinder van zeer uiteenlopende aard. Een gedetailleerd en volledig overzicht van de luchtkwaliteit, en, in ruimere zin, milieuhinder, ontbreekt. Ondertussen worden er door de Vlaamse Milieumaatschappij geregeld nieuwe metingen uitgevoerd die de mogelijkheid bieden iets te vertellen over de gevolgen voor de volksgezondheid van de pollutie in het industriegebied.

    Op 6 februari jongstleden werden er door de Vlaamse Milieumaatschappij nieuwe meetgegevens aangeleverd. Aan de hand van deze gegevens werden door de afdeling Toezicht Volksgezondheid de gezondheidsrisico's ingeschat. De resultaten zijn onder de vorm van een presentatie (pdf, 1,32 MB) beschikbaar.

    Louter volksgezondheidskundig is de milieukwaliteit in en rond het industriegebied Genk-Zuid verre van ideaal. Het gaat om een vrij groot industriegebied met op relatief korte afstand enkele dichtbevolkte wijken. Vooral de wijk Sledderlo, gelegen in de wind van het industriegebied, wordt bewoond door een sociaal gevoelige bevolking met heel wat kinderen. Kinderen zijn, zeker voor wat betreft milieudruk, gezondheidskundig een zeer gevoelige groep.

    De recente meetwaarden van de Vlaamse Milieumaatschappij (pdf, 1,07 MB) bevestigen de verhoogde concentratie aan zware metalen in de lucht. Vanuit onze bezorgdheid voor de gezondheid zijn vooral de metalen chroom (Cr) en nikkel (Ni) in fijn stof (PM10) belangrijk.
    Om de gezondheidsrisico's correct te kunnen duiden maken we een onderscheid tussen verwachte acute gezondheidseffecten (effecten op korte tot zeer korte termijn) en verwachte chronische gezondheidseffecten (effecten op langere termijn). Hiervoor vergelijken we de meetresultaten met de gezondheidskundige advieswaarden en normen:

    • Indien we vergelijken met de arbeidsgeneeskundige normen zien we dat voor zowel Ni als Cr deze normen niet overschreden worden. Hierbij moeten we er wel rekening mee houden dat deze niet zomaar gelden voor de algemene bevolking. Toch doet deze vergelijking ons vermoeden dat er geen acute gezondheidseffecten te verwachten vallen.
    • Uit de vergelijking met de gezondheidskundige richt- en streefwaarden van de Europese Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie kunnen we afleiden dat voor de metalen Cr en Ni chronische gezondheidseffecten verwacht worden. Specifiek voor Ni gaat het over 3,5 extra kankergevallen per 100.000 mensen die levenslang aan de gemeten concentraties zouden worden blootgesteld. Voor Cr (VI) over 9,4 extra kankergevallen per 100.000 mensen die levenslang worden blootgesteld. Gezondheidskundig is 1 extra kankergeval per miljoen mensen aanvaardbaar te noemen. In specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld bij korte afstand tussen bewoning en industrie) hanteert men de drempel van 1 extra kankergeval per 100.000 mensen. Het risico op het vormen van kanker ten gevolge van de milieublootstelling in de regio is hier veel te hoog. Tussen mei en november zal de  milieugezondheidsenquête bij de inwoners van Genk-Zuid onder andere peilen naar andere chronische gezondheidseffecten buiten kanker.
      Uit het kankerregister blijkt dat er, tot nu toe, geen verhoogd voorkomen van kanker in Genk (totaal grondgebied) kon worden gevonden die verband kunnen houden met blootstelling aan zware metalen.

    Kinderen verdienen extra aandacht. Daarom werd in basisschool 'De Sleutel', in de onmiddellijke nabijheid van het staalverwerkend bedrijf Ugine & ALZ, een meetcampagne opgestart. Er worden metingen uitgevoerd op de speelplaats en binnen in de school. Op de volledige resultaten is het nog even wachten. Wij verwachten meer informatie te kunnen geven eind juni 2007.

    Ten slotte is het belangrijk te weten dat de hoge hoeveelheden zware metalen in de lucht zich vooral bevinden in het gebied onmiddellijk grenzend aan het bedrijf Ugine & ALZ. Op grotere afstand nemen de gemeten concentraties heel sterk af en blijft beneden de eerder besproken gezondheidskundige richt- en streefwaarden.


    Zijn er maatregelen nodig in en om Genk-Zuid om de blootstelling te verminderen?

    De milieukwaliteit wordt in deze regio van nabij gevolgd om extra druk op de gezondheid te vermijden. In de eerste plaats moet het bedrijf, de bron, aangepakt worden. De Milieuinspectie heeft, in overleg met het bedrijf, een pakket maatregelen uitgewerkt die de stofuitstoot op korte termijn zeer sterk moeten verminderen. De stuurgroep volgt dit van nabij op.

    De bevolking zelf wordt aangeraden om extra te letten op het nauwgezet toepassen van enkele algemene hygiënemaatregelen zoals het wassen van de handen. Meer info vindt u in de folder 'Meer Gezondheid, Minder Zware Metalen' (pdf, 938 kB).

    Eens alle meetresultaten van de school 'De Sleutel' bekend zijn, moet er nagegaan worden of er al dan niet nog meer blootstellingsreducerende maatregelen moeten worden opgelegd. Hierover meer op deze webpagina begin juli 2007.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-04-2007, 18:29 geschreven door Potargent Dirk  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genk - Deurne '¢ Dewitte en Van Duppen eisen maatregelen tegen fijn stof

    Beiden zijn pas verkozen voor de PVDA+, de ene in de stad Genk, de andere in district Deurne. Beiden eisen ze maatregelen tegen de concentraties fijn stof in hun gemeente.

    Free Van Doorslaer
    14-02-2007

    Harrie Dewitte voor het staalbedrijf ALZ. Dat nam al maatregelen tegen de luchtvervuiling, maar van de maatregelen om de bezoedelde plaatsen regelmatig te kuisen is nog niet veel in huis gekomen. (Foto Solidair, Peter Vanloffelt)

    - Klik op de foto om ze te vergroten -


    In Genk raakten vorige week de resultaten van 2006 bekend van de metingen van de concentraties van chroom en nikkel in de lucht van Genk-Zuid. PVDA-dokter Harrie Dewitte sprong vorig jaar al in de bres voor properder lucht in de wijk Sledderlo en omgeving. Bij de bekendmaking van de nieuwe resultaten vorige week noemde hij de situatie beangstigend. “Er is 20 keer te veel nikkel en veertien keer te veel chroom in de lucht” stelde hij. Het wijkschooltje de Sleutel waar 300 jonge kinderen naar school gaan, is bijzonder zwaar getroffen. De risico’s voor kinderen zijn dubbel zo groot als voor volwassenen. Tevens vroeg hij dat ook de concentraties aan fijn stof aan het meetpunt bij het schooltje zou gemeten worden.

    Als reactie op het gezondheidsonderzoek, uitgevoerd door Geneeskunde voor het volk, waarbij bleek dat één kind op twee, jonger dan 2 jaar, reeds anti-astma middelen gebruikt, plaatste de Vlaamse Milieumaatschappij 6 bijkomende meetpunten in Genk. En het bedrijf ALZ - de bron van de pollutie - begon met de afvalhopen van metaalslakken te overdekken. ALZ stelde een lijst van 35 ingrepen op die het tegen 2008 wil afgewerkt hebben. Deputee Frank Smeets bevestigde dat het gevraagde bevolkingsonderzoek binnen enkele maanden ook effectief start.

    Maar van directe maatregelen die Dewitte al vorig jaar had voorgesteld om de bezoedelde plaatsen waar kinderen komen regelmatiger te kuisen was nog niets in huis gekomen. Het ging dan vooral om het wekelijks kuisen met sproeiwagens van de speelplaatsen en pleintjes waar kinderen spelen en de straten van de wijk. Daarom schreef Dewitte een ijzersterk rapport over de onderschatte gezondheidsrisico’s en stelde concrete en praktische maatregelen voor die hij donderdag 15 februari aan de gemeenteraad gaat voorleggen.

    Bijkomend meetpunt in Deurne-Noord gevraagd

    Dokter Van Duppen wil dat de Vlaamse Milieumaatschappij ook in Deurne-Noord een meetpunt installeert dat de blootstelling aan fijn stof meet. De waarden in Luchtbal, Borgerhout en Hoboken liggen al ver boven de Europese norm. Een bijkomend meetpunt in Deurne-Noord, waar bijna al het vrachtverkeer van en naar het Antwerpse havengebied passeert, is dringend en noodzakelijk. Want het kruispunt, vlak aan het Sportpaleis, grenst aan woonwijken. “Meer en meer studies wijzen uit dat fijn stof afkomstig onder meer van het verkeer de risico’s op hart- en vaatziektes verhoogt. In binnenstedelijk gebied is de sterftekans niet veel minder dan dat van een roker” zegt Van Duppen.

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-04-2007, 00:00 geschreven door Potargent Dirk  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Actuele vraag van de heer Rudi Daems tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de conclusies en aanbevelingen van het OESO-rapport betreffende het milieubeleid in België

    Actuele vraag van mevrouw Marleen Van den Eynde tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de conclusies en aanbevelingen van het OESO-rapport betreffende het milieubeleid in België

    Actuele vraag van de heer Bart Martens tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de conclusies en aanbevelingen van het OESO-rapport betreffende het milieubeleid in België

    De voorzitter:

    Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.

    Mevrouw Marleen Van den Eynde:

    Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, deze week werd door de OESO een rapport bekendgemaakt waarin het Belgische milieubeleid voor de tweede maal werd doorgelicht. Enerzijds was er heugelijk nieuws omdat het Belgische milieubeleid positief wordt onthaald. Anderzijds zijn er nog enkele punten die de nodige aandacht verdienen, zoals het waterbeleid, de biodiversiteit en de luchtkwaliteit. Bij dat laatste punt wil ik toch even stilstaan.

    Ik heb in januari een vraag om uitleg over de luchtkwaliteit in Vlaanderen gesteld. Toen is ook het probleem van het fijn stof besproken. U stelde toen dat er nog een en ander moest worden ondernomen inzake het vergunningenbeleid, onder meer op het vlak van het toezicht. In hoeverre is het milieuvergunningenbeleid inzake fijn stof bijgestuurd?

    In zijn antwoord zei de minister ook dat de VITO een studie uitvoerde waarin wordt nagegaan of het mogelijk zou zijn om een flexibel meetnetwerk op te starten. We beschikken over een goed meetnetwerk,, maar het is niet uitgebreid genoeg om heel Vlaanderen onder de loep te nemen. Is dit flexibel meetnetwerk al in voege getreden?

    De grootste producent van fijn stof is het verkeer. Moeten we het op dat vlak niet over een andere boeg gooien? De uitstoot van giftige stoffen verminderd dankzij technologische vernieuwingen. Is de regering bereid om technologische vernieuwingen die het moeten mogelijk maken de uitstoot van fijn stof door wagens te verminderen, te stimuleren? (Applaus bij het Vlaams Belang)

    De voorzitter:

    De heer Martens heeft het woord.

    De heer Bart Martens:

    Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, beste collega's, het OESO-rapport over het milieubeleid van ons land is niet het eerste. Al in 1998 heeft de OESO ons milieubeleid grondig doorgelicht. De OESO gaf toen een pak aanbevelingen mee die niet alleen voor de gewestelijke milieuministers waren bedoeld, maar ook voor de federale ministers, en dan vooral voor de minister die bevoegd is voor fiscaliteit. Ook in het eerste OESO-rapport is sterk de nadruk gelegd op een economisch instrumentarium om de milieuoverlast te verminderen. Vandaag stelt de OESO vast dat we weliswaar vooruitgang hebben geboekt, maar dat die ontoereikend is om de luchtkwaliteit in ons land te verbeteren, onze waterlopen proper te krijgen en de biodiversiteit te behouden. Dat zijn nochtans doelstellingen waartoe we ons ook op internationaal vlak hebben verbonden.

    Wat de luchtkwaliteit betreft, is vooral fijn stof een probleem voor de gezondheid van de mensen in de steden. De OESO wijst ook op het probleem van de zomersmog. De grote ozonconcentraties die zich in de zomermaanden voordoen, zorgen voor ademhalingsproblemen bij kinderen, bejaarden en mensen die sowieso al last hebben met hun ademhaling. Er moet daar uiteraard iets aan worden gedaan. Uit onze debatten heb ik wel begrepen dat de minister in dat verband tal van acties overweegt. Ik denk dan aan het actieplan inzake fijn stof. Ook op federaal vlak worden terzake maatregelen genomen. Het is evenwel de vraag of dat allemaal toereikend is om de stadslucht schoon te krijgen.

    Wat ozon betreft, hebben we een belangrijke achterstand voor het terugdringen van ozonvormende stoffen in de lucht. Ik heb het dan in de eerste plaats over de stikstofoxiden die vrijkomen bij verbrandingsprocessen. In het Milieubeleidsplan staat dat we bovenop het vergunningenbeleid economische instrumenten zoals heffingen op de NOx-uitstoot of verhandelbare NOx-emissierechten moeten gebruiken om daaraan te remediëren. Ik heb daarop al verschillende keren gewezen. Andere landen in en buiten Europa zijn ons daarin al voorgegaan. Nu de OESO uitdrukkelijk vraagt om die economische instrumenten aan te wenden, zou ik van u willen weten hoever het daarmee staat. Neemt u die aanbeveling ter harte?

    Wat de waterkwaliteit betreft, is het vooral een probleem van nitraten en pesticiden. Volgens het OESO-rapport zijn de concentraties aan deze stoffen in het oppervlaktewater nergens ter wereld zo hoog als bij ons. Waar een klein land groot in kan zijn. De meerderheid wil er alles aan doen om het mestoverschot in te perken en om met een nieuw mestdecreet dat mestoverschot echt 'boven water' te krijgen.

    Wij zullen als parlementsleden op dit vlak onze verantwoordelijkheid opnemen en het initiatief van de regering overnemen. We hopen eerstdaags met een consensusvoorstel op de proppen te komen.

    Waar we als parlementsleden minder greep op hebben, is het rioleringsbeleid in Vlaanderen. Ook dat beleid zullen we nodig hebben om de waterkwaliteit op pijl te brengen. Als we een groene pluim krijgen in het OESO-rapport, is het omdat de milieu-uitgaven in ons land serieus zijn opgekrikt en gestegen in vergelijking tot de voorbijgaande jaren. Maar die milieu-investeringen moeten uiteraard renderen.

    Als gemeenten weigeren het afvalwater aan te koppelen op de collectoren en het waterzuiveringssysteem van Aquafin of achterblijven in het afkoppelen van het regenwater op die systemen, dan zullen die verhoogde investeringen in ons milieubeleid niet het verhoopte milieuresultaat opleveren.

    Vorige week nog heeft de Bond Beter Leefmilieu een studie bekendgemaakt waaruit bleek dat in Oost- en West-Vlaanderen 1 op 6 gemeenten, meer dan 40 percent van de gezinnen, niet is aangekoppeld op de riolering. Uiteraard kunnen we op die manier nooit de waterkwaliteitsdoelstellingen bereiken.

    Ik zou u ook willen vragen wat u doet met de aanbevelingen van de Bond Beter Leefmilieu. Als de gemeenten achterblijven en hun verantwoordelijkheid blijven ontlopen inzake het rioleringsbeleid, zou bijvoorbeeld het Vlaamse Gewest in de plaats kunnen treden van die gemeenten. Dat is niet betuttelend. We hebben een gelijkaardig systeem in de afvalstoffenwetgeving. Ook daar staat bepaald dat OVAM in de plaats kan treden van steden en gemeenten die hun verantwoordelijkheid inzake de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval niet nakomen.

    We moeten dringend denken aan mogelijke instrumenten om de achterblijvende gemeenten achter de veren te zitten zodat zij ook hun verantwoordelijkheid opnemen.

    Concluderend. In welke mate gaat u, mijnheer de minister, de aanbevelingen van de OESO ter harte nemen en meer bepaald de aanbevelingen om economische instrumenten in te zetten in het milieubeleid?

    Ik denk aan de enorme uitdagingen om de ozonvormende stoffen en de milieudruk van het toenemende wegverkeer tegen te gaan. Ik denk dat u wat dat laatste betreft ook eens met minister Van Brempt rond de tafel moet zitten.

    In welke mate zult u de gemeenten die achterop hinken wat de aansluiting op de riolering van hun inwoners betreft, achter de veren zitten zodat we binnen enkele jaren een performante waterzuivering hebben die ertoe bijdraagt dat de waterkwaliteit in Vlaanderen eindelijk is wat ze zou moeten zijn.

    De voorzitter:

    De heer Daems heeft het woord.

    De heer Rudi Daems:

    Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, beste collega's, het recente OESO-rapport was niet al te positief over Vlaanderen. De minister heeft vanmorgen gezegd: 'Vlaanderen is catching up'. Dat is op een aantal terreinen, zoals het waterbeleid, wel correct. Wat de luchtkwaliteit en de biodiversiteit betreffen, zitten we in het beste geval met een status-quo en op lange termijn kunnen we misschien zelfs voor biodiversiteit in 2010 van een achteruitgang spreken.

    Ik wil mij vooral focussen op de aanbevelingen van de OESO. De organisatie houdt alweer een pleidooi voor structurele beleidsmaatregelen en economische instrumenten. De heer Martens heeft er daarnet aan gerefereerd. Uw federale collega, minister Tobback, heeft in een reactie te kennen gegeven dat hij inderdaad die financiële instrumenten wil uitspelen. De Bond Beter Leefmilieu heeft gevraagd of het niet mogelijk was om voor grote projecten, infrastructuurprojecten zoals luchthavens, een kosten-batenanalyse in te voeren waarbij de kost voor het leefmilieu, voor de menselijke gezondheid en de sociale zekerheid wordt afgewogen tegenover de economische opbrengst.

    Ik wil bij het thema van de dag blijven, het fijn stof. In het MiNa-rapport is berekend dat de jaarlijkse kosten aan sociale zekerheid voor fijn stof ongeveer 1 miljard euro bedragen of 130 euro per inwoner per jaar.

    Dat is niet niets. In dezelfde lijn vraagt de BBL de minister om van zijn goldplating-model af te stappen en om in die domeinen waar Vlaanderen duidelijk een stuk slechter dan de buurlanden scoort verder te gaan dan wat de Europese overheid vraagt. Tijdens de rondetafelbesprekingen van het milieuschadedecreet hebben we dit debat kunnen volgen. We zien echter het tegenovergestelde gebeuren. Ondanks het gebruik van de term 'verduurzaming' wordt in de Septemberverklaring eigenlijk weinig aandacht aan milieu en aan gezondheid geschonken. We worden duizelig van de miljoenen euro's dit in het eerste hoofdstuk staan. Dit geld is onder meer voor de missing links bestemd. Wanneer het om integraal water- of luchtbeleid gaat, wordt de tekst vager en worden de cijfers kleiner.

    Als klap op de vuurpijl hebben we gisteren mogen toekijken hoe een ruime meerderheid van christendemocraten, liberalen en socialisten in het Europees Parlement een nieuwe richtlijn inzake de luchtkwaliteit hebben voorgesteld en goedgekeurd. Deze nieuwe richtlijn houdt voor het fijn stof een flinke versoepeling in. Als ik het goed heb begrepen, heeft de minister hiervoor hard geijverd.

    De versoepeling houdt twee belangrijke punten in. Het aantal dagen waarop de daggrenswaarde, die hier al vaak ter sprake is gekomen, mag worden overschreden, wordt van 35 tot 55 dagen verhoogd. Bovendien krijgen lidstaten als België zes jaar uitstel om aan de wettelijke grenswaarde te voldoen. Zelfs de Europese commissaris voor Leefmilieu was niet erg gelukkig met de tekst die door het Europees Parlement is goedgekeurd. De heer Staes heeft me verteld dat dit de eerste keer is dat het Europees Parlement minder ver dan het voorstel van de Europese ministers van Leefmilieu gaat.

    In de Septemberverklaring wordt een pleidooi voor de ontkoppeling van economische groei en milieu-impact gehouden. We kunnen dit pleidooi uiteraard enkel steunen. Dit moet evenwel worden geconcretiseerd. Ik zou in dit verband willen verwijzen naar een aantal aanbevelingen in het OESO-rapport. Mijn vragen gaan trouwens over deze aanbevelingen.

    Mijnheer de minister, wat vindt u van het principe van de internalisering van de milieukosten, zoals de heer Bex dit meestal omschrijft? Staat dit niet een beetje in contrast met wat in de Septemberverklaring de betaalbaarheid van de energiekost voor bedrijven wordt genoemd? Zoals de heer Martens daarnet al heeft aangehaald, wordt al een tweetal jaren onderzocht of een heffing op de luchtvervuiling door bedrijven kan worden ingevoerd. Hoe staat het vandaag met deze beruchte NOx-heffing? Ik heb vernomen dat er sprake is van het afschaffen van de heffing op het verbranden van afval. Klopt dat? Steunt u het voorstel om deze heffing af te schaffen? Wat vindt u van het voorstel van de BBL om voor grote projecten, zoals grote infrastructuuringrepen, een ruime, de milieu- en gezondheidskost uitdrukkelijk in rekening brengende, maatschappelijke kosten-batenanalyse te maken? De versoepeling van de richtlijn in verband met fijn stof zal tijdens de Europese ministerraad opnieuw ter sprake komen. Welk standpunt zult u in dit verband innemen?

    De voorzitter:

    Minister Peeters heeft het woord.

    Minister Kris Peeters:

    Mevrouw de voorzitter, het OESO-rapport is een Belgisch rapport waar de regio's zeer intensief aan hebben deelgenomen. De experts van de verschillende regio's hebben een sterke inbreng gehad. Dit betekent dat de conclusies en de aanbevelingen zich op het Belgische niveau situeren. Dit houdt niet in dat deze conclusies en aanbevelingen voor Vlaanderen niet relevant zouden zijn.

    Ik wil hier onmiddellijk de vraag van de Martens beantwoorden.

    Het is evident dat deze aanbevelingen en deze conclusies zeer ernstig moeten worden genomen en dat we die maximaal moeten vertalen naar het Vlaamse niveau, zeker wanneer ze ook van toepassing zijn op Vlaanderen.

    Mijnheer Daems, toen ik mijn beleidsnota heb voorgesteld, heb ik gezegd dat Vlaanderen, 13.500 vierkante kilometer groot, zeer dichtbevolkt is, met veel industrie en een dicht wegennet, enzovoort. U hebt gezien dat de OESO dit eigenlijk ook heel nadrukkelijk meeneemt en benadrukt dat de uitdaging voor Vlaanderen wat milieu betreft een zeer belangrijke uitdaging is gezien de kenmerken die Vlaanderen heeft. Dit gezegd zijnde, is het belangrijk om na te gaan, zeker wat de luchtkwaliteit en het water betreft, hoe we verder zullen werken. Het vorige rapport dateerde van 1998, zoals u hebt aangehaald, maar het is gelukkig niet zo dat we nu niet in gang moeten schieten omdat we nu met aanbevelingen worden geconfronteerd en ons afvragen wat we nu moeten doen. Neen, we hebben al heel wat acties ondernomen om een antwoord te bieden op een aantal problemen die ook in het rapport en in de aanbevelingen zijn opgenomen.

    Mijnheer Daems, elk parlement heeft zijn rechten en kan beslissen waarover het moet beslissen. U verwijst naar wat er deze week op Europees niveau is beslist over het fijn stof. Ik denk dat het positief is dat het Europees Parlement erop heeft aangedrongen om de Euro 5- en de Euro 6-norm voor personenwagens zo snel mogelijk in te voeren en ook de vervuiling veroorzaakt door de scheepvaart, die ook belangrijk is, aan te pakken. Als u daarnaar verwijst, denk ik dat u ook volledig moet zijn en dat zeker ook mee moet nemen.

    Mijnheer Martens en mevrouw Van den Eynde, het fijn stof is een heel belangrijk probleem. Ik heb ook al verschillende keren gezegd dat het een probleem is dat Vlaanderen overstijgt: er komt ook fijn stof van elders naar hier, zeker vanuit het Ruhrgebied, en ons fijn stof gaat ook naar elders. Dat is dus een problematiek die ons zeker overstijgt, wat niet wil zeggen dat we het probleem niet moeten aanpakken.

    We hebben het wel degelijk aangepakt. Er is verwezen naar het actieplan Fijn Stof en ik kan u zeggen dat we wat dat betreft, rekening houdend met wat we toen hebben voorgesteld, toch al heel wat concrete maatregelen hebben gerealiseerd. Ik denk in het bijzonder aan VITO, waarnaar mevrouw Van den Eynde heeft verwezen. Wat de meetinstrumenten betreft, kan ik zeggen dat de VMM een aantal bijkomende meetposten heeft toegevoegd, flexibele meetposten, bijvoorbeeld in Genk-Zuid. Wat uw verwijzing naar VITO betreft, denk ik dat ik ofwel de vraag niet goed heb begrepen ofwel dat daar een kleine verwarring bestaat. We hebben hier enkele maanden geleden aangekondigd dat we aan de gemeente het CAR-model ter beschikking zouden stellen, op basis waarvan de gemeenten konden nagaan hoe het zit met fijn stof en mobiliteit. VITO heeft daarbovenop een zeer gespecialiseerd en wat specifieker programma uitgebouwd, dat ondertussen ook klaar is voor gebruik. Ik denk, collega's, dat wat fijn stof betreft dat actieplan verder moet worden uitgevoerd, verder moet worden opgevolgd, en dat er wanneer nodig ook bijkomende maatregelen aan moeten worden toegevoegd.

    Wat ozon betreft en heel de problematiek van de economische instrumenten, wil ik benadrukken dat het emissiereductieprogramma dateert van 2003 en dat dit ook wordt uitgevoerd. In het najaar van 2006 zullen we trouwens een geactualiseerde versie van dat reductieprogramma overmaken ook aan de Europese Commissie.

    Mijnheer Martens, wat de economische instrumenten betreft, waar ook de heer Daems naar vraagt en waar ook de OESO naar verwijst, kan ik u zeggen dat ik nu een document heb. We hebben dat bekeken en we zijn nagegaan welke economische instrumenten kunnen worden ingezet om de NEC, de national emission ceilings of het nationaal emissieplatform, te halen. Ik zal u daar in de loop van de komende weken verder over informeren.

    Dan wil ik het even hebben over de waterkwaliteit. Mijnheer Daems, u hebt gevraagd naar concrete cijfers. Ik moet u toch wel zeggen dat het me toch wel verwondert dat u daarnaar durft te vragen, zeker wat investeringen Aquafin betreft.

    De investeringen in Aquafin bereikten in 2003 een absoluut dieptepunt van 35 miljoen euro. De daaropvolgende jaren werd dat opgetrokken tot meer dan 160 miljoen euro. Ik denk dat ik niet concreter kan zijn. U moet het maar zelf even nakijken: het absolute dieptepunt situeerde zich in 2003. Gelukkig hebben we dat bedrag opgetrokken tot 160 miljoen euro.

    Mijnheer Daems, ik zal u nog een ander concreet cijfer geven, omdat u daar expliciet naar vraagt, over de investeringen van gemeenten en de gewestelijke subsidies. Recurrent bedraagt de subsidie 67 miljoen euro. Ik heb er in 2004 50 miljoen euro aan toegevoegd, in 2005 nog eens ruim 10 miljoen euro en ik zal er in 2008 en 2009 in totaal 75 miljoen euro aan toevoegen, bovenop de recurrente uitgaven van 67 miljoen euro. Dat zijn de concrete cijfers. Ik denk dat daar geen speld is tussen te krijgen. Er wordt aangetoond dat we met deze bijkomende middelen alles doen opdat de gemeenten hun verplichtingen inzake rioleringen kunnen realiseren.

    Ik ga er niet mee akkoord om, zoals bijvoorbeeld Bond Beter Leefmilieu voorstelt, nu al te sanctioneren. Gemeenten hebben in eerste instantie hun geld nodig om te doen wat ze moeten doen, meer bepaald zorgen voor de aansluitingen en de rioleringen leggen. Ik ga de gemeenten geen boetes opleggen zolang we de bijkomende middelen niet effectief aan de gemeenten kunnen doorgeven en ze de kans hebben gekregen om de opdracht uit te voeren.

    Zeker wat waterkwaliteit betreft, is er nog een weg af te leggen, maar mocht ik in hetzelfde tempo voortgaan als in 2003, zouden we nog meer opmerkingen krijgen van de OESO. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, Vlaams Belang en N-VA)

    Mevrouw Marleen Van den Eynde:

    Mijnheer de minister, ik heb u niets horen zeggen over de technologische nieuwigheden. Uit het OESO-rapport bleek ook dat een aantal giftige stoffen kunnen worden teruggedrongen door nieuwe technologische uitvindingen. Ik heb niet de indruk dat u daar echt mee bezig bent. Ik kan u wel aankondigen, als lid van de raad van bestuur, dat viWTA bezig is met een studie, waarin ook de technologische nieuwigheden nader zullen worden bekeken. Hopelijk zal een maatschappelijk debat worden geopend over de manier waarop fijn stof verder kan worden aangepakt.

    De heer Bart Martens:

    Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, waarin toch een aantal interessante elementen zitten. Ik heb u horen zeggen dat dit najaar een geactualiseerd rapport van het reductieprogramma, dat we moeten opmaken voor de terugdringing van de ozonvormende stoffen tot onder de door Europa opgelegde plafonds, aan de commissie zal worden overgemaakt. Ik wil erop aandringen om het rapport eerst te bespreken in de commissie Leefmilieu van dit parlement. Ik denk dat er voldoende interessant materiaal in kan zitten om er een debat aan te wijden. Hetzelfde geldt voor het document over de inzet van economische instrumenten om de uitstoot van ozonvormers terug te dringen. Ik denk dat dat in hetzelfde themadebat kan worden ingeschoven.

    Mijnheer de minister, wat rioleringen betreft, denk ik dat het goed is dat er een inhaalbeweging is gebeurd, waarbij we voorlopende gemeenten extra subsidies te verstrekken voor de aanleg van nieuwe rioleringen. Maar ik denk dat we ook een beleid moeten voeren om de achterblijvers te doen bijbenen. Heel wat gemeenten hebben niet geïnvesteerd in riolen, niet omdat er onvoldoende subsidies waren, maar gewoon omdat ze andere prioriteiten hebben. Ze investeren liever geld in een sporthal die boven de grond staat en die iedereen ziet, dan in riolen die onder de grond zitten, maar die absoluut noodzakelijk zijn om onze waterkwaliteit te verbeteren. Met een amendement op het Programmadecreet hebben we er vanuit het Vlaams Parlement voor gezorgd dat de uitvoerings- en zoneringsplannen voor de riolen in alle Vlaamse gemeenten bindend zijn. Uiteraard heeft het weinig zin om die bindend te maken als er geen stok achter de deur is, om bij niet-uitvoering de gemeenten tot daden te doen overgaan.

    De heer Rudi Daems:

    Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Drie jaar geleden stond in het emissiereductieprogramma dat de NOx-heffing zou worden bestudeerd en dat bekeken zou worden wat het resultaat is.

    U laat voorlopig nog niet in uw kaarten kijken, maar we zullen daar binnen enkele weken in de commissie op kunnen terugkomen.

    Wat betreft Aquafin, had ik geen cijfers gevraagd, maar ik dank u vriendelijk voor de informatie die ik heb gekregen. Tijdens de vorige legislatuur zijn de inspanningen voor rioleringen ook fors omhoog gekrikt. Ik verwijs naar 2004, wat een absoluut topjaar was. Ondanks de verhoogde investeringen, heb ik vragen bij het beleid dat Aquafin voert. De voorbije zomer hebben op verschillende plaatsen weer mensen met natte voeten gezeten. We hebben te maken met overgedimensioneerde installaties en leidingen. We zien de waterkwaliteit niet echt vooruit gaan. We moeten ons vragen durven stellen over de keuze van Aquafin, door u gesteund, en of het beleid dat in gang werd gezet in de jaren negentig, wel een goede keuze is geweest. De ecologische resultaatsverbintenis die zogenaamd in de beheersovereenkomst is opgenomen en die u hebt verlengd, wat ik trouwens betreur, stelt amper iets voor. De RWZI's, de rioolwaterzuiveringsinstallaties, moeten voldoen aan de normen, maar ze moeten voor de rest geen bepaald minimumrendement halen. Ze krijgen enorm veel proper water, zeker bij zware regenval, maar bij het ecologische rendement van dat type van waterzuivering kunnen we vragen stellen.

    Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of u overweegt om de heffing op afvalverbranding af te schaffen en wat u vindt van het idee om voor grote infrastructuurprojecten een maatschappelijke kosten-batenanalyse te laten uitvoeren.

    Minister Kris Peeters:

    U vraagt naar wat ik denk over het een en het ander. Dat is interessant, maar er moeten eerst een aantal dingen besproken worden in de Vlaamse Regering vooraleer ik daarover hier verdere commentaar geef.

    Mijnheer Daems, wat betreft de cijfers, had ik begrepen dat u uitdrukkelijk zegt dat wat infrastructuur en dergelijke betreft de minister-president een aantal cijfers heeft genoemd en dat er voor de rest geen cijfers zijn genoemd, daarom heb ik ze gegeven. Ik heb u mogelijk verkeerd begrepen. Het is niet mijn bedoeling om telkens cijfers te geven, maar als u ernaar vraagt, krijgt u ze.

    Mevrouw Van den Eynde, mijn excuses dat ik niet onmiddellijk heb geantwoord op de vraag over de technologische vernieuwingen. We hebben bijvoorbeeld het milieu-innovatieplatform opgericht, waar we ettelijke miljoenen hebben voor uitgetrokken. Daar worden onderzoeken gedaan en stimulansen gegeven voor nieuwe technologieën en toepassingen, bijvoorbeeld in verband met de problematiek van het fijn stof. U haalt een voorbeeld aan, maar u kunt er zeker van zijn dat we hier in Vlaanderen voor het milieu in het algemeen en voor de kwaliteit van de lucht en de andere elementen, de nodige innovatieve ontwikkelingen aanmoedigen.

    Mijnheer Martens, het geactualiseerde actieplan over de emissiereductie, zal ik overmaken aan de Europese Commissie. Wanneer het door de Vlaamse Regering is besproken, kan het ook in de commissie worden besproken wanneer u daar uitdrukkelijk om vraagt. Ik heb begrepen dat dat zo is. Hetzelfde geldt voor de economische instrumenten waar ik mee bezig ben. Als dat onderwerp op regeringsniveau wordt afgerond, kan het in het parlement worden besproken.

    U hebt gelijk in uw opmerking over de gemeenten, ik heb de zoneringsplannen daarstraks niet aangehaald. Ik begrijp dat u me volgt in mijn redenering dat we er eerst voor moeten zorgen dat er voldoende middelen zijn en dat we moeten stimuleren en een wortel voorhouden. Op een bepaald moment moeten we erover durven denken om degenen die toch niet de nodige stappen zetten, hoewel de middelen er zijn, te sanctioneren. Dat is nog iets anders dan uitvoeren waartoe men verplicht is.

    Nu lijkt het me vooral belangrijk te voorzien in de nodige fondsen en de gemeenten aan te moedigen te doen wat er moet worden gedaan.

    De voorzitter:

    Het incident is gesloten.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-04-2007, 00:00 geschreven door Potargent Dirk  
    Reacties (0)

    WEBSITE COMITE
    http://www.eik-heesveld.be/

    FOTOBOEK
    EIK - HEESVELD
    http://www.mijnalbum.nl/
    Album=DRQKGOMG


    Foto
    Foto

    Ludieke protestmars 7 januari 2006

    Protestmars tegen GRS glastuinbouw

    Vertrek aan de "Kimpel" te Bilzen om 14 u stipt

    Ontvangst op het stadhuis om 14u30. Zo groot mogelijke opkomst verwacht van jong en oud, bij goed of slecht weer.

    De vervuiling is al groot genoeg, hier kan echt niets meer bij!

    Infoborden en 300 vlaggen gepland rondom bedreigde zone. Massale vraag naar nog meer zwarte vlaggen!

    Massale opkomst protestmars 7 januari 2006

    Protestmars tegen GRS glastuinbouw groot succes!

    Zeer grote opkomst zowel van oud en jong bij een schitterend weertje.

    Pers was weer zeer uitdrukkelijk aanwezig.

    Ons signaal was duidelijk.

    Foto's Protestmars


    http://www.eik-heesveld.be/
    betoging2006/Protestmars
    7januari2006/index.html


    http://www.eik-heesveld.be/
    betogingvervolg2006/
    Protestmars2006/index.html

    Dagbladen
  • Het Belang Van Limburg
  • Het Laatste Nieuws
  • CHIROLOKALEN EIK - HEESVELD BESTAAN AL MEER DAN 45 JAAR , DEZE ZULLEN HIER VERDWIJNEN !!!!
    Foto
    FOTO'S VAN EIK - HEESVELD !!! PUUR NATUUR !!!!!!!!
    Foto
    Foto
    Foto
    Openbaar Vervoer
  • NMBS Belgische Spoorwegen
  • De Lijn
  • Luchthavens
  • Zaventem
  • Luik
  • Charleroi
  • Antwerpen
  • Reizen
  • De Zigeuner
  • Jetair
  • Thomas Cook
  • Sunjets
  • Zoeken met Google


    Archief per week
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 20/02-26/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 19/12-25/12 2005
  • 12/12-18/12 2005

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!