Alternatief literair tijdschrift van Frans Depeuter & Robin Hannelore
07-08-2012
LAP, met 'r tieten in de pap. (Over de fijne vleeswaren van Lesley-Ann Poppe)
LAP, met 'r tieten in de pap
(over
de fijne vleeswaren van Lesley-Ann Poppe)
Je moet maar Lesley-Ann heten. En dan
nog Poppe LAP dus. Het vrouwelijk torso met de volumineuze bumpers. ["Ze
kan een douche pakken zonder haar voeten nat te maken", zou nonkel Loddeke
gezegd hebben, en met een schuinse blik naar 'die van ons' zou hij er in
gedachten aan toevoegen: "Ons Heer heeft ze allemaal gebakken van klei,
maar niet in dezelfde matrijs."]
Enfin, over Lap gaan we het
even hebben
De Miss Globe-World Belgium 2008
werd pas bekend in 2010. Met optredens in kookprogramma's nog wel. De Beste Hobbykok van Vlaanderen en Komen Eten. De profkoks Sergio Herman en
Peter Goossens waren even uit hun lood geslagen bij haar verschijning. En wij
ook. Vanonder bloot tot aan het gat en vanboven tot aan de navel, zo liep ze
daar op hoge naaldhakken te schuddegatten. In "passioneel rood".
"O, er wordt
gebeld," zei ze, alsof ze niet wist dat er gebeld ging worden. En toen verschenen
haar gasten ten tonele. Ene Jo was de eerste. "Amai, ge ziet er weer
prachtig uit," zei die, terwijl zijn
blik naar onder dwaalde. En dan was Hans daar, een dikke slager uit
Zonnebeke. Ook Hans vond dat Lap er fantastisch uitzag. Hij stond erbij te
kijken als een gesneden kater. En er was ook nog een totaal overbodige en zedig
geklede Marilyn, die aan geen van beiden toebehoorde.
Als aperitiefje serveerde
Lap een Piper Heidsieck, 'brut' natuurlijk, "da's keilekker". Ze had
een beetje last met de kurk, maar geen nood, hij floepte eruit. "Moet'e
gij dat tjoepeke hebben?" vroeg
Jo aan Hans (of was het Hans aan Jo?) zonder enige bijbedoeling, waarop Hans
(of was het Jo?)eveneens zonder
bijbedoeling antwoordde: "Ja, natuurlijk. Zeker één van Lesley-Ann".
En dan sloeg Lap aan het
koken. Als introotje serveerde ze een Thaïs kokossoepje, en het hoofdgerecht
was hoe kan het ook anders eendenborst
met eiernoedels. Voor elk wat wils dus. Toen die borst en noedels
geconsumeerd waren, verdween Lap weer in haar keuken en begon ijverig haar
"puddinkje" te roeren met haar "kloppertje"
Ook dat deed ze met volle
overgave en schuddende borsten. Toen het puddinkje, dat geen echt puddinkje was
maar iets tussen een puddinkje en een "dessertsoepje", met een
"lepeltje" gegeten was, vond Lap alle drie de gasten "zo'n schatten,
hè" en "zo blij" was ze dat
ze die schatten had leren kennen, dat zij hun alle drie "'nen dikke kus"
gaf. Marilyn hield amper op met lepelen tijdens het gekus, maar slager Hans kneep
met kennis van zaken flink in Poppes sappige schoudermuisjes.
Nee, náást zo'n performance
kijken, dat gaat niet, en dat deden de Vlaamse mediawatchers dan ook niet. En
zie, geen dag later ging(en) de bal(len) al aan het rollen.
En
ze bleven rollen, daar zorgde Lap zelf wel voor. Het kokkinnetje hield de pap
warm, ze liet geen week voorbijgaan zonder dat ze over de tongen ging. Was het
niet met wat bloot gestoei in de slagroom of een bikini-shoot in P-magazine,
dan lanceerde ze met twee andere textielzuinige artiestessen (Tanja Dexters en Griet Vanhees) een meidengroep die
ze B.A.B.E. noemden (staande voor 'Blond Ambition Babes'), en stond
krinkelendewinkel te kakelen van "ietsie bietsie boe, geef maar lekker
toe". Ofwel liet ze in 'Huizenjacht' haar slaapkamer herinrichten, of ze
testte de Ahh Bra-beha of presenteerde haar lingeriecollectie (waaronder de
Victorias Secret-bikini in luipaardmotief die haar twee schatjes ietsie bietsie
boemegoed op hun plaats hield), bracht haar 'Handboek voor blondines' uit, openbaarde
haar kortstondige lesbische amourette toen ze 19 was, liet een kindvriendelijke
slang net niet onder haar beha kruipen of kwam in het Glazen Huis haar witte
jurk te koop aanbieden voor een 'goed doel'
[Haar
optreden met die slang zorgde weer voor een verrassing. Toen de tijgerpython
het rijkgevulde lichaam bekroop, gebeurde er iets wat Lap onverwijld op gelijke
hoogte plaatste met al die andere beroemde 'dames', zoals Geri Halliwell,
Jennifer Lopez, Nicole Ritchie, Lady Gaga, Paris Hilton, Naomi Campbell, enz.
enz.Een 'nipple slip'! Woeps, en
plotseling was hij daar, die deugniet van een tepelje. Als de Waterloose leeuw
boven op de Butte du Lion. Als de kers op de taart! Heel even maar kwam hij
goeiendag zeggen, net lang genoeg opdat iedereen hem zou hebben gezien. Jezus, zelfs
mijn laatste haren kwamen overeind!]
Een
druk leven dat die Lap heeft, menslief! ["Nog drukker dan een zeug met één
tet," zou nonkel Loddeke zeggen.] En tussendoor, wanneer ze even niet met
haar twee schatjes moest gaan wiebelen, praatte ze het weekblad 'Blik' vol met
allerlei opzienbarende wetenswaardigheden over haar seksleven.
Zo kwam
de hele beschaafde wereld o.m. te weten wat in haar nachtkastje ligt en hoe
creatief ze ermee omgaat. En Lap ontsloot voor ons ook haar andere kasten, waar
ze allerlei ondeugende lingerie, verpleegsterpakjes,
schoolmeisjeskostuums en dat soort
rekwisieten in bewaart want "Benjamin en ik experimenteren veel tussen de
lakens", knipoogde ze. Jaja, Lap houdt het graag spannend in haar slaapkamer
en daarom heeft ze alom spiegels laten aanbrengen zodat je alles eens
"vanuit een ander perspectief" kunt bezien. Die Benjamin zal zich
niet vervelen met zijn pittig wijfje, zijt maar zeker.
[En nu de naam Benjamin toch
gevallen is, een woordje uitleg Benjamin is haar overtrotse echtgenoot, die er
zich als enige op mag beroemen ooit bij Poppe te hebben mogen binnendringen.
"Mijn liefde en seks horen toe aan één man", kakelde het
melkfabriekje. "Trouwens, mijn man telt voor tien." Asjeblieft, zeg,
het echtelijk geluk moet daar nogal van de wanden druipen. Benjamin is er dan
ook altijd voor haar. En wanneer hij er toch eens niet is, neemt ze haar
toevlucht tot een speeltje, want "Liefdeloze seks? Neen bedankt, dan neem ik
mijn vibrator wel".]
Tussen
de speeltjes in Laps nachtkastje, bevindt zich ook Sergio, met wie ze soms in
slaap valt. Nee, niet de blonde brulboei die in Expeditie Robinson als luie
kampleider stond te Quisquateren, maar Sergio Herman, de Zeeuwse mosselboer die
het restaurant Oud Sluis bestiert. Om de dag te besluiten leest Lap jaja,
lezen doet ze ook! hoe Sergio kookt van
aardappel tot fazant. Want koken doet Lap bijzonder graag, moet je weten,
zeker wanneer er een teeveecamera in de buurt is. Evenwel, 's morgens de bokes
maken voor zoontje Benjamin Junior, dat gaat haar minder goed af. Ook al omdat
ze graag in bed blijft liggen tot een uur of negen. "Benjamin Junior is
vier jaar nu. Hij staat 's ochtends alleen op, neemt zijn boterhammetjes en melkje
en begint tekenfilmpjes te kijken.
Als Benjamin (Senior - FD) en ik uit de slaapkamer komen, heeft hij al
ontbeten." Een echte flinkerd dus,
dat Benzamientje.
Je hoort het: Lap is perfect
gelukkig met haar Senior en Junior. En dat is wederzijds, want ook Senior laat
zijn neus krullen. Hoe zou je zelf zijn? Mogen leven in het gezelschap van
iemand met zo'n resem van talenten, die allemaal nog hoog gewaardeerd en gehonoreerd
worden ook! Want kijk maar eens naar het volgeladen ceevee van Lap: licentiate
Handelswetenschappen, directrice van een Schoonheidsschool met vijfduizend
leerlingen, ondervoorzitster van de Nationale Beroepsfederatie Personenzorg,
voorzitster van de Belgian Blondes Federation, veelgevraagd model, briljante
mediafiguur, presentatorin, chanteuse, boekenschrijfster, het kan niet op!
En voeg daarbij haar gaven
als spychologe. Ja, hoor, ook op dat domein is Lap beslagen, want toen Humo
(20.09.11) haar vroeg of ze "onze jonge lezeresjes zou aanraden om zich te
laten blonderen", was het antwoord zo helder als een politiemuts zonder
voering: "Ja, sowieso. Ze krijgen er meer zelfvertrouwen van, dat is
altijd meegenomen. En als je er ook nog eens meer mee gaat verdienen en een
rijkere man mee aan de haak kunt slaan: waarom zou je het dan niet doen?"
Een sterk staaltje van
spychologisch inzicht in de fundamentele vragen des levens is haar Handboek voor blondjes. Het boek bevat
tien hoofdstukken en is royaal doorspekt met foto's van Laps uitbundig gedecolleteerde
Zelf. Net als Mozes wil het begaafde kind met haar eigen tien geboden haar volgelingen
een leidraad geven over hoe ze moeten leven. De "tien geboden voor blondines"
luiden als volgt: "1. Bovenal bemin het blond - 2. Blijf immer ijdel,
gebruik uw mond - 3. Heilig steeds de shoppingdagen- 4. Nimmer zeuren, stop met zagen - 5. Gun
het vooroordeel geen ergernis - 6. Doe steeds wat onkuisheid is - 7. Wees
zuinig op de leugen - 8. Onrecht zal u niet lang heugen - 9. Manlief zult gij
eren - 10. De ministers zult gij bekeren'.
"Als men ziet
wat juist is, en het nalaat, is dat een gebrek aan moed."
"De morele mens houdt van zijn ziel, de gewone van zijn bezit."
Confucius (551
v.C. 479 v.C.)
Jawel, ze waren er, de literaire helden van
Olland. Ze paradeerden als 'guests of honour' over de rode loper van een van de
grootste Internationale Book Fairs ter wereld: de BIBF. In Beijng, zoals
Peking in het staatsmandarijns genoemd wordt. En ze hadden hun boeken bij zich in
de hoop een vertaling los te peuteren in de taal van Confucius. Want stel je
voor: wat een afzetgebied! Zo maar even 1 337 000 000 potentiële lezers! Dat is nogal wat anders
dan de 23 000 000 nederlandssprekenden, van wie het grootste deel
nooit een literair boek ter hand neemt.
Met een 30-tal waren ze, de auteurs en kunstenaars
die op kosten van het Letterenfonds naar China waren
overgevlogen. Onder hen Gerbrand
Bakker, J. Bernlef, Midas Dekkers, Anna Enquist, Geert Mak, Herman Koch,
Margriet De Moor, Herman Pleij.
Bij het selecte clubje waren ook Adriaan van Dis (wiens ouders
in een jappenkamp hebben gezeten) en Ramsey Nasr (die altijd zo begaan is met
de verdrukte Palestijnen) en Kader Abdolah (die ooit zijn geboorteland Iran is ontvlucht om van
de westerse vrijheid te genieten) en Geert Mak (vurig pleitbezorger van het multiculturalisme,
die zich niet te beroerd voelt om de methode van de film 'Submission' van Theo
van Gogh te vergelijken met de propagandatechnieken van Joseph Goebbels).
Een voortreffelijke keuze
dus! De bloem der natie als het ware. Schrijvers met een heel grote S. En
allemaal zo links als de pest. Allemaal heel ergbegeesterde, heel erg betrokken, heel erg bezielde,
heel erg toegewijde, heel erg verbonden, heel erg geëngageerde leerlingen van Karel
van het Reve. Behalve die ene die als Hare Koninklijke Hoogheid Laurentien Prinses van Oranje-Nassau
door het offi-ciële leven gaat, maar in het dagelijks gebruik madam Van
Amsberg-Brinkhorst of kortweg Prinses Laurentien wordt genoemd. De echtgenote
van Prins Constantijn der Nederlanden heeft in 2009, onder het 'pseudoniem' (?)
'Laurentien van Oranje', haar eerste kinderboek geschreven en dat moesten ze in
China toch ook even weten, niet? Dus mocht zij op de BIBF de vertaling van Mr.
Finney en de wereld op zijn kopaan de Chinees komen brengen.
Volgens de directeur van het Nederlands Letterenfonds, Henk Pröpper, die
het Ol-lands Circus in goede banen leidde, werd de boekenbeurs een "doorslaand
succes"! En hebben de Nederlandse schrijvers in Beijing "openhartig
voor en achter de schermen "indringend"
met Chinezen gesproken "in open dialoog
waarin "mensenrechten en censuur aan de orde zijn gesteld", wat de
ganse delegatie unisono beaamde.
Stront van nieuwe haring natuurlijk. Want de Chinese schrijvers die
"openhartig" en "in open dialoog" over "mensenrechten
en censuur" durven te spreken in het land van loempia's en kroepoek, zaten
tijdens het bezoek van de Ollandse artiesten achter de tralies of hadden
huisarrest. Een paar namen slechts:
Jiao Guobiao, de voormalige journalist, die censuur en andere vormen
van onderdruk-king in China aanklaagt;
Liu Di, de blogger, beter bekend als Stain-less Steel Mouse, die 'opruiende
essays' schrijft in Chinese chatboxen;
Huang Qi, de websitebouwer wiens enige misdaad het is de staatsmacht te
onder-mijnen;
Zhang Zhuhua, hoofdopsteller van de Charta 08, document voor democratie
en mensenrechten;
Tan Zuoren, veroordeeld tot een celstraf van vijf jaar wegens 'het
aanwakkeren van subversie jegens de autoriteiten';
He Depu, gearresteerd wegens
contacten met de in China verboden Democratische Partij (CDP);
Liu Xiaob,
(Nobelprijs voor de Vrede 2010), veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf
wegens zijn betrokkenheid bij het opstellen van Charta 08:
Ai Weiwei, beeldend kunstenaar, gekort-wiekt
wegens zijn kritiek op de Chinese regering, maar formeel
beschuldigd van belastingontduiking;
Jiang Qisheng, afgevaardigde van het onafhankelijke
Chinese Pen Centrum;
Zhang Zuhua, een staatsrechterlijk geleerde
uit Beijing, mede-initiatiefnemer van de Charta 08;
Gao Hongming, lid van de Chinese Demo-cratische
Partij;
Hu Jia , veroordeeld wegens'het aanzetten tot ondermijning van de
staatsmacht';
Yang Tongyan, veroordeeld wegens het publiceren van
politieke stukken op buiten-landse websites.
Ja, in het "land van de onbegrensde
moge-lijkheden" hoef je niet veel te doen om van de straat te worden
geplukt. Neem nu de
38-jarige Nurmuhemmet Yasin. Die werd opgepakt
wegens het publiceren van
het verhaal Wild Pigeon, over een
vogeltje waarvan het snaveltje tussen de tralies verbrijzeld raakte. Uiteraard
is dat duifje een metafoor voor de gemuilkorfde Chinese burger, dat bevroedden
de gele hotemetoten ook wel en van de weeromstuit mocht Yasin hetzelfde lot
ondergaan als zijn vogeltje. Zijn computer, met honderden nog ongepubliceerde
verhalen, werd in beslag genomen en Yasin werd veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf en verkeert ondertussen
in slechte gezondheid, terwijl zijn familie hem slechts één keer heeft mogen bezoeken.
En geloof me, Nurmuhemmet Yasin is niet het enige
slachtoffer van de Mao Zedong Gedachte. Een paar honderd gevangen en/of gecensureerde
schrijvers, allen prominente
voorvechters van de vrijheid van meningsuiting, worden door de Chinese dictatuur gemuilband.
Wegens al die
arrestaties vroeg Amnesty International aan de Nederlandse afgezan-ten-auteurs of ze
tijdens hun verblijf in Peking misschien een speldje op hun revers wilden
prikken als gebaar van protest omdat de mensenrechten in China met voeten worden
getreden. Slechts een minuscuul speldje was het dat als een vliegenstrontje op
hun jasje zou zitten. Een afbeeldinkje van 5 millimeter van de (in
werkelijkheid 5 meter hoge) 'Empty Chair' die de industriële ontwerper Maarten Baas op verzoek van Amnesty
International had ontworpen ter ere van de Chinese Nobelprijswinnaar voor de
Vrede Liu Xiaobo,die vorig jaar zijn Nobelprijs voor de Vrede niet kon ophalen omdat hij
een gevangenisstraf van elf jaar uitzit.
Helaas, van het Nederlandse geëngageerde
gezelschap was er niet één die het speldje durfde te dragen. Ze hebben het
"direct na ontvangst in de prullenbak
gegooid", aldus Herman Koch: "Wij zijn hier als een groep schrijvers,
maar ook als vrije individuen die in vrijheid met iedereen moeten kunnen spreken,
zonder dat onze gesprekspartners door
een speldje van een actiegroep worden afgeschrikt of in verlegenheid gebracht.
Alle collegas die ik hier sprak hadden het speldje, net als ik, direct na
ontvangst in de prullenbak gegooid. Ook ik weet dat China geen democratie is,
maar ik vind dit een fascinerend land dat ik het liefst zo snel mogelijk opnieuw
zou willen bezoeken. [...] En ook dan weer niet gehinderd door een infantiel,
belerend en naïef speldje, dat namens mij zegt hoe ik over de dingen zou moeten
denken, nog voordat ik zelf mijn mond heb kunnen opendoen." Koch smoesde
ook nog:Ik
wil kijken, ruiken, voelen, indrukken opdoen. Dat lukt niet als je ook nog
actie moet voeren."
Ook J. Bernlef vond een achterdeurtje om zijn gebrek aan moed we
mijden het woord 'lafheid' goed te praten: Ik doe niet mee aan dit soort
nogal domme acties. Ik laat me niet vertellen wat ik moet dragen, ik ben geen
kind, wielewaalde hij.En Adriaan van
Dis, eveneens een lichtend voorbeeld van de vrijheid van meningsuiting, was al
even dapper: Ach, zon verklaring, zon speldje, wat een onzin allemaal.
Beetje de held uithangen in Nederland, het is zo makkelijk. Uit
Van Dis' mond hoorden we ook weer de klassieke drogreden waarmee fellow travellers al een
halve eeuw dictaturen goedpraten: Dit is geen land dat je kan besturen zoals
Nederland, dit is een land dat alleen maar krachtig geleid kan worden.
Geert Mak, van wie
een paar boeken in het Chinees zijn vertaald, kieperde er nog wat schijnheilige
fietemarul bovenop: "Hun land is op een waanzinnige manier in beweging,
overal (). Censuur en repressie vormen een stevig probleem in China, maar wij konden zeggen wat we wilden. () Bij
alle bijeenkomsten proefde ik een grote openheid (). We praatten over Amsterdam
en Beijing, over stadsvernieuwing en de treurigmakende kaalslag van de oude
stad, over soft power en Amerika, over de toekomst van China en Europa.
(M.a.w.: over alles behalve over de vrijheidsberoving van hun collega's
FD.)Amnesty International had ons
vooraf gevraagd om op te komen voor bepaalde dissidenten, en ons daarover in
niet mis te verstane bewoordingen te uiten. Daarmee zouden we echter niets
bereiken, dat merkten we al snel. ()
Hollandse directheid valt, zoals in de meeste Aziatische landen, niet bepaald
in goede aarde. () We moesten dus, om te
beginnen, onze woorden zorgvuldig kiezen.// Ja, wij als auteurs, hebben ()
intensief gepraat met China-specialisten en ook met dissidenten zelf. () Al die
verhalen komen op hetzelfde neer: dit is een buitengewoon gecompliceerd land, waar je heel voorzichtig en doordacht moet
opereren (). De talloze doorsnee-dissidenten () zijn dan ook geen treurige
slachtoffers die door ons 'gered' moeten worden, het zijn buitengewoon slimme
mensen die al jaren bezig zijn met een ingewikkeld schaakspel met de heersende
machten (). Aan onze olifantspoten hebben ze allesbehalve behoefte. Dat alles
maakte de leuzen en formules van de Amnesty-benadering minder gewenst: het kon
niet, het werkte niet en het was bovendien respectloos naar het moeizame werk
van de dissidenten zelf." (Vrij Nederland, 14.09.11)
Kader Abdolah
beweerde dat ie gepraat had met A Lai, die voorzitter is van de staatsschrijversbond van de Tibetaanse
provincie Sichuan, waar diverse jonge schrijvers opgepakt zijn omdat ze niet
aan de leiband van Peking willen lopen. A Lai gaf echter niet thuis: hij wist
van arresten niets, want hij "was de stad uit".Op de vraag van
Abdolah of A Lai ook zichzelf kon zijn wanneer hij als Tibetaan in het Chinees
schreef, antwoordde A Lai onbevangen: 'Ik kan alles schrijven. Overal kun je
mijn boeken kopen. Ik houd me wel aan de
officiële lijn." En toen Abdolah voorzichtig polste naar iets wat
iedereen weet: 'Westerse journalisten zeggen dat jullie niet vrij zijn! Is dat
waar?' lachte de voorzitter van de schrijversbond even en stak dan een lang
verhaal af, maar repte met geen woord
over de vervolgde schrijvers, integendeel: "Deze discussie is
gerelateerd aan je boek 'Spijkerschrift'. Dat gaat over een ondergrondse pers,
gevaarlijke situaties. Ik heb dat ook wel gekend, in de jaren zestig en
zeventig, dat we boeken met de hand kopieerden. Maar dat is helemaal veranderd, onze boeken zijn nu overal verkrijgbaar."
Ook Abdolah gaat
er niet verder op in en maakt een (in zijn ogen wellicht stoutmoedig) statement:
'Ik wens mijn Tibetaanse collega's het gevoel toe dat ik had toen ik in vrijheid
begon te schrijven. Ik riep: Wow! Ik voel me een astronaut. Zou u iets willen
zeggen vanuit uw hart als Tibetaans schrijver, tegen de Nederlanders? Zeg het,
ik schrijf het op en ik publiceer het'. Waarop A Lai het volgende zegt:
"Laten we teruggaan naar de literatuur. Ik vind uw boek heel
interessant," en Abdolah het "openhartige" en
"indringende" gesprek afsluit met: "Ik ben hier nu een aantal
dagen, ik heb rondgelopen, ik heb de metro genomen, ik heb gegeten, en ik zeg:
dit is een geweldig land, prachtige mensen. Ik hou van jullie, van jullie
energie, van jullie taal. Er is maar één ding dat jullie nodig hebben: schrijf
nieuwe boeken uit het hart!"
Naast al die
andere gedelegeerde helden, die het speldje van Amnesty "in de prullenbak
gooiden" en zich eruit probeerden te leuteren, deed ook Ramsey Nasr, ex-Dichter
van 't Stad Antwaarpen en nu in Holland dichter des Vaderlands en Omstreken,
zijn duit in het bakje. Nasr had tenminste toch iéts gedaan: hij had namelijk "geworsteld" met "het
advies van velen om de Chinese gastheren niet voor het hoofd te stoten met
kritiek en geen problemen te veroorzaken waar zijn collegas alleen maar schade
van zouden kunnen ondervinden". Gedurende zijn hele verblijf bij de
hondenvreters had de Dichter des Vaderlands zitten 'worstelen', jawel.En net voor zijn retourvertrek had hij zelfs
een "ongemakkelijk gesprek" gevoerd in de schrijvershoek van het Nederlandse paviljoen, stel je voor. Tot
laat op de avondhad hij "geboomd"
met Chinese collega's. En nog vlakker vóór zijn vertrek had hij zijn leven
geriskeerd door "via-via heimelijk een van de bekendste dissidenten"
te ontmoeten: de beeldend kunstenaar en activist Ai Weiwei, die onder huisarrest staat en niet met de media mag praten.
Wanneer onze held tot achter in de tuin geleid wordt, ziet hij "onder de
laaghangende takken van een boom twee mannenbenen schuifelen, heen en
weer". Bij wijze van inleiding zegt de Dichter des Vaderlands: "Ik
heb een week lang met u en Liu Xiaobo in
mijn hoofd rondgelopen," wat toch ook niet niks is, en legt Weiwei de
vraag voor wat de Nederlandse schrijvers hadden moeten of kunnen doen,
Blijkbaar was Ai Weiwei niet onder de indruk van dit verblijf in het hoofd van
Nasr, want hij zegt zonder complimenten: "Als je in een land bent waar kunstenaars, schrijvers grote problemen hebben,
worden opgesloten, constant achtervolgd, monddood gemaakt worden, dan moeten
die problemen aangekaart worden. Omdat we dezelfde waarden delen."
Ja maar, pruttelt Nasr tegen, "we hoopten op deze manier meer te
bereiken", en dan probeert hij indruk te maken door iets te zeggen over
"vensters op de buitenwereld" en zo.
Ai Weiwei geeft hem echter lik op stuk: Het gaat om elementaire zaken ()
Jij hebt je principes. Je kunt ze niet buigen. Want anders
Je hoort het,
"de delegatie heeft haar best gedaan". Al bij al toch dappere kerels
die Geëngageerde Schrijvers uit de Lage Landen. Dat is ook de mening van auteur
P.F. Thomése die op 5 september in het VARA-programma 'De wereld draait door' (gepresenteerd door Matthijs van Nieuwkerk) vlakaf zei dat je door in te gaan op deze Chinese uitnodiging het regime steunt. Daarmee is
alles toch gezegd is, dacht ik zo. Maar dat dachten zijn opponenten Ramsey Nasr
en Herman Pleij absoluut niet. Als dolle honden begonnen
ze Thomése af te blaffen, zonder hem de kans te geven een woord tussen te brengen.
En Nasr schrok er zelfs niet voor terug een paar 'argumenten' uit te kramen die
kant noch wal raakten. "We zijn geen enkele Chinees tegengekomen die zei 'was maar
thuisgebleven'", sloeg hij uit zijn kous. Ja, hè hè, daar draait het juist
om, logisch dat je dat niet zal horen.
Nasr appelepapte ook nog iets in de aard van: "Geef jij maar kritiek, maar
jij gebruikt misschien ook een Chinese laptop die gefabriceerd is door mensen
die 150 euro per maand verdienen." Alsof iets kopen wat in China gefabriceerd is, hetzelfde is als erheen
gaan om je boekjes te verkopen terwijl je vakgenoten nota bene worden gemarteld.
Ach jongens toch, vertaalmogelijkheden, verkoopcijfers, angst dat hun eigen werk straks geboycot zou worden, kortom je meest vileine, fielterige,
laag-bij-de-grondse, verachtelijke, platte eigenbelang en opportunisme is het,
laat dat door Frans Depeuter gezegd zijn. Schaamteloze larie-farie waar ik
slingerschijt van krijg. Huichelachtige, hypocriete flessentrekkerij. En over
wie kritiek levert op dat 'gebrek aan moed' durft zo'n Geert GeMak nog te
zeggen: "Hollandse poldermoed kan soms buitengewoon goedkoop zijn,"
en "Amnesty International zal ik tot mijn laatste snik blijven steunen,
want ik vind het een fantastische organisatie". Al even beroerd is de hypocrisie
van Bernlef en Nasr die de solidariteitsverklaring van Amnesty International
heel genereus en geëngageerd hebben ondertekend, maar als het erop aankomt een
beetje de echte held uit te hangen in een land dat 'helden' achter slot en
grendel zet, o jee!
Maar alleluja! Wij vernemen
dat de Beijng International Book Fair "op
feestelijke wijze werd afgesloten met het traditionele Boekenbal". Jep jep
jep, dansen op het gerammel van de ketens, dansen op het klikken van de muilband,
dansen op het geratel van pannen en potten tegen de tralies van een gevangenis!
De Hollandse literatuur leeft! Jammer genoeg struikelde tijdens de drakendans
een lichtelijk aangeschoten Ramsey Nasr over zijn eigen benen. Maar dat was dan
ook het enige minpuntje tijdens deze buitengewoon geslaagde promotie van de
Nederlandse cultuur!!!
Nog enkele stemmen
van kritische auteurs:
·"China is
het land waar kritische schrijvers bijna allemaal achter de tralies zitten en nooit
op een boekenbeurs. Als Nederlandse schrijver kun je beter met een grote boog
om een dergelijke uitnodiging lopen wil je in de toekomst nog enigszins
geloofwaardig blijven. Maar China is ook een enorme afzetmarkt voor zo'n beetje
alles, dus ook voor boeken. Stel je eens voor dat je een sappige vertaling in
de taal van Confucius misloopt!" (Sylvain Ephimenco, in Trouw, 01.09.11)
·"Opportunisme
en lafheid zijn mensenrechten, van niemand mag heldendom worden verwacht. ()
Was ik momenteel als Nederlandse schrijver in China op bezoek geweest had ik
mij van mijn meest opportunistische kant laten zien. De middenstandsmentaliteit
geldt tegenwoordig immers als het hoogst haalbare voor schrijvers en kunstenaars
en ik pas mij gaarne aan. Maar laten we voor dat opportunisme uitkomen, pas
echt immoreel is dikwijls de camouflage van het opportunisme." (Arnon
Grunberg, in BNN - Plenny)
·"Van mijn
collegas op de Chinese boekenbeurs had ik iets anders verwacht dan het
labbekakkerige cynisme waarmee ze het verzoek van Amnesty wegwuifden. Of, laat
ik het zo zeggen: ik had niet verwacht dat schrijvers, die zelden te beroerd
zijn om meningen te hebben over van alles en nog wat, ineens meer leken op de
nationale olieboer dan op de dominee van om de hoek." (Marcel Möring, in
NRC, 02.09.11)
·Henk Bernlef:
"Die boekenbeurs past in het rijtje windowdressing, het zijn allemaal prestigeobjecten.
Ze zorgen er natuurlijk wel voor dat alles vlekkeloos verloopt, in die zin dat
er geen politieke heisa ontstaat tijdens die boekenbeurs. Ik denk dat de kans
minimaal, zo niet nihil is dat je daar zogenaamde dissidente Chinese
schrijvers, denkers, of kunstenaars kunt ontmoeten. Mede door de bemoeienissen
van Amnesty International in Nederland is er zoveel ruchtbaarheid aan gegeven
dat als ze in China nog niet wakker waren dat nu wel zijn. We zullen heel
aardig ontvangen worden, overal zal de rode loper voor ons worden uitgelegd,
maar ze zullen ons proberen te smoren met liefde en goede manieren.
En enkele
reacties van gewone lezers:
"Ik ken de Nederlandse
schrijvers wel, formeel veel praatjes, maar het is gewoon een gratis reis met
gegarandeerd applaus. En veel drank, ook, ingeschonken door "Chinezen met
hongerlonen".
·"Natuurlijk
kun je daar je gezicht als schrijver laten zien. Alleen had ik van Ramsey Nasr
de moed verwacht boven zichzelf uit te stijgen en daar ten aanzien van zijn
collega-schrijvers in China een statement te maken."
·"Apart zo'n actie van deze
linkse schrijvers die zo op de bres staan voor het linkse gedachtegoed. Dan op
uitnodiging van brute onderdrukkers van het vrije denken je laten vetteren in China. Niet echt netjes
lijkt me. Maakt de kritiek op de politieke stromingen in ons kikkerlandje
ineens volledig belachelijk."
·"Dat intellectuele
schrijvers van linkse signatuur wier Chinese collega's worden gemarteld in ondergrondse
gevangenissen enkel om hun meningen en wier Tibetaanse collega's worden
vermoord toch acte de présence hebben gegeven, vind ik jammer, heel jammer."
·"Dit bezoek
wordt natuurlijk door de Chinezen als propaganda gebruikt, idem olympische
spelen. Ze laten zich voor de kar spannen."
·"Je hebt gelijk. Ik denk
dat de Chinese regering voor dit project heeft gekozen voor propagandadoeleinden.
'Kijk, we krijgen schrijvers uit het mensenrechtenland bij uitstek, die ons
komen bezoeken zonder een woord van kritiek. Zie je wel, er is niets mis met
ons beleid.'. Want wie zwijgt stemt toe, is de regel.'
·"Nasr neemt
steeds van Nederlandse politici keihard de maat en ondertussen lekker rondlopen
op een beurs in een dictatoriaal land.
·Nasr echter weet
precies voor een ander hoe het moet, alleen voor hemzelf gaat een leuk uitje
toch voor rechtvaardigheid."
·"Hoe je het ook went of keert, de delegatie
Nederlandse schrijvers heeft zich aan het handje van Halbe Zijlstra toch niet
het toonbeeldvan cultuurverdediging
geschikt naar de wensen van een verwerpelijk regime en alleen maar mogen
spreken met een handjevol gezagsgetrouwe Chinese auteurs.""
Kristien wast de gordijnen van haar stulpje op Zurenborg
Kristien wast de gordijnen van haar stulpje op Zurenborg
Het morele herstel van
Kristien?
Een
heilig Treesje is Kristien Hemmerechts niet, dat wisten we al lang. Maar toch
begon ze onlangs in onze achting te stijgen. Ze deed daar enkele uitspraken die
wezen op een moreel herstel, en dat juicht Heibel altijd toe. We citeren uit een
vraaggesprek met haar in Humo 3671 (11-01-2011):
·"Ik vind graffiti
absoluut niet mooi of interessant: het mist subtiliteit, is repetitief 't is
altijd hetzelfde wat je ziet en ik vind de taferelen vaak vrij seksistisch."
·"Nu, dat is allemaal
nog niet zo erg, zolang graffitispuiters hun ding niet op straat doen. Maar dat
doen ze dus wél: ze bekladden alle muren, gevels, telefooncellen en monumenten
die ze tegenkomen. Vreselijk. Als schrijver moet je je in anderen kunnen inleven,
maar ik kan met de beste wil van de wereld niet begrijpen welk genot je daaruit
kan halen. Voor mij is dat van hetzelfde niveau als een hond die zijn poot opheft
en ergens tegenaan pist. Telkens als er in mijn buurt in Berchem een bouwwerk
wordt voltooid, houd ik mijn hart vast: de kans is groot dat na een paar dagen
alles volgespoten zal zijn. Als ik dan zie dat mijn vrees bewaarheid is, ben ik
daar letterlijk ziek van."
·"Ik neem vaak de
trein, en ik vind het hemeltergend hoe smerig onze treinstellen er uitzien:
vaak zitten ze helemaal onder de graffiti. Als ik van een verre reis terugkeer
en in het station onder de luchthaven in zo'n smerig stel moet stappen om thuis
te raken, denk ik vaak: 'Dit is het eerste wat buitenlanders zien van België.
Wat zullen ze niet van ons denken?'"
·"Ik herinner me nog
goed dat ik jaren geleden, toen ik genomineerd was voor de AKO Literatuurprijs,
een briefje kreeg van een paar Nederlandse lezers: 'Wij hebben gezien waar u
woont en hopen dat u de prijs wint, want dan kunt u met het geld het houtwerk
aan uw gevel laten schilderen.' Sindsdien ben ik daar ook gevoelig voor
geworden. Als ik door Antwerpen loop, heb ik vaak zin om bij mensen een briefje
in de bus te steken: 'Was uw gordijnen eens. 't Is een kleine moeite en het
maakt een wereld van verschil.'"
·"Soms
heb ik de indruk dat stand-upcomledians manisch zijn. Een tijdje geleden ben ik
naar een show van Wim Helsen geweest. Ik wou hem absoluut zien, omdat ik zijn
gedichten in 'Man bijt hond' destijds leuk vond en omdat hij de nieuwe God van
de vlaamse comedians was.Maar ik was
zwaar teleurgesteld. Gunter Lamoot, die in zijn voorprogramma speelde, was nog
erger. Hij vertelde een verhaaltje over hoe hij zijn dochtertje in bed had
gestopt, vervolgens een porno-dvd had opgezet en zich voor de tv was beginnen
afrukken. Net toen hij ging klaarkomen, stond zijn dochtertje opeens naast hem:
hij kon zich niet meer inhouden en spoot zijn sperma recht in de ogen van dat
kind. De zaal lag plat, maar ik kon alleen denken: 'Hoe kan je daar nu mee
lachen? () // Hetzelfde met Nederlandse comedians als Hans Teeuwen en Theo
Maassen. Teeuwen heeft ooit eens een grap gemaakt over koningin Beatrix, die
hij zogezegd anaal had geneukt. Dat is blijkbaar het enige waar al die
zogezegde vernieuwers mee kunnen lachen: pis, kak, neuken, afrukken,
sperma"
Hoe noemen ze dat? De anale fase?
Dat Kristien Hemmerechts begaan
is met het zedelijk niveau van Vlaanderen, bewees ze nog maar eens op de
viering van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap, die ze te Turnhout kwam
'opluisteren'. De plechtigheid
begon aan het Jozef Simonsmonument aan het kasteel van de hertogen van Brabant
met zang, voordracht van de Kempense dichter, gevolgd door een bloemenhulde.
Nadien ging de viering verder in het stadhuis met een toespraak van
CD&V-burgemeester Francis Stijnen, een betoog van VOS-voorzitter Leo Van
Mierlo en een uiteenzetting van historicus Frans-Jos Verdoodt.
Na dit 'voorspel' was het met popelend hart wachten op de
'culturele' bijdrage van la Hemmerechts. De programmatekst oogde heel lieflijk: "'Een bakje troost', een
programma voor mensen die zich willen laten ontroeren door pakkende teksten en
liederen. De schoonheid van woord en muziek bieden de troost die in de titel
wordt beloofd."
Troost was er, inderdaad, dankzij de fluwelen stem van
sopraan Sylvie De Pauw en de pianobegeleiding van David Miller, die een verrassende
variatie brachten, gaande van Joni Mitchell en Andrea Bocelli over Ave Maria
naar een onvervalst Vlaams wiegeliedje.
Helaas,
Kristien moest de boel weer verpesten. Zij overstelpte het publiek met teksten
die bol stonden van vulgariteiten en obscene woordspelingen. De verhalen over
stront, overspel, condooms, penetraties en seks choqueerden
een groot deel van het publiek. Toen Rode Marianne van de Cogels-Osylei zei dat we
de Heer moesten danken voor de stront die we maken,
verlieten heel wat aanwezigen, onder wie families met kinderen, de zaal.
Burgemeester Stijnen toonde zich bij dit alles een echte
CD&V'er. Enerzijds gaf hij toe dat het taalgebruik van Hemmerechts "nogal
direct" was en dat sommige mensen daar aanstoot aan konden nemen. Aan de
andere kant demonstreerde hij zijn christelijke ruimdenkendheid door eraan toe
te voegen: "Maar dat ligt voor iedereen anders". En bovendien,
meesmuilde hij, "was de zaal erg warm en was het programma al wat uitgelopen.
Ik denk dat veel mensen daardoor afhaakten". En als een volleerde Pontius
Pilatus waste hij zijn handen met: "Overigens zat Kristien blijkbaar in één van de programmapakketten van de Vlaamse Gemeenschap
waaruit de stad kon plukken."
Heel anders
was de reactie van de echte Vlaamse
partijen. Tom Versmissen, voorzitter N-VA Turnhout, en
Paul Meeus, fractievoorzitter gemeenteraad Vlaams Belang Turnhout, sloegen de
handen in elkaar en verspreidden een gezamenlijke persmededeling waarin ze aanklaagdendat
het stadsbestuur de regie van de Vlaamse Feestdag niet in eigen hand had gehouden.
(Zou Karl van den Broeck dan toch weer het laken naar zich hebben toegetrokken?)
Kristien zelf speelde de schijnheilige
onschuld: "In dat deel van mijn voorstelling doet een personage een
lofbetuiging aan alles in onze schepping. En geef toe: je hebt een serieus
probleem als je niet naar het toilet zou kunnen. Het optreden gaat over liefde,
leven, lust en dood. Er vallen daarin woorden als penis en overspel, maar kinderen
mogen dat toch horen?"
De anale fase
van hooggeletterden
De internetreacties van het publiek lieten niet op zich wachten.
"Er zit een steekje los in haar hoofd," vond Sabrea
Thudene uit Lier. Er vielen
ook scheldwoorden zoals "extremistische draak", "ziekelijke provocateur",
"chagrijnig wijf", "doctor in de scatologie",
"Cogels-Osylei-fossiel".
Enkele uitspraken van verontwaardigde zielen:
·'Tram Antwerpen' uit Brasschaat: "Tja, een 'linkse dame' die
zichzelf enorm hoogacht, op het arrogante af. Mijn verstand kan er niet bij dat
je zo iemand een podium geeft op een 11-juli-viering. Maar ja, de (linkse)
'cultuur' moet toch ook gepromoot worden."
·Erik Jagers uit Molenbeersel: "Hemmerechts, de vrouw die
alles wat Vlaams is ronduit haat. Die vrouw mag haar ding van mij zoveel doen
als ze wil, waar ze wil, maar toch niet op mijn kosten op mijn nationale
feestdag."
·'Desk top' uit Deurne: "Wie nodigt zo iemand uit op de
nationale feestdag ? Hemmerechts spuwt op alles wat Vlaams is. Dat is haar democratisch
recht, maar zo iemand geef je dan toch geen podium op zo'n dag !"
·Leo Peeters uit Wilrijk: "Kristien Hemmerechts, de vrouw die
naar eigen zeggen Horion (meervoudig moordenaar, w.o. een kind) een tas koffie
zou aanbieden als hij na het uitzitten van zijn gevangenisstraf bij haar zou
aanbellen, maar die wel van de trein stapte toen ze Gerolf Annemans erop zag
stappen. Zwijg Kristien als het om fatsoen en moraal gaat."
·Kevin Verbessem uit Antwerpen: "Ik weet nog hoe ze in een of
ander programma aan het afgeven was op Gunther Lamoot zijn humor. Die zou te
vulgair zijn. Ik moet nu eens hard lachen. Deze naïeve linkse mannenhater mogen
ze van mij ook mee op den boot zetten. Destination Unknown."
·Etienne
Timmermans uit Brasschaat: "Trouwens, het chagrijn staat er toch toch op af te lezen, zeker??!! Dat
kan ze dan ook perfect kanaliseren in haar werk . Degene die haar heeft
uitgenodigd wist perfect waar hij mee bezig was. De Vlaamse gemeenschap
choqueren, meer was dat niet."
·Emiel
Goelen uit Mechelen: "Ik kende mevrouw
Hemmerechts haar vader goed. Hij zou niet fier zijn op haar linkse anti-Vlaamse
houding. Maar die houding levert haar wel veel voordelen op en daardoor kan ze
in de haast onbetaalbare wijk Zurenborg wonen. Is ze daarom zuur anti-Vlaams
geworden?"
·En een zeker 'lief boerderinnetje' uit
Sint-Katelijne-Waver slaat de nagel op de kop: "Hoe noemen ze dat, de
'anale fase' ??? (normaal gezien tusen 15 maand en 3 jaar, maar als
hooggeletterden geen fantasie meer hebben gaan ze het ook maar daar zoeken, cfr
Brusselmans en andere scatologen)
De stoelgang van
Kristien
Dat
Kristien erg begaan is met haar stoelgang, is begrijpelijk. Als je met zo'n
bitse toot door het leven gaat, moet er af en toe obstructie ontstaan in de
binnenleidingen.
Een
fysieke reden van hardlijvigheid is een zogenaamde "trage darm":
onvoldoende vlakspierstelsel van de dikke darm zorgt ervoor dat de faeces niet
voortgestuwd worden. Een andere oorzaak is dat de karteldarm, die normaliter
zo'n 1,5 meter bedraagt, overdreven lang is (dolicho-colon).
Ook het eten van te veel rood vlees of kweeperen doet de peristaltiek van het
colon verminderen.
Mocht
Kristien aan hardlijvigheid lijden, dan moet ze er toch iets tegen doen, want
je kan er van alles van krijgen: vuile tong, slechte adem, slecht humeur,
koppijn, eczeem, aarsjeukte, aambeien, rectitis, hersenbloedingen en ja, zelfs
hypersexualiteit.
Er
iets tegen doen, ja, maar wat? Bezorgd als we zijn voor de bloei van de Vlaamse
literatuur hebben we er De Nieuwe Geneeskunde
voor het Huisgezin, een "Volledig Werk over de Geneeskunde en de Gezondheidsleer
voor het Gezin", samengesteld door dokter Raymond Petit van de medische
Faculteit van Parijs (uitgave van de Gebroeders Musy en in het Nederlandsch
vertaald door dokter A. Van Loey, hoogleraar aan de universiteit te Brussel; aantal
pagina's 747, formaat 16x24,gewicht
1,40 kg) op nageslagen. (Zit die zin nog wel juist?).
Dokter Petit schrijft allerlei natuurlijke middeltjes
voor, gaande van pisbloementhee tot gemalen vuilboomschors (Rhamnus frangula),
van afkooksel van lijnzaad tot zuivere parafineolie, van gestoofde pruimen tot
ossenvet. Ook een stevige steekpil met glycerol of gestampte bloemhoofdjes van
het bingelkruid kan wonderen doen. Veel zure karnemelk drinken heeft eveneens
een gunstig effect. Kristien (indien ze geconstipeerd is uiteraard) kan haar
buik ook met een warme grofwollen doek cirkelvormig van links naar rechts wrijven.
Of laten wrijven, dat is nog een stuk plezanter.
Uiteraard moet Kristien, ingeval ze echt
hardlijvig zou zijn, ook voldoende bewegen in plaats van altijd maar op haar
laptop te zitten tokkelen. Een ideale lichaamsoefening is de volgende: je gaat
plat op het tapijt liggen (als Kristien een tapijt heeft uiteraard, maar voor
wie een woning betrekt in Zurenborg,zal dat geen probleem zijn, nietwaar Piet
Piryns, Helmut Lotti, Guy Mortier?), de twee voeten onder het bed steken, de armen
naar achter strekken, de romp oprichten en naar voren buigen zodat de armen de
benen raken zonder de knieën te plooien, en dit tienmaal achtereen.
Een ochtendwandeling is eveneens heilzaam
omdat dit de spijsvertering 's morgens op gang helpt.
Verder raadt dokter
Raymond Petit een hardlijvige aan op de goede hygiëne van de aarsstreek te
letten en het onderstel onmiddellijk een wasbeurt te geven na een bezoek aan
het privaat.
En wanneer dat alles nog niet helpt, kan
Kristien (mocht ze verstopt zijn) nog altijd overgaan tot drastische maatregelen:
een laxeermiddel of des-noods een lavement.
Een ideaal laxeermiddel is de bast van de 'Cascara
sagrada', door de Indianen van de Amerikaanse westkust "gewijde bast"
genoemd. Deze struik is over de gehele wereld bekend vanwege zijn stimulerende
invloed op het darmkanaal en bevordert eveneens de spijsvertering, de eetlust,
verhoogt de afscheidingen van de lever (gal), maag, pancreas en dunne darm, wat
toch mooi meegenomen is.
Ook
de blaadjes van senna (Cassia angustifolia), vormen een uitstekend natuurlijk
laxeermiddel , dat reeds in de 9e eeuw door
Arabische artsen werd ontdekt en toegepast. Senna zorgt dat de dikke darm minder
vocht terugneemt van de ontlasting en stimuleert de darm om slijm aan te maken.
Dat te zamen zorgt voor een zachtere ontlasting en dus makkelijkere stoelgang.
Bovendien stimuleert senna de darmbewegingen, waardoor de ontlasting minder
lang in de darmen verblijft en daar dus minder kan indikken
De meest radicale methode om de hardlijvigheid op te
lossen en dat weet Kristien ongetwijfeld ook is een lavement van warmekamillethee.
Naar we vernomen hebben van een vooraanstaand lid
van het Vlaams Fonds voor de Letteren, zou ook het lezen van Heibel het
echappement ontstoppen.
Ik kan er ook niks aan doen, maar er zijn zo van die venten die mij altijd weer doen denken aan aangekoekte mest, vuile onderbroeken, groezelige navels en klinkende veesten. Boer Sjarel is er zo een, en ook ruige rockers als Roland en Arno komen in de nabijheid. Er zijn ook van die vrouwen bij wie ik altijd wildbehaarde oksels, baarmoederverzakkingen en onder hun tent misschien wel een wapperende snelzeiker vermoed. Rika De Backer was zo iemand: Rika rook ik gewoon wanneer ze op het tv-scherm kwam. En ook die twee Miekes komen enigszins tegemoet aan mijn fysieke aversie: Vogels en Van Hecke bedoel ik. Ach ja, Miekes worden ze genoemd, hoewel ze al vele jaren zowel het gewicht als het gezicht hebben om als volwaardige Mie door het leven te gaan. Mie Van Hecke zo zal ik haar dan maar noemen is weer aan de slag gegaan. Mie is directeur-generaal van het katholiek onderwijs, zoals iedereen weet, en in die functie is ze zich beginnen af te vragen of de strijd tegen de concentratiescholen nog zin heeft. Witte scholen worden witter en zwarte zwarter, constateerde ze plotseling, terwijl de gewone burger, zonder directeur-generaal van het katholiek onderwijs te zijn, dat al jaren geleden zag aankomen. Pas nu, na negen jaar, stelt Mie vast dat het gelijke kansenbeleid geen vruchten heeft afgeworpen, integendeel: dat de kleurkloof alleen groter geworden is en dat je, hoewel ze alletwee beginnen met een P, van peren geen pruimen kunt maken. Ach ja, dat gelijke kansenbeleid, het paradepaardje van de Groenen en de Sossen, dat na de verkiezingen van 1999 door de gevogelde Mie ook tot andersgeaarden en andersgekleurden werd verruimd. En dat in 2002 tot een Vlaams decreet van Gelijke Onderwijskansen (GOK) zou leiden, dat erop gericht was in de scholen een goede mix van leerlingen te verkrijgen en komaf te maken van de concentratiescholen die ontstonden in steden waar de grote meerderheid van de kinderen van allochtone afkomst was/is. Mie heeft een nonennium nodig gehad om te zien dat het verkeerd geGOKt was. En Mie is niet de enige directrice-generaal die merkt dat haar mixer kapot was, ook in het gebobte kopke van de afgevaardigde bestuurder van het gemeenschapsonderwijs, Raymonda Verdyck, is een belletje gaan rinkelen. Maar Raymonda ploegt dapper voort volgens de kromme voren die zij al trok: voor haar part zijn de middelen rond gelijke onderwijskansen te versnipperd ingezet en blijft de sociale mix nog altijd een nastrevingsdoel. Dat Nederland ondertussen al enige tijd de hopeloze strijd tegen de concentratiescholen heeft laten varen, deert haar niet. Van dezelfde gedachte is onze verlichte Minister van Onderwijs Pascal Smet die nog altijd met de tomahawk staat te zwaaien. Ook hij laat zich niet uit zijn lood slaan door het slechte voorbeeld van zijn Hollandse collega, Marja Bijsterveldt, die vlakaf stelde dat het bestrijden van concentratiescholen voor haar niet langer een beleidspunt is. Gemengde scholen blijven het doel, rabbelt Pascal (die zijn progressieve andersgeaardheid misschien wel te danken heeft aan de Broeders van Liefde whats in a name! die hem in Sint-Niklaas nog zon kindervriend! middelbaar hebben onderricht). Wij moeten iedereen doen schitteren, zegt hij, maar door de bevolkingssamenstelling zijn concentratiescholen in steden als Brussel onvermijdelijk. Om de kwaliteit van het onderwijs daar op te trekken moeten we nadenken over een volledig nieuwe pedagogische aanpak. Voilà dus, nog maar eens iemand die zich geroepen voelt om het onderwijs verder te misvormen. Maar ook Mie wil er wat aan veranderen. Zij wil dat doen door nog méér geld tegen de zwarte scholen aan te gooien. Uit de vaststelling dat het mixen een smakeloos soepke geworden is, trekt zij als een onversaagde multikulster de volgende conclusie: We moeten ervoor kiezen om de concentratiescholen extra te ondersteu-nen." M.a.w. wemoeten de pijlen wegrichten van hetwit-zwarte doel, want "belangrijker is ervoor te zorgen dat ook de kinderen in concentratiescholen een succesvolle onderwijsloopbaan kunnen volgen. Dus toch nog schitteren, allemaal. Of toch bijna allemaal, want dat de blanke kindjes van al dat roeren en klutsen wel eens zelf de greep op de dt-regels zouden kunnen verliezen, is tenslotte minder belangrijk. Overigens staat Mie ook niet afkerig tegen het geven van islamonderricht in haar katholieke scholen, wat Pascal uiteraard al helemaal ziet zitten. In tien katholieke scholen in het Antwerpse en Limburgse worden er overigens (met toestemming van de bisschop!) al moslimlessen aangeboden en Mie denkt aan een uitbreiding. Ook al omdat ze heel wat gelijkenissen tussen de islam en het christendom ziet. Maar natuurlijk moeten moslims in een katholieke school ook nog gewone godsdienst krijgen, besluit ze, want onze samenleving is doordrongen van de christelijke symboliek en rituelen." Het enige wat Mie nooit zal toelaten is dat die afschuwelijke en heiligschennende zedenleer zou worden gegeven aan een katholieke school wat wel jammer is voor haar dochter Katelijne, die op haar achttiende haar studie godsdienstwetenschappen en haar geloof de rug toekeerde en thans als moraalfilosofe zedenleer gééft! Vreemd genoeg schaart Mie zich dan toch weer achter het vaandel van de geharnaste aartsbisschop André-Joseph Léonard, die, ofschoon eveneens voorstander van katholieke islamlessen, toch opnieuw lijn wil brengen in het leerprogramma voor godsdienst, dat nu een "allegaartje aan levensbeschouwelijke dingen" is. Het zou dus wel eens kunnen dat die betere invulling van het lessenpakket zal bestaan in het vertellen van verhaaltjes over de os en de ezel, het water dat in wijn veranderde, de opwekking van Lazarus, en misschien zelfs Daniël in de leeuwenkuil en de redding van de kuise Suzanna.
Het Kongolees Fenomeen Dat de VrrrrT kiest voor Eigen volk eerst, weten we al lang. Tom Lanoye, Kristien Hemmerechts, Herman Brusselmans, Walter van den Broeck, Dimitri Verhulst en nog een handvol andere vriendjes-des-huizes en we hebben de Vlaamse literatuur gehad. Ook Jef hoort uiteraard bij de gegadigden. Je zal zeggen: welke Jef, maar in Vlaanderland is er toch maar één Jef, dacht ik. Dé Jef dus. Jef was dringend aan een afstofbeurt toe, want er was een halve eeuw overheen gegaan sinds hij als een dief in de nacht (en met de poepers in zijn broek) uit Kongo was weggevlucht. Ter gelegenheid van dat gouden jubileum had Lieven Vandenhaute - met meename van zijn echtgenoot Erwin Mortier - een fiscaal betaald reisje naar donker Afrika gearrangeerd om er, rond Dappere Jef uiteraard, een reportage te maken die in vier afleveringen zou worden uitgezonden - en later allicht nog wel eens enkele keren in herhaling zal vallen. Op 1 april zagen we Jef dus bij Rode Phara op schoot zitten, met zijn mondain geladderd brilletje op de neus, waaronder een stoppelgewas van 2 weken gedijdde. En reeds de dag erna mocht Lieven - Erwins eega dus - bij zijn voornaamgenoot, Verstraete genaamd, in Terzake nog eens reclame komen maken voor zijn door de Vlaamse burger bekostigde film over het Kongolees Fenomeen. Wat mij dadelijk opviel, was dat Jef er toch zon miezerig en verschrompeld hoopje uitzag, wat misschien mede te wijten was aan de slappe kalkoenhals die in zijn ongedaste hemd bungelde. Als een bedeesde kabouter zat hij naast Benno Barnard, met de handen netjes gevouwen alsof hij warempel aan het bidden was voor een goede afloop. Hij, de Grote Jager die met boog en pijl buffels had neergeknald en hun ballen had verorberd om zijn potentie te verhogen, die oog in oog had gestaan met een gruwelijke grizzly die voor hem op de loop was gegaan, die vraatzuchtige krokodillen bij hun staart had weggeslingerd, die een hele resem witjes en (vooral) zwartjes aan zijn degen had geregen en met de karwats op de luie negerruggen had gemept, die jerrycans wisky naar binnen had gegoten, kortom: die als een Titaan boven goed en kwaad verheven was geweest.
Des Blanken Brede Borst Als voorsmaakje van Jefs excursie werd ons een teaser geserveerd waarin we getuige mochten zijn van zijn Blijde Intrede in Yandungi, het broussedorp waar hij drie jaar gewoond, gewerkt en gewipt had. Het hele dorp stond de Held op te wachten, want ze waren daar te weten gekomen - hoe, dat was ook de wederhelft van Mortier een raadsel - dat Josep-he in aantocht was. Als een god werd hij onthaald door de kleurlingen, die zingend van Het Kind van het Vuur is terug, en wij zien hem, moeder met palmtakken zwaaiden zoals toen Jezus, een week voordat hij aan het kruis werd genageld, op een ezel gezeten in Jeruzalem binnenreed. Zon onthaal hadden Lieven en Jef echt niet verwacht, o nee. Het was toch wonderbaarlijk, niet: na 60 jaar herinnerde de lokale bevolking (zich - FD) de barmhartige Samaritaan als die éne blanke die hen als mens behandelde. Abrupt vergat Josep-he dat hij nog aan het treuren was voor zijn geliefde Eleonore - die hem altijd weerhouden had om terug naar Kongo te gaan, omdat zij een beetje schrik had voor donker Afrika - en, zonder te beseffen dat een overjaarse kwispelaar die nog vitalisme wil uitstralen, meer wegheeft van een clown dan van een echte vent, ging hij met een plaatselijke schone aan het dansen, of iets wat daarvoor moest doorgaan En dan was het moment de gloire daar: een kale broussebewoner kwam naar Bwana Josep-he toe met de handen gevouwen - op dezelfde wijze als Jefke vroeger zijn eerste communie deed - en vlijde zich aan des Blanken Behaarde Borst. Een even oude pee als de Jager was het, zodat het niet eens uitgesloten was dat hij Josep-he inderdaad gekend had in zijn koloniale jaren. Maar al die andere palmtakwuivende en joelende zwarten waren hoop en al 40 jaar oud, zodat ze onmogelijk Jef hadden kunnen meemaken als die éne blanke die hen als mens behandeld had. Toen Phara dat opmerkte, begonnen Jef zijn schoentjes even te nijpen. Euh, zei hij, duidelijk naar een uitweg zoekend, euh, ze kennen mijn reputatie, hè.
Hij die er de zweep oplegt Die reputatie, ach ja, hoe zat dat ook alweer, wou Phara nog eens horen Wel, meesmuilde Jef niet zonder trots, ze noemden mij daar mambomo, dat wil zeggen: de man die kleiner is dan de roofdieren die hij aanvalt. [Volgens een inboorling zou deze heroïsche uitleg niet correct zijn, want mbomo in het Kimbusa betekent slaan, dus wie vaak slaat noemen we mambomo, zei hij.] Dat bracht Phara natuurlijk aan het lachen. Maar het stoute meisje liet het daar niet bij: Je had ook nog een andere bijnaam, fimbo? O ja, dat wist Jef ook nog, en dat woord betekende zoveel als hij die er de zweep oplegt. Maar let wel, corrigeerde hij, ik hanteerde de zweep niet zelf, want zo beschaafd was hij wel, hij gaf enkel het bevel daartoe en zwarte politiemannen voerden het uit. En bovendien, voerde Jef aan, zon streling dat was nodig, want zonder zweep kon je ginder niks bereiken. En Phara maar glunderen, de pret kon niet op, toen ze met glinsterende oogjes opmerkte: En dus de zweep erop. Waarop ook de oogjes van Jef, aangemoedigd door haar interesse en het gelach van het publiek, begonnen te glinsteren en hij het gegeven ietwat bijkleurde: Die policier had zo nen truc uitgevonden van als hij sloeg en het raakte, van te trekken dat de huid openging en zo. Co-presentator Lieven van Gils durfde het aan te suggereren: Dat is toch wreed, hè, en u lijkt daar zo licht over te gaan. En toen begon het bij Jef te dagen dat hij misschien toch iets gezegd had wat niet helemaal correct kon overkomen. Wreed? vroeg hij dus verwonderd. Euh euh ik was student op de Koloniale Hogeschool geweest en euh daar hadden ze ons een beetje gebrainwasht dat wij de beschaving gingen brengen, euh dat al wat wij deden voor het goed van de zwarten was. En teneinde elk misverstand te vermijden, voegde hij eraan toe: Maar ik heb de zwarten gerespecteerd, ik beschouwde ze zeker niet als minderwaardig want zij waren goede jagers en ik heb veel van hen geleerd over de jacht, en ik sliep met hun vrouwen.
De anderen, dat was passage En zo kwamen we onvermijdelijk bij Julie (of Julienne) terecht. En wie zou Julie niet kennen, het laatste gekleurde lief, dat de Dappere Minnaar een halve eeuw geleden in een mist van tranen (Black Venus) in zijn levensgevaarlijke Kongo had moeten achterlaten? Het scenario voorzag nu dat Jef met de nodige weemoed naar de cover van Black Venus zou kijken, wat hij ook deed zeggende dat het bronskleurige zwartje (dat door chocoladenaakt op de kaft te gaan zitten niet weinig had bijgedragen tot het formidabele succes van het boek) wel degelijk zijn teerbeminde Julie was, die - zo had hij in Kinshasa vernomen - was overleden en dat deed (hem) iets, dat had (hem) bij de keel gegrepen. [Jeroen Brouwers corrigeert: Ik zag Jef ook met een herdruk van Black Venus in zijn handen, met die prachtige naakte negerin voorop. Dit was mijn geliefde! zegt hij. Dan denk ik: schei toch uit! Want dat was gewoon een model, gefotografeerd door een meneer uit Den Haag. Dat weet ik nog uit de keuken van uitgeverij Manteau. Die negerin poseerde ook in andere standen. Op één ervan zag men haar schaamhaar. Angèle Manteau bekeek die foto en schrok zich rot: Neenee, dat wil ik niet! Het woord schaamhaar sprak ze niet uit, maar mijn god, wat een stennis! Humo 3633 van 20.0410] Voor Phaartje was dat natuurlijk het uitgelezen moment om wat dieper in te gaan op Jefs alom gerenommeerde seksuele appetijt, die in Black Venus op zowat elke bladzijde uiteenspat en hem de Staatsprijs had opgeleverd (maar daarover gaan we het later nog wel eens hebben). Met gloeiende oogjes en een conspirante glimlach om de lippen retoriseerde ze: Maar zij was niet de enige, hè? En zie, plots kwam de ouwe borstelmarchand weer boven, want nu arriveerden we bij zijn plat préféré. Zijn gezicht klaarde op als een zon die door de wolken brak en O, deed hij nonchalant, op een toon van je-hebt-maar-te-gapen-en-het-valt-gebakken-in-je-mond, o, ik heb het eens opgeteld: maar achttien in zeven jaar, ik vind dat nog niet zo denderend, drie waren er die ik echt graag gezien heb, de anderen dat was passage, hè. Wat er dus op neerkomt: die vijftien anderen, dat was neukgerief voor de blanke beschaver.
Ik heb aap gegeten, dat is lekker! Tot slot werd aan de kale kabouter gevraagd hoe de revisitatie aan het land van zijn dromen was geweest. En jawel hoor, schitterend, want hij had oude en nieuwe kennissen ontmoet en weer aap en krokodil gegeten, dat is lekker. Maar teruggaan zou hij toch niet willen doen. En daarop verklaarde hij zich solidair met Karel De Gucht: De wegen lagen er verschrikkelijk bij. Veel slechter dan de wegen vijftig jaar geleden, die ik moest controleren - op een strenge manier, zeggen ze nu -. De dorpen zijn nog even vuil en verwaarloosd als toen. Er is overbevolking. De scholen zijn ingestort, kinderen lopen er ongeletterd rond. Blijkbaar hadden die vadsige negers dus hun spade en houweel neergegooid zodra Jef had opgehouden hen met de zweep aan te porren. Maar geen nood, met zijn glorievolle wederkomst was er weer hoop ontstaan in de harten van de Kongolezen, want: Na een tijdje zeiden de lokale autoriteiten: Blijf, alsjeblieft. Om te helpen, bedoelden ze. Maar wat kan ik er nog gaan doen, als oude man? En als uitsmijter gooide Jef nog op tafel dat het blanke ras voor (hem) niet meer zo hoog is aangeschreven. Wat we graag geloven na het zien en horen van de afleveringen van Nieuwe Avonturen van de Grote Jager, die door het Terzake doende Schoonoogje Cools ons, met het nodige respect in haar stem, op 6, 7, 8 en 9 april zouden worden aangeboden. [In feite waren we na het voorgerecht dat Phara serveerde en de entree die Lieven Verstraete op ons bord had gespreid, al verzaad van het hele Jefgedoe. Nóg meer van dat zou alleen maar indigestie en dysenterie veroorzaken. Edoch, gedreven door een heilig plichtbewustzijn en een Heibelse boosaardigheid besloten we ook de rest van de verheerlijking te doorstaan.
Het eierdopje van Schoonoogje Op 6 april zaten we dus met een visadempje op de rand van onze stoel te wachten op aflevering 1. En daar verscheen Schoonoogje, die ons met de nodige gedempte eerbied kond deed dat de enige literaire auteur die ooit over het koloniaal avontuur heeft geschreven, Jef Geeraerts is. Nu wisten wij al wel wat langer dat de literaire bagage van die VRT-meisjes in een eierdopje ging, maar dit maakte de rapen toch wel al te gaar. Dat Schoonoogje voorbijgaat aan gewrochten als Onder het kruis van Tugude (E.P.E. Boulaert) of Blond Miesje ontdekt Afrika (Hilda Casteels), en ook het werk van Sylva de Jonghe (o.m. Storm over de rimboe)en Frans Demers (o.m. Het groote avontuur) niet kent, weze haar vergeven, ook al wordt deze laatste beschouwd als de grondlegger van de Vlaamse koloniale letterkunde. Tenslotte zat Kathleen bij het verschijnen van al die boeken immers zelf nog tussen de schalen en hadden de laatste twee zich in de oorlog deerlijk verbrand. Dat pater Fons Walschap in de jaren 30 enkele typische negerverhalen over de ziel van de zwarten schreef, gesitueerd in een door het Westen nauwelijks beroerd binnenland, zeg maar: de brousse, ach ja, ook dat geschiedde voordat Schoonoogje uit de boom was gewaaid. Hetzelfde geldt voor Oproer in Congo van Fons broer, Gerard, De nikkers van Piet Van Aken, De Grote Heer van Cor Ria Leeman, Kongo met het blote oog van Karel Jonckheere, die tenslotte geschreven werden door auteurs die Kongo hoogstens kenden van een reis die ze er hadden gemaakt. Minder vergeeflijk wordt het wanneer ook de namen Geert van Puthen (pseudoniem van Gerard Soete), Mireille Cottenjé, Paul Brondeel, Jac Bergeyck haar belletje niet doen rinkelen. Maar toch is het enigszins te begrijpen, want hoewel deze auteurs in de kolonie hadden gewoond, waren hun Kongoromans in feite psychologische werken tegen de achtergrond van de kolonie en de dipenda. Dingen als Het duistere rijk, Het stigma, Dagboek van een nacht, Ik blanke kaffer, Dagboek van Carla, De grijshemden horen tenslotte niet thuis bij het jubileum van het dipendagebeuren. Helemaal hoelemedoe wordt het echter wanneer zelfs Daisy Ver Boven, Raf van de Linde, André Claeys, Jan van den Weghe, Albert Van Hoeck geen plekje blijken te hebben in het verknipte lange-termijn-geheugen van Donkere Kattie. Alleen Jef Geeraerts, de enige literaire auteur die ooit over het koloniaal avontuur heeft geschreven, prijkt op haar lijst. De rode aarde die aan onze handen kleeft, De Moeloeba Catteeuw, Zonen van Cham, Kinderen van Kongo, Over de grens, Gevierendeeld, En toen werd alles anders, Djiki-djiki, Mpasi bestaan niet voor Schoonoogje, hoewel die werken eveneens de dipenda-schokgolf behandelen. Dat het VrrrrT-meisje ook de briljante roman over de zwarte Bantoeziel van André Claeys, Onder het teken van de de regenboog (1972), niet kent, is nóg zorgwekkender, temeer daar dit werk én qua stijl én qua inhoud én qua Einfühlung heel wat hoger staat dan het masculistische, seksistische Black Venus. Maar ja, Claeys publiceerde nu eenmaal bij de katholieke (thans verdwenen) uitgeverij De Clauwaert en dus kreeg het boek nooit de verdiende aandacht, laat staan dat het voor een staatsprijs in aanmerking zou kunnen komen.
Mambomo is terug. Wij zijn blij! En dan begon het Grote Avontuur We zagen Jef in azuurblauw tegenlicht door het raampje van een vliegtuig zitten gluren, terwijl zijn zeurderige stem zei: Als een ambitieuze jongeman vertrok ik lang geleden naar Kongo. Ik werd er koloniaal ambtenaar en heerste over een groot gebied in de buurt van Bumba. Na vijftig jaar keer ik voor het eerst terug naar mijn land dat mij nog altijd behekst. Ondertussen was de camera ingezoomd op Jefs toch wel indrukwekkende neus, waaruit enkele weerbarstige haartjes opdoken. Volgende beeld: een nog jonge zwarte man en dito vrouw, die Jef nooit hadden gekend, dansten spontaan over het scherm, roepend van Mambomo is terug. Mambomo is terug!, waarna de omstaanders in koor zongen: We zijn blij. We zijn blij! Daarna kwam Jef weer in woord en beeld: Zon ontvangst heb ik nog nooit in mijn leven gehad euh zo hartelijk en euh vol euh vol blijdschap euh ik was heel gelukkig En dan was er euh iets prachtigs euh een jonge kerel die euh met de pet van een administrateur op euh mij nadeed van in de tijd en die begon de dorpshoofden uit te schelden dat ze putten in de wegen hadden, euh hij heeft zelfs nagebootst dat hij vier zweepslagen kreeg met zon soort touw zo. Vervolgens zien we Jef tegen die euh administrateur - dus eigenlijk tegen zichzelf - in het Kongolees zeggen: Je bent een echte man. Verstandig en vol respect voor de mensen. En zoals een goede schoolmeester met socratische vragen de waarheid uit de neus van de kindjes peutert, zo vraagt Jef: Vertel mij eens: hoe ik heet? Het antwoord van het zwartje, Jopsep-he Geeraerts, voldoet Josep-he blijkbaar niet, want Nee! zegt hij, Mambomo Fimbo.
Ongelooide nijlpaardenhuid En daarmee waren we opnieuw bij de zweep aanbeland. Je zag de kijkers van Jef weer blinken wanneer hij erover praatte. Soms, ja, meestal vloeide er bloed, zei hij. En om alles wat aanschouwelijker te maken, voegde de blanke beschaver, die respect voor de mensen had, er een paar details aan toe, zoals: Dat was nijlpaardenhuid, hè, dus ongelooide nijlpaardenhuid, dat sneed diep in de huid. En ook over de hierboven aangehaalde truc van de policier die de slagen gaf, om wanneer de zweep het lichaam raakte, even te trekken zodat de huid openscheurde, sprak de oud-koloniaal nogmaals met iets van bewondering voor zoveel zwarte vindingrijkheid. Een paar oudere mannen, die Jefs heerschappij nog hadden meegemaakt, wisten het nog van die zweep, maar toch zegden ze dat hij echt een goeie blanke was, alleen in het werk was hij heel streng. Jef zelf had van zijn optreden tegenover die luie zwarten blijkbaar geen complexen overgehouden. Wat zou het ook, hij sloeg immers niet zelf zoals we hierboven zegden, maar liet het doen door zijn inheemse politiemannen, en zette hoogstens zijn barmhartige voet op je rug, verklaarde zon zwarte luiaard. Een tweede reden waarom Jef er hoegenaamd niet wakker van lag, was het feit dat ze je dat niet kwalijk namen, op voorwaarde dat het rechtvaardig was, en vermits hij altijd rechtvaardig was, tralalie tralala En het derde excuus van Jef voor de opvoedkundige gedragscode die hij toepaste, was de Koloniale Hogeschool. Dat was de beste brainwash die je kon hebben. Ze noemden ons de SS van de Staat. Mutatis mutandis (wat dat erbij kwam doen, is me een raadsel, maar het gaf wel glans aan zijn argumentatie FD) gingen ze van het standpunt uit dat de blanken euh veel meer waard waren, euh dus betere mensen waren. Maar Jef zelf beschouwde de negers zeker niet als een minderwaardig ras, want ik ging jagen met hen en ik sliep met hun vrouwen.
Die goeie ouwe Rommel. Jef Geeraerts dringt verder door in zijn verleden, onthulde Schoonoogje bij wijze van inleiding voor aflevering 2 van 7 april. En baf! daar was hij al, Josep-he, in een straat van Bumba, het district waarover hij als assistent-gewestbe-heerder had geheerst. De beschaver der primitieve volkeren kijkt mistroostig naar het stof, de rook, de fietsen, de rommel en zegt nogmaals dat alles kapotgaat. Naast hem een andere Rommel, pater Carlos uit Roeselare, de overste van de missiepost in Bumba. Jef heeft zijn hand op Rommels schouder gelegd, als om te zeggen: kijk eens aan wat een gezworen kameraden wij zijn! - Hoewel het ook niet uitgesloten is dat hij wat steun zoekt tegen de witte pater, want genadige hemel! wat zag de man er toch aftands uit, hoe liep hij toch sukkelachtig, geschraagd door twee zwarte boys die hem onder de oksels grepen, tussen de wuivende palmtakken! Wellicht had pater Carlos - die de Kongolese Jef onmogelijk gekend kan hebben, want hij is thans 69 jaar, zodat hij ten tijde van Jefs verblijf onder de tropen amper 14 à 19 jaar moet zijn geweest - de boeken van kameraad Jef nooit gelezen, want anders zou hij vast en zeker geweten hebben dat de Dappere Jager zijn hele leven lang (en nu nog) vileine verklaringen had afgelegd over de schurftige missionarissen en hun levensonterend katholicisme. - Een van Jefs vrouwtjes, Mbala, werdin Black Venus overigens gedood en gemarteld door toedoen van die crapuleuze paters! - Spuugsel te kort had de betere beschaver voor die mannen in vrouwenkleren, net als voor het huwelijk overigens waarin zijn eerste vrouw, Josée Swaelen, hem zo onheus behandeld had. En weer kregen we indirect te horen dat dat zwarte volkje in feite zon luie Loewies waren. Als ze op kilometers afstand het geluid van mijn auto hoorden, liepen de dorpen leeg en dan vluchtten ze naar de velden zodat ze, wanneer ik naar de velden ging, konden doen of ze werkten. Jaja, zo ging dat daar.
Het zijn wilde beestjes Over de zwarte vrouwtjes praatte Jef nog het liefst. Prachtexemplaren waren het, zei hij, alsof het om een stal stamboekvaarzen van het Kilimanjaroras ging. De zwarte vrouwen hebben mij geholpen om van dit werelddeel te houden, ze geven zich totaal over, je ziet in hun ogen dat er een soort electrische stroom ontstaat, dat is zeer aangenaam, ze doen niet zo (hier maakte Jef een verwijfd gebaar FD) niet zo nuffig als als de rich bitches van de beschaving. Het zijn wilde beestjes. En dan doet hij nogmaals, met amper enige variatie maar met een nonchalance om U tegen te zeggen, alsof hij de tafel van 2 opzegt: Ik heb ze eens opgeteld. Met 18 vrouwen heb ik maar geslapen, dat is toch niet zoveel, hè, op zeven jaar, vindt ge dat? Maar ik heb met 3 of 4 een zeer intieme verhouding gehad. Een van die 3 of 4 uitverkorenen, die het oergezonde zaad van de Blanke Heerser in ontvangst mochten nemen, was Julienne, de Julie uit Black Venus: Met haar heb ik twee maanden samengewoond, mijn ex-vrouw was al naar België en ik leefde hier met Julienne, hè. Die twee maanden waren voor Jef een tijd waarin je leeft als een beest in Frankrijk: in paan en blootsvoets rondlopen, alleen doen waar je zin in hebt: apen schieten op de eilanden, vissen, aan één stuk palmwijn zuipen met als gevolg een lichte champagneroes, ideaal om te naaien, in bed, in het gras, in de stroom tijdens het avondbad of rechtstaande op de oever onder de sterren, (), koorts, gif in je bloed, onrust, trots, gestreelde ijdelheid, een heuplijn jaagt opeens het vuur aan, achteloos ondergoed op het bed maakt je uitzinnig, een geur laat het beest los, enzovoort (Black Venus) Maar dan brak de hel van de onafhankelijkheid los en de Dappere Minnaar durfde niet langer bij zijn teergeliefde te blijven. Dodelijk ziek tengevolge van de abortus die ze had laten plegen, werd ze door de Barmhartige Held nog naar een hospitaal gebracht, waar - zo lezen we in Black Venus - de drukkende stank van urine, uitwerpselen en ongewassen lichamen in (z)ijn neus begon te klimmen en hij zich ocharme misselijk voelde worden, en onder het luisteren naar Le Sacre du Printemps Deutsche Grammophon Gesellschaft, Langspielplatte, Dirigent: Ferenc Fricsay vloog de mambomo fimbo naar zijn Vaderland weer, een glorievolle schrijverscarrière tegemoet. Maar nu, nu was die Julie toch wel gestorven zeker, vernam Jef, waarna hij heel even verslagen tegen een toevallige paal leunde, maar hij herpakte zich al vlug en met een Dat is ook nog iets om aan te denken, rondde hij zijn rouwproces af.
De rest primeerde eigenlijk, ziede Aflevering 3 (8 april) Jef Geeraerts voert ons naar het hart van de brousse, releveerde Schoonoogje met alweer die glinsterende adoratie in haar blik, en met dat hart bedoelde ze Yandungi, het dorp waar de Blanke Chef drie jaar gewoond had. En Josep-he zelf voerde de spanning nog op door eraan toe te voegen: Ik ben benieuwd wat mij daar te wachten staat, waardoor hij helaas verraadde dat er arrangementen waren getroffen. In de teaser waarop glunderende Phara ons al getrakteerd had, hadden wij al het een en ander gemerkt van de nakende festiviteiten (zie hoger). God en de VRT zij dank, mochten we het dus nog eens meemaken hoe de Heiland door de ganse opgetrommelde populatie met gejuich en gedans en gewuif van palmtakken werd binnengehaald. Toen Josep-he uit de wagen was gesukkeld, werd hij dadelijk door twee stevige zwarte binken onder de arm genomen, zoals verpleegsters dat plegen te doen met de oudjes in Huize Avondvrede. En o, wat was hij toch gelukkig, zei hij, omdat al die mensen spontaan gekomen waren om mij te begroeten. En ja hoor, blijkbaar gelóófde hij dat ook nog En wellicht geloofde hij ook in de spontaneïteit van die jongere veelkleurig gemutste zwarte die uit de menigte naar voren kwam en hem op de stoppelige wang kwam kussen en het niet kon laten even recht in de camera te kijken als om te zeggen: Heb ik mijn nummertje niet goed gedaan?! Dát heb ik nog nooit gehad, zei Jef, in heel mijn carrière, dat een een een zwarte mij kust. En hij voegde eraan toe: Waanzinnig. Waanzinnig dat ze na 50 jaar exact nog weten waar ik zat, wat ik deed, waar mijn huis was en zo, en wanneer ik met die grote buffel uit de savanne was gekomen. Ja, mythomanie kan tot zelfbegoocheling leiden Daarna sukkelde Jef, alweer ondersteund door zijn verplegers, naar een verwaarloosd gebouw, terwijl hij in de camera zei: Mijn huis Dit is mijn huis. Helemaal kapot. Maar dat doet mij niets. En voor wie het nog niet begrepen mocht hebben, herhaalde hij: Het doet mij niets omdat ik in dit huis niet zeer gelukkig was, En op de suggestie van de scenarist, dat het een herinnering aan een slecht huwelijk was, haakte Jef met graagte in met: Aan een zeer slecht huwelijk. Ja, en eigenlijk had ik aan de andere kant een beetje medelijden met die vrouw, maar de rest primeerdeeigenlijk, ziede.
Oui, largent, hè, largent In aflevering 4, van 9 april, drong de auteur nog dieper door in zijn verleden, wist Schoonoogje ons te vertellen. En inderdaad, we zagen hoe Jef zijn zwarte vriend weerzag, chief Egbunde,de enige die ik zeer goed heb gekend, ik had een zeer goede relatie met hem omdat hij was iets buitengewoons, rijk van afkomst, hij had een koffieplantage van 180 ha, hij was van koninklijke bloede. Bij meneer Egbunde had Jef destijds zijn Black Venus ontmoet - die, zo lazen we in het gelijknamige boek, in het echt Cathérine de Bora heette en de dochter van het opperhoofd Mazibongo (was), een afstammeling van koning Abaza II, die indertijd een kwart miljoen onderdanen had en gezag uitoefende over een gebied met een oppervlakte van vijftien maal België, (), ha vrouwen zoals ze moeten zijn, nauwkeurig afgestelde, soepele machines, speciaal geconstrueerd voor de eredienst van de fallus -. Meneer Egbunde, die er al even gammel uitzag als Onze Held, lag in een soort bed en toen Jef binnenkwam, straalde er allesbehalve vreugde van hem af, maar desondanks hoorde hij te zeggen: Ik ben zo blij dat ik u terugzie, waarop Jef al even emotieloos Ik ook antwoordde, en na even te hebben nagedacht: Ik had nooit gedacht dat het nog zou kunnen, waarna het weer de beurt was aan de chef die Het is allemaal dankzij God kreunde, wat Jef beaamde met een volmondig Oui oui. Daarna begonnen de twee oudjes de grondige analyse van het huidige Kongo te maken Il y a cinquante ans, cétait une autre vie, hein, wat niet tegengesproken werd door meneer Egbunde, die vanuit zijn bed jammerde dat de chefs van nu alleen nog maar bezig zijn om zichzelf te verrijken en niets meer doen pour construire le pays, wat Jef aanvulde met een diepzinnig Oui, largent, hein, largent. En dan vond de Grote Blanke Met Het Warme Hart het nodig om ons met een verschrikkelijke contaminatie uit te leggen wat hijzelf en de chef in het Frans hadden gezegd: Er is niets dat nog marcheert, hè, alleen geld gewoon euh proberen te krijgen van de internationale organisaties en gewoon euh ik zeg het rechtaf hè het geld in hun zakken steken en een luxueus leven leiden en de mensen niet betalen euh het is onvoorstelbaar en de mensen euh uitbuiten uitzuigen. Op de aanmerking van een offscreen stem die zei: Dit is Afrika, riposteerde Jef gevat: Nee, dit is Kongo, een prachtig land dat kapotgemaakt is door een bende uitzuigers. Euh Euh Euh
Ekele hartverheffende citaten uit Black Venus
In Heibel, jg. 6, nr. 3-4 (vroegere reeks) schreven we in verband met Black Venus dat de ethica van Jef Geeraerts zonder meer verwerpelijk is, d.w.z. fascistisch, racistisch, seksistisch, egoïstisch en voeg er nog maar enkele ismen bij. (Wat niets afdoet van het feit dat Geeraerts wel een boek kan schrijven, zij het met de nodige ophakkerij.) Wij nemen niets terug van deze woorden, integendeel: in een van de volgende nummers van Heibel zullen we er nog een lepel bovenop doen. Ter illustratie reeds enkele hartverheffende citaten uit Black Venus, waaruit mag blijken hoe menslievend de Koloniale Beschaver zich gedroeg tegenover negers, zwarte vrouwen en vrouwen in het algemeen:
terwijl ik () mijn penis in orde bracht, lag ze me met gezwollen ogen te bekijken en als ik ten slotte bij haar kwam, boog ze voorover en begon verfijnd mijn scrotum te likken en aan de eikel te zuigen, de Lybische slavin van de Romeinse veldheer
en ik zei: Wind me wat op, en ze begon te trekken en te knijpen alsof ze met de uier van een koe bezig was en ik vloekte van de pijn en: Jullie blanken zijn erg teergevoelig, ónze mannen houden van een krachtige hand, zei ze en woedend repliceerde ik dat ik geen godverdomde nikker was en wou haar eruit gooien maar ik gaf haar in plaats daarvan een mep
toen ik het haar vroeg (of ze een ivoren beeldje had gestolen FD) loochende ze en toen heb ik haar geslagen als een beest () en ze liet zich trappen en slaan
ik sprong op, (), sloeg het glas bier uit haar hand, trok haar uit de ligstoel en eerst met de knokkels, dan met de volle hand, mepte ik tegen haar slaap
en toen Mohongu mijn koffie in de badkamer bracht, waar ik me met een gedeukt smoel stond te scheren, joeg ik hem weg, walgend van zijn zwarte huid
ik walg van vrouwen met cellulitis, hangende borsten, uitgezette buiken, zware uiteinden, afbrekende tanden, gezwollen voeten, die overal pijn hebben, die vlug moe zijn, wit verlies hebben, daar een geur van verrotting verspreiden.
Met haar tjoepkes omhoog en tjoepkes naar beneden
Wij schreven in Heibel, 13, 1 dat Anne Provoost , het groengebrilde dametje uit de Westhoek, in De Zevende Dag kwam vertel-len hoezeer ze geschokt was door de censuur die de Kempense Taliban Ludo Helsen uitoefende op het blote-vrouwenkabinet dat El Pee Boon tijdens zijn leven had aangelegd voor eigen gebruik. Als curator van Zogezegd in Gent zou zij álle prenten van de Booncollectie aan het publiek tonen, banjerde ze, want kúnst was dat en niks anders, en daar heeft een politicus niet het minste verstand van, alleszins niet als het een rechtse zak is. En ja, hoor, ook de kinderen moesten toegelaten worden op de exhibitie, hoewel haar spruiten bij het zien van al die troep, met een luid Aakes! de benen zouden nemen om buiten wat frisse lucht te gaan inademen. Nu ja, zon onnozele kinderen kunnen beter een liedje zingen op 28 december in plaats van te oordelen over het artistieke project van hun mama. Want mama weet het beter, kindjes. En dus zou Anne er in Gent mee uitpakken om te tonen wat voor grof en primitief volkje daar in de Kempen nog in de holen zat, dat zijn frustraties wilde opleggen aan de geciviliseerde elite waarvan zij deel uitmaakt. Die truttige heikneuters vonden bij monde van député Helsen niet alleen dat het artis-tieke gehalte van de collectie te laag was, maar zij vreesden dat ze in de problemen konden komen omdat bepaalde foto's van naakte kinderen onder de noemer 'kinder-porno' zouden vallen. Ja, zeg, zo kun je bezig blijven, hè, wuifde Anne. Van grote kunst hebben die plattelandse boerenpummels allicht nog nooit kaas gegeten. Het gaat om de utopie, de verbeelding, het geloof in de toekomst en de seksuele bevrijding, en dat zou zij in De Vooruit eens duidelijk maken met de unieke tentoonstelling. Laat het voor eens en altijd door madam de curatrice ge-zegd zijn: die Fenomena-le Feminatheek is ook als cultuurhistorisch docu-ment zonder weerga, omdat ze laat zien hoe men ten tijde van Boon naar vrouwen en meisjeskeek - ik zou men ten tijde van weglaten, maar alla, - en ook een goedbeeld geeft van hoever de fotografie stond in die tijd. En nu gij! Maar nu is die Dappere Anne toch wel met haar neus achter de pindraad blijven haken, zeker. Want zij ging eerst de blootprentjes toch ook maar eens bekijken en stelde inderdaad vast dat er nogal wat pedofiele kantjes aan zaten. Dus liet het Groentje de kiekjes met de naakte Mieke Maaikes toch maar in de dozen en aan de ingang liet ze een plaatje aanbrengen met Verboden voor minderjarigen, sommige beelden kunnen schokkend zijn. De ontoonbaarheid van de kinderporno loste het slimste meiske van Vlaanderen op een ori-ginele wijze op. Ze toonde immers de vuilig-heid niet, maar terwijl zes acteurs simultaan naaktfotos lieten zien voor een grote vitrine, las de zevende de onderschriften op die de Grote Geest van de Viezentist onder de verboden stuff had verzonnen. Zoiets van: De bloem, symbool des kuts, De grot, Het brandende braam-bosje en waarom niet? Tietjes voor Lowietjes. Edoch, Anne zou Anne niet zijn indien ze toch nog wat gelijk wou halen in haar ongelijk. Dus zei ze: De onschuld van sommige beelden heeft indruk gemaakt. Hoe aandoenlijk dacht ik, hoe amechtig, hoe schattig toch. Grote en kleine borstjes, tjoepkes omhoog en tjoepkes naar beneden.
Lowie, wa zijde gij weer aan t doen? Naar men zegt zou Anne straks ook een, uiteraard met subsidie van Ansjo gespijsde, voorstelling organiseren van de pornoklassieker Deep Throat, die we onlangs ook al op de Hollandse buis mochten bewonderen dank zij de onverdroten emancipatorische inzet van de ondogmatische en onbevangen omroep VPRO en van de eigenzinnige, verfrissende omroep BNN, die ook het alweer bevrijdende Spuiten en Slikken op zijn geweten heeft. Een leuke komedie noemen anderen het geval. De leukigheid - gimmick heet dat tegenwoordig - bestaat erin dat de clitoris van de heldin, die amper een naam draagt maar die we voor het gemak maar Pijpje zullen heten, niet op de gebruikelijke plaats zit, waardoor ze ook geen orgasme kan bereiken op de manier waarop normale mensen hun ding doen. Pijpje doet nog zo haar uiterste best door van de ene jump naar de andere te rennen, maar helaas, ze beleeft er geen fluit plezier aan. Ten einde raad gaat ze met haar probleem naar een geschifte dokter en die ontdekt dat haar kittelaar niet tussen haar benen blijkt te zitten, maar diep in haar keel. Maak dat mee, zeg! De dokter instrueert haar proefondervindelijk hoe ze de belletjes kan doen rinkelen. Voor wie niet kan raden wat de gevolgen zijn van deze ontdekking, wordt het in geuren en kleuren vertoond. in deze meer dan een uur durende ku(l)tfilm. Vergeleken met dit tijdsbeeld is de Feminale Feminatheek maar een slapje. Ook financieel stellen de prentjes niet veel voor. Maar Boon had dan ook geen relaties met Louis "Butchie" Peraino, zoon van de "Pate" van de Amerikaanse maffiafamilie Colombo, die de film producede en er meer dan 600 miljoen dollar mee binnenschoffelde. Als we weten dat dit symbool van de seksuele bevrijding in 1972 in zes dagen in motels in Miami opgenomen was met een budget van 25 000 dollar, dan is dat goed geboerd, zou Boerke Naas, die maar een boer en was, nochtans wel scherp van zin,gezegd hebben. Misschien nog één detail In 1986, verklaarde de hoofdrolspeelster Linda Lovelace voor een commissie dat ze een seksslavin was van haar loshandige pooier-manager en dat veel scènes opgenomen werden met een geweer tegen haar hoofd. Wat bij Boon zeker niet het geval was. Ander pikant detail: zowat een kwartier heb ik het uitgehouden om naar de rolprent te kijken, maar toen kwam het mij echt de strot uit. Anderzijds vermoed ik zo halvelings dat Boon beslist van heel de prent zou hebben genoten, terwijl zijn Jeanneke in de keuken een worstje voor hem aan t bakken was. -Lowie, wat zijde nu weer aan t doen? -Naar ne film aan t kijken, Jeanneke. -En dat gelurk allemaal, wat is dat? -Ach, vrouwke, das mijn pijp.
Ik lieg wel eens voor de goede zaak, of uit puur genot, maar ik wéét dat ik lieg, liet Hugo Claus zich ooit ontvallen. (Humo, 21.10.93) En een paar jaren voordien had hij in hetzelfde blad al een verklaring gegeven van zijn wel eens leugenachtig gedrag: Ik kan me heel goed van leugens bedienen en ik denk dat een mens zonder leugens niet in staat is overeind te blijven. Zodra hij het huis uitkomt moet de mens zichzelf allerlei leugens wijsmaken en moet hij ook met een leugenachtig gedrag de gemeenschap tegemoet treden. De leugen is de basis van het menselijk gedrag, ja, we liegen doorlopend. Misschien is liegen een te sterk woord, je zou ook kunnen zeggen dat we theater spelen, dat we ons in rollen verplaatsen. (Humo, 27.09.90) Toen de dd. interviewer, Martin Coenen, opmerkte dat hij in het verleden vaak op dezelfde vragen totaal verschillende antwoorden had gegeven, gaf hij als uitleg dat het zo vreselijk is om almaar op dezelfde vraag hetzelfde antwoord te moeten geven. U moet het zo zien dat ik altijd een mandje met antwoorden klaar heb, en daar pik ik dan iets uit. (ibidem)
Uiteraard betekent dat niet dat we Claus een patente leugenaar zullen noemen. Wat we wel kunnen stellen is dat hij een poseur was. Het liefste wat hij deed was een mythe te weven rond zijn persoon. En dat lukte hem perfect: de mediamensen speelden zijn spelletje in concurrerende gretigheid mee en lieten zich zonder tegenpruttelen door de Meester manipuleren. Zodanig zelfs dat zij, net als hijzelf, op de duur al die gecreëerde mythes ook gingen geloven. En ze onderhielden. Zo kwam het dat een weekblad als Humo geen jaargang liet voorbijgaan zonder minstens één artikel of interview aan Claus te besteden. Een dagblad als De Morgen deed het wellicht nog beter, maar dat had dan ook zesmaal zoveel kansen om een plaatsje toe te kennen aan het monument. De gebruiksklare journalisten van deze edities pasten dus perfect in de volgende uitspraak van hun Meester: Als er al van mythologisering sprake kan zijn, dan is ze voor honderd procent het werk geweest van mensen die er enige baat bij hadden om een mythe rond mijn persoon te creëren. Ik heb me daar niet tegen verzet, wat weer wat anders is. (Humo 03.11.94)
Ach, die mythebouw, hoeveel auteurs proberen niet hetzelfde te doen? Een typische schaalvergroter is Jef Geeraerts. Iedereen kent hem als de bronstige stier, de grizzlyjager, de behaarde bosjesman, de jezuïetenvreter, de kolonisator die al neukend de Kongo een hogere beschaving bijbracht. Het streefdoel van Jef is tot op bejaarde leeftijd geweest zowat de Vlaamse Hemingway te worden. Een beeld dat zo sterk afsteekt tegen zijn toch wel schriele stemmetje, dat het steeds weer mijn lachlust opwekt(e). [Zoals ik ook telkenmale een poepje leute heb bij het zien van zon grijze, kaalkoppige scoutsleider die in korte velours door de Dapperstraat rukt terwijl de bungelende kwastjes op en neer wippen tegen zijn witte Louis-Quinze-benen.] Is het een toeval dat Jef, net als Hugo overigens, zo vaak, en zelfs bij regenweer, zijn ogen achter een zonnebril verbergt? Ik weet het niet, maar wat ik wel weet is dat wie zijn ogen verbergt, zichzelf verbergt.
Mijn hartje is een stalleke
Maar het ging toch over Claus, niet? Zoals alle BAs (Bekende Auteur) is ook Hugo gehuld in een damp van charismatische mythes. Vooral over zijn jeugd hangt nogal wat Konfabulation und Dichtung, die de nochtans geleerde perfessor Georges Wildemeersch, leider van het Studie- en Documentatiecentrum Hugo Claus aan de Universiteit Antwerpen, als Wahrheit und Echtheit in zijn Clausbiografie opneemt. En dan heb ik het niet over het feit dat Hugoke van de bisschop van Brugge de toestemming zou hebben gekregen om zijn eerste communie te doen toen hij amper vier jaar (!!!) was. Het is immers altijd mogelijk dat Monseigneur Lamiroy de bijzondere eigenschappen van het pagadderke had opgemerkt, zodat hij daartoe de dispensatie gaf. In 1955 verklaarde Claus overigens zelf dat hij van dat hoogst uitzonderlijke voorrecht genoot omdat hij op die leeftijd al het verschil kende tussen goed en kwaad, iets wat hij sindsdien evenwel alweer vergeten was. (France Soir, 1955) Op het fotootje dat ter gelegenheid van zijn voorbarige Heilige Communie gemaakt werd, zien we het kleine Clauske, met een schattig matrozenpakje aan en met gebreide kniekousjes over zijn gekruiste beentjes, tegen een protserige pilaar leunen, terwijl hij ons met een verzaligde blik aankijkt, wellicht nog denkend aan het versje dat op zijn santje stond en in hem de latere poweet deed ontwaken:
Scappato di casa a quattordici anni
Ook over de studies van Claus laat Wildemeersch een waas van geheimzinnigheid hangen. Zo zou de toekomstige Meester, alweer op 4-jarige leeftijd, in het Pensionnat Saint-Joseph te Aalbeke begonnen zijn aan het eerste studiejaar, terwijl we allen weten dat een doordeweekse dreumes aan zijn Lager Onderwijs begon (en begint) vanaf 6 jaar. Als 10-jarige werd hij dan, nog steeds volgens de Clausoloog, voor het 7de (??) leerjaar ingeschreven aan het Sint-Amands-college te Kortrijk.
In de humaniora verliep het allemaal een ietsje minder vlot. Tijdens het schooljaar 1942-43, amper 12 jaar zijnde (!!!), zou hij al wel in de 4e Latijnse (nu 3e jaar humaniora) gezeten hebben. Hij behaalde er 65% van de punten maar slaagde niet voor rekenkunde, zodat hij het jaar daarop de 4e Latijnse moest hernemen, maar helaas weer fleste hij voor wis- en natuurkunde. Idem dito in 1944-1945, maar nu gebeurde het aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze, waar hij ook voor goed gedrag, vlijt en stiptheid grandioos flopte.
Een van de redenen waarom zijn studies niet wilden vorderen, was wellicht het feit dat hij, naar hij zelf getuigt, vanaf zijn 13-14de jaar herhaaldelijk van huis wegliep. En dat weglopen was niet zomaar om een namiddagje wat vogelnesten te gaan roven of braambessen te plukken in de bossen van Vlaanderen. Neenee, Hugotje liep meteen ver genoeg weg: onder meer naar Duitsland, schrijft de perfessor. En daarover weet de Meester later verhaaltjes te vertellen, die elkaar wel wat tegenspreken, maar alla, het klinkt leuk in de oren
We citeren:
1) (januari 1955, in Fiera Litteraria) Ik ben geboren in Brugge. () E scappato di casa aci anni. () Op mijn 14e ben ik van huis weggelopen, verborgen in een van die treinwagens die ons huis passeerden. Ik vond werk nabij Stettin, waar ik het weinige dat ik tijdens mijn schooljaren had geleerd vergat, en ik kreeg er de taak het graan te oogsten. Ik keerde na korte tijd terug naar mijn vaderland.
2) (april 1955, in Arts) Ik ben niet van Gent, ik ben van Oostende. () Op mijn elf jaar dacht ik veel geleerd te hebben en ben ik naar Duitsland gevlucht. () ik heb op het veld gewerkt. Na zes maanden zijn ze me komen terughalen.
3) (maart 2004, in Humo) Je had een organisatie, de Erweiterte Kinderlandverschickung, die kinderen de mogelijkheid bood een beetje aan te sterken in Duitsland. Ik kwam terecht in Mecklenburg.
4) (1983, in Het verdriet van België) Louis Seynaeve verblijft bij een familie in Strelenau. Daar wachtten hem sport en volksdans, knutselen en lekenspel, natuurleven en troepdienst. Na 26 dagen brengt de organisatie hem weer naar huis.
5) (16 maart 2004, geciteerd in Humo) Toen ik vijftien was, ben ik thuis weggelopen, in het gezelschap van een oudere dame. Ze was om en bij de 28. () Ze was een vriendin van mijn moeder, ze was weduwe geworden, haar man was in Duitsland omgekomen en ze stortte zich op mij. Ik had toen een huisje in Sint-Martens-Leerne, en dat betaalde ze, en ze nam me mee naar feestjes, dure restaurants, leerde me wijn drinken. En leerde me ook de wellust zoals ze moet worden bedreven.
6) (1997, in Hardtalk, BBC) Ik was in feite maar dertien, maar dat heb ik nooit durven vertellen
Die Erweiterte Kinderlandverschickung
Het is niet zo eenvoudig om uit dat kluwen van waarheid, halve leugens en puur verdichtsel de historische feitelijkheid te destilleren. Persoonlijk zou ik opteren voor verhaal nr. 3. Ik verklaar me nader
De (Erweiterte) Kinderlandverschickung was een organisatie die aan kinderen van Duitsgezinden de gelegenheid bood om een vakantie door te brengen in Duitsland. Ongetwijfeld heeft ook vader Claus, die als kleine collaborateur zijn drukkerij ten dienste stelde van het nationaal-socialisme en na de bezetting tot in 1946 werd opgesloten in een interneringskamp, tot die bevoorrechten behoord. Dat is heel wat anders dan van huis weggelopen, verborgen in een van die treinwagens die ons huis passeerden. Of de kleine Claus daarmede in Mecklenburg of Strelenau terechtkwam, is helemaal niet belangrijk.
Een reden te meer om dat verhaal te aanvaarden is het feit dat alle inschrijvingen voor die jeugdvakanties verliepen via het NSJV, waarbij Claus in de oorlogstijd aangesloten was. De Meester zelf minimaliseert dat lidmaatschap op de volgende wijze: Toen ik een jaar of dertien was, ben ik een paar maanden lid geweest van de NSJV de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen. Volgens hem zou het dus slechts voor een paar maanden in 1942 geweest zijn. Volgens Professor Wildemeersch van het Claus Centrum was hij zelfs in 1944 nog lid van de NSJV. In zijn biografische schets lezen we: 1944. Is lid van de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen (N.S.J.V.). In het Halfmaandelijksch Order van april 1944 krijgen enkele leden een eervolle vermelding 'wegens hun inzet (hulp bij reddingswerken) te Kortrijk na de terreuraanval' van de Geallieerden. Voor 'de kameraden A. Callens, A. Ghekiere en H. Claus' is er een bijzondere vermelding 'voor wacht en hulp'.
Een Hitlerjugenddolk
Dat het linkse boegbeeld Claus daar niet zo graag over sprak voordat hij in Het verdriet van België zijn verleden van zich afschreef, is best te begrijpen. En zelfs na Het verdriet probeert hij er een mutsje over te breien. In 2004 fabuleert hij nog (cursief van FD): Mijn vader werkte voor een katholieke hulporganisatie. Als het luchtalarm dan over was, trok hij er onmiddellijk op uit en nam mij mee. Tientallen doden zag ik per keer. Sommigen met de darmen eruit, afgerukte benen. Soldaten hebben liggen sterven in mijn schoot, schreeuwend van de pijn. ik heb doden gezien met benen eraf, armen eraf, zonder hoofd. En dan wilde mijn vader nog dat ik hielp om die brokstukken, die gillende verminkten in wagen te laden." (Humo, 16.03.04)
Toch had hij in 1983 reeds gezegd: Ik liep met een Hitlerjugenddolk rond (1983, geciteerd in Humo 16.03.04). Ook deze bekentenis roept vragen op. Hoe kwam hij aan die dolk, die behoorde tot de standaarduitrusting van de Hitlerjugend? Ik kan me niet voorstellen dat hij die zomaar zou hebben gekregen van een of andere Hitlerjongen die bereid was gevonden om een zo substantieel requisiet van zijn uniform te ruilen voor een zakje knikkers zeg maar. Was Hugo dan misschien zelf aangesloten bij de HJ Vlaanderen, die op 15 oktober 1943 werd opgericht en waarmee het NSJV nauw ging samenwerken? Het is uiteraard maar een vraag, maar wel een die zichzelf opdringt wanneer men alle elementen naast elkaar zet.
Die dolk komt ook elders ter sprake. Op het eind van de oorlog, toen België al bevrijd was, zou hij die in het kamp van de Canadezen hebben geruild voor een vechtmes van de Amerikaanse Marine. Niet alleen hijzelf maar ook Etienne Thienpondt, eveneens ex-N.S.J.V.er en zoon van een 'zwarte', met wie hij ook nog na de oorlog bevriend was, vertelt dat. De 15-jarige Claus was inmiddels naar eigen zeggen anglofiel geworden maar wel met een vreemde connotatie: Anglofiel betekende voor mij hoofdzakelijk: het dragen van plusfours en witte kousen. Zazou, hè? (Geciteerd in Humo, 16.03.04). En in 1983 klonk het zo: Ik ging naar de andere kant omdat de Duitsers aan het verliezen waren, ik wilde de kant van de sterkste kiezen. Ik wil niet met verliezers geassocieerd worden, dat zijn bacillen, virussen, daar word je door besmet. () Ratés, mislukte kunstenaars, daar kan ik niet tegen. (Humo, 31.03.83)
Prachtige rijen van gebronsde krijgers
Geef toe, allemaal raadselachtige dingen, zeker voor iemand die Vlaanderen bevrijd heeft, zoals cultuurminister Ansjo het stelde. De NSJV, de Hitlerjugenddolk, het weglopen naar Duitsland, de katholieke hulporganisatie, de anglofilie
Zou het niet eenvoudiger zijn gewoon aan te nemen dat Claus tijdens de oorlog de Duitse sympathieën van zijn vader deelde? Daarmee is nog geen kwaad woord gezegd, want zovele Vlaamse jongens lieten zich misleiden door de nazipropagandamachine, die ook op de preek- en andere stoelen was geïnstalleerd. Uit heel wat uitlatingen van de Meester klinkt overigens een toenmalige onverholen bewondering op voor die prachtige rijen van gebronsde krijgers die uit het oosten kwamen: Als de Duitsers marcheerden, zag ik een soort ballet, en als ze zongen, zongen ze puntgaaf. Het was een geweldige machine. En ze waren vriendelijk voor de mensen, beleefd. Hun discipline had een vorm. (1998, geciteerd in Humo 16.03.04) Moeten we misschien in die bewondering het antwoord zoeken op de vraag waarom hij thuis wegliep: Ik was een opgeschoten jongen en had iets van: kon ik maar met ze mee. (1983)
De jonge Claus bleek alleen maar afkeer te hebben van de geallieerde legers, dat blijkt duidelijk uit zijn woorden: De Duitsers waren jong, gebronsd, ze droegen prachtige uniformen met een doodskop op de pet. Zon man in zwart leer die in een tank zat en voor zich uit keek, de verte en de toekomst in, de blik op Engeland gericht dat waren ridders. Ze waren heel voorkomend, vrolijk, gedisciplineerd, er kwam een totaal ander ras binnen. Daarvóór had je in die uithoek van West-Vlaanderen al de Fransen, dat stelletje ongeregeld. Halve negers, Senegalezen. Dat was toch een rotzooitje. (Humo, 31.03.1983) - De Engelsen, dat was niks: scheve, platte helmen, sigaret in de mondhoek, slordig. De Fransen ook: brallerig, wijndrinkend, met ook nog Senegalezen erbij, nou já - winkels binnendringen, vrouwen lastigvallen op straat, dat kon toch helemaal niet. Dus toen die prachtige rijen van gebronsde krijgers kwamen, was dat schitterend. Ik was een opgeschoten jongen en had iets van: kon ik maar met ze mee. (1983, geciteerd in Humo 16.03.04)
Avenue Louise nr. 453
Nee, al die mythes die rond Claus geweven zijn, laten wij er in naam van de literatuur komaf mee maken. Zo is er ook nog het verhaal van de ontaarde boeken die hij in handen zou hebben gekregen. In het biografietje van professor Wildemeersch lezen we: 1943. Krijgt via kennissen een hele bibliotheek door de Duitsers in beslag genomen 'ontaarde' literatuur in handen. Komt in contact met auteurs als Henri Barbusse, Ilja Ehrenburg, Lion Feuchtwanger, Klaus en Thomas Mann, Alfred Neumann, Jules Romains, Jakob Wassermann en Stefan Zweig.
Het zou, volgens het getuigenis van de Meester zelf in het radioprogramma Vriend en Vijand, op de volgende wijze gebeurd zijn Een kennis van vader, een Vlaamse Wachter, moest een huis bewaken aan de avenue Louise te Brussel. Hij vertelde dat ze daar een kelder vol boeken hadden. Mijn vader en ik gingen erheen, en inderdaad: boeken opgetast tot tegen het plafond, je liép over boeken. Het waren allemaal entartete schrifturen (). Die Vlaamse Wachter heeft ons daar een nacht lang opgesloten. s Ochtends verlieten wij met zware valiezen het pand. () Wat ik die nacht in die kelder heb aangetroffen, sloeg alles. En dan specificeert hij: Aldous Huxley, Hans Arp, Klaus Mann (Flucht in den Norden), en vraagt om er nog een paar namen aan toe te voegen, nl. Stefan Zweig en Lion Feuchtwanger.
Jaja, dat genietje toch. Amper 14 jaar en dikke Duitse, Franse en Engelse kanjers lezen. In de oorspronkelijke taal wel te verstaan, want toen ik bij Klaus Mann () in het boek Flucht in den Norden over sein ragendes Geschlecht las, bracht me dat in alle staten (Vriend en Vijand). Een ander leugentje voor de goede zaak zal ook wel geweest zijn, dat Claus en zijn zotte vader zich lieten opsluiten in de kelders van het hoofdkwartier van de Gestapo - want dat was het huis aan de Avenue Louise - en dat ze de volgende morgen, beladen met zware valiezen, het pand weer ongehinderd konden verlaten. Het feit dat Claus pas een paar jaar later zou hebben ontdekt dat het gebouw van de Geheime Staatspolizei was en dat de zonderlinge geruchten (), het geschreeuw en het gestamp die ze hadden gehoord, afkomstig waren van de gefolterde gevangenen, dikt de onwaarschijnlijkheid van het hele verhaal nog aan.
Frans Depeuter
P.S. Wie het Averechts dossier Hugo Claus helemaal wil lezen, neemt contact op met depeuter.frans@telenet.be
De Zevende Dag van 02.02.08 was er weer een van vier en een vogeltje.
Het aaitem dat mijn keteltje het luidst deed fluiten, was het optreden van Anneke Provoost, je weet wel: dat gebrilde dametje uit de Westhoek, dat in 2007 samen met Peter Verhelst de senaatslijst van Groen opfleurde. Anne heeft wel niet zon robuuste kin als den Tienne van hierboven, maar haar taal klinkt minstens even vanzelfsprekend. Tja, dat heb je met die auteurs die dank zij de genereuze push van het VFL vertaald worden in het - hou je vast! - Afrikaans, Catalaans, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Litouws, Macedonisch, Noors, Pools, Portugees, Sloveens, Spaans, Turks en Zweeds.
Na het curatorenschap van Tom Lanoye in 2007 is het de beurt aan Anne om het literaire festival Zogezegd in Gent van Radio 1 en Boek.be in goede banen te leiden. Zo zal ze op 4 april de Fenomenale Feminatheek van L.P. Boon tentoonstellen, uiteraard in de Vooruit. De cruciale vraag zal zijn: Wat hebben fictie, chocolade en erotiek met elkaar te maken? Op dit, of beter: op hét literaire festival van de verbeelding zal in aanwezigheid van meer dan dertig schrijvers, van alles gebeuren met chocoladen boeken (!!), grote idealen, vieze liedjes, Oude Schrijvers, estafettedebatten, en ga zo maar voort.
Nu moet je weten dat die Fenomenale Feminatheek niets anders is dan een paar fenomenale schoendozen, maat Lowie, vol vrouwelijk bloot. Jaja, in plaats van het Parochieblad te lezen, zat de zelfverklaarde Viezentist elke avond, terwijl Jeanneke naar Schipper naast Mathilde zat te kijken, aan de keukentafel prentjes van blote madammen uit te knippen. (Wat zijde aan t doen, Lowie? Ik ben met kunst bezig, Jeanneke!). 22 000 (!!!) keren hanteerde hij de schaar en bovendien nummerde en ondertitelde hij de tieten korfjes en andere unieke attributen van het mooiste dier ter wereld: de vrouw met naam, datum en af en toe een paar woordjes commentaar (à la Spaanse meisjes, met rechts frappante gelijkenis met Anne Karenina). Zoals elke verzamelaar verdeelde hij zijn catalogus in rubrieken: Het naakt verovert de straat, Het ondergoed, De soorten bosjes, Ontbloten en versieren der tieten, enz. Over die ongelooflijk belangrijke bezigheid schreef hij: Het is leuker dan pijpen of paraplu's uit alle landen van Europa bijeen te brengen", wat we op zijn woord geloven, hoewel het niet zo duidelijk is of Lowie hier pijpen als nomen of verbum gebruikte.
In okober 2004 werd een selectie van 300 van die bidprentjes ook al eens tentoongesteld in het Letterkundig Museum in Den Haag, naar aanleiding van het verschijnen van een boek met dezelfde sublieme inhoud, dat verpakt zat in een triplex doosje waarop een sticker was aangebracht: Verboden onder de 16. Het boek, bestond uit twee delen: Fenomenale feminateek en Koninginnenmet kronen van karton (dat in 1958 door de uitgeverij De Vlam in Gent ook ook al eens de wereld werd ingestuurd). Toen aan Herman Brusselmans, die toch ook een en ander afweet van snuif- en melkdozen, gevraagd werd of het hier ging om een ware revelatie of om ordinair viezentistenwerk, zei die: Nu gaan zeggen dat die blootplaatjes tot zijn oeuvre behoren, is volgens mij bullshit.
Maar daar gaat Groene in-het-Afrikaans-Catalaans-Deens-Duits-Engels-Fins-Frans-Litouws-Macedonisch-Noors-Pools-Portugees-Sloveens-Spaans-Turks-en-Zweeds-vertaalde Anne, absoluut niet mee akkoord. Ah nee, zoiets moet je bekijken vanuit het literaire standpunt, zegt zij. Het is een tijdsdocument dat omstandig becommentarieerd is door een van onze grootste schrijvers. Het is een fenomeen met cultstatus. Voor Boon was het een haast wetenschappelijk project over de vrouw, die met alle recht het mooiste dier op aarde mag genoemd worden, (en aan wie) in haar naaktheid, open en bloot, geen enkel ernstig werk werd gewijd. (De door Anne aangehaalde woorden komen uit Boons essays.).
Ook in het Provinciaal FotoMuseum van Antwerpen was een plan opgesteld voor zon exhibitie (sic, alsof Anne te allen prijs de link wou leggen met een verwant woord). Maar nu is daar toch wel een député uit de Kempen, excuseer als ik denigrerend klink - aldus een socialistische burgervader, die in een peperdure loft woont en onlangs een brave blootposter deed verwijderen uit de brandweerkazerne, waar ook wel eens moslims langskomen, - die het lef heeft om die hele blootwinkel uit het museum te weren zeker. Vaneigens is het een tsjeef, een gebaarde nog wel, die bovendien de naam Helsen draagt, en die kent sowieso niks van kunst. Die staart zich alleen maar likkebaardend blind op al die tieten natuurlijk. Dat er tussen die blotigheden ook materiaal zit dat serieus de pedofiele kant opgaat, is uiteraard maar een uitvlucht voor het licht der Kempen, bloklettert Yves Besmet in De Morgen, want het betreft hier een haast mythisch erotisch verzamelwerk en een historisch-literair fotodocument zonder weerga dat instrumenteel is om het werk en de demonen van Louis Paul Boon te kaderen!!!!
Het gevolg van Helsens beslissing liet zich raden: een storm van protest vanuit het progressieve (stedelijke, opene, wulpse, nieuwsgierige, dixit Yves Desmet) Vlaanderland en surtout uit Aantwaarpen zelf vaneige. Maar ook Lier liet zich horen, bij monde van Stefan Brijs. Die wil zelfs de 2480 euro prijzengeld, die hij onlangs als winnaar van de Prijs voor Letterkunde van de provincie kreeg, terugstorten. Hoewel we wil lezen en dus in feite nog niet weten of hij het ook zal doen, is het hoe dan ook een dapper gebaar. Al even dapper als het optreden van Anne Provoost in De zevende dag, die zich geschokt voelde door de censuur van Taliban Helsen.
En die vond dat ook kinderen moeten worden toegelaten op de exhibitie. Hoewel ze er in één adem aan toevoegde dat haar spruiten bij het zien van de al die vlezigheden zouden roepen: Aakes, ik wil dat niet zien. Ja, die ambetante kinderen toch, hè.
In De Morgen kakte, zoals gezegd, ook het Geweten van Vlaanderen, zijnde Yves Besmet, zijn zakje vol. Het licht der Kempen, zo noemt hij député Helsen in zijn schimpschrift. En verder vertolkt hij zijn haat door kwallificatieven te gebruiken als grote verlichte geest,archaïsche idiotie en nog meer van dat fraais. De kale dictator eindigt zijn hoogstaand proza met de oproep: Ontneem hem nu, onmiddellijk, iedere verantwoordelijkheid over cultuur, wegens ronduit misdadige bekrompenheid. En tegelijk zwengelt deze progressieve geest de hele Kempen door zijn tolerante molen. Hoe durft die vleesgeworden bekrompenheid der Kempen, dat benepen puritanisme de wet dicteren aan geniale kunstkenners zoals hij!
De hypocrisie die de Besmetten aan mensen als député Helsen verwijten, slaat als een boemerang op henzelf, laat dat duidelijk zijn. Wie op de blootprentjes van Boon artistiek wil kleven, weet van huichelen meer af dan een vos die in het hoenderhok wil gaan slapen. Een mythisch erotisch () fotodocument zonder weerga, jaja, van kust de kont van t vogeltje dan krijgt ge een pluimen smoeltje. Is het een toeval dat de roepnaam van Besmet gelijkt op die van die Verschrikkelijke Russische tsaar, die de architecten na de bouw van de kathedraal van Sint Basilius blind liet maken om te voorkomen dat ze ooit nog iets mooiers zouden bouwen? Het is maar een vraag als een ander natuurlijk.
Het clubblad van Ivan levert overigens zelf een perfect bewijs van die schijnheiligheid. Tot vrijdagmiddag 31.01.08 was er op de website van De Morgen een link te vinden naar opmerkelijke beelden uit de beruchte Feminateek, zoals een bijeenkomst van valse paters en blote wijven of een naakt maagdje van een jaar of zeven in het water. Twee dagen later was die reeks reeds vervangen door een wat minder brisante, zeg maar onschuldiger serie naaktfoto's, waaronder geen neukende monnik of badend nimfje meer. Alleen nog een gelingeriede pin-up die aan een van haar tepeltjes voelt, een ongelingeriede minder jeugdige baadster die de bruisende branding aan haar voeten staat te bestuderen, een zwaar geborste dame die je, vanop een leeuwenvel met opengesperde muil, uiteraard in voordelige (vooroverhangende) positie, smachtend aankijkt
Het spreekt vanzelf dat ook Humo zijn duit in Boons zakje moest doen. En dat die andere namaakpaus de gelegenheid niet zou laten liggen om zon verrekte tsjeef tussen de pisbloemen te zetten. In nr 3518 doet ook hij voorbeeldig zijn potje vol: Boons Fenomenale Feminatheek kán geen kunst zijn; ze bevat slechts uitgeknipte plaatjes ? Wie deze stelling durft te huldigen (), degradeert zichzelf tot minder dan een mosselpot. Zelfs een omgekeerd urinoir weet beter. Aldus Tommeke van Allesmoetkunnen.
Uiteraard laat hij hierbij ook de term Goed Fatsoen vallen, voorzien van de nodige hoofd-letters om spottend aan te geven dat het wel degelijk om een kwaadaardige ondeugd gaat. Waarbij ik de bedenking maak dat het misschien toch wenselijk is voortaan de term goede smaak te prefereren, teneinde ons grootpratertje op het juiste spoor te zetten. Het is inderdaad erg wanneer over het Correcte Fatsoen gepredikt wordt door iemand die als zijn prioriteit nastreeft om van Antwerpen dehomohoofdstad van Europa (sic) te maken, - waarmee ik niets anders bedoel dan dat zon etiket absoluut niet kan optornen tegen titels als pakweg Paris, la Ville de Lumière of Roma, la Sancta Città. (De respectabele andersgeaarden die ik in mijn vriendenkring tel, scharen zich overigens geenszins achter het streefdoel van het schreeuwlelijk provocantje, dat in al zijn gelijkhebberigheid denkt met zulke uitspraken de homoaanvaarding te bevorderen.)
Maar goed, nu over naar Depeuter. Wat denkt die benepen Kempenaar daar zo al van? Wel, die Depeuter heeft een ruim deel van de Feminatheek begluurd en vindt dat ditmaal zelfs Brusselmans gelijkheeft: de fenomenale blootplaatjes zijn inderdaad blootplaatjes, die een ouder wordende, door eros geobsedeerde eenzame man verzamelde zoals een ander bidprentjes of wijnetiketten collectioneert. En ik heb er niets tegen dat men zich daarmee bezighoudt, het mag zelfs op ludieke wijze gebeuren. Ook ik heb lang geleden als puber wat (destijds) gewaagd spul uit Ciné-Revue gescheurd en in Flink en Voornaam, mijn wellevendheidshandboekje jaja, toen bestond zoiets nog! verstopt tot zich een gunstiger gelegenheid voordeed, maar er is geen haar om op het even welke plek van mijn vege lijf dat er ooit aan gedacht heeft die scheursels als kunst te promoten. Welnu, dat is het in feite wat de Desmetten en Lanoyes doen. Hoewel ik dacht dat fetisjverering alleen nog bij primitieve volkeren voorkwam.
En om alle verdere misverstanden te vermijden (want ik ken die besmette scheeftrekkers): Depeuter heeft ook bijna het hele creatieve oeuvre (behalve de door Weverbergh uitgemolken, zwaar gesubsidieerde en slecht verkochte Boontjes) van El Pee gelezen en vindt pakweg De Kapellekensbaan, Mijn kleine oorlog, De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat, Pieter Daens en ja, zelfs Mieke Maaikes obscene jeugd schitterende werken. Maar dat belet hem nietom met evenveel enthousiasme akkoord te gaan met El Pees zelfverklaring tot viezentist. En dat zet hem zeker niet aan om geparfumeerde kaarsen voor het plaasteren beeld van de Heilige Lowie van Olsjt te branden. Evenmin als hij dat doet voor de beeltenissen van Onze Lieve Vrouw, laat staan van de reeds voor zijn dood zaligverklaarde Ivan of Tom.
Ineens kwam de Bende van de Kempen zich moeien met het formatieberaad. () La flandre profonde zou straks bijten als er te weinig staatshervorming was binnengehaald. // Bendeleider was ene Peter Bellens. Ik zag hem in De zevende dag: zou hij wel gedoucht hebben na het ritje in de huifkar? Aan het matje in de nek was het niet te zien. Nu hebben sloddervossen mijn sympathie, maar dan moeten ze vooral in hun wereld blijven. Tussen champignons. Aan de mosselkar. // Regionale mandatarissen uit de Kempen (). Een enkeling kan het hebben over kerk en staat, maar niet met zijn veertienen tegelijk. Dan wordt het de Purpren hei van Armand Preudhomme. Zakdoekje leggen. // De schande () is dat elke schlemiel nu voor staatsman kan spelen. () Veertien onbenullen uit de Kempen (). Land, instellingen en grondwet herleid tot prostaatpraat.
Zo spoelt ene Hugo Camps zijn onderbroek uit in de kwaliteitskrant De Morgen (27.11.07). Hallo, meneer De Witte! Heb jij de poep van meneer Camps in je ogen gekregen? Of zijn de termen discriminatie en racisme alleen van toepassing als je huid wat gekleurd is? Mag je die achterlijke Kempenaars naar hartelust uitschijten voor rijp en groen? Zou je die Camps, die toch geen toonbeeld van hygiëne is, eens niet verplichten, na het uitspoelen van zijn flanel, zelf een flinke douche te nemen. Liefst met een ontsmettingsmiddel. Bij Avon hebben ze een heel gamma van ontgeurendeproducten, zoals Avon Senses Douchegel Divine Time,of Avon Senses Douchegel Fantastic Day, of gewoon Avon Zeeppompje (zie onder).
Mag ik je even herinneren, meneer de grootinquisiteur, aan de tekst op je website? In België zijn er wetten die discriminatie verbieden op basis van een zogenaamd ras, afkomst, nationale of etnische afstamming, huidskleur, geloof of levensbeschouwing, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap of fysieke eigenschap, leeftijd, fortuin, geboorte, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, ... Jaja, die drie puntjes, daar zitten die onbenullen van de Purperen Hei in.
En een laatste vraagje: stel dat ik een tekstje zou maken over pakweg de Marokkanen en ik zou de cursieve termen van hierboven gebruiken, hoe zou je dan reageren, meneer De Witte? Hoe was dat verhaaltje van die twee gewichten weer?
Het allerlaatste opgeld makend modewoord in onze frisse en verschrikkelijk originele media is het bijvoeglijk naamwoord kinky. De woorden hip of in hebben afgedaan. Zelfs de populariteit van cool en flashy hebben er onder te lijden. Vandaag ben je als BV kinky of je bent gewoonweg niet. Voor wie griezelt van al dat Engels in onze taal, weze uitgelegd dat het begrip staat voor zoiets als sexy, opwindend, prikkelend, ja lichtjes pervers. Maar besef goed: wie griezelt van al dat Engels, is absoluut niet kinky. Niet alleen mensen zijn kinky. Ook toestanden, situaties of dingen kunnen het zijn. Kinky boots, dat zijn lange, zwarte, sexy laarzen zoals die van Saskia De Coster bijvoorbeeld die ik alleen maar noem omdat wij ze allemaal kennen als groot, jong literair talent. En daten met een onbekende, dat is een kinky-situatie. Maar kinky is het interessantste wanneer het over mensen gaat. Wie is er benevens het brutaaltje Saskia nog kinky in ons Beroemde Vlaanderen? Luc Janssen bijvoorbeeld van Studio Brussel en van Lux xl op Canvas. Hij is dat omdat hij het heeft en daardoor, zijn leeftijd ten spijt nog altijd zeer gewild is door jonge vrouwen in het centrum of aan de rand van het culturele mediagebeuren. Daarmee is een belangrijk aspect van - noem het zoals je het wenst - kinky-zijn, kinky-schap of kinky-dom aangeraakt. Je hoeft niet per se heel jong te zijn hoewel dat helpt. Maar je moet in tegenstelling tot de zojuist genoemde schone, grijzende stijlmens, ook niet per se moeders mooiste zijn. Rik Torfs is daarvan een schrijnend voorbeeld. Slim dat het geen aard heeft, sluw als een oude kerkvader, maar mooi? Dan verkies ik veruit de boomlange Ann Wauters, de tweede beste, meest fantastische basketbalspeelster van Europa. Maar Ann is niet kinky, hoezeer ik het haar wel wil gunnen. Rik wel. Getuige daarvan de vuile fragmenten die hij durft te tonen in zijn biechtstoelprogramma Nooit Gedacht. Naar verluidt zou ook Wilfried Martens het hebben. Of althans gehad hebben. Dat kan best, want macht, dat is altijd een beetje kinky.
De drie voorbeelden die ik hier naar voren heb geschoven, mogen dan wel van mannelijke kunne zijn, toch aardt het kinky-dom weliger onder de dames. Bepaalde soorten van dames zijn beter geschikt om kinky te zijn dan andere. Zo zijn zowat alle lifestyle-journalistes van alle boekskes en desbetreffende krantenrubrieken heel kinky. Denk maar aan Annelies Rutten, het slimste mens ter wereld. Hebben ook altijd zeer veel kans om in deze rij te mogen staan: de ex-misses België zoals Goedele Liekens, die heel vaak ongemerkt zit te glimlachen, of Dina Tersago, die het met de boeren doet, de succesvolle sportvrouwen zoals Kim Gevaert, die zo snel loopt dat niemand haar kan pakken, de dagelijkse tv-omroepsters zoals Evy Gruyaert, die in 2007 van alle schermvrouwtjes de stoutste is geworden. Voorts zijn er nog de nieuwslezeressen met oma Thange op kop, gevolgd door lady Lynn Wesenbeeck en mystica Goedele Wachters. Greet Op de Beeck echter mag niet meer meedoen vanwege te veel kleur bekend te hebben. Niet te vergeten zijn de zangeressen zoals het oeverloos Oevelssprekende podiumbeest Natalia, de alle papas verleidende 3 Biggetjes van studio 100 en de niet kapot te krijgen oude doos La Esterella, die naar ik heb horen zeggen een duet overweegt met mevrouw Guido Belcanto uit Turnhout. Heel speciaal ook zijn de praatprogrammaleidsters zoals Frieda, die van geen wijken wil weten, de vlijmscherpe donkere arend Phara en Gerty Christoffels, die godzijdank met een eigen café is begonnen. Op de toneelspeelsters, en vooral dan die uit de soaps, staat geen maat. Neem nu Simmoneke uit Thuis of Carmen van FC De Kampioenen, alias de in Wiekevorst vrijende Loes van den Heuvel. Zo kinky wordt het nergens nog gebakken. Maar laat het mij opnieuw hebben over ernstige kandidaten. Mediafiguren zoals Kelly en haar papa Pfaff en de woeste godinnen Debbie en Nancy zijn net als de blonde elfenprinses en toneelmaakster Pascal Platel incontournable. Dat geldt al evenzeer voor het fotograferende meisje Lieve Blancquaert, levensgezellin van de al even kinky kale knikker Nic Balthazar. Een zeer belangrijke categorie - en daar wil ik mee eindigen - is die der columnschrijfsters, waarvan er naast Saskia herself nog andere beroemde exemplaren zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de bijzonder strak gerestylede Mia DS-barones Doornaert met de doordringende bril. Wie hier jammer genoeg faalt, is Knack-oppergrootmeesteres Tessa Vermeiren vanwege te bevlogen en een te groot verontwaardigingsgehalte, want ergens toch moet het plezant blijven. Maken volgend jaar kans: Mieke Vogels, op voorwaarde dat zij de politiek verlaat, en Margriet Hermans, op voorwaarde dat zij opnieuw wat bijkomt. Zijn zo goed als binnen: ons Damienne en Phaedra Hoste, achterkleindochter van nieuwjaarsconfiturier Geert, tenminste als ze een man vindt. Bij de jongens ten slotte zijn de heren Michiel Hendryckx, Jean Blaute en Wim Opbrouck ernstige kandidaten, tenzij zij er een bende van maken. Blijft de vraag hoe het zit met de maxi cosy redactieleden van dit overmoedige, onbeschroomd sprekende en wild om zich heen schoppend tijdschrift. U mag van mij aannemen dat zij het zijn. Maar u gelieve het stil te houden. Deze daddys hebben al meer dan last genoeg van hun kinky fans.
- dat minister Bert Anciaux laaiend enthousiast was toen hij in Heibel het project (van onze communicatieadviseur Toussaint Boa) las van een literaire carnavalstoet in Pulle of Pulderbos waarin hijzelf de bende aanvoert op een groot wit paard?
- dat hij daarom de carnavalstoeten in Vlaanderen erkende als cultureel erfgoed en er 31,6 miljoen euro voor ter beschikking stelde, waarschijnlijk in de hoop dat hij geregeld zou mogen optreden met zijn groot wit paard?
- dat Heibel zich bezorgd afvraagt hoelang het nog kan duren voordat een gezagdrager met lef de moed zal opbrengen om dat groot wit paard bij de teugels te grijpen en deze karikatuur van een minister te brengen waar hij thuishoort?
- dat ze daarop in Geel niet zitten te wachten?
- dat het SMAK (Stedelijk Museum voor Actuele Kunst in Gent) nu ook de installatie met als titel Geel, rood, blauw, enz van Jef Geys als vermist heeft opgegeven?
- dat ik mij nog herinner dat Jef Geys in de jaren zestig tentoonstelde in de toiletten van de Verbrande Hoeve te Lichtaart?
- dat ik mij onmogelijk kan voorstellen dat iemand een installatie van Jef Geys zou ontvreemden?
- dat de door hemzelf en zijn acolieten verschrikkelijk opgeblazen schilder Luc Tuymans na de brand van het Armando Museum in Amersfoort (vijftig kunstwerken met een totale verzekeringswaarde van 3 miljoen euro opgegaan in de vlammen) de gazet nog eens gehaald heeft?
- dat wij het verbrande schilderijtje Het Bos uit 1979 volgens ene Frank Heirman als een artistiek verlies moeten beschouwen omdat vroege Tuymansen zeldzaam zijn?
- dat wij onnoemelijk blij zijn dat de Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland deze Luc Tuymans in haar Galerij der Prominenten heeft opgenomen?
- dat wij ons overdonderd afvragen welke gouden naamplaten er in die Kamer nog allemaal hangen?
- dat wij hopen dat die koophandelaars toch zeker Jean-Marie Pfaff niet zullen vergeten? En Eddy Wally? En Tom Barman? En Jan Fabre? En Filibert Kalebas?
- dat Jeroen Brouwers de 16.000 euro van de Prijs der Nederlandse letteren een fooi noemde?
- dat hij met dat geld slechts een fles jenever, een nieuwe onderbroek en zaadjes voor in de bloembak kan kopen?
- dat wij vermoeden dat hij wel een goed schrijver is maar allesbehalve een rekenwonder?
- dat hij zich verongelijkt voelt als hij denkt aan de 60.000 euro die Bertje Anciaux schonk aan het meisje Kate Ryan, en aan een café in Brussel, De dolle Mol?
- dat een schrijver met ballen aan zijn lijf toch zo niet begint te jammeren maar vlakaf zegt dat Vlaanderen met een minister van Cultuur zit opgescheept van wie Don Quichote en der Baron von Münchhausen nog heel wat hadden kunnen leren?
- dat wij desalniettemin toch niet twijfelen aan de mannelijkheid van Jeroen Brouwers?
- dat tot onze grote verrassing Patrick Conrad de Diamanten Kogel 2007 gewonnen heeft met zijn boek Starr?
- dat wij dachten dat deze roze poëtaster van weleer al jàààren geleden naar Patagonië verhuisd was om daar een filmpje vol roze olifanten en bultruggen over zichzelf en niemand anders te draaien?
- dat een mens zich toch zwaar kan vergissen?
- dat wij het mochten beleven in het ochtendnieuws van 29 november dat de VRT in Zaventem 150 moslims ging uitwuiven die naar Mekka vertrokken?
- dat het ons verbaasde dat Bertje Anciaux blijkbaar geen subsidies voorzien had voor dit multiculturele project?
- dat op 1 mei ongeveer 15.000 bedevaarders vanuit de Kempen naar Scherpenheuvel stapten?
- dat meer dan de helft van het rode legioen van de VRT wellicht niet eens weet waarom die pelgrims naar daar trekken?
- dat daarom een unieke kans verkeken werd om af te geven op de clericalistische, fascistoïde en racistische bezieling van die pelgrims?
- dat in de Kempen (het gebied tussen Schelde, Maas en Demer) de tv-optredens van Debby & Nancy als de allerslechtste, allerplatste en allerdomste aller landen en aller tijden beschouwd worden?
- dat deze griezelige enormiteiten alleen maar zouden kunnen overtroffen worden doorr als man verklede duos zoals Mieke Vogels & Vera Dua, Katleen Cools & Frieda van Wijk of Martine Cuyt & Saskia de Coster?
- dat ze daar bij de VRT wel niet zullen van wakker liggen?
- dat wij aan dierenarts-auteur Maarten Jagermeester toch eens gaan vragen of hij voor Heibel geen artikel wil schrijven over het verschil tussen een hengst, een merrie, een ruin, een ezel, een vent, een ezelin en een muilezel?
- dat ze bij de VRT nogal zullen opkijken?
- dat het onze generatie in illo tempore ten stelligste ontraden werd onze tijd te verprutsen met strips?
- dat er nu een Vlaamse cultuurprijs, de Bronzen Adhemar, wordt uitgereikt voor het beeldverhaal?
- dat Bert Anciaux, min of meer verkleed als Jommeke, naar de dertigste editie van het festival Strip Turnhout kwam om deze prijs uit te reiken?
- dat s anderendaags een peloton sportmensen bekroond werd op een heus gala in Oostende?
- dat ze Bert Anciaux waarschijnlijk hadden wijsgemaakt dat dit gala doorging in het casino van Middelkerke?
- dat wij alleszins niemand in slobbertrui en met de handen in de broekzakken door het beeld zagen lopen op het tv-scherm?
- dat de travestieten Debby & Nancy echter wel van de partij waren?
- dat dierenarts-auteur Maarten Jagermeester niet inging op ons verzoek een artikel te schrijvenwaarin hij het verschil tussen een vent, een ezel, een ezelin, een muilezel, een ruin, een merrie en een hengst zou uitleggen?
- dat wij, Kempenaars, ons graag verkneukelen bij de stupiditeiten van de Brusselaars?
- dat we ze derhalve het liefst zo dom laten als ze zijn?
- dat wij met eigen ogen op het televisiescherm zagen dat le roi Albert de kladschilder Luc Tuymans het een of ander onnozel ereteken opspeldde omdat hij zon verdienstelijke Belg is?
- dat wij le roi Albert alleen daarom al opnemen in de longlist van kandidaten voor de titel lapzwans van het jaar?
- dat wij met diepe ontroering vernamen dat er onder de Vlaamse schrijvers zoveel lofzangers van DE solidariteit onder de Belgen rondlopen?
- dat wij voortaan een onderscheid moeten maken tussen Vlaamse schrijvers en Belgische schrijvers?
- dat wij vermoeden dat dit onderscheid hetzelfde is als dat tussen niet-gesubsidieerde en wel-gesubsidieerde auteurs?
- dat de gatlikkerij in dit met haken en ogen samenhangende land nog nooit zo weerzinwekkend geweest is?
Gewoon ongecontroleerd winden laten kan iedereen
Hoe zwol ons hart niet van trots toen wij Gazet van Antwerpen, eertijds in de Kempen toch de krant van de pastoors en de kosters en de schoolmeesters en de andere notabelen, het laatste taboe zagen kraken met titels als Winden laten kan iedereen en Ik ga eens wat meer met stront doen!
De primair-narcistisch geïnspireerde taboesloper van dienst was telkens de heer Filip Marsboom. Voor een interview met Gerrit Komrij (naar aanleiding van de publicatie van Kakafonie/ Encyclopedie van de stront) trok hij speciaal naar het Portugese dorpje Vila Pouca da Beira. Daar kon hij ettelijke meters scatologische boeken en pamfletten in ogenschouw nemen. Zolang dit strontboek ontbrak, was de Nederlandse literatuur niet volwassen, vertrouwde Komrij hem toe. En verder: Ik lees alles van Herman (Brusselmans). Zijn fragment over prinses Mathilde die deelneemt aan een kakwedstrijd hoort natuurlijk in dit boek thuis.
Aan het einde van het gesprek wordt de heer Marsboom lyrisch. Heerlijk is het hoofdstuk over petomanie, laat hij zich ontvallen. Gewoon ongecontroleerd winden laten kan iedereen, treedt Komrij hem bij. Een petomaan beheerst de materie. Dat je daar iets mee wil doen, dat is toch grote kunst? Wist je trouwens dat in Amerika cds worden uitgegeven waarop petomanen onder meer kerstliedjes ten gehore brengen? Een echte aanrader hoor.
Vanzelfsprekend trok de heer Marsboom een week later naar het Antwerpse antiquariaat De Slegte, waar Gerrit Komrij enkele hoogtepunten uit zijn scatologische collectie tentoonstelde en waar Luc Zeebroek/ Kamagurka de boel nog wat erger deed stinken met zijn mooiste stront- en kaktekeningen. Het gaat dus over kak, poep, scheten laten en dat soort dingen, bracht Kamagurka hem aan het verstand.
Of hij er nooit aan gedacht had zijn stronttekeningen te bundelen, wilde de heer Marsboom weten. Dat is een goed idee, repliceerde Kamagurka. Misschien met als titel Eigen druk eerst.
Had ook hij van onze minister van Cultuur misschien de wenk gekregen de Vlaamse aan-wezigheid in de etalage van de wereld wat meer kleur en geur te geven?
Een van de meest abjecte figuren uit de geschiedenis was zeker keizer Nero (54 68 n. C.). De grote brand van Rome in 64 was voor hem een heerlijk schouwspel dat hij in vervoering bezong. Toen in Gallië en Rome een opstand uitbrak, liet hij zich door een slaaf doden. Zijn laatste woorden waren: Welk een groot kunstenaar gaat er in mij verloren!
Een toppunt van hoogmoedswaanzin, dacht ik altijd. Nu denk ik dat niet meer. Vergeleken met de strontventen die tegenwoordig tegen elkaar op in de media lopen te veesten, was de decadente Nero een zéér groot kunstenaar.
Ze zullen hem niet temmen, olé, er is weer ne Leeuw in Vlaanderen! Maar in plaats van Leo of Nobel heet hij nu Rick. Met ck, jawel, zoals Rick de Kikker, het dappere en intelligente vorsje, over wie ik op zolder nog een paar leuke stripverhaaltjes liggen heb. Rick en de gestolen gemeentekas bij voorbeeld, met als nevenfiguren de plompe kozijn Padde, de statige burgemeester Drilsma, de eeuwig verkouden agent Snuf en de onderwereldfiguren Tony Ratteketat, Tinus Radt Draaier en Akwa Ratti.
Rick de Leeuw komt (net zoals Rick de Kikker, wiens geestelijke pa Joop Geesink heette,) uit Kikker- of zeg maar Neder-land, waar het krioelt van de kwakers. Een paar eeuwen geleden was het al zo, toen de romantische dichter en verteller Antony Christiaan Winand Staring (1767-1840) op zijn op zijn landgoed De Wildenborch (Vorden) door het gerotel van de vorsen in den plas er zijn nachtrust bij inschoot
"Een kracht die graan zou voên wordt door de bries verslokt. De kruipwilg rooft een gunst waarvan ons ooft zou gloeien. Het zuiglam kan op malse beemden stoeien waar nu de vors in modder wrokt".
Een punkband met biscuitjes
Maar wie is die Rick nu eigenlijk? Volgens zijn website zou hij bekend geworden zijn als zanger van de Tröckener Kecks, een Amsterdamse rockgroep die haar naam ontleende aan een pak biscuitjes. Rick zou daar 20 jaar actief zijn geweest en toen begon hij dus romans en gedichtjes te schrijven. En voor te dragen ook, want dat vindt hij nog veel stoerder dan rock-'n-roll.
En toen hij al 45 was, werd hij ontdekt door onze enige echte Marc Uytterhoeven, die hem via De Laatste Show in Vlaanderen binnensmokkelde. En daar kwam hij dan duurbetaald zijn de op de trein ineengeflanste rijmpjes voorlezen. Enfin, voorlezen is wat veel gezegd, voorbrabbelen zeg maar, want van zijn vuil Amsterdams accent en zijn binnensmonds gereuteteutel verstaat geen éne Vlaam de ballen.
Import uit Holland
Op een leeuw gelijkt De Leeuw wel niet erg. Tenzij misschien met zijn manen die o zo nonchalant voor zijn open wapperen. Of wapperen is eigenlijk niet het goede woord, ze kliederen tegen zijn gezicht, want van shampoo schijnt die Hollander nog nooit gehoord te hebben. (Of misschien kost het teveel, hoewel met die witte producten.)
In De Laatste Show zat Rickie altijd op een quasi-non-chalante manier met zijn ene been onder zijn gat, (misschien om de lucht niet uit zijn anus te laten ontsnappen omdat er anders vanboven niks meer uit zou komen?). En dan neuzelde hij bij voorbeeld zijn nieuwste creatie: Wij, jij en ik, Jij en ik, wij, Jij vooral, Maar zeker ook ik, Wij, jij en ik, Hier samen, jij en ik, Tijd genoeg, Hier voor ons, samen, Voor jou en mij, wij, Jij en ik, samen, wij, Plek zat, Hier voor ons, samen, Voor jou en mij, wij, Jij en ik, samen, wij, Wij, jij en ik, Als nu eens heel misschien, Eerst jij, of ik natuurlijk enzovoort. Dat noemde hij dan poëzie en er volgde gegarandeerd een applaus zonder dat het publiek een vinger verroerde.
Maar alsof dat nog niet genoeg was, gaven ze de ouwe rocker ook nog een eigen programma over de Vlaamse cultuur: De Leeuw in Vlaanderen. Een culturele talkshow, zo heet dat, waarin Rickie in een hyperventilerend tempo en in zijn onverstaanbare koeterwaals zijn vragen afvuurt. Hij wordt daarvoor bijgestaan door Wouter Deprez, niet alleen de slimste, ook de meest complete komiek van het Vlaamsche land (website), die zowat een beetje de onverbeterlijke lolbroek komt uithangen met als humor aangekondigde totentrekkerij.
Vandeloo, nog noo van gehoo
De eerste feestvarkens van De Leeuw waren Dimitri Verhulst en Luc Tuymans. Bij Dimitri zou het gaan over zijn (inderdaad mooie!) boek De helaasheid der dingen, bij Luc Tuymans over god-mag-het-weten. Zo diep ging Rick op Dimitris boek in dat de titel ervan amper werd genoemd? Toen Dimitri de naam van Jos Vandeloo liet vallen, zat De Leeuw daar te kijken als een koe voor een muizenhol. Vandeloo? vroeg hij, ach zo, nog noo van gehoo.
Met de peperdure commerçant-schilde-raar Tuymans, die zopas door de Universiteit Antwerpen met het eredoctoraat was omhangen, verliep het een ietsje vlotter. Die goochemerd kent immers het klappen van de zweep. Toen Rick hem de pregnante vraag stelde: Jij schildert dus? en er geen antwoord kwam, schakelde de culturele talker vlug over naar een nog dieper niveau. Dans je graag? wou die lepe Rickie weten, en de eredoctor repliceerde: Ja, ik dans graag en ik laat ook scheten. Rick vergat zowaar te lachen en boorde voort: Je bent wereldbe-roemd? wat de eredoctor de gevleugelde woorden in de mond gaf: Ja, wel ja.
Over die wereldberoemde kunstenaar kwamen we ook nog te weten dat hij ooit naar een concert van de hiphop-groep Salt n Pepa was geweest en dat zijn fabricaten waanzinnig veel geld kosten. Onlangs bij voorbeeld had hij op anderhalve dag in Amsterdam een muurschildering gemaakt (die een jaartje later overschilderd zou worden) voor de ronde som van 100 000 euro ofte 4 miljoen bef. Als we aannemen dat hij pakweg 18 uur aan het ding arbeidde, lijkt dat een vrij democratisch honorarium van 222 222 bef per uur!
Succes & Volk of Respect & Elite
Maar terug over naar Dimitri, aan wie de dag vóór de uitzending gevraagd werd hoe het geweest was bij de opnames. Nou, zei de romancier, die toen nog niet wist dat de uitzending door alle kranten en weekbladen zou worden afgekraakt, nou, ik moet zeggen: het was goed. Bij de vraag Heeft De Leeuw uw boek gelezen? aarzelde de trotse Dimitri niet om te zeggen: Meerdere malen zelfs. Dat helpt voor een goed gesprek.
Origineel als hij is, laat De Leeuw op het eind van zijn ding de invités kiezen tussen twee dilemma-exits om het in kaarslicht badende decor te verlaten: Succes & Volk of Respect & Elite. Het siert Dimitiri dat hij voor het eerste koos, hij kon ook moeilijk anders met zijn hypervolkse De helaasheid der dingen. De eredoctor-charlatan Tuymans koos met opgeheven hoofd voor Respect & Elite, wat dankzij de extravagante duurte van zijn producten geen enkel probleem voor hem opleverde.
Een soort singersongwriter
In De Standaard (18.03.06) werd van snuggere Ricky een test afgenomen. Op de 10 multiple-choicevragen over Vlaamse cultuur die hem gesteld werden, gaf hij 4 correcte antwoorden.
Voor Wie is de man die zijn haar kort liet knippen? waren de mogelijkheden: de hoofdfiguur uit een roman van Johan Daisne, de geuzennaam van Filip Kowlier, de titel van een film van Lieven Debrauwer, een satirische musical naar De Barbier van Sevilla. De enige die Ricky wellicht kende, was Kowlier, de rapper van de hiphopformatie t Hof van Commerce, die op een gegeven dag een gitaar in handen kreeg en van alteratie ook al een soort singersongwriter werd, en die als dusdanig gemedailleerd was tot ereburger van de stad Izegem. Ricky antwoordde dus: Filip Kowlier is van nature kaal, die kan het niet zijn. Die Debrauwer dan maar.
Op de vraag van wie de versregel is: Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar zee? kreeg slimme Ricky vier namen geserveerd: Guido Gezelle, Paul Van Ostaijen, Karel Van de Woestijne, Ramsey Nasr. Ik gok op Gezelle, een van mijn favorieten. Ik ken enkele van zijn gedichten uit de bloemlezing De dunne Komrij, zei hij. Als ultiem bewijs van zijn Vlaamse-cultuurkennis kan zon antwoord gelden!
De Leeuw in Vlaanderen, jawel. Een Hollandse nitwit die bij ons eens zal komen praten over Vlaamse cultuur. Want dat Rick de Kikker zoveel van Vlaanderen afweet als een os van het kalveren is ten overvloede bewezen.
Stel je eens het omgekeerde voor! Dat Sergio bij onze buurlui de Hollandse cultuur zou gaan betalken.
Blikken potten aan zijn staart
Jaja, die VrrrT, die het altijd heeft over een degelijk cultuuraanbod. En die zich ondertussen niet schaamt om op zijn website uit te klepelen:
Vanuit het Brussels-Galicische centrum La Tentation breekt Rick de Leeuw een lans voor artistieke schoonheid en creatieve durf in Vlaanderen. Aan de hand van pittige gesprekken, spitante reportages, hoogst persoonlijke bedenkingen en opmerkelijke interventies onderzoekt de Leeuw eigenzinnig, gedreven en begeesterd de culturele hartenklop van onze gewesten. () Vol verwondering én bewondering kijkt de Leeuw in Vlaanderen naar zijn gasten en stelt scherpe vragen.
Het moet gezegd: Bij één bewering hebben ze gelijk: De Leeuw in Vlaanderen, dat is 10 weken lang heldenmoed op Canvas. Maar ik vermoed halveling dat ze ginder op de Auguste Reyerslaan 52 daar wel iets anders mee zullen bedoelen dan Frans Depeuter..
Weet je wat ze moeten doen met die importleeuw? Hem een resem blikken potten aan zijn Hollandse staart binden en terug de grens over jagen!
Eigenlijk staan we met minister Anciaux niet zover af van keizer Caligula (37 41 n. Chr.) die zijn paard tot consul benoemde, vertrouwde Jan Goris, de voorzitter van de Vereniging van Kempische Schrijvers, me onlangs toe. Alhoe-wel ik Jan die tenslotte toch doctor in de geschiedenis is en zich bovendien specialiseerde in de Romeinse geschiedenis niet graag tegenspreek, kon ik het ditmaal toch niet laten. En dus protesteerde ik luidkeels
Had Jan dan niet in de krant gelezen dat Anciaux zichzelf allochtonenquota oplegt? Dat hij nog voor juni 2008 in alle deeladministraties onder zijn bevoegdheid (Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel) ten minste één universitair met een etnisch-cultureel diverse achtergrond wil benoemen? In alle adviesraden en beoordelingscommissies moet er dan tien procent Belgen zetelen die in twee culturen zijn opgegroeid: de onze en een niet-West-Europese cultuur. Tegen 2009 gaat hij 2 miljoen euro vrijmaken voor deze interculturalisering. Deze tienprocentnorm wil Anciaux tegen juni 2008 ook bereiken in het Vlaams Fonds voor de Letteren. Voilà! Dat is toch wat anders dan die sotternieën van soldatenlaarsje Caligula. En dat Caligula na vier jaar keizerschap een kopje kleiner gemaakt werd, kan Anciaux niet deren. In 2009 heeft hij er al een tweede Vlaams ministerschap opzitten. Dat hij daarna voorgoed wordt uitgevlakt, heeft zeker niets met Caligula te maken, maar wel met een revival van het gezond verstand.
Wij van Heibel juichen de plannen van Anciaux trouwens met al onze armen toe. Wij zijn al maanden ijverig op zoek naar medewerkers uit een niet-West-Europese cultuur. Ik opteer voor een bosjesman (met blaaspijp en pijltjes die hij in curare dompelt), maar met een indiaan (die met boog en pijl én tomahawk weet om te gaan) kan ik mij ook wel verzoenen.
Ach, ik zal het maar bekennen: we waren ook door het dolle heen toen we vernamen dat Anciaux met veel tromgeroffel verkondigde dat hij een subsidie van 60.000 euro verleende aan songfestivalkandidate Kate Ryan voor de promotie van haar Je tadore, een Kem-pens nummertje kniezwen-gelen. Rancuneuze nijdas-sen waren het die het pervers noemden dat hij zich in de spotlights plaatste bij de gratie van een populaire zangeres. Ik vind het alleen maar jammer dat het niet van op een groot wit paard was dat Anciaux den volke kond deed: Het Vlaamse cultuurbeleid mikt op een zo breed mogelijke waaier. Wij zijn aanwezig op het theaterfestival in Avignon, maar schenken ook aandacht aan populaire muziek. Ik spiegel me graag aan het IJsland-model: een onooglijk klein aantal inwoners speelde het klaar zich serieus te verkopen. Ook Vlaanderen moet topsporters, topkunstenaars of topdansers creëren. Er zullen dus nog talloze initiatieven volgen die ons in de etalage van de wereld plaatsen. Het Songfestival schenkt ons zon podium: 100 miljoen mensen volgen het live op tv. Het is dus logisch dat de Vlaamse Gemeenschap haar steentje bijdraagt. Ja! Deze logica sloeg ons dagenlang met verstomming. Eindelijk een minister van Cultuur die aan de etalage van de wereld denkt en die zelfs onze topdansers daarin een nummertje wil zien opvoeren.
Zeker en vast wil Anciaux in die etalage ook nogal wat Vlaamse stripalbums zien liggen. Anders is het moeilijk te verklaren dat zijn Vlaams Fonds voor de Letteren (!) aan achttien stripauteurs een start-, aanmoedigings- of scheppingsbeurs schenkt. Onder deze letterkundigen (?) worden namelijk in het totaal 47 eenheden van 2.200 euro verdeeld.
Conclusie? Met de spiritist Anciaux staat Vlaanderen duidelijk aan het begin van een nieuwe gouden eeuw. Als we deze rode ridder lang genoeg in het zadel van dat groot wit paard kunnen houden, worden binnen afzienbare tijd de olympische spelen in Vlaanderen ingericht.
Op zijn Weblog schreef Zijne Excellentie Minister van Cultuur Anciaux op 05.05.06 het volgende:
De Dolle Mol is gekraakt door Jan Bucquoy, een crème van een kerel. Jarenlang heb ik er als jonge gast in rondgezworven. Herman Claeys was lange tijd de uitbater. Er was wel altijd iets te doen. Een vrijplaats voor zij (= hen, FD) die het nodig hadden.
Jaren staat de Dolle Mol reeds leeg. () Jan heeft het nu gekraakt. Officieel mag ik daar geen voorstander van zijn. Toch heeft hij mijn volle sympathie. Van de Dolle Mol terug een Vlaamse kroeg maken, waar cultuur en anarchisme elkaar terugvinden, daar zou ik alleen ja op zeggen. De Dolle Mol staat symbool voor () een vrijdenken en een creativiteit om U tegen te zeggen. () De Dolle Mol zou het vrijbuiterscafé van Brussel kunnen worden.
Tot zover Bertje Kirrewit. Als het aan hem lag zouden Brussel en omgeving één groot playparadijs worden. Zaventem een speeltuin waar de kids hun geluidloze vliegertjes kunnen oplaten. Kladderadatsj een windtunnel met bijbehorend ballenbad. Het Vlaams Parlement een poppenhuis waarin de Bosnimf van Zoersel en Rooie Nel het opnemen tegen Karel Zuurpruim. De Dolle Mol een vrijbuiterscafé waar het anarchisme gedijt. Cinema Pathé een exporuimte waar doorlopende vertoningen gegeven worden van de meesterwerken van Jan Bucquoy.
Want die Jan Bucquoy, die crème van een kerel, die levert tenminste kwaliteit. Die doet iets voor de Vlaamse cultuur. Pak nu maar zijn films.
Jan Decleir als frietverkoper?
In La Vie Sexuelle des Belges toont Jan Crème ons de ontwikkeling in de sekshouding van het Belgische volk vanaf de jaren 50 tot eind jaren 70, toegepast op het leven van mister Bucquoy himself. Van zijn katholieke opvoeding in het Vlaamse dorpje Harelbeke tot aan de losbandige seksuele uitspattingen in Brussel. Zijn volgende chef-doeuvre, Camping Cosmos draait rond een Missverkiezing op de thans verdwenen Westendse camping (waar men achteraf het zoveelste naaktstrand heeft willen inplanten). De vrouwelijke hoofdrol, de seksueel onbevredigbare vrouw van de campingbaas, is zo op het lijf geschreven van Lolo Ferrari, die fotogenieke Italienne die haar ongelukkige jeugd compenseerde met extreem opgeblazen borsten (volgens het Guinness Book of Records bijna drie kilo per stuk) waardoor ze 's nachts nauwelijks kon ademhalen, zodat ze ten slotte besloot zelf haar ventiel maar uit te trekken.
De cast wordt aangevuld met o.m. Arno, Jan Decleir (!!) en Herman Brusselmans, die aan Camping Cosmos een toegevoegde waarde geven zoals dat heet. Deze drie topacteurs geven op onevenaarbare wijze gestalte aan een stel frietverkopers die aldoor staan te ruziën. Dat ze daarbij dialect moesten praten, mocht voor Jan Decleir geen probleem zijn, dat is ook de mening van Joop Boomsma, Friestalige misdaad-auteur dy 't op it internet in skriuwersdeiboek byhâldt. Joop zegt: Ien fan de rollen waard spile troch de Flaamse akteur Jan Decleir. In fenomeen! Ik moast daalk tinke oan in útstjoering fan Barend en Van Dorp. Decleir wie gast. Yn in prachtich Nederlâns mei in licht Flaams aksint joech hy syn antwurden. Ynienen frege Barend, yn in Nederlâns mei in licht Amsterdams aksint: 'Welk dialect spreek je nu?' Ik seach de ferbjustering op it gesicht fan Decleir. Dialect? Dialect? Doe snapte er it. Efkes spatte der wat lulkens út syn eagen. Mar hy bleau de hear dy 't er is: 'Ik dacht dat ik gewoon Nederlands sprak'. Deadlik antwurd oan in domme, want arrogante Amsterdammer dy 't gjin gefoel foar taal hat.
Geen film zonder friet, geen seks zonder piet
Voor Bucquoy geldt de stelregel: geen film zonder friet, geen seks zonder piet. De friet-site Friet.be nam van de Crème een interview af waarin gevraagd werd of frieten voor hem belangrijk zijn. Antwoordt die dekselse Jan toch wel: "Zeg maar gerust: essentieel. Het is een complete maaltijd. Ik zal jullie mijn recept geven. Het eerste wat je moet doen is de goeie aardappel kiezen, een bintje bijvoorbeeld. De beste zijn de patatten uit de polders. Na ze geschild te hebben, snijd je ze met een klein mesje in stukken; je moet je friet altijd met de hand snijden want dan zijn ze krokanter. Dan moeten je frieten een eerste keer in het vet, dat een temperatuur van exact negentig graden moet hebben.
Als uitgesproken frieteneter heefJan zich een paar jaar terug ook kandidaat gesteld voor het voorzitterschap van Spirit. Spirit - zelfs Bertje weet niet meer waar de letters voor staan is dé partij van de frieteneters, dat is duidelijk. Hun Vlaamsheid bepérkt zich daartoe als het ware. Bucquoy, Lambert, Fouad Ahidar, allemaal torsen ze een ultradikke pens. En Geert Lambert heeft bovendien zon gekleurd brilletje op zijn neus hangen, zodat hij er uitziet als een brilslang die net een portie opgevulde dwergaapjes heeft uitgelepeld.
RASTI RASTELLI IS ONZE ENIGE HOOP 11 juli een Vlaamse feestdag? In de Kempen was daar niets van te merken. De VRT zond Zo is er maar één uit, een Antwerps liedjesprogramma. Dat werd totaal naar de kloten geholpen door de travestieten Debby en Nancy. Zielig. Met de VRT wordt Vlaanderen nooit volwassen. Ik vermoed dat daar enkele machtige saboteurs zitten van al wat in Vlaanderen beweegt. Quousque tandem?
21 juli een nationale feestdag? Als we de VRT mochten geloven, was het ganse land in feeststemming. We kregen beelden van een defilé in Brussel en van ik-weet-niet-wat-voor feestelijkheden in Brussel. Alleen maar jammer dat geen hond buiten Brussel en zelfs geen kat in de Kempen zich bewust was van iets heuglijks dat moest gevierd worden. Mensen toch!
En elke avond in het tv-nieuws die beelden van limousines die het laantje naar Hertoginnedal inrijden of uitrijden, en telkens weer dat halfopen portierraam met de stompzinnige kop van een Vlaamse lapzwans-lamstraal-sijsjeslijmer die met een beate smoel niets-in-het-kwadraat verkondigt of van een Waalse klaploper-pietlut-kakadoris die met niks-en-nogmaals-niks poogt te bewijzen hoe vlot hij van koeterwaals op koetervlaams kan overschakelen.
Op wat die lachwekkende gewichtigdoenerij gaat uitlopen? Op tafels zonder poten, stoelen zonder zitvlak, geweren met kromme lopen en bovenal! hilariteit verwekkende figuren die totaal ongeschikt zijn voor de ministerposten die zij ambiëren.
Bij het lezen van de krant viel mijn oog toevallig op Vlaanderen is een te kleine Markt, een dikke titel boven een artikel over de fameuze hypnotiseur Rasti Rostelli. Dat is het! flitste het door mijn hoofd. Dat is het! Die man kan dit land nog redden! Die man kan al die tafelspringers netjes op hun stoel doen gaan zitten, die man kan ze doen zwijgen tot hij met de vingers knipt en ze beginnen te kraaien als hanen of te brullen als leeuwen, waarna ze weer braaf de ogen sluiten. Die man kan ze de Brabançonne doen zingen tot ze geen piep meer kunnen zeggen, hij kan ze over democratie doen nadenken tot ze er een punthoofd van krijgen, hij kan ze tot toonbeeld van rechtvaardigheid maken zolang de sessie duurt, hij kan ze gedurende een hele legislatuur onder hypnose houden, kortom: die man kan alles wat zij niet kunnen.
Maar we moeten rap zijn. In september vertrekt hij op tournee naar Zuid-Amerika, Aruba, Curaçao en Bonaire. Komaan, Jean-Luc, Louis, Marc, Steve Komaan, ouwe alligators, op weg naar Holland, naar Rasti Rostelli, de laatste hoop voor dit uiteenvallende land!
MET KLANK GEBUISD, MENEER DE PERFESSOR Nu en dan gaat Brems uitvoeriger in op bepaalde auteurs/werken terwijl tientallen andere(n) - en niet altijd de minst belangrijke! - onder de mat worden geveegd.
Dat het proza en de poëzie van Depeuter en Hannelore niet ter sprake komen, ach, dat zijn we stilaan gewend. Ook Joris van Hulle vond in Ik schrijf zoals ik schrijf. Vlaams proza 1980-1989 geen ruimte voor onze namen - hoewel hij een paar jaar tevoren nog geschreven had: Depeuter, die ik nog altijd één van onze beste, zij het ondergewaardeerde auteurs vind (Boekengids, mei-juni 1985). Jozef Deleu heeft mij, samen met andere klassieke dichters uit zijn Groot Verzenboek gewipt, terwijl Hannelore al in de eerste editie geen plaatsje kreeg. Van Eddy van Vliet, die de (of beter: zijn favoriete) Vlamen met mondjesmaat aan de Hollanders voederde, zoals hij ooit in Poëziekrant zei, moesten de stoute jongens van Heibel uiteraard ook geen heil verwachten. En Paul (zoon van Piet) van Aken oordeelde ons al even overbodig in zijn overzicht van de Nederlandse literatuur, getiteld Letterwijs, letterwijzer (1979). En de kans dat we in een van de boeken van professor Bousset terecht zouden komen, hebben we zelfs nooit overwogen. Schreien, schrijven, schreeuwen: noppes. Woord en schroom: noppes. Grenzen verleggen: nop - o jee, toch wel, mijn hart springt op van vreugde bij het ontdekken van mijn naam onder de titel Romanroman (alsof er ook een romannietroman en een romanbijnaroman zouden zijn); ik citeer: Dat type roman (de romanroman dus, FD) is niet dood, blijkens een boeiend recent debuut van Jos Smeyers (Archipel van de eenzaamheid, 1980) en de talrijke romans na 70 van b.v. Frans Depeuter (De rode cirkel, 1975) en Fons Schoeters (Het orakel van Delphine, 1983). Daarmee is de kous af en zelfs dat ene zinnetje heeft Grote Hugo niet meer uit zijn pen kunnen krijgen sinds 1988, het jaar dat Grenzen verleggen verscheen. Dan bremst Kleine Hugo tenminste al wat eerlijker: hij vermeldt in Altijd weer vogels acht maal Heibel, en de naam Hannelore komt drie keren en Depeuter zelfs vier keren voor in zijn boek, zij het uitsluitend in de Heibelcontext maar alla, we staan toch mee op de schouw.
Merci, Hugo, dank u merci Maar al die anderen, ocharme, die vergeefs naar hun naam zullen zoeken, zoals (ik noem enkele willekeurige namen die me kriskras te binnen schieten): Gie Bogaert, Stefan Brijs, Axel Bouts, Maria Jacques, Frank Liedel, Jos Smeyers, Jaak Stervelinck, Ingrid vander Veken, Jan Veulemans, Herman Vos, Koen Vermeiren, Dirk de Witte, Marc Andries, Rudi Hermans, Patricia de Martelaere, Jozef Vantorre, Paul Lebeau, Rose Gronon, Bart Plouvier, Irina van Goeree en tutti quanti.
Maar ook de doden vinden geen genade bij Brems: hij doodt ze nog eens opnieuw. De naam van Lode Zielens vinden we alleen in verband met een in Zondagspost verschenen in memoriam, waaruit Brems citeert: en hij (Lode Zielens , FD) liep de laatste maanden met geestdriftige plannen rond voor een Hollandsch-Vlaamsche samenwerking, als de vrede eindelijk ook voor het beproefde Nederland zou ingetreden zijn. (De index verwijst ook nog wel naar pagina 389, maar daar vind je niks terug over Zielens!)
Voilà, nu weet je het wel, zeker, wie Lode Zielens was. Die geboren verteller en rasechte Antwerpenaar, die uit een waerekmansbroek van de Paroche van Mizeire geschud was. Nu ken je de sociale betekenis van zijn oeuvre wel, nemen we aan. Nu weet je wel dat het mi-serabele lot van de werkliedenklasse, ondergedompeld in een diepe economische crisis, in zijn geschriften centraal stond. Nu ken je zijn sociaal bewogen Moeder, waarom leven wij? wel? En nu weet je ook dat de band tussen activisme, sociaal-progressistische Vlaams-gezindheid en literatuur niet ongewoon was in het Antwerpen van toen? Professor Brems heeft nu toch overtuigend genoeg aangetoond dat, zoals hij in het woord Vooraf schrijft, er verwevenheid van literatuur met () maatschappelijke en politieke ontwikkelingen bestaat. En meteen begrijp je hoe het komt dat hij slechts twee nietszeggende regels kan besteden aan deze Vlaamsbewuste ex-activist, of niet? Heel simpel: er was geen ruimte meer, want het wereldschokkende feit dat Hugo Claus voor zijn meesterwerk Masscheroen, waarin de bruikbare paljassen Hugues Pernath en Freddy Tevree in hun blote deukhoed op het podium mochten verschijnen, veroordeeld werd tot 10 000 bef boete, eiste bijna een halve pagina op, voilà.
Maar de zielige Zielens had nog dit voordeel: hij was dan wel Vlaamsgezind maar toch nog een (echte!) socialist. Veel erger vergaat het de Vlaamsgezinde katholiek, zeker indien hij aangebrand was in de oorlog. Zoals Filip de Pillecyn bij voorbeeld, die uitsluitend als collaborateur wordt vermeld. Oké, de Pillecyn schreef Hans van Malmédy, Monsieur Hawarden, De soldaat Johan vóór 1945, maar na 45 noteren we toch nog een achttal romans waaronder Jan Tervaert, Mensen achter den dijk, De veerman en de jonkvrouw, Vaandrig Antoon Serjacobs, die toch meer vlees aan de knoken hebben dan pakweg Daeles ondervoede (De) moedergodinnen of Pleysiers spinnewebbenlege (De) kast. Het waardeverschil tussen afgoden als Claus-Boon en de Pillecyn is toch niet zó groot, dachten we, dat de enen resp. 72/54 vermeldingen krijgen en de Pillecyn het heel vluchtig met 2 (twee!) moet stellen, en dan nog om te zeggen dat hij omwille van zijn oorlogsverleden uit de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen werd uitgesloten (33) en om te herhalen dat hij tijdens de repressieperiode zijn burgerrechten had verloren (93).
Nee, ik heb godzijdank nog geen kanker gehad, en mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen ook niet, maar ik heb wel vrienden weten sterven aan dat vreselijke woord en ook bij mijn schoonvader heb ik nachtenlang gewaakt tot de dood zich over hem ontfermde. En als het wettelijk mogelijk was, sloot ik een contract af dat mijn recht op waardig sterven zou respecteren. Ik begrijp nog altijd niet hoe een nochtans Christelijke D&Ver er geen graten in ziet om pril menselijk leven te beëindigen, maar er wel een punt van maakt om mensonwaardig sterven te verlengen? Terwijl het toch duidelijk moet zijn dat zelfs hun God, die volgens mijn beduimelde Mechelse catechismus oneindig goed en barmhartig is en eeuwig en alomtegenwoordig en die hemel en aarde heeft geschapen tot zijn eigen glorie en (toch ook) tot geluk van zijn redelijke schepselen, niet zou willen dat ook maar één van zijn kinderen dagen-, weken-, maandenlang ligt te creveren in helse pijnen.
Maar dit terzijde De actie Kom op tegen kanker is een schitterend initiatief. En dat BVs méér dan alleen maar hun naam verbinden aan de fondsenwervingscampagne van de Vlaamse Liga tegen Kanker en de VRT, daar duim ik voor, ondanks mijn principiële allergie voor dat soort scherm- en straatvervuilers, die al even alomtegenwoordig als de Goede God hun al even ruime alwetendheid aan de kerst- en andere bomen hangen. Ja, ik baal van al die boekskes met al die superlachende gezichten, die de ene dag juichend verkondigen dat ze de man/vrouw van hun leven ontdekt hebben met wie ze oud willen worden enzovoort, en die de maand daarna moeten vaststellen dat ze aan t kakelen waren voordat het ei was gelegd.
Nu ja, gelukkig zijn niet alle BVs even BV. En ze heten niet allemaal Joyce Van Nimmen of Tanja Dexters, er zijn er ook wel die zich niet door een aap laten scheren en hun echte talenten niet laten overwoekeren door hun lichamelijke attributen. Kijk maar naar de Kom-op-tegen-kankerfoto van 2005 met de zedig ontblote Gilda de Bal, Leah Thijs en Liliane Saint Pierre. Al even kies was de affiche met de 2006-dames Martine Tanghe, Chris Lomme en An Nelissen. Het speelse opschrift Laat naar je borsten kijken paste perfect in de actie.
Maar nu, in 2007 Vijf poedelnaakte Bekende Venten, van goede smaak getuigt het niet. Als ik aan de voorgevel van het gebouw van De Lijn in Leuven, een spandoek zie hangen met ene Stan van Samang, naar het schijnt winnaar van de zangwedstrijd Steracteur Sterartiest, die zich in een hoerige pose exhibitioneert, dan flapperen mijn oren. 22 meter breed en 8 meter hoog is het ding. En dan de oproep: Stan vraagt het zich ongetwijfeld ook af: wie wordt de eigenaar van zijn 22 meter brede, naakte lichaam? Wie haalt dit unieke spandoek in huis, of in zijn bedrijf binnen? Jij? Misschien wel, als je er tenminste vlug bij bent, want diegene die voor vrijdag 11 mei, 12 uur, het interessantste bod doet, heeft hem! Sorry, its not my cup of tea.
De andere vier Bekende Venten zullen misschien ook wel ergens te lande hangen te gloriëren voor het goede doel. Alleszins kun je ze bewonderen op de website laatwatzien. Daar staan/liggen/ zitten ze in hun glasblazerskostuum te pronken, bedekt met een soort legoblokjes met een rood bloempje erop. Mits betaling kun je de blokjes wegvinken en puntje bij paaltje komt dan hun bangmakertje te voorschijn. Een leuk spelletje gluren-bij-de-buren, jawel. Stan Van Samang is compleet blootgevinkt, maar op de harige lichaamsdelen van Marc Van Eeghem zijn de vrouwtjes blijkbaar niet zo scheutig. Ook bij Tom Coninx van Studio 1 en Bart Peeters valt nog heel wat te ontdekken, terwijl Peter Van de Veire, die je elke ochtend wakker maakt op studio Brussel, nog maar 18 verdonkeremaande plekjes heeft.
Het doel wettigt de middelen, wist Machiavelli ooit, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat hij met deze uitspraak toch iets anders bedoelde dan dit partijtje strippoker. Hoe dan ook, ik wil maar dit zeggen: wanneer ik met een op springen staande blaas door het stadspark loop en ik waag het om tussen de struiken mijn gulp open te tiretten en met de hand boven mijn Lowieke het overbodige vocht te draineren, en er komt juist toevallig op dat verlossende moment een pandoer voorbij, dan gooit hij mij gegarandeerd de bon op wegens openbare zedenschennis zoals dat nog steeds volgens artikel 383 van het strafwetboek heet, maar op 22 meter bij 8 meter de lucht verontreinigen, dat wordt zelfs toegejuicht. Omdat het voor het goede doel is natuurlijk!
Ondertussen zit ik nog altijd met de vraag wat vijf strippers te maken hebben met Kom op tegen kanker?
Ja, die hondjes van Charlotte, die Dar, Koert, Plume en Pimmetje, dat is me nogal wat! Met hondjes, meer speciaal gladde fox-terriërs type His master's Voice, heeft Lotje altijd al wat gehad. Die extreme voorliefde heeft met haar vroege jeugd te maken. Lotje werd namelijk als baby in de mand gelegd van Pimmetje. Proper is wat anders, maar Pimmetje en ik, wij waren een soort Siamese tweeling, ziet u. Als kind werd Lotje nooit gebeten door honden, integendeel: de honden liepen haar achterna. Later dan gemiddeld begon het Mutsaertje te lopen, want kruipen vond ze veel prettiger en dat kon ze dan ook bijzonder vlug. Pimmetje werd door stoute buren doodgeschoten, en ook Dar en Plume zijn inmiddels overleden en liggen begraven op het dierenkerkhof De Stille Weiden, Bobeldijk 83 te Berkhout.Bezoek dit kerkhof om te zien hoe het in de bloemetjes staat , raadt ze ons aan.
En dan komt ze pas goed los (cursief van FD): Elk jaar rond 15 april gaan we met schepjes, harkjes, schuiers en een gieter naar De Stille Weiden om daar de graven van onze honden te verzorgen. Zerkjes afwassen, letters schoonkrabben, witte steentjes aanharken en van algen (= zeewieren??) ontdoen, onkruid wieden, en tot slot alles in de bloemetjes zetten. () Al die grafjes even mooi onderhouden, één bloemenzee. Tussen die bloemen zie je hier en daar oude speeltjes liggen: een gummi muis, een klosje, een afgekloven tennisbal. Ook wel etensbakjes, verweerde halsbanden, een afgesleten krabpaal, halfvergane mandjes, een verroeste kattenbak. () Als u in de buurt van Hoorn bent, moet u er beslist een kijkje nemen. Goed, een maand geleden dus waren wij daar druk doende met de graven van onze honden, in een heerlijk lentezonnetje. En terwijl mijn man de zerken borstelde, onze huidige hond, Koert, argeloos tussen de graven draafde, en ikzelf lavendel plantte, schoot het plotseling door me heen: je ouders zijn nu al zon twintig jaar dood en niet één keer heb je je verwaardigd om naar hún graf te gaan. Het was of ik mezelf een klap voor mn kop verkocht en ik werd er vreselijk mismoedig van. Het is niks voor mij, ziet u. Ik ben juist erg attent (???)
Niks humanisme, niks goed en kwaad,
En alweer die diminutiefjes! Bij dat nuffig sentimenteel gedoe rond haar hondjes ontbreekt alleen nog wat gesnotter. Zon glanzend slijmerig neusje midden in Lotjes gezichtje, ik kan het me al voorstellen. O jawel, hoor, ook wij houden van hondjes, minstens evenveel en vaak zelfs meer dan van mensen. Wij hebben ook zon diminutiefje gehad, een poedeltje met zwarte krulletjes, dat Brammeke heette en altijd met zijn staartje kwispelde en rotte tandjes had. Ik heb wel niet bij hem in het mandje geslapen en niet uit zijn etensbakje geslabberd, maar hij was een schatje, dat wel. Ik heb hem verzorgd alsof het mijn kindje was, en nadat ik hem na twee kankeroperaties in mijn armen had laten doodspuiten terwijl hij me met zijn diepzwarte vertrouwensvolle ogen aankeek, ben ik er lange tijd niet goed van geweest, en nu nog ontroert mij die blik met dat eindeloze vertrouwen erin, dat ik verdomme verraden had. Maar er is een maar
De werkelijkheid is nu eenmaal de werkelijkheid, en die dek je niet onder met een zerkje en een bosje lavendel. De werkelijkheid is eindeloos meer dan een dood hondje, het is bij voorbeeld ook mijn vader en moeder die ik als enige heb zien en helpen sterven, het is mijn jeugdvriend die zijn nek gebroken had bij het duiken op dezelfde plaats waar hij mij een paar jaar tevoren van de verdrinkingsdood had gered, het zijn twee van mijn beste vrienden die plotseling van een gebroken hart gestorven zijn op nieuwjaarsdag 2006, het zijn al die kale kankerpatiëntjes die de cliniclowns aan het lachen proberen te brengen, het zijn al die kinderen, vaders, moeders, broers, zussen die in zovele Irakken en Israëls opgeblazen worden, het is Joe Van Holsbeeck die zo maar neergestoken wordt, het is Guido Demoor die zijn eigen dood uitlokte, het zijn Sonhul Koç, Oulemata Niangadou, de kleine Luna, het zijn het zijn Dat alles, mijn beste Lotje, is de werkelijkheid, en sorry hoor, maar als een literaatje dan wat mooie zinnetjes schrijft over een dennentakje je hoort het: ik heb het gediminutief al goed onder de knie -, dan kan hij/zij voor mijn partje al die mini-literatuur in zijn/haar poepgaatje steken
Jaja, dat dartele Lotje mag al meegaan met mijnheer Brusselmans die ook al zon theater maakt om het verlies van zijn beroemde Woody. t Is eraan te horen dat dat soort mensen geen ouderverantwoordelijkheid hoeft te dragen! Ik citeer nogmaals Pieter de Buysser: Enige humanistische bekommernis valt er niet te bespeuren, op die enkele opmerkingen voor een schoner milieu na, maar dat, en dit is geen verdachtmaking, is puur om van het zeezicht en de dennengeur te kunnen blijven genieten. Voor de dieren wordt het wel geregeld opgenomen. Niks humanisme, niks goed en kwaad, de zorg voor de levende wezens beperkt zich schijnbaar tot haar man en haar hond. Ook gemerkt: dat voorzichtig excuus en dit is geen verdachtmaking en dat manke passief voor de dieren wordt het wel opgenomen?
Varkens in Nood
Maar goed, terug naar Dar, Koert, Plume en Pimmetje. Het moet kunnen uiteraard, dat iemand een boompje opzet over zijn lievelingsdiertje(s). Maar je kunt dat ook doen op een minder melige manier. Ik denk bij voorbeeld aan mijn Heibelgenoot Hannelore, die ooit een heel mooie, sfeervolle poëtische roman wijdde aan zijn hond, Een merel met lange oren. Hannelore heeft ook een ontroerend liefdesgedicht geschreven voor Devlin - zo heette zijn zwarte veldspaniël, naar Bernadette Devlin, maar ik verwed er mijn kop op dat Charlotte die Ierse burgerrechtenactiviste niet eens kent! -, maar een zerk laten oprichten op De Stille Weiden, nee, zo ver gaat een Kempenaar niet in zijn dodehondjesverering.
Ja, dat Lotje met haar foxterriërs Ze is er verkikkerd op, jodelt ze. Maar niet alleen met honden, ook met andere dieren heeft ze iets. Toen Nietzsche op een dag een paard omhelsde, vond men dat het eerste teken dat hij gek werd. Je kunt beter zeggen: toen werd Nietzsche normaal. Anders ben ik zelf gek. Toen ik een jaar of acht was, heb ik een wild zwijn omhelsd. Dat stond aan een paaltje vastgebonden bij het circus in mijn geboortestad Utrecht. Ik vond hem zo alleen, en zo lief, en toen heb ik hem omhelsd. Ik ben dol op wilde zwijnen.
Ja, Lotje is dol op dieren en dat siert haar. Ze sympathiseert bijgevolg ook met het Animal Liberation Front, maar meer nog met Gaia en Michel Vandenbosch, en ook dat laatste strekt haar tot eer. Het dierenwelzijn staat bij haar hoog aangeschreven, maar er zich actief voor inzetten, nee, dat past niet in haar laatje. Toen in 1997 in Nederland de varkenspest woedde, riep de schrijver J.J. Voskuil op om een einde te maken aan de intensieve varkenshouderij. Een maand later nam Koos van Zomeren de varkensactie over en riep de Stichting Varkens in Nood in het leven. Toen aan Mutsaers gevraagd werd om het 'estafettestokje' over te nemen, was het njet, omdat zij te emotioneel was, liet ze weten. Het zou ten slotte Youp van 't Hek worden die in november 1998 Koos van Zomeren opvolgde als Varkens-in-Nood-voorzitter.
Dennen zijn geen sparren, Lotje
Ook de natuur staat bij Lotje hoog aangeschreven, jawel. Planten fascineren haar, vooral de dennen. Een dennenappel zou ooit haar leven hebben gered, mythologiseert ze. En Lotje moet je niks meer wijsmaken over dennen, neenee, ik weet nu alles af van dennenvoortplanting, dennengeboortes (er bestaan zelfs reageerbuisdennenbabys), dennenuitbuiting, dennenverdriet, dennenwouden, dennensoorten, dennenhars, dennengeur, dennenwortels, dennenkevers, dennenvoedsel, dennenziektes en dennendood, orakelt ze. En dat is nu juist hét zere teentje van haar Zeepijn. Dartel Lotje heeft het de hele tijd over dennen en verwijst regelmatig naar afbeeldingen met dennen die helaas allemaal sparren zijn.
In de vorige eeuw was het woord obscurantisme nog zeer courant. Een stereotiep voorbeeld was dat van de kasteelheer die tot de pastoor zei: Houd jij ze dom, ik zal ze arm houden. Met arme dommeriken of domme armelui kunnen we alle kanten uit.
Eigenlijk, moet ik dikwijls denken, is er niet bijster veel veranderd. De kasteelheer is gewoon vervangen door de politieke kameleon (al dan niet van de een of andere infantiele loge) die met belastingsgeld een staatszender in leven houdt, en in plaats van de pastoor hebben we de VRT gekregen.
Die VRT als je sommige inmiddels drooggelegde bronnen mag geloven, voor drie kwart holebi en voor één kwart onzijdig, maar verder zo normaal als een muilezel maar kan zijn heeft als opdracht gekregen de laatste pastoor in de grond te boren en Vlaanderen binnen de kortste keren te ontkerstenen, te liberaliseren, te mondialiseren en multicultureel te maken.
De bewijzen en voorbeelden zijn legio. Ik zou er dan ook niet over beginnen, mocht ik toevallig geen getuige geweest zijn van iets frappants Van bepaalde radioprogrammas (Het beste moet nog komen) weten we dat het wachtwoord luidt Geloof jij nog? en dat het antwoord Neen! is. Ditmaal echter was De zevende Dag op het tvscherm aan de gang. Ene Frank Westerman werd geïnterviewd door een barbiepopperig kind
Ben jij gevallen? vroeg het wicht met een lief stemmetje.
Westerman schudde verbijsterd het hoofd.
Euh Ben jij afgevallen? meende het wicht haar vraag te moeten verduidelijken.
Westerman keek Barbie stomverbaasd aan. Hij was waarschijnlijk bijgekomen en gaf dat niet graag toe.
Ben je eraf gevallen? hernam Barbie met priemende blik.
Ik zag Westerman van de os op de ezel springen en radeloos uitkijken naar een paard.
Ik bedoel: ben jij afvallig geworden? drong het wicht aan.
Wil je weten of ik nog geloof? stamelde de onthutste Westerman. Ja, zeker. Waarom niet?
Barbie keek hem bestraffend aan. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat iemand in deze tijd nog geloofde? Hoe was die man ooit in De zevende Dag verzeild geraakt? En welke onverlaat op de redactie had het nagelaten hem het wachtwoord te vragen?
Dat er in Antwerpen een artistiekerige kliek aan het werk is die lijdt aan chronische zinsverbijstering, is geen nieuws. Dat Martine Cuyt van Gazet van Antwerpen zowat de spreekbuis is van dit narcisme in het kwadraat ook al niet.
Op woensdag 21 maart kondigde dit voorbeeld uit de cursus kromme, gatlikkende en slordige journalistiek aan dat de Universiteit Antwerpen op 26 april een eredoctoraat zou uitreiken aan de Antwerpse stadsdichters Lanoye, Nasr en Moeyaert. Ze had het over deze hoge academische erkenning en onthulde dat de Antwerpse simplicissimus Luc Tuymans vorig jaar een dergelijk eredoctoraat kreeg voor Algemene Verdiensten.
Als dit geen waanzin is, dan worden in Geel de normaalste mensen van de wereld verpleegd. Of zit daar in de directie van die universiteit een gewiekste heibelier die de (maar al te vaak holle) titel eredoctor wil ridiculiseren? Mocht dat het geval zijn, dan verdient die vent of dat wijf applaus in plaats van spot. Immers, Luc Tuymans door Gazet van Antwerpen tot vervelens toe met denkbeeldige lauwerkransen bedacht is helemaal geen groot schilder en de brave scribenten Lanoye, Nasr en Moeyaert door Gazet van Antwerpen op bedenkelijke wijze gehonoreerd met de publicatie van hun bombastische stadsgedichten zijn beslist geen grote dichters. Maar nogmaals: als het de aanstoker van dit burleske gedoe erom te doen is bijvoorbeeld Prins Filip als doctor honoris causa van de KUL nog eens aan de wasdraad te hangen, dan is er niets mis met dit initiatief. Prins Filip is namelijk ook geen groot schilder en geen groot dichter, zelfs geen groot spreker (wat iets anders is dan een grootspreker).
De Universiteit Antwerpen speelt nochtans met deze bekroningen (?) een gevaarlijk spel. Als ze ooit eens een echt verdienstelijke wetenschapper, humanist, weldoener of kunstenaar wil onderscheiden, zal die dan niet liever zijn kat sturen dan in de rij te gaan staan achter de homofiele vrienden van Martine Cuyt?
Ge kent toch die mop van die vis, die vogel en die krokodil die over hun voorbije vakantie aan t sjauwelen zijn?
De vogel zegt: Ik kan goe vliege en die van ons kan goe vliege en ons klaain manne kunne goe vliege. Welle zen nor de baarge gegoan! Zegt die vis: Ik kan goe zwemme en die van ons kan goe zwemme, en ons klaain viskes kunnen oek goe zwemme. Welle zen nor de zie gewest. Zegt die die krokodil: Ik em een groot bakkes, mn wijf heeft een groot bakkes en mn joeng oek Welle zen in Aantwaarpe gebleve.
Ietwat belegen, ja, maar toch nog altijd een goei. En een rake. Want die Sinjoren, ze lijken wel pap gekregen te hebben met de troeffel. Nu voeg ik er onmiddellijk aan toe, ook al om Jef De Witte niet aan mijn deur te krijgen, dat dit uiteraard niet slaat op álle Sinjoren. Er zijn er ook andere, o jawel vooral tussen de Kempenaars en Waaslanders die naar t Stad verhuisd zijn.
Hoe het komt, van dat groot bakkes, is me nog altijd een raadsel. Is het omdat de Boerentoren de eerste wolkenkrabber op ons vasteland was en tot in de jaren '50 het hoogste torengebouw van Europa? Of omdat Antwerpen de grootste Europese bananenhaven is? Of is het gewoon omdat een Sinjoor zo geboren is? Of misschien is het wel een virus dat van de een op de ander overgaat? Zo iets als een koortslip bij voorbeeld? Alleszins, zelfs de Nieuwe Antwerpenaartjes die met bus 23 op en af rotsen, lijken aan het krokodillensyndroom te lijden.
Nif-Nif, Naf-Naf, Nouf-Nouf
Hoe dan ook, ik aard niet in Antwerpen. Niet alleen wegens het feit dat ge in de mond van de typische Antwerpenaren uw beddenlaken kunt spoelen (cfr Robbe De Hert), maar ook omdat heel wat Aantwaarpse artiesten meer kunstenmakers dan kunstenaars zijn. Charlatans dus, flessentrekkers, die de intellectuele snobs brillen zonder glazen verkopen. En daarvoor moet ge niet eens Panamarenko heten, het mag bij voorbeeld ook doodgewoon een Hoet dragen.
Een echte Kempenaar en een echte Sinjoor, dat past bijeen als een gaffel en een wafelijzer. Een Kempenaar houdt niet van dandys, en die lopen er met bosjes rond in het Aantwaarpse artiestenmilieu. Van die praalhansen met een verguld jasje, een trendy zonnebril, een zomerhoed op de kop en veel kak aan de billen. De Roze Dichtertjes (1972-1982) waren daar het beste voorbeeld van. In navolging van de Grote Dandy Paul van Ostaijen paradeerden ze over de Meir met een air van Hebde maai gezien? Zo roze als de snuiten van Nif-Nif, Naf-Naf, Nouf-Nouf, de drie zwijntjes die te doen hadden met de Grote Boze Wolf (hoewel in de jaren 70 nog geen Grote Boze Grolf tStad onveilig maakte.)
De échte Pinkertjes bedoel ik wel, want er waren in het clubje nogal wat jongens die zo pink waren als het achterste eind van de Zwijntjes, en dat ziet erheel wat minder rooskleurig uit. De hyperintellectueel Georges Adé (alias Laurent Veydt) bijvoorbeeld, of Paul Tevree met zijn visuele poëziespelletjes, of een zekere Robert Lowet de Wotrenge, maar ja, die laatste had wat centjes om een uitgeverijtje (Pink Editions & Productions) op te richtenen dat wil ook wat zeggen
Beter één Snoek in de pan...
Ook Paul Snoek was bij de Pinken Nu was die Sinterklazenaar of hoe heet dat ras? - eigenlijk geen echte maniërist, maar het feit dat hij nogal veel in de galerie De Zwarte Panter gezien (!) werd én wat Naam had, was reden genoeg om hem bij het groepje in te lijven. Beter één Snoek in de pan dan twintig in de wan, zullen ze daar gezegd hebben.
Wat Snoek wél gemeen had met een Conrad bij voorbeeld, was
(Lees verder in Heibel, nieuwe reeks nr. 4) Frans Depeuter
Neem nu dat filmpje van Ivo Belet. Die komt bij een goedgevulde Jeanine aanbellen, vanzelfsprekend in afwezigheid van Jef, de knullige echtgenoot, een Seppen Driegdraad eerste klas. Maar Jeanine, olala, die is niet onder een dooie hen uitgebroed, hoor. O, den Ivo! verlekkert ze met smeulend vuur in haar stem. Dag madam, zegt lachend Beletteke, ik ben lijsttrekker voor de CD&V in Hasselt en ik kom even mijn programma toelichten. De oogskens van Jeanine gaan nog feller blinken, en ge ziet ze denken: Gij zon deugniet! Kom, kom, flikflooit ze op het toontje van een duivenmelker die zijn prijsbeesten naar binnen lokt na een vlucht op Quiévrain. Jaja, Jeanine weet hoe ze op weduwschap moet spelen. En de keupper (doffer) verdwijnt achter het schuifke. Ze komen in de keuken, waar de tafel gedekt staat. Een koppel bouletten, of wat dacht je, op een bord waarop de beeltenis van Ivo is aangebracht. Ook de glazen zijn versierd met des lijsttrekkers portret. Jaja, zegt Ive, terwijl Jeanine haar décolleté wat breder en dieper openritst ik ga voor meer fietspaden en betaalbaar wonen en zo. Och, zegt Jeanine, nu denk ik aan iets, kom eens mee. En nummer 1 van de christelijke partij loopt mee naar boven: Naar waar gaade, Jeanine? Ik volg maar, hè. Onderweg overal beeldekens van de heilige Ivo. Uw man gaat het toch niet erg vinden, hè Jeanine? doet Ivo naïef. Neet! Neet! Kom maar. En waar komen die schalkse ruiters terecht? Juist! In de slaapkamer van Jeanine. En ook daar, overal prentjes van de christelijke lijsttrekker! Op het dekbed, op de lampenkap, op de spiegel. Op de dildo die richtinggevend op het nachtkastje staat te pronken! En dan bemerkt Ivo boven het bed een Jezusprent wat dacht je wel! - wat hem de christelijke ingeving ontlokt: Jezus daar en ik daar, das een perfecte combinatie, hè? En dan komt Jef thuis. Uiteraard met zon kapomuts met opgeslagen oorwarmers op zijn oliedomme kop. Jef! Jef galmt Jeanine, terwijl ze de trap afbotert. Jef, weet ge wie dat hier is?! Vaneigens weet Jef dat niet, maar als Jeanine heeft uitgekraaid dat het Ivo is, stommelt hij mee opwaarts. Jeanine is ondertussen het orgasme nabij. Helaas, in de slaapkamer is geen Ivo te vinden. Maar waar is Ivo nu toch? Ha! daar staat de grote kleerkast. De Jef heeft het in t snuitje en klopt op de deur, terwijl Jeanine koert: Ivo. Ivo. Waarom kruipte gij nu in de kast, Ivo?
Natuurlijk stemden alle Hasselaren, belet of niet belet, op nummer 1 van Christelijk, Democratisch & Vlaams! Op den Ivo!!
De geirriteerde eierstokken van Kristien 'Know-all' Hemmerechts
DE GEîRRITEERDE EIERSTOKKEN VAN KRISTIEN KNOW-ALL (lees verder in Heibel)
De spuitbus erop!
Jaja, ze doet het bijgod weer. Ze kan het verdorie niet laten, onze nationale schoolmeesteres zoals Derk Jan Eppink haar noemde. Haar grote waffel speelt haar danig parten de laatste tijd. Kristien-de-Antikruisvaarder is er heilig van overtuigd dat zij door Hogere Machten geroepen is om de wereld te bevrijden van al dat rechtse ongedierte. Hup dus, de spuitbus erop en de dichloorvos en pyrethrine doen hun werk wel! Die hele zwerm van bruinestrontvliegen en gele galwespen moet eraan! Zelfsde maïswortelboorder (diabrotica virgifera) zal meedogenloos worden verdelgd.
Also sprach weduwe De Coninck
Ook logeman Luc Van der Kelen vindt dat naarstigegedoe van Dame Duiveljager stilaan welletjes. Op zondag 25.06.06 zat Lady Know-all alweer te panelen in Wakker-op-Zondag (ATV). Het ging over de doodslag op Guido De Moor, die toen nog niet was gereduceerd tot busincident. Luc schreef: Zondag zat schrijfster Kristien Hemmerechts op de Antwerpse TeeVee. Strenger optreden hoeft niet, weg met de repressie, die jongeren hebben werk nodig, geen straffen, enfin, u kent dat halfzachte gedoe van de modieuze linkerzijde wel. Het zijn dergelijke uitspraken die de mensen met gezond verstand in de gordijnen jagen, recht naar het VB. Een mens zou er op de duur nog begrip voor opbrengen ook. (Het Laatste Nieuws,26.06.06)
Tegelijk pleitte Van der Kelen voor strenge straffen voor die jonge boefjes, die zelfs door Vlaan-derens geweten, genaamd meneer Desmet, ooit in een onbewaakt ogenblik kutmarokkaantjes werden genoemd. Oei, dacht ik, wat doet Luc nu toch? En hij heeft al zon schichtige blik, die goeierd, net of hij overal muizenvallen ziet. Als hij nu maar niet naar Guantanamo wordt verbannen, want daarop zit Verhofstadt al een paar jaar te wachten.
Helaas wil men mij niet verkrachten
Kristien trok haar register open zoals het hoort voor een IJzeren Lady. Het scheelde geen haar of ze had gezegd dat die preiplanter van een Guido De Moor, in wiens boekenkast toch wel boeken prijken over Dolf Snorremans, zeker, - net zoals in de mijne, tussen Das Kapital en Also sprach Zarathustra-, die klojo dus had maar een andere bus moeten pakken. Of de fiets nemen, voor zijn 54-jaar oude benen was dat zelfs een heilzame oefening.
Ik heb een ander voorstel: geef een gratis lijnbusabonnement aan Kristien, dan kan zij de orde handhaven op de 23. En laat haar een lange paarse rok aantrekken zodat de boefjes denken dat het kardinaal Danneels is die hen komt sussen. Hoewel, ook zonder paars zal het wel gaan, ik zie die luidruchtige Marokkaantjes al verschrompelen wanneer Kristien het opstapje maakt. Haar bliksemende blikken zullen dat tuig stante pede aan de grond nagelen.
En voor aanranding of geweldpleging, hoeft de lady niet te vrezen, dat zei ze zelf in Wakker-op-Zondag: "Ik voel me niet onveilig, ik rij regelmatig op mijn fiets door de Statiestraat in Berchem, en soms redelijk laat ook. Helaas, wil men mij niet verkrachten! Jaja, zo subtiel is die ballenbreekster (dixit Hilde Sabbe in HLN van 03.02.03) wel. Ik zie de schouders van alle verkrachte vrouwen al uit de haak schieten van het lachen. Die grappige Kristien toch, die vol jokes zit zoals Letermes geit vol keutels. Als ze dan toch per se een beurt wil, dan kan ze misschien haar fotootje van naakt soldaatje aan de straatboefjes uitdelen, misschien helpt dat een beetje. Misschien een beetje, zeg ik, hè.
En zei ze ook niet in dat Sabbe-interview: Ik denk niet dat er zoveel mannen zijn die het (samenleven FD) met mij zouden aandurven. Voor één nacht misschien, maar voor een langdurige relatie? Een uitspraak die uitsluitend voor haar rekening is, maar die wel vragen doet rijzen omtrent het bruuske overlijden van Herman.
Geïrriteerde eierstokken
En Kristien, zij ploegde voort Met Straatspiegels was het vanher hommeles. Je weet wel, dat gratis toegankelijke familiefestival dat de Winkeliersvereniging op 2 juli 2006 voor de zevende maal in Berchem organiseerde. Braderij, artiesten, muziek, animatie, theater, kortom: leut voor de hele omgeving
Of toch niet voor de hele omgeving, want dat was buiten de waard(in) gerekend. Die zat zich namelijk die zondag op de poepsjieke Cogels Osylei te ergeren aan het lawaai dat haar heilige rust verstoorde. Al dat vertier van de smalle gemeente werkte op haar brede heupen. Zij dus haar sleffers uit, de trap af, de deur op dubbelslot en met haar rood geschilderde fiets naar de Gitschotellei. Of dat daar misschien niet wat stiller kon, want zij was net bezig aan een nieuw meesterwerk over de verzuring (een vervolg op haar roman De laatste keer, waarin dat thema wordt behandeld) en die boertige geluidsoverlast was nou precies niet echt bevorderlijk voor de scheppingsdrift van een staatsprijsbeest.
Jaja, lezen we ergens op internet, zo gaat dat met die salonsocialisten, in alle teeveeprogrammas de correcte proletariër uithangen, maar het lawijt van het gepeupel moet wel buiten hun salon blijven.
Een zure pruim?
Maar madam Hemmelinks legt het enigszins anders uit: Ik wist wel dat ik als bekende kop het risico op zulke reacties zou lopen. Maar die muziek stond echt heel luid. Het was op een grasveld aan de overkant van de ring, maar in onze straat leek het alsof de buren keihard Prince aan het draaien waren. () Ik ben heel vriendelijk gaan vragen of het iets stiller mocht. Daar werd geen gehoor aan gegeven. Nu lijkt het misschien alsof ik of wij, die van de Cogel Osylei, intolerant zijn, maar onze vraag was terecht. Het is niet alsof we tegen dat festival waren. De organisatrice zei tegen me: Maar mevrouw, wij organiseren een festival om de buurt bijeen te brengen. Ik vind dat zeer vreemd. Iets doen tegen de verzuring door de muziek zo luid te zetten dat mensen die niet op dat festival zijn, niet meer kunnen genieten van hun vrije middag. (De Morgen, 02.07.06)
Toen haar gevraagd werd of ze nu zelf niet als een zure pruim optrad, want: Als Tom Barman op 1 oktober zijn verdraagzaamheidsfestival organiseert, zullen daar óók buren hinder van ondervinden. Wilt u dat dan óók verbieden?, antwoordde Kristien aldus: «Je kan die twee niet vergelijken. Op wat Tom organiseert, zullen duizenden mensen aanwezig zijn. Zondagnamiddag waren er maar enkele tientallen. (M.a.w.: hoe talrijker de meute, hoe meer recht ze hebben om hun ding te doen! Voorwaar, een uitgesproken sociaal principe. FD) Het was helemaal niet nodig om de muziek zo luid te zetten. Ik vind niet dat ik verzuurd heb gereageerd. Het beste middel tegen verzuring is net naar elkaar luisteren. Voor mij mag iedereen een feestje bouwen. Maar ik mag ook van mijn zondag kunnen genieten. Jammer dat die dialoog onmogelijk bleek.»
En een scheet in een fles
En dan had je nog dat verhaaltje uit Strombeek-Bever, waar de ouders van Kristien nog steeds wonen. - À propos, in verband met papa Karel, de voormalige directeur van de BRT: het was de ex-beursgoeroe Van Rossem die ooit zei: Kristien Hemmerechts heeft alleen haar vóórnaam te maken. - Begin september stond het Stoute Meisje ijverig een verkiezingsaffiche van het Vlaams Belang af te scheuren op de officiële borden aan het cultuurcentrum. Toen ze door een gemeentearbeider betrapt en terechtgewezen werd bij dit missionariswerk, maakte ze zich uit de voeten (zoals een snotneus die op kersen plukken betrapt wordt).
De uitleg van Kristien: Ik was inderdaad op wandel met mijn vader en wij zagen de affiches, en ik ben inderdaad beginnen prutsen aan een affiche van het Vlaams Belang (). Bon, en toen riep iemand mijn naam, ongetwijfeld een Vlaams Belanger die toevallig passeerde. Ik vind dit in ieder geval een scheet in een fles. Ik heb alleen maar aan een hoekje staan prutsen. Ik stond me zelfs af te vragen of ik de hele affiche zou afscheuren als ik dat kon. Het was allemaal nog in een contemplatief stadium toen ik dus werd 'betrapt'.
Een scheet in een fles, zegt ze, maar ze vergeet dat zelfs de scheetjes van een Gevierd Schrijfster een onfrisse geur achterlaten. Begrijpt snuggere Kristien dan nog altijd niet dat het VB kaarsen brandt opdat zij en haar ijverige geestesgenoten nog veel van zulke acties
Hubert Lampo, een monument om tegen te pissen, dixit de pisgrage Brusselmans
Hubert Lampo, een monument om tegen te pissen, dixit de pisgrage Brusselmans
Veertig jaar was ik bevriend met dorpsgenoot Hubert Lampo. Ontelbare malen zaten we, meestal op vrijdagavond bij hem thuis, bij een trappist en in de rook van pijp en sigaret, leeservaringen te delen, herinneringen op te halen en van gedachten te wisselen. In mijn dagboek heb ik daar menige bladzijde aan gewijd. Tegenover Hubert heb ik mij altijd een leerling gevoeld. Zijn belezenheid was ongeëvenaard. Zijn bibliotheek ook.
Zijn afscheid, dat eigenlijk begon bij de schielijke dood van zijn vrouw Lucia verleden jaar, heeft mij vele maanden verdrietig gestemd.
Wat mij echter en niet alleen mij! bijzonder pijnlijk trof, waren de reacties van sommige scri-benten. De would-be schrijver HermanBrusselmans, toch duidelijk een aangeklede nageboorte, gaf in De Morgen toe dat Lampo een monument was maar dan om tegen te pissen. Ene Dirk Steenhaut achtte het zijn plicht ons (in datzelfde druksel) eraan te herinneren dat Herman de Coninck ooit in het boekske Humo schreef dat Lampos taal soms wobbelt als de kont van een Brabants boerenpaard en dat zijn collega Johan Vandenbroucke zich, bij een herlezing van De Komst van Joachim Stiller, ergerde aan Lampos omslachtige stijl, lange kwakkelzinnen, onnatuurlijke dialogen en ouderwets aandoende formuleringen. Bij de VRT mocht Walter van den Broeck komen uit de doeken doen waarom Lampo hem niet lag. Zelfs aan de kaarttafel in Pulle werddaar schande over gesproken. In De Standaard ratelden de nitwits Jeroen Overstijns en Geert van der Speeten er als echte viswijven op los De laatste jaren was hij dement. Zijn eigen vergetelheid volgde op de genadeloze vergetelheid van de geschiedenis. ( )Uit onderzoek blijkt dat zijn boeken opvallend meer worden uitgeleend door zestigplussers met een lager opleidingsniveau.Als je dan weet dat Hubert tot minder dan een jaar voordien bijzonder helder van geest bleef en als je dan weet wie zijn lezers waren en zijn Wat is er aan de hand met de gazettenschrijvelaars? Zijn die nu allemaal op een blauwe maandag door de rode hond gebeten?
De voor wat blunders betreft toch onovertroffen Martine Cuyt van Gazet van Antwerpen ging de mening vragen van Ward Ruyslinck, Bert Anciaux en Hugo Bousset, drie randfiguren in litteris die bij Hubert al vele jaren in de onderste lade lagen. In het artikel Speuren naar Lampo van 22 juli (precies de dag waarop Lampo gecremeerd werd) achtte zij het opportuun een citaat uit Boontje (van 13 augustus 1966) aan te halen:Uitgever, vrouw en lezers klagen omdat Louis Paul Boon geen romans meer publiceert. Ik heb daar echt geen tijd meer voor, schrijft Boon, of ik zou een schrijfmachine naast mijn bed moeten zetten en er al slapend op trommelen. En als ik zoiets doe, zullen ze zeggen: nu is het precies een roman van Hubert Lampo.