Onstilbare tonen, zwijgende woorden mogen hier klinken. De mond die ze zingt, het hart dat ontvangt zij gezegend.
Zoals een landschap meer ruimte is dan te zien is en zoenen meer zijn dan perfecte vorm van de lippen, zo roepen wij uit wirwar tevoorschuijn een weg, een lichtgestalte uit dromen en schaduw van dood.
Als bij ons de koelkast en de voorraadkasten leeg warenÂ….
Als de economie helemaal plat zou gaan
Als er geen benzine meer te koop was en je dus niet met de auto, bus of ander voertuig kon verplaatsen.
Als er niets in de winkel te koop is en wij niets in ons rugzakje hebben voor onderweg.
Hoe zouden wij dat vinden en daarop reageren? Wees eens eerlijk!
Hoe reageert Habakuk op deze situatie “Al zou de vijgeboom niet bloeien”...
Dit zijn woorden uit het gebed van de profeet Habakuk
Woorden die ons bewonderenswaardig voorkomen. Iemand die alle ellende van honger en verdriet opsomt en dan toch zegt: Ik ga een lied voor God zingen. Zijn geloof brengt hij hier op een benijdenswaardige wijze onder woorden. Vaak denken wij dan: Ja, zo zou ik het ook moeten doen. Je kunt het nogal eens horen. En Habakuks opsommingen worden dan uitgebreid en op verhoogde toon wordt zijn nochtans haast nog sterker dan het daar staat.
Een kleinkind was aan het wandelen met haar opa. Ze had heel veel vragen, vooral veel waarom-vragen. Waarom is het niet altijd winter? Waarom gaan de bladeren van de boom? Waarom moest de vader van mijn vriendinnetje sterven? Als er een God is, waarom zoveel ellende in de wereld. WaaromÂ…?
Habakuk worstelde ook met de waarom vragen. Geen wonder, want hij maakte veel ellende mee. Ook met Gods wetten werd helemaal geen rekening mee gehouden. En wie opkwam voor de eer van God had het moeilijk.
Habakuk vraagt: waarom o God, laat U dat allemaal toe? Waarom doet U er niets aan? Een klip en klaar antwoord van God krijgen wij vandaag niet. Er zijn vele dingen die we niet begrijpen. Dat mogen wij in het gebed aan de Vader zeggen. Maar laten wij bij als deze vragen niet vergeten de belangrijkste waaromvraag: waarom had God ons lief? Zo lief dat Hij zijn Zoon voor ons overhad voor u en mij eeuwig leven te geven. Waarom deed Hij dat, terwijl we het eigenlijk op geen enkele manier verdiend hebben. Wie kan dat begrijpen?
Habakuk durft te leven met vragen zonder antwoord. Hij wordt daar niet wanhopig onder of moedeloos van –nee, zijn leven is geladen met verwachting, hoop ,vreugde. Gelovig wachten op God: dat is het leven van een christen1
Zelfs in de hoogste nood kan de profeet Habakuk blijkbaar toch de erkenning en het vertrouwen opbrengen, dat alles in God’s hand is. Laten wij ook trachten, hoe moeilijk het ook is, wanneer wij door zo’n dal van diepe duisternis gaan te zeggen. “Nochtans zal ik juichen in de Here”.
In ons leven is er dikwijls genoeg gelegenheid om het NOCHTANS, zoals Habakuk het bedoelt, te bewijzen. In onze tijd tracht men door grote inspanningen tot welstand en rijkdom te komen. Betrekt men de welstand alleen en uitsluitend op aardse belangen, dan zal dat niet tot het gewenste resultaat leiden.
Bij het streven naar waar geluk en welvaart wordt maar al te weinig op het woord Gods gelet:
“De mens leeft niet van brood alleen, maar bij elk Woord, dat de mond Gods uitgaat”.
Als we streven naar dat WOORD dan zullen we ook TEVREDENHEID en ZEKERHEID in ons hart vinden. Dan kunnen wij ook de Heer loven en prijzen in het gebed.
De profeet verschuilt zich niet achter optimisme: het zal allemaal welmee vallen, het zal niet zoÂ’n vaartlopen, achter de wolken schijnt de zon.
Hij stelt zich de vraag: wat houd ik over als alles, wat ik vrees gebeurt? Deze vraag dienen wij ons ook te stellen om ons geloof te toetsen. Hij zegt – nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in God van mijn heil!Nochtans. Tòch, betekent dat. Ondanks alles blijf ik vasthouden aan God. Al weet ik het niet meer, al heb ik niets meer, nochtans zal ik zingen. Waarom? Omdat God me er weer bovenuit haalt. Hij zorgt ervoor dat ik eens weer springen, zal – als een hert Nochtans…!
Geloof niet, dat Habakuk dit maar zo gemakkelijk opschrijft. Hier is een grote geloofstrijd aan vooraf gegaan. Maar juist na deze strijd wordt het Geloof een bron van KRACHT en BLIJDSCHAP. Zo bereidt Habakuk zich voor op de toekomst.
Hoe bereiden wij als Apostolische Christenen ons voor op de toekomst? Komen wij ook tot die erkenning dat wij het alleen niet kunnen redden. Jezus, heeft gezegd: “Bidt en u zal gegeven worden”.
Als het in onze persoonlijke verhouding tussen God en ons, dan stroomt er kracht naar beneden op dat gebed. Dan hoeven wij geen angst te vrezen voor onze toekomst. Dan is vreugde en blijdschap in ons hart, en willen wij ook graag een lied voor de Here zingen.
Trouwe God, ondanks alles vertrouwen wij ons toe aan U. Al loopt alles tegen – nochtans houden wij goede moed!