! Wie zijt Gij, die ons zo verblijdend grijpt,
voortdurend veilig al Uw warme handen
op onze jonge ogen legt, tot wij gerijpt
Uw namen lezen op deez donkre wanden ?
Gij zijt God, de Goede, die ons gelukkig maakt,
telkens wij ons vleien in Uw hemelarmen,
Telkens weer Uw Woord en Brood ons raakt,
ons winnen zoent, ons falen komt omwarmen.
Ik was treurig zonder u in Haïfa,
appelsienen gloeiden in de waaierbaai,
Betlahim, Jeruzalem, Betsaïda,
t graf is leeg en dood de zee, ik zaai
laaiend zand van Beersheba in wonden
van mijn dromen, beten van angsthonden.
Maar gij waart niet bij mij, ik was alleen,
ik kom terug, ik ben bij u, en ga weer heen.
Ik was treurig zonder u in West en Rood Berlijn,
zwarte kruisen bloeden langs de muur,
Potzdam, Mozart, Lorelei, het Melchtal, Rijn,
de berg, de weg, de sneeuw, en water, t vuur,
zonbloem aan de Teems, Parijs, de marmren handen
van Rodin, ik sleur mijn heimwee door de landen,
maar gij waart niet bij mij, ik was alleen.
ik kom terug, ik ben bij u, en ga weer heen.
Ik was treurig zonder u in Lisboa,
zilvervissen, nettenbruin, fados, brug, de Taag,
Avila, Granada, Malaga en Fatima,
ik reisde heel de melkweg af, mijn hart liep traag,
Compostela, duizend rode doedelzakken,
ik tel aan t laatste strand mijn dromenwrakken,
maar gij waart niet bij mij, ik was alleen,
ik kom terug, ik ben bij u en ga weer heen.
Ik was treurig zonder u in Rome en Tirol,
hete gletsjers, koele zon, bedelaars en kardinalen,
boeings, sneltrein, grenzen, verten, sombra, sol,
dansen, wijn, muziek, en frutselen aan garnalen,
Taborberg, ik was te moe om tenten nog te bouwen,
maar ik droomde nooit te leven met de lauwen,
maar gij waart niet bij mij, ik was alleen,
ik kom terug, ik ben bij u, en ga weer heen.
Ik was treurig zonder u op al mijn reizen,
hoe heeft mijn hart gedwaald van vraag tot vraag,
ik las vele tekens die de wegen wijzen,
maar altijd weer opnieuw werd alles mistigvaag.
ik lispel namen met de zoete smaak van dadels,
en wissel weer mijn paarden, beugels, teugels, zadels,
Gij zijt mijn medeonderweg van bocht tot bocht,
een Eindeloos Ander is begin en einde van mijn tocht.
Foto Gilbert DHaen
uit Peer, de pierentemmer
Chirojeugd - Top Brussel
Paleis voor Schone Kunsten, woensdag 6 januari 1965