Ik ben Chantal maar ben tevens fier op mijn totemnaam ' De blijmoedige HINDE' En elk jaar opnieuw op 8 september vier ik mijn verjaardag. Ik ben mama van 2 prachtige kinderen Els en Carlo en sinds 17 november 2005 omaatje geworden van kleindochter Kiyoko. Sinds 15 augustus is de familie nog uitgebreid met een tweeling Isao en Nao, dus ben ik 3x oma en meter van Isao. Ik ben fier op mijn geboortestad Gent maar woon in Nevele. Het Meetjesland. Hobby: tekenen, schilderen, tuinieren, schrijven, kalligrafie en natuurlijk genieten van de goede dingen van het leven. Studeren is blijkbaar ook een stuk van mijn leven geworden. En u... u bent altijd welkom op mijn blog.
Augustus Keizelijke maand met recht als oogstmaand wat verwaand. Het wuiven van jouw gouden aren zacht tokkelend op dunne snaren verblindt ons oog verrast ons oor. Jou hebben wij nog steeds niet door Jac Linders
natuurlijk
04-01-2008
spontaan
Heel spontaan begint Nao te lachen als je tegen hem praat.
JOEPIE, oma en opa komen mij halen om bij hun te logeren. Wat we nog allemaal gaan doen, dat is een verrassing. Torens bouwen met de blokken, een tekening maken voor papa zijn verjaardag? Of op uitstap gaan zoals vorige keer in het grote Muziekbos.
Vandaag heb ik met oma getelefoneerd. Ik zie haar niet maar hoor haar wel. Toch een beetje vreemd zo'n telefoon. Even horen of ik nog mag gaan logeren. En ja hoor, ik mag aftellen. 1, 2, 3 keer slapen.
Als ik Kiyoko even ga bezoeken is het eerste wat Kiyoko vraagt "opa ook komen?" Het is heel moeilijk om een kind van 2 jaar uit te leggen dat opa soms enkele dagen weg is voor het werk. Dus telefoneren we even zodat ze zijn stem hoort. Ze is echt gek op hem en andersom al evengoed.
Isao en Nao hebben vorige zaterdag de 17de november de 2de verjaardag van hun zusje Kiyoko mogen beleven. Dat het druk was kon hun echt niet storen. Integendeel, zij kregen op hun beurt ook heel wat aandacht. In het midden van de foto is hun neefje Noah enkele dagen vroeger geboren dan Nao en Isao. Hinde
Zaterdagvoormiddag eerst naar de academie. Ik kan me niet concentreren bij het tekenen en besluit dan maar vroeger naar St. Antonius Brecht te rijden om ons Guido te gaan bezoeken. Het is zonnig weer en niet druk. Hopelijk is ze nog niet veranderd van kliniek.
Ons Guido ligt nu op een andere kamer, alleen, wel ruimer en meer huiselijker. Er staat een sofa, er is een keukentje voorzien. Als ik binnenkom is er al bezoek. Ik vind dat ze op die 14 dagen dat ik ze niet heb gezien, toch vermagerd is. Ik zie haar pijn, ik kan het herkennen, doordat mijn moeder ook zoveel pijn had. Maar ons Guido klaagt niet, ze heeft haar middageten goed opgegeten en het smaakte haar. Ze wordt goed verzorgd zegt ze, maar die pijn. Als ze haar maar eens kon verdraaien, haar benen verleggen. Maar dat gaat niet meer. Zelfs aanraken doet pijn.
De verpleegster komt eens kijken en vraagt of ze niet te veel afziet. Ze wil toch een spuitje. Dit vraagt ze nu omdat de verpleegster het zelf komt vragen, anders doet ze het niet. Zo is ze, nooit klagen. Ik vraag haar of ze geen dromen heeft. En ja, die heeft ze. Ze vertelt haar droom. Dat ze naar een kasteel gaat, het is mooi weer, ze wil er een barbeque voor al haar kennissen organiseren. Iedereen moet er zijn. Er is altijd veel volk rond haar zegt ze maar aan de barbeque zijn ze nog niet begonnen. We grappen er over maar telkens ze dingen vertelt keer ik ook weer even in gedachten naar mijn moeder.Hoe zij ook droomde. Hoe bang ze soms was in haar dromen, luidkeels schreeuwde en wakker schrok en niet meer durfde te slapen. Ik dacht dat dit me niet meer verdrietig zou maken, maar het is wel zo. Maar met ons Guido worden de tranen onderdrukt, zij is nu belangrijk.
Ze heeft zin in een kop koffie en die smaakt haar. Haar kamer staat vol bloemen en daar geniet ze zo van. Maar van één van de oud-gidsen heeft ze een kussen gekregen met de tekst 'je bent er 1 uit de 1000' maar dat vindt ze niet zo leuk. Ze wil die tekst omdraaien. Ze grapt er om. Het is niet genoeg zegt Windekind die ook op bezoek is, het moet 1 uit de 2000 zijn. Je ziet de glimlach om haar mond. Soms dommelt ze in maar toch hoort ze ons praten. Ze praat dan ook weer mee. Ze is nog steeds goed georganiseerd want ze wil zeker weten of Windekind iedereen zal verwittigen dat ze vanaf maandag naar Wuustwezel naar de kliniek gaat. Diegenen die al een foldertje hebben moet Windekind noteren. Ze wil heel graag veel bezoek ontvangen. Een uurtje later is er nog bezoek, oude getrouwen, dus blijf ik nog even om bij te praten. We zien elkaar al zo weinig en meestal in minder aangename omstandigheden. Maar ons Guido geniet duidelijk. Ik vertrek, van een pijnlijk moment moet ik nu naar huis om een verjaardag te vieren. Een lach en een traan. Het leven zit vol tegenstellingen.
Vanuit Ronse werd ik door mijn sociale assistente naar Berchem bij Antwerpen gebracht. Ik heb die hele rit geschreid.
Ik zou daar mijn nieuwe thuis vinden. De zoveelste op rij. Een nieuw vake en moeke krijgen. Hoe kon dat? Ik had al een moeder die niet naar mij omzag, een moeke en papa die mij een thuis hadden gegeven en die me nu wegstuurden.
Van Ronse, de parel van de Vlaamse Ardennen met haar heuvels waar uitzichten je adem beneemt naar een overdrukke gemeente bij Antwerpen, waar herenhuizen mij de hoogte deed inkijken, maakten mij verward.
Ik en mijn sociale assistente werden door een vrouw ontvangen in een nogal donker bureau, maar voor mij heel sjiek.
Hier moest ik me wennen tussen allemaal werkende meisjes.
In mijn hart was ik boos en verdrietig en voelde me machteloos en overgelaten aan het lot. Waar was ik en wat stond me te wachten.
Ik had het moeilijk alleen al doordat ik niet meer zomaar buiten kon om met de vertrouwde gezichten te ravotten.
De directrice die zich Guido noemde, dat op zich klonk me al vreemd in de oren.
Hoe zou mijn nieuwe papa er uit zien? Misschien was hij wel gaan werken.
Eén, twee, drie dagen en nog zag ik geen papa verschijnen. Er klopte iets niet.
En Guido? Dat is toch een jongensnaam.
Ik durfde niets te vragen, had het heel moeilijk om te wennen in de nieuwe leefgemeenschap. Tot ik een meisje een beetje ging vertrouwen. Ik begon uiteindelijk vragen te stellen.
Guido? Dat is haar totemnaam, zij is leidster geweest bij de gidsen en ze heeft die naam daar gekregen. En iedereen noemde haar zo, dus ik ook. Haar echte naam is Paula.
Maar papa? Waar was die? Wanneer kwam hij eens naar huis? Hoe was hij, wat deed hij dat hij weg bleef?
Ik vermoedde al dat er iets niet klopte. Er was gewoon helemaal geen papa.
Ik voelde me bedrogen, ze hadden me toch gezegd dat ik bij een nieuw moeke en papa ging wonen. Ik was teleurgesteld en ik kon dit aan niemand vertellen, want ik had niemand die ik kon vertrouwen.
Maar ik heb me er na veel moeite over gezet. Guido was een lieve vrouw en geduldig, anders dan moeke uit Ronse maar ik aanvaarde haar nu.
Stilaan paste ik me aan aan de leefomstandigheden in de groep.
Ik voelde me een beetje als Oliver Twist.
Na enkele maanden kreeg ik het voorstel om mee in de sportieve groep te stappen.
Dit was echt iets voor mij, sportief zijn, op weekend gaan met de tent, de natuur in.
Binnen de groep kreeg ik de naam van Hinde en voelde me op die manier een stukje dichter bij Guido staan. Ik was toch een beetje aanvaard.
Mijn eerste verjaardagsgeschenk kreeg ik dus ook bij ons Guido, een slaapzak om mee op kamp te kunnen gaan. Het eerste geschenk helemaal voor mij alleen.
Nog draag ik Guido in mijn hart, ze heeft mij ook doen inzien dat ik in deze harde wereld een plekje mocht hebben.
Ons Guido is ziek. Waarom ik 'ons Guido' zeg is omdat ik haar niet zonder de mensen waar zij voor gezorgd heeft kan losmaken. Ik was er één iemand van. Guido is de totemnaam van Paula, de directrice geweest van de instelling 'Onze thuis' in Berchem en Edegem. Guido is ziek, hoelang ze nog zal leven weet ik niet. Ze is terminaal. Dit vernam ik enkele weken geleden. Op dit moment is de pijn onder controle en is ze heel helder van geest. Ze geniet van de bezoeken die ze krijgt, de bloemen. Toen mijn moeder terminaal was, was dit voor mij zwaar om dragen. Nu is dit anders met ons Guido, ons Guido zit gekoesterd in mijn hart omdat ze me meer heeft gegeven op die 5 jaar dat ik bij haar woonde dan mijn moeder in haar hele leven. Ons Guido leerde me te kijken naar de mens, vooral naar de mens die het meest ondersteuning nodig heeft. Ik heb door ons Guido leren kijken door de lens van een fototoestel om wat mij boeit op de gevoelige plaat vast te leggen. Ons Guido heeft me dingen afgeraden maar ook aangeraden. Ik heb haar zelden boos gezien. Ze heeft me vertrouwen gegeven. Ons Guido heeft ons altijd laten thuis komen.
Zij heeft mij nog meer gegeven en daar kan ik haar alleen maar heel dankbaar voor zijn. Hinde
Als ik die foto's bekijk die mijn zoon mij stuurt vanuit Frankrijk dan verlang ik ook naar nog wat zon. Hoe prachtig de herfst ook mag zijn, ik voel me toch beter met wat meer zonneschijn.