10.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
8. De zin van het leven en het geluk.
Afgezien van xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />godsdiensten die de zin van het menselijk leven min of meer gaan verleggen naar het hiernamaals en daardoor aan het heden op zich eigenlijk zin ontzeggen, vind ik persoonlijk dat er wel degelijk een zin is, dat het maw de moeite loont om te leven, om erbij te zijn. Dat we ons niet moeten wentelen in pessimisme à la Schopenhauer.
Als ongelovige (in een of andere openbaring) moeten we die zin echter in onszelf en in de materiële wereld buiten ons (universum) kunnen vinden (1) (ik bedoel niet dat wijzelf die zin uitmaken), er bestaat geen andere bron, behalve natuurlijk eventueel andere zinzoekers die iets gevonden hebben (binnen hetzelfde gegeven).
Joël De Ceulaer schreef in een artikel in FotoKnack 06, p. 85 dat ietsisme zou uitgaan van iets boven de mens, boven de materie, maar dat is helemaal niet nodig. Dat ongekende iets zit m.i. IN de materie, tot in zijn kleinste elementen (en dus ook in de mens die uit materie bestaat): het is een energie die gerichtdheid in zich draagt, maw, ze gaat op een doel af, al is dat doel vaag en niet vastgelegd, en zeker niet eenduidig te begrijpen door de mens, maar ik zou dat doel willen noemen : harmonie, éénheid, vervulling, iets van die orde, men zou misschien ook van geluk kunnen spreken.
Wat heeft dit te maken met de zin van ons bestaan ?...
Die zin bestaat in het zichzelf inschakelen in de grote trek naar die harmonie. De richtlijn daartoe, het kompas is ons geweten, dwz de intuïtieve kennis van het goede (2), het juiste, die ons leidt naar de volledige inschakeling in deze tocht en die erin bestaat met de hele schepping eens te worden over de juiste weg : het goede doen, de liefde voor alles, die de harmonie mogelijk maakt.
Dit sluit aan op wat we hier schreven over goed en kwaad, Goed en kwaad bestaat niet. Alleen juist en fout : wanneer we ons inschakelen in de grote rush naar de harmonie, dan zijn we goed bezig. Doen we dat niet dan zitten we fout.
11.
Geeft dat nu zin aan ons leven ? Ik denk het wél. Als we weten dat we op de goede lijn zitten dan kunnen we daar in zekere zin gelukkig mee zijn. Goed doen (lees juist handelen) geeft de mens inderdaad een voldoening. Goede mensen, ook al bezitten ze niet veel, zijn veelal ook gelukkige mensen (3). Alhoewel hier de restrictie moet gemaakt worden met betrekking tot het kwade. Want inderdaad, die rush naar de harmonie verloopt niet vlekkeloos. Er bestaat blijkbaar, naast de positieve kracht, de energie van de harmonie, ook een negatieve kracht die dit streven voortdurend dwarsboomt. Het kwaad in onszelf en in de maatschappij is onmiskenbaar (zie PS)(een of andere duivel volgens de godsdiensten). De neigingen in ons die maar steeds wringen om ons op onszelf te keren, die van alles en nog wat vinden om ons af te wenden van een harmonieuze opgang in de gemeenschap om ons te plooien op onszelf : het egoïsme.
In het collectieve zijn dat de krachten die de gemeenschap voortdurend richten op eigenbelang (het groepsegoïsme) en die dit eigenbelang zover gaan drijven dat er andere groepen van mensen de dupe van worden de armoede, in extreme gevallen er zelfs met de wapens voor worden bestreden en gedood (oorlogen).
Het zal nog wel enkele eeuwkes duren vooraleer die harmonie bereikt wordt, maar ik blijf optimist en vind daartoe aanleiding in het voorbije verloop van de geschiedenis waarin het vechten geleidelijkaan heeft plaats gemaakt voor het samenwerken. Al zijn daar vele en vele bemerkingen op te maken. Ik weet het.
We stellen ook vast dat dit streven van de cosmos naar harmonie een onvoorstelbare en wonderbare herhalingsmogelijkheid bezit. Daarmee bedoel ik dat de cosmos in zijn rush naar de harmonie niet alleen boven de tijd schijnt te staan (miljoenen jaren zijn nog maar een tel in die evolutie) maar ook dat hij beschikt over een steeds opnieuw scheppende weelde en overvloed, ik zou bijna zeggen verkwisting van mogelijkheden die zich onbeperkt herhalen tot er iets beters uit voortkomt : zie de evolutie van de mens van eencellig wezen naar uiterst complexe zelfbewuste eenheid.
1.1.07.
12.
(1) Afgezien van de vraag of wij die zin kúnnen kennen : er kan perfect een zin bestaan zonder dat wij die kennen, zoals ook de materie er geen weet van heeft. De mens, als bewust wezen kan deze zin eventueel achterhalen, maar wel alleen door in zichzelf en ín de dingen en de geschiedenis te kijken.
(2) En die kennis IS er. Die beleven wij allemaal : de intuïtieve kennis van goed en kwaad (juist en fout), de stem in ons die ons voortdurend zegt of we goed bezig zijn, dan wel verkeerd. Die stem is niet altijd even duidelijk, daarom gebruik ik hier graag het beeld van de kompas die ook niet accuraat en onwankelbaar het noorden aanwijst. Het is dezelfde stem die ons meer en meer bewust aan het maken is o.m.van de ongehoordheid van de hedendaagse kloof tussen rijk en arm.
(3) Er moet hier voorbehoud gemaakt worden voor de goede mens die lijdt, hetzij door overdreven armoede (honger) hetzij door ziekte of ander lijden. Hoewel armoede en lijden nog niet noodzakelijk gelukkig zijn beletten. Kijk maar naar veel arme volkeren die naar onze normen in armoede leven, maar die soms gelukkiger zijn dan wij, de zingende neger...
PS Op dit punt ben ik gaan inzien dat 'het kwaad' niet mag gezien worden als een aparte werkelijkheid, maar als de 'onvolmaaktheid' van de intelligente energie. Geen apart iets dus, maar een 'tekort', een 'zwakte' van die i.e..
|