3. Liberalisme en Socialisme.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Onverantwoord grote verschillen in rijkdom, zoals hierboven beschreven, zouden uit de wereld kunnen geholpen worden mochten de grote geld-bezitters over een sterk en gaaf geweten beschikken en over de xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />good-will om dat te volgen..
Zoals in deel II, 7. Het Kwaad, beschreven, speelt het kwaad een rol in het leven van elke mens en derhalve ook in de gemeenschap van die mensen. Op die good-will mogen we wel hopen, maar liefst niet op rekenen dus. We kennen voldoende de wantoestanden in de wereld, mn de kloof arm/rijk.
Maw, we kunnen de rechtzetting van deze toestanden niet aan het individu zélf overlaten. Er zal een duwtje moeten gegeven worden door de gemeenschap. Er zullen regels moeten komen, wetten en grenzen gesteld worden door een of andere vorm van politiek.(1) Deze zullen moeten afdwingbaar gemaakt worden door een of andere vorm van grotere macht, bijgestaan door politie en gerecht.
Als de politiek het moet doen, welke vormen, partijen enz. komen daar dan voor in aanmerking ?
De twee grondlijnen in de politiek komen neer op enerzijds liberalisme (de naam doet er niet toe en mag hier zeker niet vereenzelvigd worden met één of ander concrete verschijningsvorm van dat L, al zeker niet met de huidige Vlaamse VLD-open) en anderzijds het socialisme (zelfde opmerking).
Het Liberalisme dat uitgaat van de grootst mogelijke vrijheid, niet alleen op het vlak van het individu, maar ook op het vlak van de maatschappij, de onderneming en de markt, verdedigt dan de ondernemer, de winner, de kapitalist en zijn wil om de rijkdom, de welvaart te vergroten, liefst zonder enige beperking of regulering : Laisser faire, laisser passer is sinds A. Smith hun geliefkoosde leuze. Deregulering en privatisering zijn niet voor niets de grote dadas geweest van het neo-liberalisme dat sinds Reagan en Tatcher opgeld heeft gemaakt (2).
Het Socialisme is dan de tegenhanger die vooral het sociale, de gemeenschap en met name de zwakkeren van deze gemeenschap wil verdedigen en daartoe allerhande beperkingen, reguleringen aan de eerste wil opleggen (3).
Deze twee tendenzen, strevingen, idealiter complementair, maar feitelijk nog steeds tegenstrijdig, zullen elkaar in evenwicht moeten houden, want het vrije initiatief en ondernemerschap enerzijds zijn noodzakelijk en goed in zich om de welstand van de mensen op te tillen. Maar evenzeer is nog steeds de tegenkracht nodig die erover waakt dat de verdeling van deze welstand op een rechtvaardige wijze gebeurt.
Daarvoor is een politiek kader nodig waarbinnen ze hun activiteiten in alle vrijheid kunnen ontplooien.
Een onderzoek naar alle mogelijk systemen met hun voor- en nadelen om dat mogelijk te maken is hier niet aan de orde. We gaan ervan uit dat de democratie het enige bestaande systeem is waarbinnen dat kan..
(1) In een volgend hoofdstukje zoeken we naar het beste politieke systeem dat daar kan in voorzien. In deel IV volgt een concrete toepassing van deze politiek.
(2) En nu (2008-2009) in een zware crisis is beland.
(3) Of deze dualiteit, de enige manier is waarmee een gemeenschap in goede banen kan geleid worden laat ik hier in het midden. Ik ga hier uit van de feitelijke situatie. In deel IV wordt een programma uitgewerkt waarbij deze twee tendenzen overbrugd worden en tot één programma versmolten. Op die manier wordt deze dualiteit wel ingebakken in die partij zelf. Daarbinnen moet dan ook gestreefd worden naar overeenkomst en eenheid. Dit wordt geprobeerd in zogen. volkspartijen die het hele volk, in al zijn lagen wenst aan te spreken en te winnen. Bv de CD&V en het VB bij ons. Ook het nieuwe SPL hoort daar bij. Deze partij schrijft de verzoening van de twee tegenstellingen zelfs in de naam van de partij : Sociaal-Liberale Partij. Dit is intussen een weinig overtuigende paradox gebleken (regionale verkiezingen 09).
|