5. Globalisme en andersglobalisme.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We zijn in het vorige hoofdstukje uitgegeaan van de feitelijke organisatie van de wereld in onafhankelijke, soevereine staten. Hoewel deze onafhankelijkheid met een dikke korrel zout moet genomen worden : in feite zijn er grootmogendheden (tot vandaag nog steeds de US in eerste plaats), die de lakens uitdelen.
Formeel is de wereld politiek ingedeeld in soevereine staten.
Waar de economische activiteiten zich eeuwenlang ook binnen deze staten ontwikkelden en de relaties (buiten de oorlogen) zich hoofdzakelijk op commercieel plan afspeelden, is deze relatie sinds enkele decennia geëvolueerd naar een economie waarbinnen de zogenaamde multinationals een grote rol zijn gaan spelen : zij beslisten in grote mate over xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />goederen-, geld- en productiestromen die grotendeels grensoverschrijdend werden. Zij groeiden uit tot machtige organisaties die zich nog weinig gelegen lieten aan nationale wetten. Integendeel : zij werden zo machtig dat ze vaak door regeringen werden aangesproken om in hun land te investeren en konden op die manier eisen en voorwaarden stellen (oa fiscale) waar die regeringen wat graag op ingingen om zodoende werkgelegenheid, productie en uitvoer te vergroten. Hierdoor werden ook een deel van de fiscale en andere faciliteiten terugbetaald. Deze grote macht stelde de multinationals in staat om zélf de landen en de streken uit te kiezen waar ze hun activiteiten best konde uitoefenen. Dit bracht op zijn beurt een mobiliteit tot stand bracht die vaak de plaatsen opzocht waar de arbeidskrachten goedkoopst waren, de sociale wetgeving weinig of niet-bestaande en de milieuwetgeving nog niet gekend.
Men zou deze evolutie kunnen vergelijken met de industriële evolutie van de 19e eeuw (1). De uitbuiting door de multinationals schept nu op wereldschaal een vergelijkbare toestand : ze crëren welstand en rijkdom, maar deze verdwijnt voor een groot deel in de zakken van de happy few van de tweede helft van de 20e eeuw en het begin van de 21e. De individuele rijken van de 19e eeuw werden door de grote omvang van die multinationals vervangen (uitgebreid) naar de rijke landen die de rest van de wereld op gewetenloze, egoïstische manier zijn gaan uitbuiten. Deze rijke landen (waar wij toe behoren) hebben, behalve de goedkope arbeid ook de grondstoffen van die arme landen geroofd (2) De periode is nu stilaan aan het aanbreken dat de opstand van het nieuwe proletariaat, de uitgebuite landen, begint : het anders-globalisme dat zich langzaam organiseert (zoals de syndicaten tijdens de industriële revolutie) krijgt stilaan vaste vorm (bv in het WSF, World Social Forum) en de wereldvakbond (die op papier bestaat, maar voorlopig nog niet veel van zich heeft laten horen) en wordt ook in de hand gewerkt door de opkomende grote ontwikkelingslanden (China, India, Brazilië...) die zichzelf zo opgewerkt hebben dat ze ernstige concurrenten vormen van de Westers machten.
De wereldwijde beurs- en financiële crisis van 2008-2009, met een economische depressie tot gevolg, luidt wellicht het einde in van het Westerse neo-liberalisme en zo ook van de macht van de multinationals en grootkapitalisten die er achter staan en ervan profiteren : hun kapitalen opstapelend in belastingsparadijzen waar niemand er aan kan, beschermd als ze zijn door het bankgeheim dat nog in verscheidene Westerse landen als een heilige koe blijft voortleven.
Deze beschouwingen leiden ons naar wat wellicht een nieuw hoofdstuk in de wereldgeschiedenis zal worden.
(1) Deze was ook krachtig, inventief, rijkdom scheppend; maar ongebonden en vaak zeer sterk gericht op rijk maken van de industriëlen zonder oog voor de sociale en andere gevolgen van deze uitbarsting. Er kwam meer rijkdom, maar deze werd verdiend op de rug van het rechteloze proletariaat en vezameld door enkelen. Dit heeft geduurd tot de ellende zo groot was, dat ze ondraaglijk werd en de arbeidersmassa, die toch niets meer te verliezen had in opstand kwam en de wantoestanden na harde strijd omgebogen werden tot een meer algemene welstand zoals we die in de eerste helft van de 20e eeuw in onze contreien hebben leren kennen.
(2) Dwz er tegen belachelijk lage vergoedingen olie en andere grondstoffen weggehaald. Dit werd vaak bereikt door een kleine heersende inlandse groep op schandalige wijze te corrumperen en aan de leiband te doen lopen.
|