xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
V. Buitenlandse Zaken
Zo komen we aan het eigenlijke programma'.
1. Congo
Niet omdat het een kwestie van levensbelang zou zijn, maar omdat ze actueel is, beginnen we met Conxml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />go.
De feitelijke situatie dwingt ons te erkennen dat we daar nog weinig te vertellen hebben. De vraag is : of we er nog veel te zoeken hebben...
We denken er goed aan te doen Congo te behandelen als een ander derdewereldland. Het eventueel steunen zoals andere landen, met de nodige controle dat het geld goed besteed wordt, maar zonder de De Guchtiaanse ambitie om daar nog veel lesjes te gaan geven. Laat hen helemaal los, maar blijf bereid met raad en daad te helpen, mocht er nog beroep op de Belgische kennis, ervaring en hulp gedaan worden.
2. Immigratie
Het meest cruciale actuele thema van de buitenlandse politiek (hoewel dit feitelijk meer door binnenlandse zaken wordt beheerd en daar evengoed zou kunnen behandeld worden) is : de immigratie.
We stellen voorop :
- Europese, (wereld-) kwestie.
Dat dit een Europese kwestie is, die dan ook in eerste plaats door Europa zou moeten behandeld worden lijkt duidelijk. Het thema is overigens aan de orde geweest in de recent (2008) gehouden top, maar is daar zeker niet volledig geregeld.
Dit mag geen afschuiven of doorschuiven van de hete aardappel betekenen. Uiteindelijk moet ook België een standpunt innemen en verdedigen op dat Europees niveau, het kan wel alleen dààr efficiënt behandeld worden omwille van de uniformiteit, noodzakelijk om praktische maatregelen uit te vaardigen die dan overal kunnen toegepast worden en die shoppen door vluchtelingen moeten voorkomen. In afwachting van deze Europese regeling, moet er in België toch een immigratiepolitiek bestaan en toegepast worden.
- Maximum immigratie : zoveel als draaglijk is
Als eerste norm zou moeten gelden : we laten zoveel vluchtelingen toe als we kunnen verwerken zonder zelf ten onder te gaan. Want de nood in vele landen is groot. Dat mensen hun leven wagen in gammele bootjes en er hun leven ook vaak bij inschieten moet ons overtuigen van deze nood. Maar als we er zelf aan ten onder gaan is het ook gedaan met helpen natuurlijk. Op Europees vlak is die capaciteit wel enorm groot, maar daarbinnen moet ze verdeeld worden in verhouding tot de mogelijkheden van elk land. De basisidee blijft hier : die mensen leven in min of meer grote nood en wij zijn allen verantwoordelijk voor allen, de ellende in sommige landen mag niet onder de mat geveegd worden, wij zijn medeverantwoordelijk voor al onze medemensen. (nog afgezien van het feit dat we deels medeverantwoordelijk zijn voor die ellende zelf : (neo-)kolonialisme en grondstoffenroof). Een zekere vorm van vermindering van onze globale (Westerse) weelde moet hier zonder meer ingecalculeerd worden.
- Buitenlandse hulp : Leren vissen
Een andere, veel betere methode om deze mensen te helpen zou natuurlijk zijn : hen in eigen milieu, in eigen land helpen en zorgen dat ze alleen verder kunnen (geen vissen aanvoeren, maar zelf leren vissen). Dit is wel een zaak niet alleen van lange adem, maar ook zeer bemoeilijkt door de vermenging van allerlei belangen van de zogen. donorlanden, vermenging van eigen belang en zelfs uitbuiting, allerlei vormen van corruptie van de donoren maar ook van de acceptoren. Toch zal alleen deze vorm van hulp definitief helpen, vooral op lange termijn. Intussen moeten we ons, en vooral hén, behelpen.
Opvang van vluchtelingen, ook economische enerzijds en stimuleren van de zelfredzaamheid van deze gebieden anderzijds, zijn twee aspecten van onze hulp, allebei noodzakelijk.
Nota 1. Niet alleen (voor ons) interessante vluchtelingen
Het moet nog vermeld worden dat de norm tot aanvaarding in geen geval uitsluitend de vraag kan zijn of een vluchteling in onze economie kan van pas komen. Dit zou een puur egoïstisch standpunt zijn, waarbij ons voordeel op de voorgrond komt iplv de hulp aan de vluchteling.
Bovendien zijn deze mensen broodnodig in eigen land en hebben zij normaal gesproken zélf geen hulp nodig.
Nota 2. Contract met elke immigrant
Bij het toelaten van vreemdelingen, vooral wanneer het om grote getallen gaat, zoals tegenwoordig, moet ook gewaakt worden, niet alleen op de eigen leefbaarheid, maar ook over de eigen cultuur, in de breedste zin van het woord. Niet vanuit de pretentie dat die alleen goed zou zijn, maar vanuit de zekerheid dat ze werkt en dat we er (goed) mee kunnen leven. Dit sluit geen beïnvloeding uit van andere culturen, we moeten niet de pretentie hebben dat alles bij ons beter is dan elders, wederzijdse bevruchting is derhalve niet alleen toegelaten, maar zelfs wenselijk.
Dit gezegd zijnde moet er meer over gewaakt worden dat wij geen overrompeling kunnen aanvaarden door immigranten die besloten hebben hun cultuur en hun wetten hier in te voeren en de bestaande te overheersen.
Daartoe is een systematische verplichting noodzakelijk die deze mensen moet opgelegd worden, nl de verplichting zich akkoord te verklaren met de hier heersenden wetgeving en vooral met de rechten van de mens, meer specifiek met de gelijkwaardigheid van man en vrouw en met de rechten van het kind. Ook de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst (op privaat terrein) moet hier uitdrukkelijk in vermeld zijn. Deze akkoordverklaring moet schriftelijk gebeuren en ondertekend worden, met de vermelding dat zij de verplichting hebben deze principes ook aan eventuele kinderen bekend te maken. Een eksemplaar van deze overeenkomst dient in hun dossier bewaard, een ander dient met de ondertekenaar meegegevn, uiteraard in zijn eigen taal.
|