Strijkend over al die rimpels, licht gebeiteld mijn huid, plooiend om de lippen kronkelig mij om d'ogen sluit, schuchter, vrank en vrij gevlochten om de gulle schaterlach en pijn frivool en naarstig, soms vervloekend als je 'veroudering' ziet als venijn.
Maar camouflage door wat plamuursel, vederlicht, maar soms ook klieder-hard iedere groef kent zijn geheimen maar maakt mijn gezicht ook zo apart. soms wat slikken, soms wat zeuren, soms ook klaag ik steen en been, maar moest ik ze allemaal voorgoed kwijt zijn, 'k zou ze missen één voor één.
Maar in mijn brein wil ik wel geen muizinissen, 'k wil geen gepieker of doemdenkerij, 'k swing ze de pan uit al die vervlogen jaren want ze gingen veel te vlug voorbij. 'k vlecht wel verder aan de komende kraaienpootjes en verweef ze tot een maskertje van puur graniet maar mijn jeugdigheid wil ik wel blijven behouden want anders doe ik zoveel kijklustigen te veel verdriet.
©
|