Het donst en het vliegt en het tuimelt gul in 't wevende zonlicht naar benee het ruist en het suist en flierefladdert snel het wemelt en dartelt tevree.
Plots stijgt het en neigt het naar 't hemelspan dat blauw knipoogt naar 't malsgroene dal het friemelt en wiebelt heel guitig en fel en frivoliseert als een stuiterende bal.
Dansend omkranst het mijn zweverig gevoel en kust me liefelijk brutaal op mijn mond het fleemt en het neemt mijn verwondering op lief veertje als ik kon draaide ik nu met jou in het rond.
©
|