Wat mij persoonlijk altijd enorm gefascineerd heeft is de Japanse bloemsierkunst of Ikebana. Het is één van de mooiste sierkunsten die er bestaat, maar ook de allermoeilijkste. Deze techniek wil ik ook bestuderen en een beetje proberen te doorgronden ... Ikebana betekent letterlijk 'het tot leven brengen van bloemen die zijn afgesneden' en wordt gevormd door de woorden : 'Ikeru' wat zoveel betekent als 'leven' en 'Hana' wat staat voor 'bloem'. Het voornaamste element dat wordt toegepast in deze eeuwenoude traditie van creëren is de 'zelfrealisatie' met als doel de geest 'tot rust te brengen'. Het is een training die levenslang duurt. Het ontstaan situteert zich in de 7e eeuw na Christus, toen een monnik de bloemsierkunst meebracht uit China. Hier werden bloemen gebruikt om te offeren in tempels. Er werden grote vazen in koper gevuld met bloemen ter ere van Boedha. Deze traditie werd verder uitgewerkt in Japan maar pas in de 15e eeuw werd deze doelgerichte kunstvorm gebruikt. Vanaf de 12e eeuw werd ikebana door de shogun en zijn hofhouding gebruikt als rustpunt. Ikebana werd bij het theedrinken beoefend door de veldheren om te genieten van de natuur op kleine schaal. Zo is ook een van de belangrijke basisstijlen in Ikebana ontstaan: 'nageire' wat zoveel betekend als : 'ingeworpen bloem'. Het lijkt of 'nageire' doet vermoeden dat de bloemen in een vaas, die op een hoogte staat, er zijn in geworpen. Vanaf de 13e eeuw werd Ikebana ook beïnvloed door Zen en de theeceremonie. In en alkoof werd naast een rolprent een bloemstuk gezet. In de 19e eeuw ontdekte een zekere Onshu Ohara dat men niet alleen in een vaas kan schikken. Hij gebruikte een platte schaal en beeldde er een klein landschap in uit. Zo ontwikkelde hij als het ware een tweede basisstijl. Als je Ikebana beoefent, leer je ruimte te creëren in plaats van ruimte te vullen, maar ook op een andere manier naar de natuur te kijken. Het lijkt net of je maakt een schilderij, een tekening. Er wordt nagedacht over de compositie, de materialen en de kleuren die gebruikt worden. Het eindresultaat lijkt eenvoudig. Maar het is deze eenvoud die de beoefenaar doet beseffen dat het in wezen een jarenlange training is die grote discipline vraagt. Vooral het plaatsen van de zognaamde kubari of steuntak en de andere materialen vraagt discipline, oefening en doorzettingsvermogen. Iemand die ermee begint is met name bezig met de techniek en de positie van het materiaal. Pas veel later wordt een schikking opgebouwd volgens het gevoel, waarbij de techniek als het ware in eenheid opgaat met de handelingen. |
|