Net als mensen zijn honden en katten op latere leeftijd onderhevig aan ouderdomskwaaltjes, het ene al erger en moeilijker te behandelen dan het andere. Gelukkig is een aantal van deze leeftijdsgebonden problemen makkelijk op te sporen door een eenvoudig en goedkoop urineonderzoek.
Met de resultaten van een urineonderzoek kan men urinaire problemen opsporen, maar ook de eerste signalen van algemene ziekten. Wacht dus niet tot uw hond of kat symptomen vertoont, maar wees er op tijd bij, is de goede raad die dierendokter Rob Lückerath meegeeft.
De functie van urine:
urine zorgt in de eerste plaats voor de verwijdering van afvalstoffen die zich in het bloed hebben opgestapeld. Urine waarborgt ook de zelfregulering, regelt dus de uitscheiding van water en mineralen. De urine wordt gevormd ter hoogte van de nieren, door filtratie van het bloed in de nefronen, en loopt vervolgens naar de urineblaas, waar ze wordt opgestapeld. De urinelozing geschiedt via de urinebuis.
Normale urine:
urine moet lichtgeel van kleur zijn en helder. De urine bij hond en kat heeft een zuurtegraad die varieert tussen 5 en 7,5 pH. Het bepalen van de urinaire pH is van belang, omdat steentjes in de urine zich pas bij een pH-waarde hoger dan 7 vormen.
Aandoeningen:
moeilijk plassen, pijn bij het plassen (vaak vergezeld van janken of klaaglijk miauwen), vaker de genitale streek reinigen, vaak kleine plasjes maken, bloed in de urine (lichtroze kleur), agressief gedrag bij aanraken van de buik en onzindelijkheid kunnen wijzen op aandoeningen van de lagere urinewegen, zoals een blaasontsteking of urinewegstenen. Bij hond en kat kunnen verschillende soorten stenen voorkomen. In erge gevallen kunnen die de urinewegen obstrueren, waardoor het dier niet meer kan plassen. Dergelijke obstructie moet zo vlug mogelijk worden verwijderd omdat ze kan leiden tot uitdroging, coma en sterfte.
Urineweginfectie:
zitten er bacteriën in de nieren of in de urinewegen, dan spreekt men van een urineweginfectie.
Door verdedigingsmechanismen zoals geconcentreerde, zure urine en algemene immuniteit zijn gezonde dieren vrij resistent tegen infecties. Slechts door onderdrukking van de algemene immuniteit, verminderde lokale verdediging of aandoeningen die het urineren bemoeilijken, krijgen bacteriën de kans om zich in de urinewegen te nestelen. Katten zijn resistenter dan honden. De signalen zijn dezelfde als hierboven.
De dieren blijven ook langer in de urineerhouding zitten. Bloed in de urine (hematurie) kan aanwezig zijn (lichtroze kleur). De dieren kunnen agressief reageren bij het aanraken van de buik of tijdens het vastnemen, of onzindelijk worden. Bij een infectie van de hogere urinewegen zullen de dieren symptomen vertonen als sufheid, mindere eetlust, koorts, loomheid, enz.
Urinekristallen en -stenen:
urolithen of stenen in het urinair stelsel bestaan uit samengeklonterde kristallen, die ontstaan wanneer de urine verzadigd is met mineralen. Dat kan te wijten zijn aan metabole stoornissen of aan de voeding, wanneer die de vorming van urinekristallen bevordert. Zowel bij hond als kat komen stenen vooral voor in de blaas en de urethra.
Bron: Het Nieuwsblad
|