Er loopt een man met een hond over straat. Even later komt hij een andere man met een hond tegen. Zegt de ene hond tegen de andere: "Wat een mooi huisdier heb je!"
Het verschil tussen honden en katten: Een hond denkt: "Hé, deze mensen waar ik bij in huis woon, voeren me, houden van me, verlenen me een warm en droog huis, aaien me en verzorgen me op een fijne manier.....Ze moeten goden zijn!" Een kat denkt: "Hé, deze mensen waar ik bij in huis woon, voeren me, houden van me, verlenen me een warm en droog huis, aaien me en verzorgen me op een fijne manier.....Ik moet een god zijn!"
Een man loopt over straat. Daar ziet hij opeens een carbiolet staan met 3 pinguins achterin. Hij loopt naar de bestuurder en vraagt: "Hoe komt u in godsnaam aan die pinguins?" Zegt de man: "Oh, die heb ik op de kermis gewonnen." Waarop de eerste man vraagt, "Zou u dan niet met die diertjes naar de dierentuin gaan?" "Ja," zegt de man, "dat is eigenlijk wel een goed idee." De volgende dag ziet de man echter weer de drie pinguins achterin de cabriolet zitten met alledrie een zonnebril op. "Zeg meneer, bent u niet naar de dierentuin geweest?" "Natuurlijk," zegt de andere man, "maar vandaag gaan we naar het strand!"
Een Dobermann en een Pittbull liggen samen bij de dierenarts op hun beurt te wachten. Op een bepaald moment vraagt de Bull: "Waarom ben jij hier?" De Dobermann kijkt bedroefd als hij vertelt: "Ik lag rustig in de keuken te slapen, toen de baas midden in de nacht spiernaakt naar beneden kwam en voorover de koelkast in duikt. Ik schrik wakker en ja, ik ben een waakhond dus ik beet, zo zijn ballen van zijn kont... Nu laten ze me inslapen." Er volgt een ijzige stilte en na een tijdje vraagt de Dobermann: "En jij?" De Pittbull zucht diep en begint zijn verhaal: "Eigenlijk een beetje voor hetzelfde. Ik lig rustig in de keuken te slapen, toen het vrouwtje spiernaakt voorovergebogen in de koelkast stond. Ik schrik wakker en ja, ik ben een mannetje dus ik heb haar een beurt gegeven." "Laten ze jou ook inslapen?" "Nee, mijn nageltjes worden geknipt."
Vader Ooievaar tracht zijn zoon een beetje gerust te stellen tijdens een van moeder Ooievaars regelmatig voorkomende nachtelijke absenties. "Huil maar niet, jongen," zegt de vader sussend, "je moeder brengt baby's naar de mensen en dat maakt die mensen heel gelukkig." De volgende nacht is het de beurt van de moeder om zoonlief te troosten: "Jongen, je vader is zo weer terug als hij de pappies en mammies hun kindje heeft bezorgd." Een paar dagen later zijn vader en moeder Ooievaar vreselijk ongerust, want hun jongen is de hele nacht niet op zijn nest geweest. Als hij eindelijk, bij het krieken van de dag, terugkeert, vragen zijn opgeluchte ouders waar hij de hele nacht geweest is. "Ooh, ik heb een paar scholieren de schrik van hun leven bezorgd."
In een bos is een vijvertje, boven het vijvertje zoemt een bij, in het vijvertje zwemt een zalm. De zalm denkt: "Als die bij wat naar beneden komt dan pak ik die bij." Naast het vijvertje staat een bruine beer en die bruine beer die denkt: "Als die bij wat naar beneden komt dan pakt die zalm de bij en pak ik de zalm." Achter de bruine beer staat een jager en die jager denkt: "Als die bij wat naar beneden komt dan pakt die zalm de bij, palt de bruine beer de zalm en schiet ik de bruine beer dood." Achter de jager zit een muisje op de grond en dat muisje denkt: "Als die bij wat naar beneden komt dan pakt die zalm de bij, pakt de bruine beer de zalm, schiet de jager de bruine beer dood en valt het kruimeltje van de schouder van de jager op de grond en dan pak ik dat kruimetlje." Achter het muisje zit een poes in de boom en die poes denkt: "Als die bij wat naar beneden komt dan pakt de zalm de bij, pakt de bruine beer de zalm, schiet de jager de bruine beer dood, valt het kruimeltje van de schouder van de jager op de grond, pakt het muisje het kruimeltje en eet ik het muisje op." Zo gezegd zo gedaan! De bij gaat wat naar beneden, de zalm pakt de bij, de bruine beer pakt de zalm, de jager schiet de bruine beer dood, het muisje pakt het kruimeltje wat op de grond is gevallen en de poes springt en............................ hij springt mis en belandt in de vijver! Wat is nu de moraal van dit verhaal?
Moeder: "Heb je aan de hond gedacht?" Willem: "Ja." Moeder: "Heb je hem uitgelaten?" Willem: "Nee." Moeder: "Heb je hem eten gegeten?" Willem: "Nee." Moeder: "Wat heb je dan wel gedaan?" Willem: "Aan hem gedacht."
Er staat een paar militairen tegenover elkaar op te scheppen over hoe hoog hun IQ wel niet is. Dan komt er iemand naast hen staan, die al een tijdje heeft staan luisteren. Hij zegt: "Nee jongens, het meten van je slimheid aan de hand van het IQ is allang verleden tijd. Ze hebben allang een nieuwe eenheid gevonden: de 'tère.'" Al die militairen knikken zo'n beetje en zeggen allemaal zoiets van: "Ja, daar hebben we wel eens iets over gehoord." Dan zegt de man: "Ik zal een voorbeeld geven. Einstein bijvoorbeeld, was heel erg slim. Hij was dus een 'mega-tère'. Kijk ik, ik ben niet zo slim, ik ben een 'kilo-tère'. En ja, dan heb je ook nog militairen!"
Twee konijntjes komen elkaar tegen aan de rand van de weg. De een vraagt aan de ander: "Waar kom jij vandaan?" "Uit een holletje aan de overkant van de weg." "Maar hoe steek je die weg dan over? Die is toch veel te druk? Ik ben al mijn broertjes en zusjes al verloren, omdat ze naar de overkant van de weg wilden." "Nou", zegt het andere konijntje, "daar heb ik een truukje op gevonden. Je loopt eerst naar het midden van de ene weghelft, daar ga je plat op de weg liggen en wacht je totdat je verder kunt. Op de streep wacht je dan even en je herhaalt het truukje voor de andere weghelft." "Dat ga ik dan even proberen," zegt het ene konijntje. Dat konijntje loopt dus naar de helft van de weg, gaat plat op de weg liggen en ja hoor, de auto's raken hem niet. Het konijntje huppelt vrolijk verder tot de middenstreep, kijkt links, rechts en weer links en huppelt weer naar de helft van de weg. Het bukt weer totdat het veilig verder kan. Het andere konijntje kijkt rustig toe en ziet hoe het ene konijntje plotseling morsdood op de weg ligt. "Tsja" zucht het konijntje "die driewielers zie je ook niet vaak meer hč!"