Die tweede poot kan ook geplooid zijn aan de knie; dan kan iemand met wat ondervinding de poot strekken, door het hoefje in de volle hand te nemen, de poot in de richting van de flank van de moeder te wringen en dan met een plotse beweging te rechten. Is de poot echter geplooid aan de schouder en steekt de poot dus recht achteruit dan zal het wellicht niet gaan zonder tussenkomst van de dierenarts. Om een linkse poot te ontplooien werkt men met de linker arm, voor rechtse met rechter arm.
Men gaat na of bij het persen het hoefje van de tweede poot niet tijdelijk zichtbaar wordt: is dit het geval dan kan alles verder normaal verlopen: gebeurt zulks niet dan moet men, van zodra de knie van de ene poot zichtbaar is, gaan voelen wat er met de andere gebeurt. Blijft die alleen wat achter, dan tracht men hem wat verder in de geboortewegen te brengen.
Bij tweelinggeboorte gebeurt het nogal eens dat de poten van beide veulens door elkaar gestrengeld zijn, en het zal ook noch de eerste, noch de laatste keer zijn dat in zulk geval op poten van twee verschillende veulens tegelijk getrokken wordt; daarom moet men, voor men trekkracht gebruikt, grondig onderzoeken of men wel aan twee poten van eenzelfde veulen trekt. Soms heeft één veulen een achterste en het andere een voorste ligging, dan moet men nagaan welke van beide veulens het gemakkelijkst het eerst kan verlost worden in verband met de manier waarop het zich aanbiedt.
Ze is dikwijls voorzien of in elk geval vermoed; ze wordt bevestigd bij de verlossing door het te voorschijn komen van pootjes, waarvan de geringe omvang niet strookt met de buikomvang van de merrie. Soms is een vrucht gemummifieerd of verdroogd: dit komt vaak voor en dan wordt het andere veulen meestal met weinig weeën uitgedreven. Het is in elk geval noodzakelijk, bij vermoeden van tweedracht, en na het uitdrijven van één vrucht, na te gaan of er zich nog geen tweede vrucht in de baarmoeder ophoudt.