Het ademt niet of men kan alleen wat reutels horen: men moet de kunstmatige ademhaling toepassen. Men wrijft de neus in met een strowis en, trekt herhaaldelijk de tong naar buiten, terwijl men tezelfdertijd de ribbenkast en hartstreek beklopt. Men neemt een voorpoot welke men over de ribbenkast, afwisselend naar voor en naar achter doet glijden. Men legt het veulen op de andere zijde of met zijn borst op de bedding, derwijze dat men de ribbenkast aan beide zijden tegelijk indrukt en dan weer lost om zo te trachten de luchtstroom als het ware op te zuigen. Terwijl men daarmee bezig is moet ook de navel in het oog gehouden worden, want bij een veulen dat niet ademt kan die hevig bloeden en dient de streng dichtgeknepen te worden.
Het kan echter ook gebeuren dat gedurende de geboorte ernstige inwendige letsels ontstonden: gebroken ribben, aanwezig vocht van besmettelijke oorsprong, enz. In die gevallen, indien de ademhaling toch op gang komt, blijft ze toch abnormaal.
|