De merrie perst normaal en lichtjes om de nageboorte uit te drijven; dit persen is natuurlijk heviger wanneer nog een levende, of verdroogde vrucht in de baarmoeder is achtergebleven, en die dus nog moet uitgestoten worden. Soms vindt men voor dat persen geen verklaring en dan gaat het om baarmoederpijn, verplaatste baarmoeder of een begin of gedeeltelijke omstulping. Het uitdrijven van een gemummificeerde vrucht gelijkt veel op een omstulping der baarmoeder, maar het onderscheid wordt snel vastgesteld omdat de verdroogde vrucht hard aanvoelt en gemakkelijk afgelijnd kan worden. Wordt er, niettegenstaande alles normaal schijnt, toch nog langer geperst, dan kan men best wat met de merrie wandelen, wat het terug op zijn plaats komen der baarmoeder bevordert.
|