Niet alle afgebeelde kant is door mij gemaakt, dat zou trouwens onmogelijk zijn. Ik wil alleen ALLE facetten van KANT belichten !!
31-07-2014
Beveren : Hoe Mooi KANT zijn.
In mei van 1974 hield de Heemkundige Kring "Het Land van Beveren", een kanttentoonstelling in kasteel Cortewalle. Het opzet was de Beverse kant terug in de belangstelling te brengen van de lokale bevolking.
Enkele dames, die het vak nog kenden, demonstreerden er voor de bezoekers hoe kunstig en vaardig kantklossen wel is.
Zo sprak men over éénbloemers, tweebloemers, driebloemers en ga maar verder. Zo wordt het aantal bloemen per el aangeduid. Beverse kant is een typische ellen-kant, wij zouden nu spreken van "kant aan de lopende meter".
In vele gevallen werden de kantwerksters niet met geld betaald maar waren ze verplicht in het winkeltje van de kanthandelaar eetwaren te kopen : koffie, thee, suiker, meel.
Een soort verplichte ruilhandel zonder enige vorm van sociale wetgeving en taksen.
De kanthandelaar verdiende dus twee keer : op het kantwerk dat hij veel duurder verkocht én op de producten uit zijn winkeltje.
De winkel van de kanthandelaar noemde men trouwens zeer toepasselijk een "banmolen".
Het aloude systeem van kanthandel kon niet meer gehandhaafd worden in de 20ste eeuw.
Het was ten dode opgeschreven.
Veel kanthandelaars, uitzonderingen bevestigen de regel, verdienden veel geld op de rug van de arme en onderbetaalde vrouwen.
De kanthandelaar trok meestal twee keer per jaar op zakenreis. Tijdens die reis noteerde hij nieuwe orders en leverde bestellingen af die hij tijdens de vorige reis had opgetekend.
De vrouwen die voor hem werkten werden per el, per stuk of per bloem betaald.
Na de oorlog werd er geen kantles meer gegeven en ging de kanthandel steeds verder achteruit.
De traditionele klederdrachten werden niet meer gedragen en nieuwe tijden brachten ook nieuwe zeden en gewoonten met zich mee. Er waren bijna geen dames meer die kant wilden klossen om den brode.
Kantwerk loonde niet meer, men rekende in werkuren en als men dit ging toepassen op kantwerk werd dit onbetaalbaar.
De kantopkopers hadden geen aanvoer meer, de productie viel quasi stil en de laatste kanthandelaar uit de streek deed midden van de jaren zestig van de 20ste eeuw de boeken dicht.
Daarmee viel het doek over de Beverse kantnijverheid en dreigde de Beverse kanttraditie verloren te gaan.
Naar aanleiding van de eerste schoolstrijd in 1879, verhuisde de kantschool van het hospitaal naar de pas gebouwde Sint-Annaschool. Alles kent zijn tijd en tegen de eeuwwisseling 19de -20ste eeuw, was de kantnijverheid over haar hoogtepunt heen.
Alleen de kantschool van de zusters van de heilige Vincentius a Paulo zou blijven bestaan tot 1930. Maar de kantmicrobe bleef toch als een smeulend vuurtje overeind.
In 1936 telde men in Beveren in de gesubsidieerde leerwerkplaatsen toch nog 32 meisjes, jonger dan 14 jaar, aan wie kantonderricht werd gegeven.
In de 19de eeuw werd er nog steeds kantonderricht gegeven aan meisjes die, mits betaling van een kleine som geld, in de school werden aanvaard.
Maar sommige arme kinderen, wier ouders deze som niet konden betalen, bleven verstoken van de kantlessen. In 1843 kwam hierin verandering. Pastoor Jan-Frans Cools stichtte een kantschool in zijn hospitaal.
Meisjes kregen er gratis kantles. Het werd een enorm succes en één jaar later telde zijn kantschool reeds meer dan honderd leerlingen. In 1869 werd er een groter klaslokaal gebouwd en telde men 280 leerlingen.
In 1802 opende Jean Joseph Collier een kantwinkel op de Meir in Antwerpen. De Meir was toen nog niet de bekende winkelstraat van vandaag maar een residentiële straat met tal van prachtige herenhuizen en stadskastelen.
Denk aan het Oosterriethhuis, het voormalige Koninklijk Paleis en last but not least het hotel de Bergeyck. Dé uitgelezen locatie voor Collier om zijn kant te verkopen.
Collier die wist dat er in Beveren heel wat kantwerksters waren. Hij stichtte in 1818 in Beveren een privéschool waar meisjes tegen betaling deze nieuwe "modekant" konden aanleren.
Welke kantsoort er toen gemaakt werd is niet geheel duidelijk. In geen geval Rijselse, maar mogelijk Valenciennes of pottenkant. Een soort kant die arbeidsintensief is en zeer traag vordert.
In de 18de eeuw ontstond in Rijsel een kant die sneller en eenvoudiger te maken was.Waarschijnlijk bracht de familie Collier, die in 1800 een winkel had in Rijsel, deze kantsoort naar onze streken.
Ridder Roger Raveel (Machelen 1921 - Deinze 2013)was een Vlaams postexpressionistisch kunstschilder. Hij was ook keramist en maker van kunstobjecten. Hoewel zijn werk niet goed valt onder te brengen in een bekende kunststroming, wordt het toch verwant geacht aan popart.
Elke beginnende Binche-klosster kijkt uit naar de dag waarop ze dit patroon kan uitwerken.
Het is dan ook geen sinecure !
De groep "Binche" van de Gentse kantacademie heeft een studie gemaakt van het Pompadourke.
Daar waar de dame in het originele patroon in horizontale richting wordt geklost (liggend), hebben zij het Pompadourke vertikaal gewerkt (staand). Opgezet aan de muts en naar onder gewerkt.
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005