Degoes zijn afkomstig uit het Andesgebergte in Chili (Zuid-Amerika). Daar leven deze vriendelijke en nieuwsgierige diertjes in rotsachtige gebieden. Ze klimmen en klauteren in struiken en bomen. Dit gedrag zie je nog steeds terug bij de degoes die we als huisdieren houden. Midden de 18e eeuw brachtten de Europeanen ze mee. Ze werden als eerste aanzien als eekhoornachtige. Maar deze leuke diertjes behoren tot de cavia-achtige.
Als huisdier worden ze nog niet zo lang gehouden, en dat is misschien maar goed ook omdat het geen huisdieren zijn voor iedereen. Ze hebben flink de ruimte nodig en het zijn geen huisdieren voor jonge kinderen. Het zijn namelijk niet echte knuffeldiertjes, daar zijn ze te beweeglijk voor.
Bij een goede verzorging worden degoes gemiddeld tussen de 5 en de 8/9 jaar. Dit is best oud voor een knager.
Onze baasjes hebben weer verlof en dan gaan we lekker weer naar de caravan. Ditmaal zijn we weg van 10 augustus tot en met 2 september. We hopen dat we ditmaal iets beter weer hebben. Groetjes en tot na ons verlof.
Een man komt op het politiebureau met de vraag of hij de man kan spreken die de nacht ervoor bij hem thuis had ingebroken.. 'Nee, dat gaat niet, je krijgt je kans in de rechtzaal!' 'Maar agent, U begrijpt me verkeerd. Ik wil alleen maar weten hoe het hem gelukt is om 's nachts het huis in te komen zonder mijn vrouw wakker te maken!'
Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.
Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jonge collega: 'Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.'
Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: 'Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.'
Celine is bij ons op bezoek geweest in de caravan. Zij had ons nog nooit gezien, maar vond ons blijkbaar wel lief. We hopen dat ze nog eens langs komt. Misschien laten we haar dan toe om ons te strelen.