In de jaren zeventig van de vorige eeuw reed ik in Antwerpen als tram-en autobusbestuurder bij de MIVA, nu heet dat DE LIJN. Op zekere dag, ik reed toen op tramlijn 2, de halte bij de Veranda stapte een keurig gekleede man op, hij zocht overal in zijn zakken en zei toen: "ach, ik heb mijn portemonee vergeten. Ik keek de man aan, en waarom ik het deed, weet ik niet, maar waarschijnlijk omdat hij vertrouwen uitstraalde, ik gaf de man een kaartje met de bemerking, deze rit is dan voor mijn rekening. Dat kaartje koste toen 9 Bef, voor deze negen franken hoefde ik echt geen boterham minder te eten. De man bedankte zich uitvoerlijk. Bij de halte van De Zwaantjes stapte hij af en bedankte mij nogmaals. Twee dagen later moest ik in de Grote Hondstraat bij de verkeersleider komen, dat was toen Dhr. Geerts, hij wenste mij proficiat, hij had namelijk een brief gekregen van de directeur van de filiale van de Bank Van Antwerpen aan de Zwaantjes, deze man was mijn reiziger die toen zijn portemonee vergeten had, hij had mijn nummer 525 genoteerd. Bij de brief was een persoonlijke omslag voor mij, toen ik deze opende vond ik een briefje van 500 Bef. Dat, geachte lezers zijn momenten die men een leven lang niet vergeet. Ik weet niet, of ik wanneer ik nu nog in Antwerpen als tram en busbestuurder zou rondrijden nog zo zou reageren, maar toen waren er nog geen bruine crapuleuse mohas.
Kartuizer.
|