Als we nu een brood willen, gaan we naar de bakker of naar de supermarkt en we kopen zoveel brood als we willen. Tijdens de Duitse bezetting 40-44 was dat helemaal anders. Het brood was zoals vele andere producten gerantsoeneerd, voor ons gezin van vier personen hadden wij toen recht op èèn brood van 800 gr. per dag en zonder zegeltjes kreeg men bij de bakker geen brood en zelfs als men geld en zegeltjes had moest men nog geluk hebben, de meelvoorraad die de bakkers kregen was zeer beperkt en zo kon de bakker maar een beperkt aantal broden per nacht bakken. Om 7 uur 'smorgends ging mijn oudere broer aanschuiven voor de bakkerij die eerst om 8 uur de deur opende om half acht ging ik hem aflossen en om acht uur was het dan zover. Met het nog warme brood spoedde ik mij dan naar huis, daar werd het dan in vier delen verdeeld want snijden kon men het niet, mijn deel werd dan nog eens in twee delen verdeeld, één deel voor 'smorgends met de bovenste korst en één deel voor het vieruurtje met de onderste korst als ik van school terugkwam. Deze delen werden dan met margarine en dikke appelstroop bestreken. Natuurlijk ging ik steeds naar school met een nog hongerige maag. Ook aardappelen waren er nauwelijks te krijgen, het grootste deel van de oogst werd naar Duitsland vervracht en wat dan nog overbleef moest men duur betalen. Wij hebben vaak aardappelschillen gegeten, die werden dan grondig gewassen en gekookt dan werd er stamppot van gemaakt met worteltjes. Die worteltjes kregen we van een buurman die ze in zijn tuin had staan. Wie na 1944 geboren is kan zich amper voorstellen hoe dat toen was. Nu nog heb ik een groot respect voor een brood en geniet ik nog van een boterham met boter en bruine suiker, iets wat voor de moderne mens van nu maar zeer armoedig is maar toen was dat een luxe.
In het huidige Griekenland 2013 heersen deze toestanden weer, en nu niet wegens een Duitse bezetting maar door het geknoei van de EU potentaten die bezig zijn heel Europa in een armenhuis te veranderen.
Kartuizer.
|