Soms denk ik met weemoed terug aan mijn kinderjaren, niet dat toen alles beter was, ons land was door de Duitsers bezet en we hadden maar weinig te eten en in de winter waren er maar weinig kolen voor de Leuvense stoof. En toch was het toen aangenamer, wij woonden toen in Hemiksem in de Kerkstraat tegenover het Kerkhof, nu heet dat Begraafplaats. De mensen hadden toen nog tijd voor elkaar, autos waren er bijna niet, éénmaal per jaar verwijderden wij met een aardappelmesje, enkele dagen voor de prosessie uitging, het gras tussen de kasseien van de rijweg, nu groeit daar geen gras meer, de kasseien zijn weg en er ligt nu asfalt, en er gaat ook geen prosessie meer uit want dat zou kwetsent zijn voor de Moslims. De dag voor het uitgaan van de prossesie werd er wit zand op de rijweg gestrooid en bloemenblaadjes en als den de volgende dag de pastoor met het allerheiligste voorbijkwam knielden we allen neer want we geloofden dat de witte hostie in de gouden monstrans die door de pastoor, in gouden koormantel, gedragen werd God was. Er zijn nu waarschijlijk nog maar weinig mensen die geloven dat het geconsecreerde brood geen brood meer is, maar het lichaam van Christus, en toch is dat de onveranderde leer van de Katholieke Kerk. Ik zou willen dat ik het nog kon geloven. Wij lazen toen thuis Het Laatste Nieuws, daar stonden verschillende stripverhalen in, "Den Baart en de Kale" en "Piet Kwabbernoot" die bekeek ik elke dag, lezen kon ik toen al goed, alhoewel ik eerst acht jaar oud was want dat had mijn moeder mij bijgebracht. Toen ik in de krant las, dat de paus de hik had, dat was toen Pius XII, was ik verbaasd dat zijne heiligheid ook ziek kon worden, mijn moeder beleerde mij toen: "jonge" zei ze toen,"je moet je niet blindstaren op mensen die in prachtige gewaden of uniformen rondlopen, als ze die gewaden en uniformen uittrekken zien ze er echt niet meer zo voornaam uit en, die moeten ook zoals iedereen tegelmatig de pot op!" Ja, zo was mijn moeder. Ik was toen ook lid van de Robbedoesclub, elk jaar kreeg ik van Robbedoes voor mijn verjaardag een leuke kaart met de beste wensen van Robbedoes persoonlijk. TV en computers moesten toen nog worden uitgevonden, we hadden wel een radio en een gramafoon, die gramafoon moest men opwinden het geluid van de bakelieten platen was voor onze moderne begrippen afschuwelijk. Van een badkamer of een dousche hadden we nog nooit gehoord, éénmaal per week werden we grondig gewassen in een zinken bad op de keukentafel en dan kregen we schoon ondergoed aan, en wij waren niet ziek en we stonken ook niet, het waterverbruik in de gezinnen was dan ook beduidend minder als nu. Zoals ik reeds zei, er waren toen maar heel weinig autos, sommigen hadden wel een fiets, als onze buurvrouw ergens heen wou, kwam ze soms die fiets van mijn moeder lenen, dat was toen ook heel normaal. Ik ging regelmatig tevoet op bezoek naar mijn tante die in Aartselaar woonde en dat was wel een lange weg, maar de meeste mensen gingen toen tevoet, ook dat was toen heel normaal. Telefoon hadden toen alleen maar rijke mensen, wij waren ook niet zo belangrijk dat we op elk moment van de dag bereikbaar moesten zijn en zo leefden wij toen ook veel rustiger, gezonder en goedkoper als nu, het woord stres was toen nog niet uitgevonden. Als kinderen waren wij gehoorzaam aan onze ouders en onderwijzers, en als we op school al eens klap kregen van de onderwijzer dan hadden we die ook verdiend en we haalden het niet in ons hoofd dat thuis te vertellen, want dan liepen we het risico daar ook nog een paar klappen te krijgen. Ja, zo was de wereld toen, helemaal anders als nu en de mensen waren toen gelukkiger en tevredener als nu. Ook in mijn jeugdjaren zag de wereld er nog helemaal anders uit, maar daar wil ik het in een volgende bijdrag over hebben.
|