Ook in de Duitstalige Gemeenschap zijn er heel wat mensen die zich afvragen wat er met hun gemeenschap zal gebeuren als er in afzienbare tijd aan het belgische wangedrocht een einde komt. De Duitstaligen hebben ook zoals de Vlamingen voor het behoud van hun taal en cultuur moeten vechten, ik woon hier nu eenentwintig jaar en ik heb vele verhalen gehoord van mensen die ik ken. Ook hier zijn er idealisten die er `snachts met een pot teer op uit trekken om de franstalige namen op de wegwijzers en de gemeentenamen te strijken. De Walen maken er een gewoonte van, de oorspronkelijke namen te verfransen, Amblève in de plaats van Amel, Waimes in de plaats van Weismes, Bulange in de plaats van Büllingen enzv. ook hier pikt de bevolking, net als in Vlaanderen, dat niet. Toen enkele jaren geleden Di Rupo het in een toespraak over duitstalige walen had, was de terechte verontwaardiging zeer groot, "wir sind keine Deutschsprachige Walonen" klonk overal het protest. Ik ken hier oudere mensen, die tijdens hun leven drie maal een andere nationaliteit kregen, oorspronkelijk waren zij Duitsers, 1920 werden zij belgen, 1940 werden zij terug Duitsers en 1944 werden zij weer belgen. Na het einde van WO.2 hebben zij zeer onder de belgische repressie geleden, ik ben in vele huiskamers geweest waar een foto van een vader of een grootvader op de schoorsteenmantel staat of aan de muur hangt in Wehrmachtuniform. 1940 werden zij immers bij het Duitse Rijk ingelijfd en moesten zij dus ook in de Wehrmacht dienst doen. Na 1945 werden dan deze mensen door de belgen als landverraders behandeld. De aversie van de Duitstaligen van de Walen is evengroot als de afkeer van de Vlamingen tegenover de Waalse arrogantie. Ik heb de Duitstaligen als vlijtige noeste werkers leren kennen en de Duitstalige Gemeenschap is voor de Walen een goede melkkoe die ze zullen melken zolang zij kunnen. De mensen hier vinden het ook absurd dat er voor hun kleine Gemeenschap een eigen regering moet zijn met vier ministers en alles wat daarbij hoort, maar dat was toen de enige mogelijkheid om een beetje van het Waalse juk los te komen. Bij een splitsing van het land zijn er maar twee reele mogelijkheden: aansluiting bij Duitsland of aansluiting bij het Groot Hertogdom Luxemburg, een onafhankelijk staatje is natuurlijk absurd economisch zou dat onmogelijk zijn. Bij Duitsland wil hier echter niemand, wel bij Luxemburg en het is interesant te weten, dat ook vele inwoners van de provincie Luxemburg van Walonie weg willen en aansluiting bij het Groot Hertogdom wensen. Bij Vlaanderen kan de Duitstalige Gemeenschap niet aansluiten omdat zij niet aan Vlaanderen grenst en dat is jammer want zij hebben met de Vlamingen veel gemeen behalve dan de taal, maar de meesten van hen verstaan het Nederlands zeer goed. Germanen blijven even Germanen en men kan van hen geen Romanen maken. Het is goed leven in de Duitstalige Gemeenschap, hier heerst nog recht en orde en op de politiediensten valt niets aan te merken, hier leeft nog de oude Duitse orde, die er in Duitsland al lang niet meer is. Ik ben benieuwd met welke nummerplaat ik over enkele jaren zal rondrijden. De Duitstalige regering hoopt natuurlijk dat alles zo blijft zoals het nu is, want bij een aansluiting bij Luxemburg of bij Duitsland zijn ze natuurlijk hun baantje kwijt en zelfs bij een gedwongen aansluiting bij Walonie, wat een catastropfe zou zijn, zou er van een Duitstalige regering geen sprake meer zijn dat was dan ook de echte reden van hun belangenconflict BHV zo lang mogelijk de staat B en hun postje behouden.
|