Wij leerden toen we jong waren nog gedichten op school, maar toen leefden we nog in een beschaafde wereld, zonder computer en zonder TV en zonder wereldvreemde invloeden. Het was een mooie tijd, waaraan ik graag met weemoed terug denk.
´t is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapengaan, of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan;
Of ik geen ogen heb doen schreien, geen weemoed op een wezen lei; of ik aan liefdeloze menschen een woordeke van liefde zei.
En vind ik in het huis mijns harten, Dat ik één droefenis genas, Dat ik mijn armen heb gewonden rondom een hoofd, dat eenzaam was...; Dan voel ik op mijn jonge lippen, die goedheid lijk een avondzoen...
´t is goed, in ´t eigen hart te kijken en zo z´n ogen toe te doen.
Dit prachtige gedicht van Alice Nahon heb ik als twaalfjarige geleerd en het heeft mij een levenlang begeleid.
Wat mijn bijdrag, boter aan de galg, betreft, geloof ik, dat Jutta en ook Victor gelijk hebben de onafhankelijkheid van Vlaanderen is wel mijn levensdroom, maar ik heb nog nooit nagedacht over wie dan wel of niet de Vlaamse nationaliteit zou krijgen.
|