,,Hebt u ook appels?" ,,Nou, kijk maar ' es wat een voorraad: jonathan, gouden heerlijkheid en natuurlijk doorzichtige gele." ,,Opoe Smit, hebt u díe niet? ",,Ja, hoor, puntgaaf, zonder één rimpeltje." ,,Doet u mij dan maar een kilo opoe smit."
Alles kan ik verdragen: glazige aardappelen, vettige jus, ongare sudderlappen, stugge sperciebonen, ik eet alles op, desnoods ijskoud, daar ben ik werkelijk hard in.
Maar rode kool... in welk jaargetij ook, hard- of zachtgekookt, NEE!!
Wat een geluk: ' t wordt lente en de dagen gaan al lengen. En boven zit de grote Schilder zijn kleuren al te mengen, om boom en struik een feestelijk uiterlijk te geven. Bij voorbaat dank, Heer, dat 'k weer mag beleven.
Hier in Apeldoorn vond deze week een interview plaats met de bekende schrijfster Renate Dorrestein.Haar werd o.a.gevraagd waarom ze zoveel over kinderen schrijft. Reactie ongeveer: ,, Achter elke huisdeur kan zich in principe een concentratiekamp bevinden." Wat zijn kinderen in deze wereld vaak op een vreselijke manier het kind van de rekening.
,,De aanvallen op onze kinderen vinden op steeds jongere leeftijd plaats. Zoals de aanval vanuit de met seks vergeven muziek, videoclips en t.v.en internet. En veel ouders laten de boel de boel, terwijl God ons uit liefde opdraagt zijn geboden bij onze kinderen in te prenten. Als we onze kinderen negen maanden voor de geboorte en tien jaar daarna niet vanuit de radicale liefde van Jezus wortelen in het bevrijdende Woord van God, kunnen we God daarna wel vergeten". (Uit brief van ,,Schreeuw om Leven.")
,,EEN MUST VOOR IEDEREEN DIE ZIJN KINDEREN WIL BESCHERMEN.
zegt een recensie over het jeugdboek ,,Drugs...groep 8 zegt nee!" door Kees van Baardewijk.Via mailadres Jedidjacs@cs.com (van Stichting Jedidja te Egmond aan Zee) kunt u een GRATIS ex.aanvragen. Steun die Stichting: postbanknr.9555632 St.Jedidja, Egmond aan Zee, die gratis goede jeugdboeken verspreidt.
n.a.v.de geschiedenis van Christiane F. - 13 jaar en verslaafd aan heroïne - en haar vrienden van Bahnhof Zoo, Berlijn.
Je was bestemd om in vrijheid te reizen, naar een wereld, gaaf en gezond, je was bedoeld om het leven te prijzen, als een nieuw mens met een nieuwe mond.
Om van mensen en dingen vriend te zijn, om als kind naast je God te gaan, om van anderen te kennen de nood en de pijn, om het kwaad in jezelf te weerstaan.
Maar nauwelijks was je op reis gegaan of je trein liep vast op dood spoor: Bahnhof Zoo, station ,,nergens" -dáár kwam je aan, en in ' t land van de dood leef je door.
En nu ben je verslaafd en je gaat op roof en verkrampt en versteend zit je neer, voor ieder te koop, voor helpers doof, en tegen verleiding geen verweer.
Zo leven er kinderen in Berlijn, vereenzaam, verloederd en grauw, zo sterven er kinderen in de woestijn van de steden, in wanhoop en rouw.
En de engelen huilen en de hemel heeft pijn, om de bloemen voortijdig vergaan, om de aarde die geen woonplaats kon zijn, om de bloemen voortijdig vergaan.
O God, geef nog mensen vol liefde en kracht, bereid in de steden te gaan, om het ieder te zeggen: God hoopt nog en wacht op hen die niet mogen vergaan.
Een uil, in Giessendam geboren, had op een dag zijn bril verloren en zag daardoor, 't was om te rillen de dames in hun blote billen. De oogarts gaf hem, na die schok, een bril met ingeslepen rok.
,,Komt u maar lekker hier zitten!" zei een dame, zelf niet meer zo piep, gister tegen mij, in de bus. Ze aaide me nog net niet over de bol. En vandaag graaide de winkelier het benodigde kleingeld uit mijn open hand. Kort daarna kwam de waarschuwing: ,,Past u wel op het trapje?"
Van huis-uit een jongen van de vlakte, zit ik hier hokvast op mijn dood te wachten. Ik voel me treurig en verloren, welk droevig lot is mij beschoren! Hebzuchtig staat mijn baas te loeren, voelt aan mijn bast na overdadig voeren.
Bijna december en als tweede uit het nest, ga ik de pan in, ditk en vetgemest.
't Is erg maar 'k kan wel huilen als er, ook nog gezegd zal worden: ,,Frans, z' n broer, was malser."
Heer, U bent naar ons toegekomen, verscheen in onze schamelheid. Van Wie we enkel konden dromen, werd zichtbaar in de werkelijkheid. U kwam tot ons in donkere nacht. U, Wie de wereld hunkerend wacht.
U zocht ons op om ons te helen, te redden uit een groot verdriet. U wilde alles met ons delen. Wat U bij Vader achterliet is nu voor ons, U maakt ons rijk, geeft toegang tot Uw koninkrijk.
En wat onzegbaar blij kan maken: als angst en schuld ons diep verwart, dan wilt U ons steeds trouw bewaken, ons brengen dicht bi 't Vaderhart. En Hij die van ons lijden weet, Hij is het die ons welkom heet.
Te zingen op de wijs van lied 78 Liedboek ,,Laat me in U blijven, groeien, bloeien."
Het leven was voorbij en ik stond voor God. Hij zei: ,,Laat Me je handen eens zien!". Ik draaide ze om en om, ze waren helemaal leeg. Tot m' n opluchting zei Hij: ,,Loop jij maar door, het feest is al begonnen!"