De
keeshond heeft een vrij korte rug en een ietwat steile achterhand. De buik is
licht opgetrokken. Het hoofd is wigvormig, de kleine variƫteiten hebben een wat
korte neus. De stop is matig bij de grote kees, meer geprononceerd bij de
andere variƫteiten. De ogen zijn ovaal, bij de kleine kezen relatief groot. De
hoog aangezette staande oren zijn vrij klein. De staart is hoog aangezet en
over de rug gekruld.
De
dubbele vacht is kort op het hoofd en aan de voeten, elders is het dekhaar
lang, dicht en afstaand. Bij de tegenwoordige showhonden is het hoofd bijna
verborgen in de brede afstaande kraag die zich voortzet over de borst. Ook de
achterzijde van de benen is rijk bevederd.
In
Duitsland worden bij de keeshond de kleuren wolfsgrijs, wit, zwart en bruin dealtfarbengenoemd, de overige kleuren gelden alsneufarben.
Kenmerkend voor de wolfsgrijze keeshond is een grijs lijntje rond de ogen, de
zgn.bril.