Er is een doelpunt als de bal de grond raakt over de doellijn .Het dichtste punt van waar men een doelpunt kan maken is vanaf de vrijworplijn.Dat is vier meter voor de doellijn.
Krachtbal word gespeeld met vier spelers in iedere ploeg.Er zijn twee soorten worpen: nekworp en rugworp.De nekworp vertrekt met beide handen achter de bal van uit de nek.De rugworp vertrekt met de bal tussen de benen en met de rug naar de doelrichting. Voor een rugworp als doelworp krijgt men twee punten, een nekworp is één punt.Bij de miniemen en kadetten hebben ze vier worpen om van uit hun doelgebied naar het doelgebied van de tegenstrever te werpen.Wanneer de bal door de tegenstander gevangen word is het aan de tegenpartij om te werpen en dit van bij de plaats waar ze hem gevangen hebben.Bij de scholieren en senioren zijn er maar drie worpen en dit zowel bij de dames als de heren.
Krachtbal word gespeeld op een grasveld met een lengte van 26m en een breedte van 14m. Het is verdeeld in twee helften door een middenlijn.Je hebt dan ook een vrijeworplijn en een doellijn op iedere helft.Tussen de doellijn en de vrijworplijn is er vier meter.Het doelgebied moet minstens zes meter zijn.
De bal verschilt van gewicht.Voor de heren is dat vier kg,bij de dames twee kg.Bij de jeugd is het voor pupilen jongens één kg, kadeten jongens twee kg, kadetten en scholieren drie kg.Bij de meisjes is het voor pupilen en miniemen één kg en vanaf kadetten twee kg.