Er komt een Hasselaar een brillenwinkel binnen. De Hasselaar zegt tegen de verkoper: "Dag meneer, ich spaar brillen. Heef u nog wat bezoonders?" "Jazeker," zegt de verkoper, en geeft de Hasselaar een bril. De Hasselaar zet de bril op en ziet de verkoper meteen dwars door zijn kleren heen: hij ziet de verkoper spiernaakt. "Da is fantaastisch," zegt de Hasselaar, "Hoeveel moet die bril koosten?" "Driehonderd euro". zegt de verkoper. "Pak maar in", zegt de Hasselaar. De Hasselaar loopt naar buiten en zet de bril op. Er lopen twee vrouwtjes met boodschappentassen voorbij. Hij ziet ze spiernaakt. De Hasselaar gaat met de bus: iedereen bloot. De Hasselaar loopt wel drie keer de bus op en neer. Komt de Hasselaar thuis.
Ziet hij zijn vrouw en de buurman spiernaakt op de bank zitten. Hij zet de bril af en daar zitten zijn vrouw en de buurman nog steeds spiernaakt. "Ich heb weer wat gekoch," zegt de Hasselaar, "ich heb het tien minuten en 't is al kepooot."
|