Het gaat niet goed met de vlinders in Vlaanderen. Uit de vlindertelling van 2008 blijkt dat de dagpauwoog dramatisch achteruitgaat en dat de citroenvlinder evenals het dwergblauwtje bijna verdwenen zijn in verschillende provincies of zelfs uit Vlaanderen.
Een klein knaapje zat op de bus naast een man die een boek aan het lezen was. Plots zag het jongetje dat de man de boord van zijn hemd achterstevoren droeg. Hij vroeg de man waarom hij zijn boord zo droeg. Zegt de man, die eigenlijk een priester was: Ik ben een Vader. Waarop de jongen zei: Maar mijn vader draagt zijn boord niet zoals u. De pastoor kijkt op van zijn boek en zegt: Maar ik ben de Vader van velen. Nu weer het jongentje: Mijn vader heeft 4 zonen, 4 dochters en 2 kleinkinderen en toch draagt hij zijn boord niet als u!. De priester wordt een beetje ongeduldig en zegt: Maar ik ben Vader van honderden en leest dan verder in zijn boek. De kleine jongen zit een tijdje stilletjes na te denken en zegt dan fluisterend: Misschien kunt u beter uw broek achterstevoren dragen in plaats van uw boord !!!.
Een meester heeft het in de klas over het werkwoord ' hebben ' Jantje mag als eerste een zin vormen "Ik heeft deze nacht bij mama geslapen ". De meester verbetert: " Ik heb deze nacht bij mama geslapen Waarop Jantje: "Ik heef u niet gezien,meester"
Een man komt in een boekenwinkel binnen en vraagt waar hij het boek 'DE MAN IS DE BAAS IN HUIS' kan vinden. De verkoopster denkt even na en zegt dan: "De sprookjesboeken staan is op de 2e verdieping meneer!"
Je ziet hem niet, maar als je hem hoort weet je onmiddellijk: een Koekoek!
De schuwe egotripper is moeilijk te spotten. Gewoonlijk arriveert hij in onze streken de tweede helft van april of zelfs later; volgens sommige ornithologen is hij de laatste jaren zelfs te laat. De vogelsoorten waaraan de koekoek zijn eieren toevertrouwt arriveren door de opwarming van de aarde vroeger in onze contreien; de koekoek komt dan te laat om zijn eieren ongemerkt in een vreemd nest te deponeren.
Een man komt bij een asiel omdat hij graag een hond wil.
Hij ziet een mooie Duitse herder en vraagt aan de verzorger waarom de hond in het asiel zit.
De verzorger antwoord: 'het is een Duitse herder, maar heeft een hekel aan de Duitse taal.
Als u de naam van iets in het Duits uitspreekt verscheurt hij het aan flarden.'
'Let op', zegt de verzorger, ' das bakje'.
De hond rent op het bakje af en verscheurt het in kleine stukken.
'Ach', zegt de man, 'ik vind het een mooie hond en als we daarmee rekening houden kan het een goede hond zijn.'
Thuisgekomen laat de man trots de hond zien aan zijn vrouw die lui op de bank ligt.
'O', zegt de vrouw, 'dat is toch wel een mooie hond, wat lief van je.'
De man, nu nog trotser, vertelt dat de hond niet tegen de Duitse taal kan en doet het voor.
'Kijk', zegt de man, ' das telefoon' en de hond rent naar de telefoon en bijt hem helemaal kapot.
'O', zegt de vrouw, 'das klote....'
Een man en een vrouw zijn 23 jaar getrouwd - de sleur en de 'mot' zitten erin en ze gaan ten langen leste naar een relatietherapeut..
Deze vraagt wat het probleem is.
Zoals gebruikelijk begint de vrouw een tirade, alle problemen opsommend die zich in zoveel jaar huwelijk hebben opgestapeld. Ze ratelt maar door en door ..............
Uiteindelijk staat de therapeut op, loopt om zijn bureau heen, rukt haar de kleren van het lijf, slaat zijn armen om haar heen en bedrijft passioneel de liefde met haar!
De vrouw - haar mond eindelijk gesnoerd - ligt nadien stilletjes nahijgend in een volledig bevredigde roes op het bureau.
De therapeut draait zich om naar de man en zegt:'Dat is wat uw vrouw nodig heeft, minstens 3 keer per week. Kunt u dat aan?'
De man denkt even na, krabt zich achter z'n oor en antwoordt:
Tja... 's woensdags kan ik haar wel brengen... maar op dinsdag , donderdag en vrijdag moet ik gaan fietsen !!!
Vandaag viert een van de bekendste monumenten ter wereld zijn honderdtwintigste verjaardag. Het scheelde echter niet veel of de jarige had niet eens de middelbare leeftijd gehaald.
De Eiffeltoren die de naam draagt van zijn ontwerper en bouwer; Gustave Eiffel, was eigenlijk bedoeld als een tijdelijke expo-attractie op de Wereldtentoonstelling in 1889.
De funderingen zitten 15 meter diep en de constructie telt 7.300 ton metaal, 2,5 miljoen bouten en 18.038 onderdelen en is 324 meter hoog.
Ondertussen is hij het symbool van Parijs en een van de populairste attracties van de wereld.
De meester vraagt aan Karel waar Amerika ligt.
Karel : Amerika? Aah, Amerika! Euh
(springt naar de wereldbol) Hier!
Meester: goed,goed hoe heb je dat gevonden?
Karel: Ik had geluk, het lag nog op dezelfde plaats als het jaar daarvoor!
Meester: Volgende vraag : wie heeft Amerika ontdekt?
Jan: Karel, Karel!
Er staan drie aannemers bij de hemelpoort: een Nederlander, een Belg en een Duitser. Zegt Petrus tegen hen: Heren, voordat u hier binnen mag, moet ik jullie toch nog iets vragen. God wil graag dat er na al die eeuwen iets aan de hemelpoort wordt gedaan, wat met dat volgens jullie kosten?
Nou, zeggen die heren, we willen eerst weten wat er allemaal moet gebeuren. Oke, zegt Petrus, er moet een nieuw kozijntje in en wat nieuwe bestrating.
Petrus laat de Nederlander bij zich komen om en prijs in te dienen. Nou, zegt de Nederlander, ik doe het voor 3000 euro. Zo!, roept Petrus, en hoe kom je aan dat bedrag?Ach, zegt de Nederlander, dat is 1000 euro voor het materiaal, 1000 euro voor de arbeid en 1000 euro voor in de broekzak.
Petrus roept de Duitser erbij en vraagt hem hetzelfde. De Duitser noemt ook een prijs 6000 euro! Hoe kom je daar nou bij?, vraagt Petrus. Antwoord de Duitser: 2000 euro voor het materiaal, 2000 euro voor de arbeid en 2000 euro voor in de broekzak.
Petrus denkt bij zichzelf: Dan die Belg maar, die zal het wel beter weten. De Belg komt bij Petrus staan en vermeld niet eens te hoeven kijken, hij weet het allemaal al. Oke, zegt petrus, en wat is jouw prijs dan? 9000 euro, zegt de Belg.
Petrus snapt er helemaal niets meer van en vraagt: Hoe kom je dan aan die prijs?
Antwoord de belg: Dat is heel simpel, 3000 euro voor jou, 3000 euro voor mij en dan laten we die Nederlander het werk doen.
Bob De Naaier runt een bedrijfje dat al jaren onderzoek doet naar een nieuw soort lijm.
Net voor de grote doorbraak van de P300, die wereldwijd opzienbarend kan genoemd worden, komen Bob en zijn vrouw in de problemen.
Hun villa wordt geteisterd door een overvloed aan muizen. Er is maar één oplossing: een gespecialiseerde muizenvanger bellen. Ze contacteren Den Hoed, maar die heeft het zelf veel te druk met zijn job en stuurt dan maar een van zijn werknemers naar de woonst van de familie De Naaier. Toevallig is die opdracht weggelegd voor Gust, een simpele en aan lager wal geraakte ziel, die zijn eerste werkdag maakt en al meteen controle krijgt van zijn eigen vouw. Kan Gust het muizenprobleem oplossen?
Het was een heel ontspannende avond met veel lach- en kijkgenot.
Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.
Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jongere collega: Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.
Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar een feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.
Twee mussen zitten op een tak, als er een straaljager overvliegt. Zegt de ene tegen de andere: "Nou, die kan gillen!" Zegt de andere mus: "Ja, wat zou jij doen als je staart in de brand stond?"
Een boerenknecht rijdt met zijn jeep over het land om de afsluitingen te controleren.
Na een paar minuten belt hij met zijn gsm de boer op en zegt :
"Boer, ik heb een probleem. ............Ik heb onderweg een zwaan aangereden en nu zit die vast in de grill van mijn jeep. Het spartelt zo hard dat ik het er niet uitkrijg.
Wat moet ik doen ?
"Achterin de jeep ligt een jachtgeweer", zegt de boer, "schiet het af en wanneer het niet meer spartelt trek je het los en gooi je het maar ergens in de bosjes."
"Oké", zegt de knecht en hij haakt in.
Tien minuten later belt hij echter terug naar de boer en zegt
"Boer, ik deed wat je gezegd hebt, ik heb het afgeschoten, losgetrokken en in de kant gesmeten."
"Wat is het probleem dan nu weer ?" snauwt de boer.
"Het blauwe licht op zijn moto blijft flikkeren !"
Er zit een man in de trein, die steeds peper en zout uit het raampje strooit. De man die tegenover hem zit, vraagt: "Waarom strooit u toch steeds peper en zout uit het raam?" "Dat is tegen de leeuwen", zegt de ander. "Maar hier zijn toch helemaal geen leeuwen?" zegt de één weer. Zegt de ander: "Zie je wel dat het helpt!"