In de reeks: De toekomst - Jezus aan Zr Beghe
24 Gods Plan ondanks het Kwaad
Ik ben de Almachtige, de Meester van het Mijne. De Meester van het Mijne, maar ook van de hele schepping. Mijn Werk behoort Mij toe; Ik heb toegestaan dat het gestolen werd door Mijn Vijand, degene die Mijn Macht en Autoriteit wilde toeëigenen.
Deze boze geest was echter de mooiste Engel van Mijn engelachtige schepping geweest; hij was het Licht en Mijn eerste dienaar. Hij werd vóór alle anderen geschapen en zijn schoonheid was uniek. Zijn schoonheid was zodanig dat hij zich onderscheidde van de anderen, en zelfs de mooiste engel na hem kon hem niet evenaren.
Lucifer was Mijn rechterhand in Mijn scheppingswerk. Hij had Creativiteit als persoonlijkheid ontvangen, en de hele schepping kwam tot stand door zijn beschikbaarheid. Hij werkte als de rechterhand van God, die alles aan hem toevertrouwde, en alles wat hij regelde, was in overeenstemming met de goddelijke wil.
En toen kwam het donkere, onverwachte uur – behalve voor God, die alles weet – en Lucifer hield zichzelf voor de Schepper, terwijl hij slechts Zijn dienaar was. Hij schiep wat God hem bevolen had te scheppen, omdat zijn persoonlijkheid, geschapen door God, hem deze taak had opgedragen, en hij de wens had te scheppen, niet het werktuig van de schepping te zijn.
God stond het niet toe, want een werktuig zonder hand die het vasthoudt is onbestendig, maar hij, opstaand in een onvergelijkbare vlaag van woede, riep uit: "Non serviam." Hij, het schone, het wonderbaarlijke werktuig van God, de buitengewone dienaar, stond op en tartte met een geheel nieuwe arrogantie zijn almachtige Meester van alle dingen. Dit was niet mogelijk en kon niet getolereerd worden!
God, zo machtig, zo goed, zo schitterend, keek om zich heen en onmiddellijk kwam de H. Aartsengel Michaël voor Hem staan. Een leger van dappere engelen nam positie in aan Zijn zijde, en Lucifer, verrast, gaf zich over. Hij veranderde echter van gedachten en riep degenen die hem later in de Afgrond zouden volgen tot zich, waarop de grootste strijd van de hele schepping tussen de twee legers volgde.
De H. Michaël riep met zijn heldere en krachtige stem: "Wie is als God!" en hij en zijn leger versloegen de horde vervloekte engelen. Er was geen dood, want de engelen waren eeuwig geschapen, maar hun werkelijke dood was de afdaling in de Hel van deze verraderlijke en verderfelijke engelen. Hun deugd werd omgevormd tot de tegenovergestelde ondeugd, en ze verloren alles wat hen nobel, waardig, elegant en delicaat maakte. Ze werden zo lelijk als verrotting, en alles wat hun gratie en kracht was geweest, keerde hun terug in verval en verwerping.
Ze gaven hun nederlaag niet toe, en God stond hen toe Zijn schepping binnen te dringen, niet langer als ondergeschikte agenten, maar als schurken en rebellen. De aarde werd door hun daden kleiner gemaakt, en de mens verwelkomde hen in plaats van zich van hen af te keren. Deze vernietigingspoging van de demonen werd verijdeld door het lijden en Kruis van de Heer Jezus Christus, en de aarde zal definitief worden hersteld in de schoonheid en onschuld die God in Zijn Wedergeboortewerk verlangde.
De demonen, en de grootste onder hen, zullen in de afgrond geworpen worden, die verzegeld zal worden. De mensen zullen vroom en vurig zijn zolang ze het kwaad afwijzen en zich alleen richten op de goddelijke wil. Maar wanneer ze zich weer afkeren van de wil van God, zullen de demonen uit hun hol ontsnappen en in hun woede de mensen met hun macht in verwarring brengen en de wereld en de hele schepping meeslepen in hun vernietigende waanzin.
Dit zal het einde van de wereld zijn, en de Redder, verschijnend in al de glorie van Zijn Verlossende Kruis, zal de wereld en al wat leeft oordelen. Ik zal spoedig tot jullie komen, die jullie in de vernieuwde wereld zal brengen. Verheug je, want die tijd is nu. De komende dagen zullen verontrustend zijn, maar je hoeft niets te vrezen, noch het moeilijke leven, noch de dood van het lichaam; en wanneer God beslist, zullen de aarde en haar bewoners, zij die overblijven en trouw zijn, de nieuwe tijd van genade en vrede binnengaan. Deze tijd is dringend, het is voor nu, het is aangekondigd door vele mystieke zielen, en aangezien God trouw is, kondigt Hij het aan jullie aan; Hij verrast je niet.
Dit is zo, moge Hij gezegend, geliefd, aanbeden en gehoorzaamd worden.
|