21/7 De Heilige Maagd tijdens het lijden, de kruisiging en de Kruisdood van de Heer - Zr Beghe
Mijn geliefden, ik wil uitleggen hoe Mijn Moeder Mijn lijden, kruisiging en dood heeft ervaren. En vervolgens hoe ze de daaropvolgende dagen heeft ervaren: haar pijn was immens, maar ze wist dat Ik God was en dat er niets kon gebeuren buiten Mijn wil. Ze huilde veel, omdat wat Ik meemaakte zo wreed was en je het je ergste vijand niet toewenst.
Ze accepteerde elk moment zonder protest, net zoals Ik het accepteerde in volledige overgave aan de wil van Mijn Vader. Toen Ik stierf en van het Kruis werd gehaald, was haar hart verscheurd. Ja, het was gebroken, maar ze begreep de reden van Mijn lijden en Mijn dood. Ze wist het, maar dat verminderde haar pijn niet. En toen ze die avond met Johannes terugkeerde, beiden terneergeslagen en verbijsterd, wist ze dat de Verrijzenis nabij was en ze hield nooit op met bidden, zich verenigend met Mij en met de Drie-ene God, wachtend op het bekende moment van glorie en overwinning.
Zij was intens met Mij verenigd en in gebed wachtte zij. Johannes wist het niet, hoewel hij zich Mijn woorden had moeten herinneren, terwijl Mijn Moeder het wel wist. Zij had geloof en in die momenten van diepe ontsteltenis droeg zij de toekomstige Kerk op haar schouders en in haar hart. Moeder van de Kerk, zij bracht haar ter wereld en de Kerk werd geboren. Zij bracht haar ter wereld na intense pijn, maar vastberaden in het geloof, twijfelde zij geen moment.
Zo verdiende Mijn Moeder de titel Moeder van de Heilige Kerk en zij verdient die absoluut. Zij opent haar armen voor al haar kinderen, zij wacht op hen allen, zoals Ik zei: "En Ik, van de aarde opgeheven, zal allen tot Mij trekken." (Joh. 12:32). Ik wist waarom Ik dit lijden doormaakte en Mijn Moeder wist het ook. Wij waren verenigd in lijden, zoals we dat reeds waren sinds mijn geboorte.
Mijn leven had geen geheimen voor haar. Zij kende haar Zoon, ook al was Hij God, en zij had de grootste en diepste verbondenheid met God. Hoewel het niet in het Evangelie vermeld staat, kon het toch niet anders: Ik verscheen onmiddellijk na Mijn Verrijzenis aan haar. Ik was Overwinnaar, Glorierijk en Levend; Mijn Moeder was getransformeerd, alsof ze reeds in de Hemelse hoogten was. Ze zei er niets over, omdat God Zijn Plan en Zijn toekomstige Heilige Kerk leidde.
Het lijden van Mijn Moeder tijdens Mijn Lijden en Kruisiging was een buitensporige pijn, tot het punt dat ze innerlijk vernietigd werd. Maar ze stond rechtop en keerde zich naar God om op Hem te leunen. Hij hield haar vast alsof Hij haar ellebogen vasthield, anders had ze zichzelf niet kunnen vasthouden. Maar haar wil was om bij haar Zoon te blijven en deze onzichtbare hulp zorgde ervoor dat ze niet instortte.
Ze bleef staan, stoïcijns, keek naar haar Zoon, stimuleerde Hem met haar betraande maar moedige blik, en Hijzelf vond enige troost in het zien van haar zo naast Hem staan. Ik wist alles wat ze voelde en we leden beiden hetzelfde gedeelde lijden. Mijn lijden was totaal, moreel en fysiek, mijn Moeder leed hetzelfde, maar haar wonden waren inwendig.
Ik zorgde voor haar door haar toe te vertrouwen aan mijn geliefde leerling, en zij aanvaardde nederig deze laatste zorg van de Zoon van God en van Zichzelf, Zijn Moeder. Door het Heilig Offer verkreeg zij met terugwerkende kracht de vrijspraak van de erfzonde, de onbevlekte witheid van haar ziel en haar titel van Moeder van de Verlosser. "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis," zei ze in Lourdes tegen haar toegewijde Bernadette, en zij verkreeg deze titel aan de voet van het Kruis.
Door het Kruis herstelde de Heer Jezus Zijn schepping, gaf haar Zijn genade, Zijn goddelijke verbondenheid en al haar innerlijke schoonheid terug. De duivel was niet langer de enige meester aan boord, de allerheiligste Maagd herstelde de zonde van Eva, gevolgd door die van Adam, en het schepsel werd God weer welgevallig.
Genade overspoelde de aarde opnieuw en de mensen, onwetend en verdorven door de zonde, konden zich weer wenden tot God de Vader, hun Vader door de genade van de Zoon in vereniging met de Heilige Geest. Ik wacht nu op jullie, Mijn zonen, Mijn broeders, Mijn geliefden, jullie zijn van Mij, verlost en Mij waardig zolang jullie Mij volgen en naar Mij verlangen. Ik zegen jullie, Ik heb jullie lief, Ik wacht op jullie! In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest†. Amen.
Jullie gekruisigde Redder en jullie God.
|