16/8 H. Faustina over echtscheiding i.v.m. Vagevuur - Living Faith Daily Het vagevuur schreeuwt niet, het huilt. St Faustina schreef ooit over het horen van gehuil, van echtgenoten, ouders, Katholieken. Ze onthulden aan Faustina de gevolgen van het verbreken van de heilige huwelijksband. Het was iets zo doordringends, dat ze het met trillend ontzag in haar dagboek optekende. De scheidingsscène hier op aarde lijkt hier totaal niet op. Het zal alles wat je dacht te begrijpen over liefde, opoffering en eeuwigheid op de proef stellen.
Wat de lijdende zielen haar onthulden, waren niet zomaar gebedskreten. Ze brachten boodschappen, waarschuwingen, smeekbeden om anderen niet dezelfde fout te laten maken. En als het ging om huwelijk, gebroken geloften, verlaten gezinnen, verborgen scheidingen, was de pijn ondraaglijk. St Faustina beschreef golven van pijn die voortkwamen uit zielen die iets heiligs hadden gebroken, geen wet, maar een belofte, geen regel, maar een gelofte. De kreten waren anders, dieper. Niet de wanhoop van degenen die God volledig hadden afgewezen, maar het verdriet van degenen die ooit liefde hadden gekend en die hadden verbrijzeld.
Ze zag zielen die gekweld werden door wat zij dachten dat slechts een beslissing was, een scheiding die op papier was vastgelegd, een scheiding die door de cultuur werd geaccepteerd, maar nu voelde als een scheuring van iets eeuwigs. Eén ziel werd haar getoond als omgeven door duisternis, niet van haat, maar van verlating. Hij was jaren geleden bij zijn vrouw en kinderen weggegaan.
Hij dacht dat ze verder waren gegaan. Maar de wond bleef en weerklonk door tot voorbij het graf. De pijn die de ziel droegen, kwam niet van Gods straf. Het kwam van de waarheid. Een waarheid die de ziel had genegeerd, maar nu met angstaanjagende helderheid zagen. De verbintenis van man en vrouw was bedoeld als weerspiegeling van de verbintenis van Christus in zijn kerk.
Een liefde die bloedt, die vergeeft, die voortduurt voorbij verraad. Dus wanneer die band wordt verbroken, breekt het niet alleen harten. Het vervormt iets heiligs. Het huwelijk is geen fase. Het is een verbond. En zelfs wanneer het op aarde wordt vergeten, wordt het in de eeuwigheid herdacht. Een scheiding, die niet in rechtvaardigheid of veiligheid wordt gezocht, laat een wond achter die dieper is dan we ons realiseren. Een wond die niet met het lichaam sterft. Ze wacht. Ze blijft hangen.
En in het vagevuur spreekt ze. Niet elke ziel die in het vagevuur leed, was schuldig aan verraad. Sommigen waren slachtoffers, achtergelaten, vergeten, gebrandmerkt als de oorzaak, terwijl ze slechts het kruis droegen. Eén ziel die aan haar werd getoond, was verlaten. Een trouwe echtgenote die zonder uitleg was vertrokken, alleen kinderen opvoedde, biddend door tranen heen. Ze waren trouw gebleven aan hun geloften, zelfs toen die geloften door iemand anders werden verworpen. En toch bleven de wonden bestaan.
Het vagevuur is niet alleen voor de ontrouwen. Het is voor de gebrokenen, de verwarden, degenen die genezen moeten worden van pijn die ze nooit hebben gekozen. Hun lijden was niet voor zonde, maar voor herstel. Hun zuivering was geen straf. Het was genezing. Want zelfs de onschuldigen moeten weer heel gemaakt worden voordat ze in de aanwezigheid van volmaakte liefde kunnen staan. Voor hen die verraden of beschaamd zijn achtergelaten, ziet God het. Hij weet het. En je pijn blijft niet onopgemerkt in de Hemel.
De lijdende zielen hebben nooit gezegd dat elk huwelijk koste wat kost moet worden doorstaan. De Kerk ook niet. Wat St Faustina zag, was niet bedoeld om degenen die gevaar ontvluchtten te beschamen, maar om degenen wakker te schudden die de liefde zonder reden opgeven. De Kerk heeft altijd geleerd dat je nooit verplicht bent om op een plek te blijven waar je lichaam, ziel of kinderen in groot gevaar verkeren.
Sommige zielen die St Faustina tegenkwam, waren gescheiden en vervolgens hertrouwd zonder ooit de kerk te hebben opgezocht, zonder te vragen of de eerste band nog bestond, zonder te beseffen dat ze in iets waren gelopen dat de ziel niet ongedaan kon maken. In dit leven leek het op verdergaan, genezen, opnieuw beginnen. Maar in de ogen van de eeuwigheid was het een tweede gelofte, afgelegd terwijl de eerste nog steeds in de Hemel weerklonk. Sommige van de diepste kreten die St Faustina hoorde, kwamen niet van degenen die een huwelijk hadden verlaten, maar van de kinderen die in de nasleep achterbleven. Kinderen van gescheiden ouders dragen vaak stille vragen met zich mee.
Was het mijn schuld? Ben ik beminnelijk? Kan liefde überhaupt duren? Sommige zielen in het vagevuur zien nu niet alleen duidelijk de keuze die ze hebben gemaakt, maar ook de onschuld die het heeft gebroken. En vanuit die plaats van verdriet smeken ze ons: Bescherm je kinderen. Vecht voor hun vrede. En als de schade is aangericht, bid dan voor hun genezing. Want God kan zelfs herstellen wat wij hebben gebroken. Maar genade is geen magie. Het vereist waarheid. Het vereist berouw.
Het vereist een terugkeer. Veel van de zielen die het meest hebben geleden, waren niet zij die het ergst hadden gezondigd, maar zij die te lang hadden gewacht om het onder ogen te zien. Ze hadden zichzelf ervan overtuigd: "God kent mijn hart." "Ja, maar heb je Hem je hart teruggegeven?" Ze gingen ervan uit dat ze vergeving ontvingen, maar vroegen er nooit om. Sommigen van hen stonden aan de poort van de Hemel, maar konden er niet binnengaan, niet omdat God hen buitensloot, maar omdat ze Hem nooit hadden binnengelaten.
|