Als secretaris van het Comité der Vaderlandse Bonden heeft Walter Cami niet alleen bij regelmaat educatieve daguitstappen voor grote groepen georganiseerd, hij heeft tevens verschillende
interessante excursies uitgetekend op maat van een kleinere samenstelling aan geïnteresseerde deelnemers. Deze dagreis met enkele geestesgenoten staat volledig in het teken van
de Eerste Wereldoorlog en heeft onder meer als bestemming het slagveld van
Pozières, het Thiepval Memorial en Beaumont-Hamel. Tot op vandaag werd onder deze formule reeds meerdere malen kleine groepen
door de secretaris begeleid naar dit en andere historische zeer waardevolle gebieden.
Pozières is een dorpje in de Somme, Frankrijk, gelegen op een heuvelrug
tussen Albert en Bapaume. Tijdens de
Eerste Wereldoorlog werd het dorp volledig verwoest tijdens wat later zou
uitgroeien tot de Slag bij Pozières, in 1916, die deel uitmaakte van de Slag om
de Somme.
Het dorpje dat na de oorlog werd heropgebouwd, is nu de site van een aantal
oorlogsmonumenten. In erkenning van de
vele offers die de ANZACS brachten op het Slagveld van Pozières wappert daar
nog steeds de Australische vlag. De
Australiërs die er hevig strijd hebben geleverd, samen met Britse en andere
Strijdkrachten van de Gemenebest, leden hier meer dan vijfduizend slachtoffers
(doden, gewonden en gevangen genomen).
De Slag bij Pozières was een twee weken durende strijd om het Franse
dorp en de heuvelrug waarop dat gelegen is.
Terwijl de Britse divisies in actie waren tijdens de meeste fasen van de
gevechten, zal Pozières steeds herinnerd worden als een Australische
strijd. De slag eindigde met Britse
troepen die bezit hadden genomen van het plateau ten noorden en ten oosten van
het dorp en in die positie een bedreiging vormden voor het Duitse bolwerk aan de
achterzijde van Thiepval. De kostprijs
aan mensenlevens was enorm. In zijn
verklarende woorden liet de Australische officiële historicus niet de minste
twijfel bestaan, hij omschreef deze hevige gevechten om de heuvelrug bij
Pozières : dat deze dichter bezaaid is met Australische offers dan enige
andere plek op aarde.
De Thiepval Memorial is een groot oorlogsmonument dat is opgetrokken ter
ere en ter nagedachtenis aan de 72.195 vermiste Britse en Zuid-Afrikaanse
mannen die stierven in de Slag om de Somme tijdens de Eerste Wereldoorlog en
die allen tot vandaag rusten in een onbekend veldgraf. Op dit grote monument zijn zestien stenen
lauwerkransen aangebracht met daarop gebeiteld de veldslagen die hier worden
herdacht en deze zijn : Ancre Heights, Ancre, Albert, Hoge Hout, Delville Wood,
Morval, Flers-Courcelette, Pozières Wood, Bazentin Ridge, Transloy Ridges,
Ginchy, Guillemont.
De Thiepval Memorial is tevens een Anglo-Frans oorlogsgedenkteken die de
nadruk legt in de verbondenheid van hun troepen gedurende hun strijd tegen een
gemeenschappelijke vijand tijdens het offensief van 1916. Op deze militaire begraafplaats zijn
driehonderd graven van de Britse Gemenebest en driehonderd graven van de
Fransen ; zij liggen in twee ereperken aan de voet van het gedenkteken. Veel van de soldaten die hier zijn begraven
zijn onbekend. De graven van de Britse
Gemenebest zijn opgetrokken in witte grafzerken, terwijl de Franse graven
grijze stenen kruisjes hebben. Op de
Britse grafstenen is het opschrift gebeiteld A Soldier of the Great War /
Known unto God. De Franse kruisjes
zijn daarentegen voorzien van het opschrift Inconnu. Het centraal geplaatste Cross of Sacrifice
draagt een inscriptie die de gezamenlijke Britse en Franse bijdrage erkent.
dat de wereld zich het
gemeenschappelijk offer mag herinneren van twee en een half miljoen doden, die
hier zijn gelegd naast elkaar, Soldaten van Frankrijk en van het Britse Rijk in
eeuwige kameraadschap
De Ulster Tower is een gedenkteken voor de mannen van de 36ste
(Ulster) Division. Het is zeer nabij
gelegen aan de beroemde Schwaben Redoubt (Feste Schwaben), waarvoor zijn werden
aangevallen op 1 juli 1916. De Schwaben
Redoubt gelegen ten noord-oosten van waar nu de toren staat ; was een driehoek
van loopgrachten met een sterk verstevigde frontlijn van driehonderd meter, een
werkelijk angstaanjagende Duitse vesting die een strategisch uizicht gaf op het
slagveld.
De frontlijn lag aan de rand van Thiepval Wood, vandaag te situeren ten
zuid-westen van de weg tussen het Thiepval Memoriaal en de Ulster Tower. Troepen van de 109de Brigade
doorkruisten ongeveer 400 meter in niemandsland, en bleven
doorgaan
Ze namen de Schwaben Redoubt
in en vorderden verder richting Stuff Redoubt, zodoende zowat één mijl
terreinwinst te hebben en dit ten koste van zware verliezen. Aan de linker zijde, in de buurt van
Thiepval, waren de vorderingen van de 108ste Brigade succesvol,
alhoewel ze verder verwijderd waren van de rivier Ancre.
De 107de Brigade steunde hen, maar toch hielden de mannen van
de 36ste Divisie stand tegen door de Duitser georganiseerde
tegenaanvallen, en toen die hun voorraden van bommen en andere munitie zagen
slinken vielen deze terug ; hier en daar bleven kleine afgezonderde
groepjes van Duitsers nog in hun frontlinies.
De slachtoffers op 1 juli geleden door de 36ste Divisie
bedroegen meer dan vijfduizend manschappen in totaal, bijna de helft van hun effectief.
De Ulster Tower is een kopie van de Tower Helens in County Down, waar
de mannen van de 36ste Divisie werden opgeleid. De toren alsook het kleine gezellige
cafeetje in de onmiddellijke nabijheid, wordt bemand door leden van de Somme
Association dat gevestigd is in Belfast, het is een aan te raden vriendelijke
plek om even halt te houden tijdens de Battlefield Tour.
Het Beaumont-Hamel Memoriaal is een gedenkplaats in Frankrijk gewijd aan
de herdenking van de Dominion of Newfoundland gevallen soldaten die er werden gedood
tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Het relatief goed bewaard gebleven slagveld (300.000 m²) is nu een park
dat de gronden omvat waarover de Newfoundland Regiment hun mislukte aanval
maakte op 1 juli 1916 tijdens de eerste dag van de Slag om de Somme. De Slag om de Somme was voor het regiment als
het ware de vuurdoop, tijdens een aanval die ongeveer een half uur duurde was
het Regiment zo goed als uitgeroeid.
De inwoners van Newfoundland kochten de terreinen in 1921 om het als
ongerepte herdenkingsplaats te vrijwaren voor het nageslacht. Beaumont-Hamel is vandaag het grootste
Memoriaal van het Bataljon op het Westelijke Front, het is tevens het grootste
gedeelte dat bewaard is gebleven van het Slagveld om de Somme. Samen met de oorspronkelijk loopgraaflijnen
zijn er een aantal gedenktekens aangebracht alsook zijn er binnen de site
enkele begraafplaatsen van de C.W.G.C.
De Britse Veldmaarschalk Earl Haig opende in 1925 officieel deze
gedenkplaats, het is één van slechts twee Nationaal Historische Sites van
Canada gelegen buiten haar grondgebied.
De monumentale site in Beaumont-Hamel is er gekomen door de deelname van
de Newfoundland Regiment aan de Eerste Wereldoorlog. Als direct gevolg hiervan is het inmiddels uitgegroeid tot een
symbool van de gebrachte offers door Newfoundland en is het een bron
identiteit.
03-07-2010 om 00:00
geschreven door Mortui Viventes Obligant
|