Hoe je je ook voelt, wat er ook is, hoe je leven ook op en neer gaat, wat je strijd en zonden ook zijn, hoe vertwijfeld je ook bent
weet dat God je Vader is.
Hij is niet je vijand, maar je allerbeste Vriend, die superveel van je houdt.
Hij vecht voor jou.
Jezus vertelt het verhaal van het schaapje dat in doornstruiken verstrikt zat. De Herder ging OP ZOEK naar het schaapje, nam het in zijn armen en bracht het weer veilig in de stal.
Nederlands is voor buitenlanders moeilijk te leren, maar weten we ook waarom ?
Na het lezen van onderstaand gedicht is het u vast duidelijk.
Men spreekt van één lot, en verschillende loten, maar 't meervoud van pot is natuurlijk geen poten. Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten, maar zult u ook zeggen: één kat en twee katen? Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog. Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog, want woog is nog altijd afkomstig van wegen, maar is dan 'ik voog' een vervoeging van vegen?
Wat hoort er bij 'zoeken'? Jazeker, ik zocht, en zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht? Welnee, beste mensen, want vlocht komt van vlechten. En toch is ik 'hocht' niet afkomstig van hechten. En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep. En evenmin zegt men bij slopen 'ik sliep'. Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen. Maar fout is natuurlijk 'ik riep' bij het rapen. Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u 't weet en dat u die kronkels beslist niet vergeet.
Dus: kwam ik u roepen, dan zeg ik 'ik riep'. Nu denkt u: van snoepen, dat wordt dan 'ik sniep'? Alweer mis, m´n beste. Maar u weet beslist, dat ried komt van raden, ik denk dat u 't wist. Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt bood. En toch volgt na wieden beslist niet 'ik wood'. 'Ik gaf' hoort bij geven, maar 'ik laf' niet bij leven. Dat is bijna zo dom als 'ik waf' hoort bij weven.
Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken. Maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken. 't Is moeilijk, maar weet u: van weten komt wist, maar hoort bij vergeten nou logisch vergist? Juist niet, zult u zeggen, dat komt van vergissen. En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen: hoort bij slaan nu: ik sloeg, ik slig, of ik slond? Want bij gaan hoort: ik ging, niet ik goeg of ik gond. En noemt u een mannetjesrat nu een rater? Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater.
U ziet, onze taal beste dames en heren, is, net als ik zei, best moeilijk te leren!