'Heer, het was zo'n drukke dag, en ik nam geen seconde de tijd om te bidden. Nu is de dag bijna voorbij, en ik ben te moe om met U te praten.
Het tempo van het leven ligt zo hoog, denken aan morgen doet me duizelen. Ik maak me nu al bezorgd over het weer en alle plannen die ik moet zien te verenigen.
Heer, zal deze gekte ooit stoppen, of moet ik me altijd tot het uiterste inspannen om mijn hoofd boven water te houden?'
Ik kijk uit naar de dag dat ik Jezus werkelijk zal ontmoeten, wanneer Hij zijn armen zal openen om mij te omhelzen.
Maar terwijl Hij diep in mijn vermoeide ogen kijkt, klinken zijn woorden, misschien onverwacht: 'Je hebt je leven op een belachelijk hoog tempo geleid, en tot mijn spijt moet Ik zeggen dat je de verkeerde wedloop koos.
Je vloog en je haastte, de hele dag door, maar alles wat Ik wilde, was jouw gebed horen. Dan had Ik je onder mijn vleugels genomen en je kracht gegeven om de belangrijke dingen te doen.'
Gisteravond werd ik op weg van de kroeg naar huis aangehouden door de politie. "Alcohol-controle, uw papieren alstublieft!" snauwde de agent. Ik gaf hem de papieren ter inzage. "Heeft u gedronken?" vroeg hij.
Ik zei: "Ik verzeker u, dat ik geen druppel alcohol gedronken heb!" Agent: "Ok, Ik wil dat u meewerkt aan een kleine test! Stel, u rijdt in het donker op straat en er komen u plotseling twee lichten tegenmoet, wat is dat? " Ik: "Een Auto."
Agent: "Tuurlijk, dat klopt, maar welke merk?
Een Mercedes, een Audi of een BMW?" Ik: "Weet ik veel!" Agent: "Dus toch gedronken?"
Ik: "Ik garandeer u dat dat niet zo is!" Agent: "Ok, nog een test: Stel, u rijdt in het donker op straat
en er komt u plotseling één licht tegemoet, wat is dat? Ik: "Een Motor!" Agent: "Tuurlijk, dat klopt, maar welke merk?
Een Honda, een Kawasaki of een Harley?" Ik: "Weet ik veel!" Agent: "Dus toch gedronken?" Ik werd langzamerhand erg boos, dus wilde ik de agent ook aan een test onderwerpen. Dus ik vroeg: "Zo, zo, meneer de politie agent. Tegenvraagje:
Er staat een vrouw langs de straat.
Ze is schaars gekleed, draagt een mini-rok, netkousen en zeer hoge naaldhakken. Wat is dat?" Agent: "Da´s duidelijk, dat is een prostitué, oftwel plat gezegd een hoer!" Ik: "Tuurlijk, klopt, maar welke? Uw dochter, uw vrouw of uw moeder?"
Vindt u het ook zo merkwaardig dat de Heer zijn eerste wonderteken deed op een bruiloft? En wat Hij deed, had niets te maken met ziekte of narigheid, maar met de vreugde van een bruiloft: Hij veranderde daar water in wijn. De Heer Jezus wil niet alleen daar zijn waar nood, zorg, ziekte en pijn het leven moeilijk maken, maar wil ook graag daar zijn waar vreugde is. Een vreugde die we samen met Hem mogen genieten, in zijn aanwezigheid. Nodigen wij, net als dit bruidspaar, de Heer ook uit op onze feesten? Mag Hij er ook bij zijn?
Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.
Hij, van wie Johannes getuigt dat Hij de Zoon van God is, kwam ... als een lam. Al helemaal aan het begin van zijn optreden wordt daarmee aangeduid hoe Hij het probleem van de zonde in de wereld op zal lossen. Niet door een machtswoord van de Schepper - want dat was Hij - maar door te sterven als een offerlam. Op grond van zijn verzoenend sterven zal de zonde eenmaal totaal uit de kosmos verwijderd worden.
Zover is het nu nog niet. Maar onze zonden wil Hij nu al wegnemen, als we Hem aannemen als het Lam van God, dat voor ons werd geslacht. Hem zij daarvoor de lof tot in alle eeuwigheid!
De schrijver van de Brief aan de Hebreeën vraagt aan zijn lezers om voor hem te bidden. Waarom? Het antwoord is eenvoudig: omdat bidden helpt! 'Een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel,' zegt Jakobus in zijn Brief (Jakobus 5:16). Elia bad een gebed dat het niet zou regenen, en het regende drie jaar en zes maanden niet op de aarde. Toen bad hij weer en de hemel gaf regen en de aarde bracht vrucht voort. Misschien denkt u, ja, maar Elia was dan ook een profeet. Gelijk hebt u, maar Elia was tegelijkertijd een gewoon mens, 'een mens van gelijke natuur als wij', schrijft Jakobus. Bidden helpt! Dus doet u het maar vrijmoedig: God wil het namelijk Zelf!
Wie God wil dienen, moet zijn geboden serieus nemen. Vandaag hebben we gelezen: 'Laat uw wandel zonder geldzucht zijn.' De Heer zegt elders in zijn Woord dat geldzucht 'de wortel van alle kwaad' is (1 Timoteüs 6:10). Toch draait het bij veel mensen vooral om geld - ook bij 'christenen'.
Een dominee kwam op bezoek bij een zieke in het ziekenhuis. 'Wat hebt u?' vroeg de predikant. 'Twaalfhonderd euro,' zei de zieke man. 'Nee, ik bedoel, waarvoor ligt u hier?' 'Voor tweeduizend,' zei de zieke. 'U begrijpt mij niet,' zei de dominee, 'wat mankeert u?' 'Achthonderd euro, dominee, dat scheelt er nog aan.'
Als God nu eens de plaats mocht innemen die nu het geld bij velen heeft?
Zoals een goede vader zijn zonen opvoedt, zo doet God dat ook bij zijn kinderen. Misschien is dat wel de belangrijkste reden waarom God niet een muur om ons heen bouwt die ons beschermt voor tegenslagen. Juist in de tegenslagen leren we onze eigen beperkingen zien, en dat zorgt ervoor dat we ons vertrouwen op onze God gaan stellen. Door moeilijke omstandigheden leren we God en onszelf kennen. We leren te volharden en te gehoorzamen. We leren wat geloven in de praktijk inhoudt. Wanneer het ons altijd mee zou zitten in het leven, zouden wij die dingen niet zo goed leren. Wees daarom altijd vol goede moed, in elke omstandigheid. Raak niet in paniek; uw hemelse Vader weet ervan!
In de laatste verzen van Hebreeën 11 hebben we gelezen over mensen die ondanks hun geloof - misschien wel vanwege hun geloof - werden vervolgd, mishandeld en gevangen genomen. Vandaag worden we opgeroepen om te zien op Jezus. Hij werd immers ook mishandeld! Ook toen heeft God niet ingegrepen. God heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard voor de wreedheden van mensen. Omdat God iets anders op het oog had. Er gebeurt niets voor niets! De Heer Jezus wist dat. En daarom hield Hij vol.
Zie op Hem! Niet op uw omstandigheden, niet op uw problemen, maar op Hem! God legt u Zelf uit waarom dat goed voor u is: uw ziel zou anders bezwijken.
Een stom dronken man verlaat de bar,en op de parking gekomen stopt hij bij de eerste wagen....en betast het dak "d' as de mijne niet De volgende wagen ondergaat het zelfde lot Het is 'm nog niet De parkingwachter bekijkt het schouwspel en vraagt aan de man Waarom betast je het dak van die wagens, denk je zo je wagen te herkennen? Waarop de man antwoord ,ja..... Op de mijne staat een blauw zwaailicht