Als moeder lees ik pijn of verdriet in je ogen, ik voel het verdriet in je hart. En telkens weer vraag ik me af, heb je genoeg moederliefde gehad ? Mijn moederhart huilt dikke tranen, als het stilstaat bij aangerichte pijn. En ik kan alleen maar zeggen, laat mij je moeder toch zijn.
Het internet is zo mooi en bijzonder, vele kunnen dan ook niet meer zonder. Internet opent heel wat deuren, maar gaat ook wel eens fout, dat kan gebeuren.
Soms zit er iemand met je te praten, en heb je het niet in te gaten. dat hij alleen met je gevoelens zit te spelen, dat zijn er niet een paar maar echt velen.
Die mooie praatjes kunnen verkopen, of zo achter jonge meisjes aan gaan lopen. Vaak proberen ze hier iets te krijgen, waar ze thuis over moeten zwijgen.
Toen kwam jij, zomaar uit het niets. Toen kwam jij, zomaar in mijn leven. Toen kwam jij, ik voelde mij hoog verheven. Toen kwam jij, ook al wist ik dat jij eens zou komen. Toen kwam jij, de man uit al mijn dromen.
Toen jij er was, waren mijn zorgen ineens verdwenen. Toen jij er was, is ook de zon weer aan de hemel verschenen. Toen jij er was, werd het leven weer een groot feest. Toen jij er was, merkte ik pas hoe leeg mijn leven was geweest. Toen jij er was, wist ik dat ik verder wou jij als mijn man ik als je vrouw.
Gisteren zag ik je toevallig even, het deed mij zoveel verdriet. Ik zwaaide naar jou; maar jij mijn jongen, zag mij niet. Ik heb je nu een jaar niet meegemaakt, ik zag je voorbij schieten, het scheurde dwars door mijn hart en ziel maar onthoud mijn lieve jongen, ik ben en blijf je moeder Ik word niet jonger, en zal altijd over je hoeden.
Wanneer de kerstperiode begint, zou men moeten zijn goed gezind. Proberen je zorgen even te vergeten, niet luisteren naar wanhopige kreten.
Het is de tijd om te bezinnen, om elkander te beminnen. Maar het is niet overal vree, veel mensen zitten ermee.
Kerst is de tijd van feesten, verdrijf toch die zwarte geesten. Nodig eens een eenzame uit, verkondig de vrede luid.
Dan denk ik aan mijn zoon, die niet meer bij mij woont. Ik hoop dat hij gelukkig is, hij weet niet hoezeer ik hem mis.
Stiekem hoop ik op zijn woord, en wat hij mij heeft beloofd. Dat zou voor mij pas kerstmis zijn, een tijd zonder innerlijke pijn.
Hij zou dan af en toe eens thuis kunnen komen, een kopje kofie drinken zonder woorden. Hij blijft toch altijd mijn kind, en werd door mij voor immer bemind.
Ze werden genoemd de ereburgers van het land, stonden in de jaren '70 geregeld in de krant. Onder in de mijn, waren ze kompels voor altijd, daar hadden ze van het zware werk geen spijt.
Ze waren er allemaal vuil en zwart, hadden voor mekaar een groot hart. Droegen allen hetzelfde pak en mijnlamp, moesten er kruipen, en kregen dan weleens een kramp.
Er werkten vele nationaliteiten, elkeen werd geprezen voor zijn kwaliteiten. Grieken, turken en vooral italianen, allemaal spraken ze verschillende talen.
Onder in de put, telde maar een taal, hun maaltijd deelden ze royaal. Kolen houwen, deden ze allemaal, eensgezind waren ze allen optimaal.
Opeens paniek, er ontsnapte gas, de dood, was de onverwachte gast. Velen lieten er hun leven, gingen heen, lieten vrouw en kinderen alleen.
4 december was hun dag, het was de dag van Barbara. Hun patrones die waakte over hen, dan hoorde je er ook bij, dan telde je wel.
Deze dag wordt hier in Eisden nog gevierd, dan staan er de brakediers, hieel fier. Ze denken dan steeds aan vroegere tijden, waar het afzien was, en in stilte lijden.
Deze tijd gaar eens voorbij , want ze sloten onze grote mijn. De jeugd van heden, vind daar geen werk meer, dat waren tijden van weleer.
Vader, je werd geboren op een schip, en zat al vroeg op de wip. Je ouders voeren voor hun dagelijks brood, jij zat lachend op je moeders schoot.
Later ging je werken in de mijn, waar er enkels kompels zijn. Het was er donker en heet, en waar de zon nooit binnen scheen.
Je kwam je vrouw tegen, en stichtte een gezin, en werd door hen zeer bemind. Er waren dagen goed en slecht, maar alles kwam uiteindelijk op zijn pootjes terecht.
Dan kwam voor jou het welverdiende pensioen, je had thuis nog wel veel te doen. Je verdeelde jouw aandacht tussen vrouw en werk, samen stonden jullie sterk.
Je vrouw werd ziek, je kwam alleen te staan, maar steeds ging je verder, je kon het leven wel aan. Je bent een rots in de branding, een rots om op te bouwen, daarom is het niet moeilijk, om van je te houden.
Ik zou aan iedereen willen zeggen, die nog een moeder heeft. Wees iedere dag nog dankbaar, dat zij er is, dat ze nog leeft. Dat je haar hand nog kunt vasthouden, geniet nog van haar lach. Houdt haar in herinnering, want, voor jou komt ook een de dag. dat je wanneer je wakker word, denkt, wat was het alweer. Dan stort heel je wereld in, want zij, is er niet meer.
Moederlief, wat is het lang geleden, dat ik je mijn liefde kon geven. Kon ik dit nog maar eens uiten, ik zou het hardop roepen, en fluiten.
je hebt altijd geleefd voor je gezin, werd door hen dan ook innig bemind. Je zorgde met veel liefde voor hen, we zijn blij dat we je hebben gekend.
Maanden van lijden, dit zou niet mogen zijn, ieder bezoekje maakte je dan ook blij. Jouw inmense moed en innerlijke kracht, dat blijft mij bij, dag en nacht.
Zo laat elk leven zijn sporen na, ik zal ze volgen, waar ik ook ga. Waar je nu bent, kunnen we niet weten, we zullen, de tijd met jou nooit vergeten.
Moeder, je werd geboren op een boot; daar werd je dan ook groot. Je maakte 2 oorlogen mee, maar toch bleef je tevree. Je zorgde voor man en kinderen, en niets kon je hinderen. Je was er altijd voor hen, we zijn blij, dat we jou hebben gekend. Stilletjes hebben we jou gekust, nu heb je eindelijk rust.
Menslief, ik hou van jou 'is gewoon omdat ik van je hou. Dit zijn geen loze woorden, ik wou dat jij ze nog kon horen.
Toch ben jij in mijn hart, zo heel dicht bij en denk ik aan verleden tijd, soms ben ik blij. Je weet niet eens dat ik je zo erg mis, ik ga rechtdoor, zwemmend als een vis.
Een grote leegte in ons huis, ik draag in stilte mijn kruis. Stilletjes leg ik bloemen op je zerk, ik hou me wel sterk
Maandag is voor hem de grote dag, dan begint voor mij, hoop ik een nieuw leven. Voor hem, die ik het leven gaf, en waar ik alleen maar liefde kan aan geven.
Wij blijven voor altijd moeder en zoon, voor anderen niks bijzonder, heel gewoon. Voor mij, heel moeilijk te aanvaarden, dat hij zo kon ontaarden.
Hij zocht zijn weg in de drugs; nu wacht er hem een lange weg terug. Ik blijf hopen, dat hij heeft een sterke wil, want mijn hart wordt stilletjes kil.
Hij gaat nu binnen om te ontwennen, het heeft geen zin meer, om te ontkennen. Ik hoop dat hij eens denkt aan zijn ouders, die hem altijd droegen op hun schouders.
Wij zullen hem steunen, zoveel we kunnen, zullen er zijn voor hem , als het moet. Hij zal het in zijn eentje moeten runnen; en moet maken die vuiligheid uit zijn bloed.
Nu krijgt hij tijd om eens te denken, wat het leven hem nog kan schenken. Als hij clean buitenkomt, en hij is beter, weet dan dat ik daar zal staan, dat is zeker.
Op zaterdagavond 19 januari, kwam jij in ons leven, wij konden jou heel onze liefde geven. We hadden maandenlang op een dochtertje gehoopt, je werd dan ook WENDY gedoopt.
Als ik s'morgen je in je bedje kwam wekken, moest jij nog vlug je beentjes strekken. Dan zag ik jouw bruine haren, een weinig bedekt met nog ongekamde haren.
Je was nog klein, je verloor je pa, ik bleef bij je, waar je ook heen gaat. Zo werd onze reis verdergezet, we beleefden samen heel veel pret.
Je ging naar de eerste klas, je vertelde hoe leuk het er was. Je werd ouder en wijzer, en ik alsmaar grijzer.
Je ging werken in een restaurant, en wij werden je vaste klant. Wat waren wij dan trots, we wisten we konden bouwen op ja als een rots.
Blijf zo verder leven, enblijf steeds liefde geven. Jij bent de liefste in mijn leven, waar ik alles, maar dan ook alles voor zal geven.