MONSTERTOCHT 7 juni 2014. 05.00 – 22.00 uur. 350 kilometer
Deelnemers: Annemiek Bakker, Bertus Dekker, Edwin Holwerda, Ria en Joop (chauffeur) Kos, Gerard Krusemeijer, Anne de Poel (schrijver) Jos Slenter, Jan Steenvoorden, André Struijk en Anton Wetzel.
Als ik even over vijf mijn fiets en mezelf langzaam in beweging zet ben ik vast veel te vroeg. Kwart over vijf is verzameltijd bij de roto...nde Noorderhaven aan de Langevliet. Achteromkijkend richting stad zie ik niets en niemand aankomen, dus dat zal wel wachten worden op: Bertus Dekker, Ed Holwerda, Gerard Krusemeijer en André Struijk. Stáán ze er al…op mij te wachten. Alle vier! En het is nog helemaal geen kwart over vijf. Zijn die kerels nerveus? Heeft moeder de vrouw ze vroegtijdig uit bed gerold? Slecht geslapen de afgelopen uren? Hoe het ook zij: beter dit dan beginnen met wachten. Je hebt op zo’n dag gewoon elke minuut nodig. Doordat de Monstertocht een clubtocht is - bestemd voor eigen leden, doch introducés (m/v) kunnen mee - is er geen publiciteit. Geen pers, geen site, maar ook geen TEP (die tegenwoordig anders heet) en er komen dus ook geen ‘vreemden’ op af. Starten op DOK is daarom niet per se nodig. De ‘meemoetspullen’ van de vereniging zijn een dag eerder al ingeladen in de volgwagen. Het kwartet uit de stad zelf is er zo te zien helemaal klaar voor en maakt een opgewekte indruk. Nou ik nog. Uiteraard hebben we er zin in, want wordt het geen mooie dag? Er zijn jaren dat je zo’n tocht twee keer moet uitstellen of afblazen vanwege het weer, maar dat probleem doet zich vandaag niet voor. De voorspelling is: heet, tussen de 25 en 30 graden. En dus antizonschuim (spuitbus) mee in de tas. Eindelijk weer eens een fietsdag waarbij je direct al in ‘blôte mouwen’ kunt, hoewel het om vijf uur nog maar dertien graden is. Daar zal ras verandering in komen. Anton en Annemiek → We zijn mooi op tijd in ’t Zand waar bij de vlotbrug het volgende rendez-vous: 05.40 uur, de Zandse start. Ons kwintet arriveert om half zes. Jan Steenvoorden en Jos Slenter (uit Haarlem) staan hier al te trappelen. Ook ruim op tijd. Jos, een grijze zestiger die met ons mee was op Mokum twee weken geleden (200 km.) die net een vijfdaagse van RTV Steenwijk achter de fietswielen heeft en die zijn auto netjes aan de Kanaalkade heeft neergezet. Van Annemiek Bakker en Anton Wetzel geen spoor. Hebben we toch dissidenten vandaag? Niets is minder waar: de heer en mevrouw zitten geduldig op een bankje in een parkje aan de overkant van het water te wachten op dingen die komen gaan. Als ik ze ophaal komen net Joop en Ria Kos aanrijden. Joop met zijn volgeladen vierwielige VauWé, Ria op de tweewielige doe-het-zelver. Met schrijver mee is ons peloton vandaag tien mens groot, gemiddelde leeftijd 59.3. Jongste twee 48 -André, Edwin - oudste is Bertus, 71 lentes jong! DAGELIJKS BESTUUR Daar het volledige Dagelijks Bestuur mee is houden we ons keurig aan de regels: twee aan twee, hand uitsteken, stoppen voor rood, met twee woorden spreken, rechts houden enzovoorts. Ook aanwezig: een goed humeur. In de kleine lettertjes van de AVM (‘Algemene Voorwaarden Monstertocht’) staat deze verplichting. En zitvlees natuurlijk… In de koelboxen onder andere appeltaart van Ronald Kinderman. Ronald (51) uit Julianadorp en geen Doklid, rijdt vorig jaar mee op de Monstertocht op voorwaarde dat hij iets te smikkelen inbrengt. In de oven bakt moeder K. vervolgens een heerlijke en vooral grote appeltaart. Nu, jaar later, heeft Ronald laten weten wel weer mee te willen, maar een tekort aan kilometers en training - ik wil geen (rem)blok aan jullie been zijn - doet hem een week voor tijd besluiten thuis te blijven. ‘Maar ik lever wel een appeltaart aan’. Kijk, daar kunnen we wat mee. Sympathiek. ‘Ronald, we denken aan je bij het wegwerken van de gebakken goudrenetten’. ← Op pont Buitenhuizen
PICKNICKEN Welgemoed op pad, de weinige wind linksachter, dus vlotjes nemen we St. Maartenszee, Petten Groet, Schoorl, Bergen en Egmond. De voorspelling is dat de wind in de middag naar het zuidwesten draait, later ruimend naar west. Vooral die eerste richting is niet ongunstig, maar helemaal mee is het niet. Een mens kan nu eenmaal niet alles hebben en als we na de ‘keer’ de wind niet tegen hebben zijn we allang blij. Na Egmond-Hoef links naar Limmen (Groene Laantje) en oversteken naar Uitgeest. Bij ‘Jachthavens’ naar Krommeniedijk. Een kilometer of tien, twaalf verder ligt Pont Buitenhuizen netjes aan onze kant. We rijden zo het nog stille dek op. Aan de overkant van het Noordzeekanaal is er pauze. De luiken van de koffietent zijn nog dicht, het is er uitgestorven, dus het verlaten terras met robuuste houten banken is een prima picknickplek. We hebben immers alles bij ons: je kunt zo gek niet bedenken of de familie Kos heeft het. Thermoskannen koffie, Dokbekertjes en de Ronaldtaart, bijvoorbeeld. De Ringvaart naar Aalsmeer na Halfweg/Zwanenburg is zoals bekend saai en lang (19 km.) maar veel alternatief is er niet. Jawel, maar langer. Bij Vrouwentroost staat ons eerst te gebruiken knooppunt, netjes opgeschreven in de papieren Garmin: 25. Na Kudelstaart (7) volgt Bilderdam (11), een naam zo weggeplukt uit een spannende piratenjeugdserie op tv.(of zoiets) De Drecht, een stroompje dat het gehucht in tweeën splitst, doet tevens dienst als grens Noord- en Zuid Holland. We nemen die barrière probleemloos. Voor de zekerheid (wat is nog zeker tegenwoordig?) heb ik mijn paspoort bij me, maar grenswachters zijn nergens te bekennen. In Langeraar, even verderop, gaat het links de Langeraarse Plassen door. Joop en zijn VW zijn hier op zichzelf aangewezen, maar de niet te verwoesten Polderman (van 14 maart 1946) autoroutebeschrijving onder handbereik, is niet voor een gat te vangen en duikt steeds weer op de goede plek op. SLAG IN WIEL Na Zwammerdam gaat het fout. Het bordje naar knooppunt 17 staat verdekt, tussen het groen, en we rijden pardoes rechtdoor in plaats van bakboord negentig, ofwel dwars links, een fraai fietspad op met de naam Dammekade. Bij het in mijn ogen langzaam afremmen om te kunnen draaien, gaat het toch niet langzaam genoeg en Anton en Jan raken elkaar met als gevolg een onfortuinlijke buiteling van beiden die eindigt in de berm. Lichte verwonding aan Antons linkerelleboog en helm, scherpe slag in het voorwiel van Jan. Het wiel loopt aan dus er moet wat aan gedaan worden. De spakenspanner brengt slechts gedeeltelijk uitkomst, de slag er helemaal uithalen vergt (veel) meer tijd. Als dat al wil. Met ‘losse’ voorremmen vervolgt Jan zijn weg, maar lekker fiets het niet. Aangekomen bij 17 gaat het opnieuw mis: moeten links maar gaan rechts en missen daardoor het mooiste gedeelte van de Reeuwijkse Plassen, de ingang pal zuidelijk Bodegraven (‘Ja, ja, stil maar, je krijgt een deel van het inschrijfgeld terug…’) Plots zitten we in en rond Tempel, een nederzettinkje dat me niets zegt, ik me ook niet herinner en waar de (‘mijn’) knooppunten niet meer kloppen. Vreemd, gezien het voorrijden van pas een week geleden. De route is nadrukkelijk gecheckt, wel tien keer gemonitord op de toverbuis aan de hand van een fietskaart met knooppunten van het gebied, en toch boekiezoek. Veel ‘uit de buurt’ kan het niet zijn, maar toch. Zonde van de tijd. Een fietshandwijzer, het richtinggevoel en de zon helpen, en even later doorkruisen we Reeuwijkbrug, dat van het pad áf is en waar je niet wilt wezen. Niets ten nadele van het dorp, maar toch. De plattegrond op knooppunt 45 hier (niet op lijstje) helpt ons uit de brand. Rechtdoor en via een ‘zijingang’ tuffen we nu de natuurschone Reeuwijkse Plassen binnen en passeren daarbij Sluipwijk. Mooie naam. LEK! In Haastrecht staat Joop volgens afspraak te wachten bij het zwembad maar we brengen eerst een bezoek aan de lokale Verdoes: Fietsenmaker Slingerland. Toepasselijke naam als je een slag in je wiel hebt. Even snel het euvel verhelpen is er niet bij. De stagiair geeft het na vijf minuten op en roept zijn baas. Slingerland zelf neemt voldoende tijd en notitie en Jan kan na een bijdrage van vijf euro weer normaal verder.
↑ Pont te Bergambacht. Boven vlnr: Anne, André, Annemiek, Jan, Jos, Ria. Onder: Edwin, Anton, Gerard, Bertus. Daarna duiken we via Stolwijk in Bergambacht de pont op, de Lek over. Vreemde naam voor een water. Rond tweehonderd jaar voor Christus ontstaat een doorsteek in een oeverwal bij Wijk bij Duurstede. Daar heb je het al: lek. Vanaf dek bel ik Co, de kantinebaas van fietsclub De Mol uit Dordrecht, bekend van Zwijndrecht-Zwijndrecht, om te melden dat we iets later zijn. ‘Geen probleem’, antwoordt de Dordtenees, ‘extra tijd om de tomaten te pellen’. Co en ik kennen elkaar van een eerder telefoongesprek deze week, dus we mogen jijen en jouen. Een als Cadel Evans (BMC-pak) verklede racefietser maakt de groepsfoto (zie boven) We rijden om precies half twee het terrein van de wielerclub op. Ze hebben daar (ook) een mooie wielerbaan met veel bochten. Co heeft de tomatensoep op temperatuur en tapt ieder persoonlijk in. Er zitten nog enkele Toermollers (Moltoerders) aan de bar, hun ritje - van een ritje mag je wel spreken als het ‘maar’ over 120 kilometer gaat - te ‘debriefen’, een verschijnsel dat wij bij DOK na afloop ook kennen, spageel onder handbereik. Gezegd moet worden dat men ernstig onder de indruk is als ze lezen (fietstrui) dat wij uit Den Helder komen. ‘En ook weer terug? ‘. Co is een en al gedienstigheid en praat, gevraagd en ongevraagd, honderduit. Over dat hij vroeger de bekende en beroemde ‘Alkmaar-Duitse Grens’ fietste, 450 kilometer totaal, niet te vergeten. Of we daar maar even notitie van willen nemen. Bedoelt hij daarmee ‘wat nou 350 kilometer?’ Om veertien uur tien is het opstappen. Co begeleidt ons al kletsend naar de uitgang. We nodigen hem uit naar Den Helder te komen fietsen. Wat nou 350 kilometer. Het voorrijden leerde dat het proces - want dat was het - precies acht uur duurde: Julianadorp - Dordrecht / Dordrecht - Julianadorp. Natuurlijk zul je zeggen, maar als de heen- en terugroute verschillen? 22.00 Uur binnen dus vandaag? Aan de late kant. Niet te veel oponthoud, Onze Lieve Heer aub. TIK VAN DE MOLEN … Via de Tolsteeg naar Wijngaarden, Bleskensgraaf en Groot-Ammers naar Schoonhoven om daar opnieuw de Lek, per veer, over te steken. Zeer landelijk alles: plat, weids en in een fraai natuurschoon. Wind in de rug! Wanneer maak je dat nou mee, twee keer windvoordeel…? Het toeristische fietspad naar Groot-Ammers leidt strak langs de molens (Molenkade) Je fietst tussen de molen en zijn verticale, stilstaande wiek door. Tuurlijk staat die wiek stil. Stel je voor…Hoe zit het als de molen draait? Wiek stopt als er een fietser in beeld verschijnt, of de fietser stopt als hij een draaiende wiek in het vizier heeft? Of roodwit lintje ’verboden passage indien molen in bedrijf?’ Zoiets. Indrukwekkend, bijzonder en prachtig is het. Op kop drukken af en toe verse gezichten de neus tegen het venster. Vooral André doet veel sleurwerk. Het parool is om het kopwerk te rouleren, hoewel het niet echt zwaar fietsen is. De wind is eigenlijk verwaarloosbaar, hoewel ze streken heeft: onverwacht een opstekertje, dan weer liggen. En inderdaad: uit het zuidwesten. Fietsers hebben het vaak over die kl….wind, maar vandaag krijgt ze een dikke kus. In Schoonhoven - na de pont - is het druk en de knooppunten laten ons in de steek. Dan maar gewoon Vlist / Haastrecht op de fietsbordjes volgen, maar ook die verdwijnen plots. Nederland fietsland… In een buitenwijk - zeker weten in de goede richting - brengt een Schoonhovenaar - of Schoonhovenees, Schoonhover - uitkomst. Vlist is een plaats en de naam van een riviertje. Het fraai meanderende watertje loopt van Schoonhoven naar Haastrecht waar ze uitmondt in de Hollandsche IJssel. De bochtige weg ernaast is iets breder dan pak ‘m beet de Middenvliet, en vergt een voortdurende oplettendheid. WILHELMINA VAN PRUISEN We ronden vandaag voor de tweede keer Haastrecht en pakken nu rechtsaf de Steinse Dijk naar Hekendorp (= grens Zuid-Holland/Utrecht) Dijkje gaat over in Goejanverwelle, ook dijkje. Dan moet er ook een ‘sluis’ zijn. Als ik tenminste goed heb opgelet op de lagere school.
Op het hoogtepunt van de strijd tussen de Patriotten en de Orangisten hielden eerstgenoemden Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V, op 28 juni 1787 te Goejanverwellesluis, zoals we allen weten, aan. Niet? Slecht opgelet bij Geschiedenis. Willemijn was op weg naar Den Haag (op de fiets?) om te kijken of ze haar verdreven echtgenoot naar Den Haag kon laten terugkeren. Maar ze werd tegengehouden waarna grote broer Frederik Willem II (van Pruisen) de republiek binnenviel. De aanhouding vond trouwens plaats bij Bonrepas aan de Vlist tussen Schoonhoven en Haastrecht, een stek die we net, voor Haastrecht, gepasseerd zijn. In het centrum van Hekendorp zien we inderdaad het sluisje.
Na een kriskras door Woerden-Centrum (70, 71)gaat het kaarsrecht noordwaarts: Wilnis om daar rechtsaf te slaan naar Vinkeveen. Joop staat daar bij het viaduct, zijn hele horecasantemekraan uitgestald. Tot verse meloen aan toe, naast veel water, kersverse yoghurtdranken, chocomel, cola et cetera. Als je hierna de Vinkeveense Plassen doorsteekt en het tunneltje aan het einde (met licht) rechtdoor neemt, zit je zo in Baambrugge. Dan via een druk Abcoude en de noordelijke Gein naar het Amsterdam-Rijnkanaal via Driemond. De Nesciobrug, Europa’s langste hangende fietsbrug, (als ie maar goed vasthangt) over en IJburg in. Het is er warm. Daarna Waterland in, pal boven Amsterdam. Het is opvallend rustig met fietsers. In de ochtend op de heenweg de bekende weekendgroepjes, per definitie woeste blik in de ogen, maar gewone fietsers laten het in de middag behoorlijk afweten. Of zitten ze met zijn allen op de fietspaden in de duinen? Over de Buikslotermeerdijk en de Termieterweg naar Het Schouw, waar je nu een permanente pont hebt: Landsmeer-Het Schouw. Vorig jaar (NK Asten vice versa) is dat nog een noodbootje, maar de werkzaamheden zijn kennelijk afgerond en er hakkepuft een heus veertje heen en weer. We laten haar letterlijk links liggen en stomen over het gladde fietspad oostelijk Noordhollands Kanaal naar Purmerend. VOETEN: AU! Na Zuid-, Midden- en Noordbeemster en na Avenhorn houden we in Spierdijk de laatste stop. De zon is weer
dapper gaan schijnen en het is gewoon warm op dit tijdstip van 20.00 uur. ‘Blijven drinken’ is het advies van Ed en zo’n wijze raad van een doorgewinterde marineman kun je maar beter opvolgen. We zetten de ‘tent’ op pal voor een pand met een grote voortuin, van de weg gescheiden door een hek. Het humeur en de stemming zijn er nog steeds, maar allengs worden de gezichten grauwer, de oogjes holler. Maar klagen? Nee, oh ja over de voeten: tintelende, brandende tenen en zolen. Van de warmte en de langdurige druk op de pedalen. Schoenen maar even uit. De gedachten gaan terug naar ‘Finland-1992’ toen het 35 graden was en niet meer te harden: een ijskoud, schaduwrijk meertje redde ons, en niet alleen de voeten: piemelnaakt sprongen we (Huub en ik) erin. Voor het hek is ruimte om te zitten - de klapstoeltjes zijn mee - en Joop pakt uit. Deze keer onder andere naast veel vloeibaar, saucijzenbroodjes, bananen en slaatjes in de aanbieding. Een grijze, vriendelijke dame op leeftijd stapt van haar fiets - ze woont er, zo blijkt - en vraagt zich enigszins verbaasd af wat er gaande is in haar voortuin. We zitten vóór het hek en niet op ‘eigen terrein’ en we leggen vriendelijk uit dat dit stel hongerige wolven nog een stukje moet en dat er met zo’n dagafstand af en toe gevoederd moet worden. Dat stelt haar gerust en ze wenst ons - ‘helemaal nog naar Den Helder?’ - een goede reis. En verdraaid, het fietst na dit relaxte intermezzo weer lekker. Moet ook, want er ligt nog een veertig kilometer voor de wielen.
Van rustig en (s)loom naar de finish kachelen kan echter geen sprake zijn, want hoe laat gaat zonnetje onder vandaag? Toen ik in de jaren zestig mijn rijbewijzen haalde leerde ik ‘je mag zonder licht fietsen tot een half uur na zonsondergang’. Alles, maar dan ook werkelijk alles is veranderd in die (bijna) halve eeuw, maar of dat met dat licht ook zo is? ‘Als je je zonnebril afzet, De Poel’, roept iemand, ‘dan zie je dat het nog gewoon klaarlichte dag is’. En verdomd. ‘Ja maar’, werp ik tegen, we zijn nog niet in Den Helder’. Om tien over tien, exact acht uur na afvaart De Mol, wél, zij het in Julianadorp. Halfklaarlichte dag nog en op de kop af 350 kilometer op de teller! De Oude Batavus, zoals fietsmakker Guus van der M. mijn trouwe tweewieler uit 2003 veelal misprijzend/liefkozend (vul zelf in) noemt, heeft het weer geweldig gedaan. Wat te denken trouwens van die twintig knieën vandaag? Medebikkels (en zeker Bertus, maar ook de meiden): de complimenten! tisweleenendfietsen Joop, bedankt voor het vlekkeloze volgen en de uitstekende verzorging. Klasse met een Hoofdletter! Route: Julianadorp - ’t Zand - St. Maartenszee – Petten – Groet – Schoorl – Bergen – Egmond – Limmen – Uitgeest - Buitenhuizen – Halfweg – Zwanenburg – Aalsmeer – Kudelstaart – Bilderdam – Langeraar – Aarlanderveen – Zwammerdam – Reeuwijk – Sluipwijk -Haastrecht – Stolwijk – Bergambacht – Dordrecht – Wijngaarden – Bleskensgraaf – Gijbeland – Molenaarsgraaf – Vuilendam - Groot-Ammers – Schoonhoven – Vlist – Haastrecht (2e x) – Hekendorp – Hogebrug – Driebruggen – Westeinde – Woerden – Kamerik – Kanis – Wilnis – Demmerik – Vinkeveen – Baambrugge – Abcoude – Driemond - Amsterdam - Het Schouw – Purmerend – Zuidoostbeemster – Middenbeemster – Noordbeemster – Avenhorn - De Goorn – Spierdijk – Zandwerven – Obdam – Opmeer – Hoogwoud – Aartswoud – Kolhorn - De Keins -’t Zand - Julianadorp. Annemiek, Ed en Gerard fietsten tweede pinksterdag ‘gewoon’ de Elfstedentocht (240 km.) Dat is nu eenmaal traditie, 350 kilometer twee dagen eerder of niet. Zaterdag laat thuis, diep uitademen, rek- en strekoefeningen, languit in de tuin, bidon vullen, paar uurtjes snurken en weer opstappen. Ga er maar aan staan. Hier past na een diepe buiging slechts stilte
Categorie: hardlopen wedstrijd
|