Welkom! Op deze blog staat mijn verzameling teksten. Kopiëren mag, maar vermeld dan aub mijn naam. Meermin volstaat. Dank je.
Nieuwe lezer? Meermin in het kort: - vrouw - geboren 1953 - provincie Luik (B) - germaniste - gepensioneerd - zoon (heeft katers Mike en Grisou geadopteerd) - poezen Moira en Molly - eenhandig na trombose - met nadruk op handig - intelligent - lachebek - gezonde levenshonger
Fotoalbums:
Na het downloaden van het album kan je op de 'fotolijst' klikken in de linkerbenedenhoek. om de foto's op eigen tempo en in willekeurige volgorde te bekijken.
de natuurlijkheid van onze aanraking in de dans van het leven de alledaagsheid van onze woorden in het gedicht van het leven de klanken die wij met elkaar delen in het lied van het leven
sommige dingen lijken zo vanzelfsprekend en in hun vanzelfsprekendheid worden zij wonderbaar
op de zevende dag nadat de mens al geschapen was besefte hij in een moment van helderheid dat dit wezen hem zou zoeken
alwetend voorzag hij de onmacht waarmee zijn creatie zou worstelen levend in aardse domheid en barbarij blind voor de betovering van de liefde want moe gestaard op eigen kleinheid
in zijn goedheid verbrak hij zijn rust gaf het schepsel alsnog een stem zond het een koor muzen om het tot goddelijkheid te inspireren zodat het in een lied herkennen zou:
ik heb gezien ik heb gevonden ik ben geest en ziel ik zing
not every day is happy not every day is a smile not always is a heart singing or is there a poem in my eye and love is not always strawberries or drinking summerwine
het eerste woord was fluistering het tweede galm het derde kwam tevoorschijn toen haar hand de kaalheid van de wand aftastte op zoek naar steunpunten voor het web
Zouden wij allen een geheime wereld in ons dragen Waarvan wij liever niet willen gewagen, Uit angst misschien dat zij kapot wordt geslagen Door te indringende en nieuwsgierige vragen?
Koesteren wij allen verborgen verlangens en wensen, Onzichtbaar voor andermans ogen, indien Wij niet achter de schijn hebben leren zien; Zou het dat zijn wat ons maakt tot mensen?
Het breekbare dat ik in mijn handen hou, Zijn mijn dromen, gedroomd in zilver en blauw. Dat ik ze steeds weer aan jou mag geven, Is een niet te begrijpen wonder in mijn leven.
de nacht ontwaakte sereen bij het ondergaan der zon er was een klein sterven waar het duister begon in het oosten groeide schemer oplichtend in de laatste straal een late vogel wiekte zwart in de groen-oranje hemelzaal
altijd ben ik onderweg op zoek naar mijn paradijs waar ik eindelijk zal rusten in lazuur en parelgrijs zoete melodieën weerklinken als ik lig onder het baldakijn tot slaap zich over mij ontfermt mijn droom zal lieftallig zijn
tonen als fonkelende druppels op een door de zon verwarmde huid verzamelen tot straaltjes melodie die traag dan wel vlug verder glijden tot in een marsbeekje of een meer van symfonie
evenals water levengevend is les ik mijn dorst aan de muziek slurp behaaglijk van een liedje -we'll drink a cup of kindness yet- wil mij doordrenken met haar passie of mij laven aan een rêverie
en ik zal juichend zingen magische spreuken neuriën volledig betoverd fluiten te gekke klanken uiten ondergedompeld in het bad van geluid... en stilte
er is nog deze gedachte: dat alles begint en eindigt met liefde niet met werken met plicht met moeten met zo hoort het met dit kan niet maar met liefde alleen
daarin krijgt de wereld glans vindt een lach zijn weg worden ogen warm is er plaats voor begrip en mededogen voor werken, plicht, moeten, zo hoort het...
de wereld ziet er anders uit wanneer ik door andere ogen kijk zij zijn het prisma waardoor licht in kleur verandert zij kristalleren ook mijn voelen en mijn denken hebben niet de mensen maar mijn kijk op hen veranderd
het gevecht van iedere dag laat ik mij gaan of ben ik sterk? kan mijn geest de kracht opbrengen te strijden tegen de enige vijand die ik heb: mijzelf?
die macht immers heeft geen ander: bepalen wat ik doe, wie ik ben, hoe ik denk ongeacht hoe mensen daarop reageren de vraag is slechts of ikzelf ermee in vrede leven kan
Soms zit er een lied in mij gevangen Waarmee ik iemand wil verblijden. Waarom komt er geen muze naast mij hangen Die mij helpt het te bevrijden?
Ik ben op zoek in de talen die ik ken Naar een vorm om het uit te drukken, Maar hoe dieper het zit, hoe armer ik ben Aan woorden; het wil gewoon niet lukken.
In gedachten dicht ik het meesterwerk, Waarin ik ritme, metrum en kadans Met zinvol rijmen tot één geheel verwerk, Klanken en schema mooi in balans.
Achter de zinnen is de muziek verborgen, Die de fijnste snaren van het gemoed Laat trillen, die een hart vol zorgen Vertroost of even glimlachen doet.
Wat ik schrijf, zijn slechts vingeroefeningen, Een moeizaam streven naar dat ideaal. Mijn tijd ware beter besteed aan andere dingen Dan dit vruchteloze worstelen met taal.