Herinneringen aan EXPO 58
Deel 1
Ik was 11 jaar in de periode van de Expo 58, ofte Universele Wereldtentoonstelling van Brussel. Ik woonde met mijn ouders in Strombeek, op een boogscheut van de Heyselvlakte, dit was de omgeving waar ik in 1947 geboren was. Expo 58 is nog steeds een van de mooiste herinneringen uit mijn leven, ik zie als het ware de ganse happening als een film voor mijn ogen. Ik heb de Expo echt platgelopen met mijn ouders en vrienden. Tijdens de vakantie gingen we soms tot drie keer per dag naar dexpositie, door het feit dat we een jaarabonnement hadden was het dus geen probleem om er naar toe te gaan wanneer we er zin in hadden, meestal langs de Esplanadepoort kwamen we dan binnen. Elke entree had zo zijn eigen benaming, er waren er 10 in het totaal waaronder de Porte Royale rechtover het Paleis van Laken. Ik was zo fier als een pauw telkenmale ik aan de garde mijn abonnement met foto (om het zeker niet te kunnen doorgeven aan iemand anders) kon tonen. Eerst moest je aanschuiven langs een dranghekken, het was in deze periode dat de Naderafsluiting volop werd geïntroduceerd, en dan was je binnen op het Expo-terrein.
Het was een tijd waarin veel veranderd is, we werden geconfronteerd met nieuwe dingen, de kleurentelevisie werd voorgesteld in het Amerikaans paviljoen, de spoetnik hing in het paleis van toenmalige USSR, in het Engels paviljoen kon men op een scherm een kloppend hart zien, onze boerentram de huidige De Lijn (de tegenhanger van de stadstram, nu de MIVB) vanuit Grimbergen en Londerzeel reed onder de expo door een tunnel en bediende twee toegangspoorten en nog zoveel meer andere uitvindingen maar de kers op de taart was toch het Atomium, een huzarenstukje van metaalconstructie, week na week was het mogelijk de stand van zaken te volgen in de krant en toen we er met de tram langs reden konden we zien hoe er telkenmale iets bijgekomen was. Nu onlangs bij de vernieuwing kunnen we de aftakeling en de wederopbouw van uit de verte volgen.
Om terug te komen op de ondertunneling van de Expo nog volgende anekdotes, het gebeurde wel vaker dat de stroomafnemer, de flèche zoals ze die noemden in Brussel, "afvloog" in de tunnel, vooral op de plaats waar de Londerzeel het traject vervoegde in de tunnel; dan moest de conducteur uit de tram springen en met de schaarse verlichting, proberen de fleche op de stroomkabel te krijgen en ondertussen zaten de reizigers te mopperen daar er geen verlichting meer was in de wagons. In de tunnel was er een halte waar je op een paar stappen een van de toegangspoorten had. De tunnel is in de jaren 70 niet meer gebruikt toen de tram spijtig genoeg vervangen is door een busdienst, de laatste tramrit naar het station in Grimbergen blijft me nu nog altijd ontroeren, onderweg stonden langs de straten mensen met bloemen en allerlei drankjes voor de conducteurs. Na een opslagplaats voor oude trams, is hij nu terug gebruikt door de Brusselse Tram. Dit intermezzo om mijn nostalgische sympathie te uiten aan de oude boerentram, waar ik tenslotte jaren heb gebruik van gemaakt, dit is stof voor een volgend verhaal.
|