de boeren die kloegen al hun ploegen en zwoegen bracht niets meer op al hun geld raakte op ze droegen het naar de kroegen ze vroegen om hulp maar kregen niets dan pulp al hun melk gooien ze elk zomaar weg het komt overal terecht
onze slager wordt alsmaar trager en zo mager 't is een virus drager en een nieuwsgierige vrager 't is een vreselijke klager 't is een echte zager en spijtig genoeg mijn zwager hij woont maar een eindje lager
hij had zich zijn leven lang krom gewerkt zijn kinderen hadden er niets van gemerkt hij werkte vanuit zijn zetel heel vermetel zij droegen kleren van een duur merk
mijn zus liet haar voeten ook verzorgen zo voelden wij ons meer geborgen nu waren we met ons drie we praatten over die en die we hadden het niet kunnen uitstellen tot morgen