we zijn niet kunnen gaan wandelen we moesten in de bibliotheek nog wat gaan afhandelen ma had boeken nodig ik vond dat overbodig ze had nog boeken genoeg maar ik wou niet dat ze kloeg in de Kimpel zijn we soep gaan eten want we hadden nog niets gegeten ma nam pompoen en ik tomaten en toen we er zaten dacht ik dat ik Mieke zag ik had nog juist aan haar gedacht maar het was een vreemde ze kwam voeren de eenden wat hebben we gelachen ma zei: waar ben je met je gedachten? nu hebben we niet gewandeld maar alles afgehandeld
