Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
04-04-2004
Rustdag in Cazalla de la Sierra
04/04/2004 We worden deze morgen door het zonnetje wakker gemaakt. Zalig. René staat op, neemt een douchke en zijn energie steekt mij ook aan en we staan dan vlug klaar om te gaan wandelen. We nemen de andere kant van het stadje en weer door de "dehesa" langs de schapen en varkens. Amber kan haar pret niet op. Ze loopt achter de dieren aan en gaat zwemmen in het water. In de late namiddag zijn we terug en juist op tijd om het einde van de Ronde van Vlaanderen te zien. Wesemann heeft gewonnen. Spijtig dat het geen Belg is. We zitten nu rustig in onze stoeltjes buiten te genieten van een glaasje wijn en houden de jeugd die hier samenkomen in de gaten. Waar is de tijd, maar niet getreurd dit is ook prettig.
03/04/2004 We worden gewekt door het getoeter van de bakker. Ja hier rijden de bakkers nog rond met hun waren. René loopt vlug naar buiten en we kunnen ontbijten met een lekkere verse baguet. In Lora del Rio nemen we de A 455 naar Constantina en van daar uit naar Cazalla de la Sierra. In onze wandelgids Andalusië van de ANWB staat een wandeling door de "dehesa" en langs de Rio del Huéznar. We zoeken een plaatske en rijden het stadje binnen. Er is een plein voor de kerk, maar geen parking. Ik rij dan een straatje in maar oei een 50 m. verder ligt een rots,waar een hius in rondgebouwd en die de straat versmalt. Daar kan ik niet voorbij. Dus steil achteruit. De camper heeft daar problemen mee maar uiteindelijk zijn we toch terug boven. Ik rij dan maar terug het stadje uit en aan de plaatselijke arena blijf ik staan. Hier vallen we niemand lastig en het is nog rustig ook. Daar het weer beter is en de zon schijnt beslissen we onze wandeling vandaag te doen. Deze is heel goed uitgelegd in het boekje zodat we vlug langs de rivier. Op een eilandje in de rivier is een camping. We moeten die dwars door stappen en komen zo uit op de rechteroever van de Rio. Later ligt aan onze rechterkant een "dehesa". Dit is een steeneikenbos waar de koeien grazen waardoor het een park lijkt. Plots zien we grote vogels boven ons. Ze komen dichterbij en ik denk dat het een soort arenden zijn maar het zijn gieren. Ze zijn wel met een tiental en vooral Amber trekt hen aan. Ze komen tot op een 20 m. boven ons en zien dan hun vergissing in. Zo vlug dat ze gekomen zijn, zijn ze ook verdwenen. We moeten een oude spoorbrug onder maar hier staat alles onderwater. We zoeken een andere weg om naar de andere kant te geraken, maar niets. We moeten op onze passen terugkeren, maar we hebben toch een mooie wandeling gemaakt. De zon schijnt weer uitbundig en we hopen dat het zo blijft.
02/04/2004 Het is droog. We vervolgen onze weg naar Medina Azahara, een paleis gebouwd door Abd ar-Rahmân III voor een van zijn favorieten, genaamd "de bloem". Het geheel werd beschermd door een muur van 1518 x 745 m. Maar toch werd het bijna helemaal vernield. Sinds 1910 worden al de scherven en stukken aan elkaar gelijmd en men heeft nog maar 1/10 van het geheel opgegraven. Tijdens de rondgang begint het hevig te gieten zodat we snel naar de camper vluchten. We wachten maar het water komt met bakken uit de hemel. Dan maar verder rijden richting Cazalla de la Sierra, gelegen in de Sierra Norte de Sevilla. We kiezen Alcolea del Rio uit als overnachtingsplaats. We staan hier met zicht op de rivier.
01/04/2004 Vandaag 1 april. Ik sms naar de kinderen dat de kathedraal van Cordoba is afgebrand. Als ge iets doet moet ge het goed doen hé. Nadja antwoordt direkt dat het een aprilgrap is. Diny antwoordt dat het erg is maar dat we gelukkig aan de overkant staan en Dessia gaat direkt naar de tv om op teletekst te zien of het er op staat. Gelukt een prima aprilvis vind ik. Het regent vandaag. We laten Amber in de camper en gaan op weg. Eerst naar de Mezquita, de grote moskee waar men een kathedraal in gebouwd heeft. Ik vind het spijtig, de kathedraal is groots en apart zou het misschien mooi zijn maar nu het zo in die moskee is ingewrongen, ik vind het toch niet zo goed gelukt. We lopen dan nog wat rond in de steegjes en gaan het muzeum over de stierengevechten binnen. Ik doe dat om René een plezier te doen want ik ben volstrekt tegen die praktijken . Ik vind het verschrikkelijk en ga er dan ook nooit naar kijken. Dit muzeum is vooral een gedenkenis aan de grote Manoleto, de beroemste zoon uit de stad voor de spanjaarden. We gaan iets eten en het wordt Rabo de Torro. Dit is een ossestaart(het kan ook van een koe zijn hoor) bereidt zoals wij konijn klaar maken denk ik . Het is in ieder geval lekker. Daarna nog een ijsje en we kunnen weeral voort. We stappen verder en we horen muziek maken in de straat. We gaan op ons gehoor af en zien enkele tieners flamenco dansen. We blijven natuurlijk staan en genieten van het schouwspel. Daarna gaan we Amber halen en nemen haar mee op een kleine wandeling. Onze "engelbewaarder" loopt er weer rond. René stopt hem nog een kleinigheid in de hand en hij buigt als een knipmes. Zo zijn we weer gerust dat er niets zal gebeuren.
31/03/2004 Er zijn veel wolken maar het is droog. We keren terug naar Cordoba en zoeker er een parking. Wat hebben we geluk, we staan aan de linkeroever van de Guadalquivir met zicht op de Mezquita. We moeten alleen de Puente Romana overgaan en we zijn in het centum. Een spanjaard komt naar ons en vraagt een kleine vergoeding en geeft ons een bewijs van betaling. Er staat wel wat op maar we geloven niet dat het van de stad uitgaat. We stappen uit en gaan de stad bezoeken. Al die mooie smalle steegjes met winkeltjes en de gevels versiert met bloemen. Er is zo veel te zien dat we ogen te kort komen. We gaan een kaartje halen bij het toeristenbureau en met 2 boeken erbij hopen we niets voorbij te lopen. Zo komen we in de Jodenwijk waar feitelijk de wandeling begint, maar daar wij altijd alles in de verkeerde richting doen is dat ons laatste halte. We slenteren door de Calleja de las Flores, het bekendste steegje van Cordoba en zo komen we in de jodenwijk met de oude synagoge. We wandelen voorbij prachtige patios, welke dikwijls afgesloten zijn met smeedijzeren hekken. Je ziet fonteinen, marmeren zuilen en overal tropische planten. Wanneer je het gedenkteken van Maimonides ziet moet je je hand op zijn voeten leggen opdat je even intelligent zou worden als hij. René heeft het geprobeerd maar of het iets geholpen heeft weten we nog niet. Het kan natuurlijk een late werking hebben. Ik kan zoveel van Cordoba vertellen maar dat lees je ook in de verschillende boeken. We gaan vanavond genieten van de vele tapas en Cordoba by night. We komen bij de camper en de spanjaard wuift naar ons en zegt dat alles in orde is. We stappen in en iemand anders komt naar ons. Onze private parkwachter loopt vlug naar hem en volgens zijn gebaren is hij onze "engelbewaarder". We worden dan met rust gelaten. We nemen een douche en laten Amber nu op de camper passen. Ik denk dat we wat vroeg zijn. We zijn de spaanse gewoonte om maar na 22 h. buiten te komen nog niet gewoon. We gaan dan rustig iets eten in een restaurantje rechtover de Mezquita. Ze brengen ons verschillende bordjes en het ene is al lekkerder dan het andere. We eten onze bordjes leeg met een flesje wijn bij. Dan slenteren we nog wat door de straatjes en zien dat de andere toeristen nu naar het centrum afzakken. Voor ons is het laat en we gaan dan ook slapen. Morgen komt nog een dag.
30/03/2004 Alles ligt in de mist. We kunnen zelfs de kathedraal niet zien. We beslissen hier te wachten tot de mist in opgetrokken. Rond de camper lopen verschillende schapen met hun herder en honden. Tot groot ongenoegen van Amber, die haar eigen te pletter blaft. We kijken dan maar naar de begrafenis van koningin Juliana van Nederland op de ZDF. In de namidag komt de zon door de wolken piepen en dat is voor ons het sein om op te breken en te vertrekken. We vervolgen onze weg langs de N IV voorbij Montoro en naderen Cordoba. Op de N 432 ligt een parador en daar is gewoonlijk een parking waar we mogen staan. We zijn genoodzaakt om verder te rijden want er is geen plaats. In het dorpje El Vacar, vlak voor de Embalse Puente Neuvo vinden we een parking. Er loopt wel een treinspoor naast, maar aan de verroeste toestand van de rails te zien rijden hier niet veel treinen. René gaat aan een vrouw vragen of we mogen blijven staan en dit is geen probleem. We staan nu tussen de kippen en de hanen.
29/03/2004 Het heeft heel de nacht geregent. Prettig is anders. René gaat nu naar de bakker. Heeft hij geluk. Er stopt een auto en blijkt dat het een bakker is die aan huis levert. Zo kan hij direkt een brood kopen. We trekken verder tot Banos de la Encina, een klein dorpje met een burcht uit de 10de eeuw en gebouwd door kalief Alaken II. De buitenmuur heeft 15 torens. Na een kort bezoek rijden we verder naar Andújar. Daar gaan we de camper een bad geven want het is nodig. We volgen dan de J 5010 naar het Santuario Virgen de la Cabeza. We rijden langs de Rio Jándula door de coto national de Lugar Nuevo. Daar vindt men nog de laatste Iberische lunx, we rijden rustig maar we hebben geen geluk. De grote poes laat zich niet zien. Boven gekomen zien we op de heuvel een grote kathedraal staan. Ik parkeer de camper op een tamelijk recht stuk. We gaan de trappen op om een bezoek te brengen aan het heiligdom. In april en begin september komen vele bedevaarders naar boven. Terug beneden komt een jongeman naar ons en vraagt aan René een vuurtje. Dan loopt hij met zijn 3 vrienden naar de trap. Ze doen hun schoenen uit en stappen blootvoets naar boven. Dit is het moderne Spanje. We blijven hier staan om te overnachten.
28/03/2004 Vandaag gaat het zomeruur in. Het is een uurtje minder slapen en ik zal zo als altijd weer problemen hebben gedurende een 14tal dagen. Het weer is nog altijd niet denderend. Bij het buiten rijden van Valdepenas zien we een grote witte molen staan die gerestaureerd is door de plaatselijke wijnclub. We rijden langs de N IV Andalucía binnen. In de Sierra Morena is een kloof, de Desfiladero de Despenaperros. Al het verkeer rijdt door de kloof naar het dal van de Guadalquivir. We overnachten in La Carolina, het eerste grote stadje dat we tegen komen.
27/03/2004 Amber is beter. We gaan terug naar de dierenarts en kunnen hem mededelen dat ze niet meer gebraakt heeft. Hij schrijft toch nog medicatie voor en de prijs is....13 euro voor alles. Zelfs de consultatie van gisteren is er bij in begrepen. Verbaasd staan we terug op de straat. Wat een verschil met Frankrijk. We rijden dan verder richting Valdepenas. Onderweg rijden we door Alcaraz. Hier is zelfs een sierra naar dit dorp genoemd. Hier blijven we staan. We wandelen door de straatjes en gaan iets drinken in een taverne. We zetten ons aan een tafeltje in de hoek en de uitbater komt naar ons. Hij brabbelt zinnen vol waar we niets van verstaan. René bestelt een koffie en een pintje, maar hij blijft iets vertellen. Ik denk dat Amber hier niet binnen mag, maar op de deur staat niets vermeld. Hij brengt ons de consumpties en wij betalen. We drinken het uit en sluipen dan de taverne uit. We worden nagekeken door de andere gasten, maar we weten nog altijd niet waarom.
26/03/2004 Het is gisterenavond beginnen regenen en het regent nog steeds. We rijden naar Albacete en René gaat in een apotheek een adres vragen van een dierenarts. Ik tik het adres in de gps en gelukkig, hij kent de straat. Nu nog een parkeerplaats vinden. Dat is vlug gebeurd en wij op pad naar de dierenarts. Hij spreek alleen Spaans en met wat gebarentaal en Frans, Engels en Duits er tussen begrijpt hij wat het probleem is en onderzoekt Amber grondig. Ze heeft geen koorst meer maar toch geeft hij haar 3 spuitjes. Hij vraagt of we in de stad kunnen blijven opdat hij haar morgen nog eens kan onderzoeken en eventueel medicatie voorschrijven. Wij gaan akkoord en beslissen om hier een wasserette te zoeken. Aan een agent vragen we een adres, en ja hij weet er een. Hij brengt er ons zelf naar toe, want ze ligt niet zo ver van het politiebureel. Maar ze in gesloten tot 16.30 h. Dus hebben we tijd om iets te gaan eten en drinken. Stipt op tijd staan we voor de wasserette. Gelukkig zijn we alleen want we hebben veel te wassen. Daarna op zoek naar een overnachtingsplaats. We vinden die iets buiten de stad, waar we rustig staan.
25/03/2004 We vertrekken zeer vroeg op zoek naar de wasserette. Het huis is afgebroken. Dit is een teleurstelling maar kom we rijden verder. We hebben een adres om water te tanken maar in heel de omgeving niets te vinden. Dan maar de A 3 op richting Albacete. In Requena gaan we boodschappen doen. De eigenaar spreekt engels, een van zijn vrienden is een Brit. We blijven met hem een praatje maken. Dan verder tot een tankstation en daar mogen we ook water tanken. Gratis, maar we geven toch 2 euro. Vóór Albacete neem ik een baantje naar Alcalá del Jûcar. Het is een dorpje dat steil tegen de berg is gebouwd. Er kan geen enkele auto door. Vroeger werd alles met de ezel naar boven gebracht, nu met de bromfiets. In het dal, dat de bedding van de Júcar is geweest lopen nu de wegen. Op een parking aan de brug kunnen we staan onder een grote wilgeboom. We wandelen naar boven want er zijn nog grotten waar holbewoners hebben geleefd, maar ze zijn gesloten. Amber is nog steeds niet genezen zodat we in Albacete op zoek gaan naar een dierenarts.
24/03/2004 We rijden verder langs de N 340, welke op sommige stukken zeer eentonig is. In Castellón de la Plana gaan we op zoek naar een wasserette. Het is een grote stad maar nergens geen "lavanderia" te vinden. We blijven in Sagunto staan, want hier is er wel een lavanderia. Het is nog altijd grijs zuur weer. Triestig.
23/03/2004 Door een vergissing van mij komen we terecht in Barcelona. We hadden liever rond de stad gereden. Ik stel dan de gps in zodat hij ons door de stad loodst. Gelukkig want anders had ik met mijn handen in mijn haar gezeten. Er zijn veel ronde punten en ik probeer uiterst rechts te rijden maar daar zijn sommige auto's niet tevreden mee. We komen er wel uit en voorbij de luchthaven van de stad rijden we weer langs de kust. In Salou stoppen we, want ook hier hebben we vroeger onze vakantie doorgebracht. Het is er nu nog rustig en vele winkels, hotels en restaurantjes zijn nog gesloten. We beslissen om nog enkele kilometers verder te rijden tot Cambrils. Vroeger was er tussen Salou en Cambrils een groene zone maar nu is alles volgebouwd. We vinden een plekje aan een bungalowpark.
22/03/2004 De zon schijnt. Dit is altijd prettig om te rijden. We nemen verder de N 114 en deze bochtige weg brengt ons voorbij Banyuls-sur-Mer en Cap Cerbère waar we grens oversteken. We zijn in Spanje. De N 260 leidt ons naar Llança en Figueres, de geboortestad van Dali. Daar rijden we de N II op die ons voorbij Gerona richting Barcelona en de kust brengt. Iets voorbij Calella zien we een parking en ik vind dat na 172 km. we gerust mogen stoppen. Dirk, mijn schoonzoon belt dat alles goed is verlopen maar dat Diny nog veel pijn heeft. Dat zal wel zijn. De dokter heeft een plooi uit het slijmvlies en een stuk van de miniscus moeten snijden. Ga straks nog eens bellen. We krijgen bezoek. Naast ons komt een franse camper parkeren. Goed dan staan we niet alleen.
21/03/2004 De lente begint. Dit is niet te zien want het regent. Na de zonnige dagen die we al gehad hebben is dit niet zo prettig. We rijden dan maar door naar het zuiden in de hoop dat het daar beter is. We mijden natuurlijk de autostrade en we nemen de N 9 die ons voorbij Perpignan brengt. Dan de N 114 op en in Port-Vendres stoppen we om te overnachten. Het is volgens ons een onoogelijk vissersdorpje, maar we kunnen hier van de sanitaire blok genieten voor we Spanje in trekken. Diny wordt morgen geopereerd aan de knie. Ik ga naar haar bellen om ze wat moed te geven.
20/03/2004 We moeten op zoek naar water. In onze camperboek staat dat in Castries een parking is met sanitaireblok. We nemen vanuit Anduze de D 35 naar Montpellier. In St. Mathieu-de-Tréviers rijden we voorbij een Euro-relais. Dit is zoals een Flot Bleu, een plaats waar je water kunt tanken en lozen tegen een kleine vergoeding. Zo nu kunnen we weer met een gerust gemoed verder. We nemen de ring rond Montpellier en de N 112 brengt ons naar Sète. Langs de kust gaat het dan naar Le Cap d'Agde. Hier hebben we in 1985 een 2 weken gelogeerd, toen met heel het gezin. Wij zijn een, zoals ze nu noemen, samengesteld gezin. Ik heb uit een vorig huwelijk 3 dochters en René heeft uit zijn vorig huwelijk 2 dochters. We hebben 2 meisjes uit 1970, 1 van 1971, 1 van 1972 en de jongste van 1964. We zijn heel nieuwsgierig naar het badplaatsje. Er zal wel veel veranderd zijn in die jaren. We vinden een parking aan de rand van het stadje. We staan hier met een tiental campers. Een Duitser, een Luxemburger, veel Fransen en nu ook een Belg. We gaan op verkenning en inderdaad er is veel veranderd. We herkennen niets meer. We vinden wel een krantenkiosk waar ze een Vlaamse krant verkopen. Dat is al goed. Kunnen we wat nieuws uit België lezen. We hebben wel tv, maar nog geen digitale ontvanger. Dat is voor volgend jaar. We kunnen wel Eurosport krijgen en dat is voor mij al voldoende. Zoals ik al geschreven heb ben ik al jaren een grote fan van Kim Clijsters en Tom Boonen.
19//03/2004 René brengt de tv weg terwijl ik de camper opruim. Na een uurtje mag hij hem ophalen. Volgens de technieker is er wat aan geprutst maar nu zou hij hersteld zijn. We vervolgen onze weg langs de Gorges tot Langogne. Dan zakken we naar het zuiden richtingde Corniche de Cévennes. Deze route hebben we in 1985 reeds gedaan, dus laten we die rechts liggen. In Anduze weten we een parking. Ze ligt wel aan het station, maar 's nachts rijden er toch niet veel treinen.
18/032004 Amber is heel de nacht ziek geweest. René staat met haar buiten en een Peluzzinois( inwoner van Peluzzin) komt voorbij. Hij kent een dierenarts in de buurt en geeft het adres aan René. Het is even zoeken maar we vinden hem dan toch. Amber wordt van boven tot onder onderzocht en bloed afgetapt. Ze heeft een zware maag- en darmontsteking. Ze krijgt 4 spuiten en pillen voor 8 dagen. Het is 143 euro aub. Als ze maar geneest, dat is het belangrijkst. We rijden vandaag door het Massif du Pilat. We nemen de D 63 voorbij Croix du Collet naar de Crét l'OEillion op een hoogte van 1370 m. Aan de Croix de Chaubouret de D 8/7 tot le Crét de la Perdrix. We hebben hier een prachtig uitzicht en er ligt nog sneeuw. We hebben hier geen foto's van omdat het rolletje in het fototoestel blokkeerde. We draaien en rijden de D 8 op naar de Gouffre d'Enfer. Het is een smal baantje maar de omgeving is prachtig. En zeggen dat St. Etienne hier op een boogscheut gelegen is. Vanuit Aurec-sur-Loire volgen we, ja de Loire tot Retournac waar de Gorges de la Loire begint. In Vorey waar de Arzon in de Loire stroomt vinden we een slaapplaats. We doen boodschappen en er is een tvherseller die ons wil helpen. Morgenvroeg moet René het toestel naar hem brengen en we hopen dat hij het kan herstellen.
17/03/2004 We blijven nog wat in de wijnstreek.Zo zijn Fleurri, Juliénas en Brouilly bekende namen bij de Beaujolais liefhebbers. In Villefranche moeten we door "route barrée" langs de Grande rue (smal) en nemen de D 38 naar l'Arbresie en zo de N 7 op rond Lyon. We rijden tot Givors en dan naar Rive-de-Gier. In Couzon slagen we een weg in naar de Barrage de Couzon. Daar stoppen we op de parking en gaan onze beentjes streken. Er loopt een wandelweg rond het stuwmeer onder de bomen. Het is 25°, dus heerlijk weer. Daarna zet René de stoelen buiten en kunnen we nog wat na genieten. We beslissen om door te rijden, want de camper heeft dorst. We gaan tanken en komen zo in Pelllusin terecht. Amber is ziek. Ze moet braken en heeft diarree. Ze krijgt vandaag geen eten zo dat haar maag kan rusten. We zien wel wat het wordt.
16/03/2004 Eens voorbij Dijon begint een mooie streek. We rijden voorbij de bekende grote Bourgognenamen. Mijn grootvader was vroeger wijnhandelaar en zodus zijn deze wijnen mij wel bekend, maar mijn bankrekening laat niet toe er van het genieten. Zo is Gevrey-Chambertin, Chambolle-Musigny, Clos de Vougeot, Vosne-Romanée en Nuits-St. Georges enkele dorpen die we kruisen. Eens Beaune voorbij is het Pommard, Volnay, Meursault en Puligny-Montrachet die ons het water in de mond doen komen. Naar mate we meer zuidelijker vertoeven gaat er een kledinglaag aan. We houden er beide nog een T-shirt aan over en de jeans wordt vervangen door een short. Het is dus heerlijk weer. Ons overnachtingsdorp is Pluzilly, gelegen in de buurt van Maçon. Wij hebben geen klank op tv. Ik had de tv laten nakijken en dit is klaarblijkelijk niet hersteld. Dus moeten we op zoek naar een hersteller. Dat is iets voor morgen.