Gelieve een berichtje na te laten in mijn gastenboek, zodat ik kan weten dat je mijn blog hebt bezocht. Alvast bedankt
Alle planten vind je op www.musapalm.be
De naam
Nannorrhops staat voor dwerg en struik, de naam Ritchiana is de Latijnse
verwoording van Ritchie de verzamelaar/ontdekker van deze soort. Vandaar de
naam Nannorrhops Ritchiana.
De Nannorrhops ritchiana komt voor in het Midden-Oosten en groeit
daar in bergachtige gebieden op tamelijk droge grond.
Ook heeft de palm geen moeite met kalkrijke grond.
De Nannorrhops ritchiana groeit in struikvorm waarbij er in een cluster stammen
gevormd kunnen worden. Deze zullen een hoogte van 4 meter in ons klimaat niet
halen.
Deze palm is in de handel zeker niet overal verkrijgbaar, mede om
het feit dat hij langzaam groeit.
Hij is te
vergelijken met de Chamaerops humilis, echter zitten er aan de bladstelen van de
Nannorrhops ritchiana geen doornen en is het blad grijs/groen van kleur.
Deze palmboom is makkelijk in onderhoud, heeft weinig nodig en
doet het ook zonder (weinig) bemesting goed, onregelmatig water geven en zeker
niet teveel is de sleutel tot succesvolle verzorging.
Winterhardheid zone 8a (-10/-12ºC).
GEGEGEVENS:
Min. temp -10/-12ºC
USDA zone 8a
Zonnig, half schaduw
Kuipplant, volle grond
Verenigde Arabische emiraten, Iran,
Afghanistan, Pakistan
De Neodypsis
decaryi groeit op een smalle strook in Zuid-Oost Madagascar in droge bossen op
arme grond. Aldaar wordt ook deze palm in zijn natuurlijke omgeving met
uitsterven bedreigd omdat men de zaden verzameld voor kwekerijen.
De verzamelaar die deze palm heeft ontdekt was
genaamd Raymond Decary.
Deze palmboom wordt ook de Driehoekpalm genoemd vanwege zijn
bijzondere stam die in beginsel driehoekig gevormd is.
De driehoekpalm is als kuipplant een sensationele verschijning op
een ruim terras of als solitair in uw tuin, mede vanwege zijn elegant gevormde
bladeren.
De Neodypsis Decaryi is droogte resistent, maar voor
een betere groei een licht vochtige bodem houden (geen natte bodem).
Verder staat de Neodypsis decaryi het liefste in de zon, de palm
heeft graag veel licht, maar verdraagt ook lichte schaduw.
Verder stelt deze palm geen speciale eisen aan de grondsoort,
licht zuur is optimaal.
Het is een zeer makkelijke palm die ook binnenshuis of kantoor als
kamerpalm gebruikt kan worden, mits hij voldoende licht heeft. Deze palm is niet
makkelijk verkrijgbaar en zeker voor liefhebbers indien op voorraad en
buitenkansje.
De Phoenix
canariensis is een ideale palm om in een kuip te houden op uw terras, mag in de
winter in huis gehaald worden.
Verdraagt hitte zeer goed en is een makkelijk plant die het op
ieder terras of balkon goed zal doen.
De Phoenix canariensis is afkomstig van de Canarische Eilanden,
daar groeit hij in het wild op vochtige plaatsen tot aan de meest dorre
plaatsen. Maar altijd daar waar hij grondwater aan kan.
In de kuip is bij extreme hitte een extra gift water altijd
welkom, de groei zal dit ten goede komen.
Deze
dadels zijn niet eetbaar in tegenstelling tot de Phoenix dactylifera. In de
winter weinig water geven, maar net genoeg dat de wortels niet uitdrogen (geldt
overigens voor iedere palm in de winter).
Deze palmen worden nog weleens verkocht met de garantie dat ze
winterhard zijn. Dit is absoluut niet het geval, onze winters verdragen de
planten niet.
Indien in de
volle grond geplant dan is inpakken noodzakelijk en u moet de palm dan voor de
zekerheid ook bijverwarmen.
De palmboom naar binnen halen of koel overwinteren indien gehouden
in een kuip kan natuurlijk ook.
Phoenix dactylifera of Dadelpalm, deze palmboom heeft een iets grotere
vorsttolerantie dan de Phoenix canariensis.
Tevens
krijgt deze dadelpalm de welbekende eetbare dadels.
Dit zijn de zaden die nadat ze rijp zijn vanaf oktober en de oogst
gaat door tot januari.
Aan een dadelpalm kan wel 80 tot 100 kilogram aan dadels gewonnen
worden.
Men kan vervolgens gedroogde dadels of vriesverse dadels
kopen.
De gedroogde worden in suikerstroop gekookt en vervolgens
gedroogd, deze smaken erg zoet. De vriesverse dadels komen vaak uit Israël, deze
worden vers ingevroren en kunnen na het ontdooien enkele dagen bewaard worden.
Deze smaken naar honing.
Deze eetbare dadel dragende palm, de Phoenix Dactylifera, is een
van de oudste palmen. Vijf eeuwen voor Chr. werd door wetenschappers al de
Dactylifera benoemd.
Echter de dadels zijn al 3000 jaar voor onze jaartelling bekend en
werden toen al gegeten. Door de nomaden werden ze het brood van de woestijn
genoemd en op hun lange tochten door de woestijn als voedsel meegenomen.
Het is een sterke palm die met zijn wortels diep de
grond in gaat op zoek naar water.
De palm zal de eerste tien jaar geen dadels geven maar daarna
jaarlijks, mits er minimaal een mannelijke en vrouwelijk palm staan.
Deze
palmboom is minder winterhard dan bijvoorbeeld de Trachycarpus Fortunei, maar
kan in de volle grond overwinteren mits voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
Ons advies is luchtig inpakken vanaf -6/-8ºC en bij lagere temperaturen
eventueel bijverwarmen met lichtslang.
De phoenix
theophrastii ook de Kreta dadelpalm genoemd, kan net als de Phoenix dactylifera
eetbare dadels produceren, echter zijn deze van de Kreta dadelpalm kleiner en
minder smaakvol.
Het blad van deze palm zijn zilvergrijs/groen van kleur en erg
sterk.
De bladeren zijn ook spitser als dan die van de Phoenix
dactylifera.
Tevens groeit een Phoenix theophrastii vaak clustervormig. Het is
een makkelijke palm die het goed doet in ieder grondsoort.
De Phoenix theophrastii en de Phoenix dactylifera zijn de meest
vorsttolerante phoenix soorten die er zijn.
Vanaf -6ºC de palm luchtig inpakken en bij een nog verder dalende
temperatuur kunt u overwegen om de palmboom bij te verwarmen.
Overigens voor alle planten die ingepakt worden, zo kort mogelijk
ingepakt houden dit voorkomt schimmel en andere narigheid en altijd met het
juiste materiaal uw palmen etc. beschermen.
Rhapis
excelsa of Stokpalm, het blad van deze mooie clustervormige palm groeit uit tot
een grote bossige toef.
Deze palm is nog nooit in het wild gezien, maar men vermoedt dat
hij uit het gematigde subtropische deel van het zuiden van China komt, waar de
palm af en toe ook geconfronteerd wordt met lichte vorst.
De stammen lijken op stokken, vandaar de naam. Deze stammen zijn
bezet met donkerbruin tot zwart gekleurde haren. Het lijkt net of deze diagonaal
over elkaar geweven zijn. Vanuit de wortels ontstaan nieuwe scheuten.
Deze palmboom mag absoluut niet in de middag zon staan en gedijt
goed bij half schaduw en schaduwrijke tot donkere plaatsen.
De Rhapis excelsa doet het goed in de huiskamer en prima op het
terras op een schaduwrijke plaats.
In de winter binnen halen is het advies, verdraagt slechts lichte
vorst.
Plant wordt niet hoger dan 3 meter en de stamdikte ongeveer 2,5
cm, groeit dichtbossig in struikvorm.
Winterhardheid zone 10a (-2ºC).
GEGEGEVENS:
Min. temp -2ºC
USDA zone 10a
Half schaduw, schaduw
Kuipplant
Zuid China
Groei langzaam
Hoogte 3 meter
Weinig licht nodig - mooie volle
toef - aparte stammen
De Sabal mexicana
wordt ook de de Sabal texana, Texas palmetto, Texas sabal of Rio Grande palmetto
genoemd.
Deze palmsoort is zeer droogte tolerant en komt voor in de drogere
laaglanden van de genoemde herkomst gebieden.
Ondanks de droogte tolerantie is voor een normale
groei is met regelmaat water geven beter. De Sabal mexicana stelt geen aparte
eisen aan de grondsoort wanneer geplant in de volle grond.
Heel oude exemplaren kunnen een hoogte van 15 meter bereiken en
een stamdikte van wel 40 cm. De bladerkroon is donker groen tot zeer donker
groen van kleur.
Het blad is relatief groot en bij planten die nog geen stam hebben
ontwikkeld zijn het lange bladstelen met hierop groot blad.
De Sabal mexicana kan reeds bloeien als de stam een lengte van 30
cm heeft bereikt. Met deze palm heeft u een exclusieve palm op uw terras of tuin
staan. Deze komt niet veel voor in de verkoop.
Winterhardheid zone 8a (-10ºC).
GEGEGEVENS:
Min. temp -10ºC
USDA zone 8a
Zonnig
Kuipplant, volle grond
Zuid-Oost Texas, Mexico, Guatamala,
Honduras, El Salvador
Ook de Rhapis
humilis is net als de Rhapis excelsa nog niet in het wild aangetroffen. De
bekende planten komen van gecultiveerde exemplaren uit China.
In tegenstelling tot wat de naam zou doen vermoeden, het Latijnse
Humilis betekent klein, is deze Rhapis groter dan de Excelsa.
Echter het blad van de Rhapis humilis is kleiner dan
van de Rhapis excelsa.
Deze palmen verdragen een plaats met gefilterd licht het beste.
Hij wordt niet veel groter dan 2 tot 3 meter in een kuip en past goed op een
terras. Heeft dunne bladstelen met vele dunne spits toelopende bladen en groeit
in struikvorm.
Deze makkelijk te houden palmboom vraagt het absolute minimum aan
onderhoud, daarbij kunnen ze heel goed tegen weinig licht. Vandaar is ook de
Rhapis humilis heel goed als kamerpalm te houden. De winterhardheid is hetzelfde
als van de Rhapis excelsa.
Deze palmen komen voor in de moerassige gebieden van Noord
Carolina tot het oosten van Texas.
Daar vormt hij de ondergroei in de bossen. Deze
palmen mogen in de zomer met natte voeten in de pot staan, echter in de winter
droger.
Op jonge leeftijd bloeit deze plant al en de witte bloemen
verspreiden een aangename geur.
De Sabal minor
kan tegen alle soorten grond, zuur of kalkrijk, maakt niet veel uit.
Hij kan zelfs tegen droge grond op grotere hoogte, op een plaats
in de felle zon en harde wind. Echter dan ziet hij er niet mooi meer uit na
verloop van tijd.
Beter is zijn natuurlijke omgeving na te bootsen en hem in de half
schaduw te plaatsen met de voetjes in een licht vochtig substraat.
De Sabal minor is van de sabal soorten de meest vorsttolerante
palm verkrijgbaar.
De Sabal palmetto is
een van de grootse van de sabal soorten. In Florida staan van deze soort
palmbomen van meer dan 20 meter stamhoogte.
Hij komt vooral veel voor in natte moerasachtige gebieden of
oeverkanten.
De enorme kale stammen zijn typerend voor deze soort. Ze zijn een
bekend gezicht langs de wegen in Florida waar ze in oneindig lange rijen als
telefoonpalen het gezicht bepalen.
De Sabal palmetto kan niet binnen gehouden worden.
Grote serres met goede luchtcirculatie zijn wel een optie.
Deze palm doet het geweldig goed als hij regelmatige
verzorging krijgt. In de zomer mag hij dus best wat water en lichte voeding
krijgen.
In de winter echter droog houden (zeker niet te nat). De Sabal
palmetto is in de volle grond goed te houden en is verrassend winterhard
gebleken. Een beschutte plaats plaats in de zon of half schaduw is ideaal voor
deze palm. Als jonge plant groeit hij langzaam, eenmaal ouder dan neemt de groei
snel toe.
De Sabal texana wordt
ook de de Sabal mexicana, Texas palmetto, Texas sabal of Rio Grande palmetto
genoemd.
Deze palmsoort is zeer droogte tolerant en komt voor in de drogere
laaglanden van de genoemde herkomst gebieden.
Ondanks de droogte tolerantie is voor een normale
groei is met regelmaat water geven beter. De Sabal texana stelt geen aparte
eisen aan de grondsoort wanneer geplant in de volle grond.
Heel oude exemplaren kunnen een hoogte van 15 meter bereiken en
een stamdikte van wel 40 cm. De bladerkroon is donker groen tot zeer donker
groen van kleur.
Het blad is relatief groot en bij planten die nog geen stam hebben
ontwikkeld zijn het lange bladstelen met hierop groot blad.
De Sabal texana kan reeds bloeien als de stam een lengte van 30 cm
heeft bereikt. Met deze palm heeft u een exclusieve palm op uw terras of tuin
staan. Deze komt niet veel voor in de verkoop.
Winterhardheid zone 8a (-10ºC).
GEGEGEVENS:
Min. temp -10ºC
USDA zone 8a
Zonnig
Kuipplant, volle grond
Zuid-Oost Texas, Mexico, Guatamala,
Honduras, El Salvador
Trachycarpus
Fortunei is een populaire palmboom en heeft zijn naam Fortunei te danken aan
een Schotse tuinbouwer. Dit was een ontdekkingreiziger en verzamelaar genaamd
Robert Fortune, die de theeplantage industrie in India en Sri Lanka vestigde in
die eeuw.
Ook wordt de Trachycarpus fortunei de Chinese
windmolenpalm of Henneppalm genoemd. De eerste naam vanwege zijn grote windmolen
vormige bladeren.
Henneppalm
omdat de stam volledig bezet is met bruine vezel. en voor de vogelliefhebbers,
hierin wil een winterkoninkje wel eens zijn nestje bouwen.
Typerend zijn de haren op de stam van de Trachycarpus fortunei.
Deze soort kan tussen de 10 en 20 cm stamlengte per jaar groeien.
ook in de zomer ontstaan er bloeiwijzen in de palm
die in het begin geel zijn. Nadat deze zijn bevrucht kunnen ze uitgroeien tot
zaadtrossen met duizenden zaden.
Stelt verder geen eisen aan de grond en doet het op alle plaatsen
prima. Deze palmsoort is de meest voorkomende palmboom die de laatste jaren in
opmars is in de Nederlandse tuinen.
Van deze soort hebben wij constant meer dan 300 stuks op voorraad
welke volledig geworteld zijn en direct aanslaan wanneer deze in de volle grond
geplant worden.
Deze
waaierpalm is goed winterhard en één van de hardste in zijn soort. Hij kan
temperaturen van ver beneden het vriespunt met gemak doorstaan en hoeft niet bij
de eerste de beste nachtvorst beschermt worden.
De Trachycarpus fortunei is gemakkelijk in onderhoud kan ook goed
in een kuip gehouden worden en hoeft niet naar binnen in de winter.
Mits het geen kleine kuip is, anders deze eventueel met
noppenfolie omwikkelen zodat de wortels niet bevriezen.
De Trachycarpus
kumaon komt uit India en wel uit de provincie Uttar Pradesh (Kumaon) en is een
andere benaming voor de Trachycarpus takil.
Hier groeit deze palm als enige trachycarpus soort op éénzame
hoogte in deze bergzame streek waar hij redelijk zeldzaam is.
Deze fraaie palmboom komt daar voor tot op een hoogte van 2500
meter.
De Trachycarpus kumaon krijgt ook een kale stam die
in zijn jonge jaren nog bedekt met een dunne laag vezels.
Deze stam wordt nog dikker dan die van de
Trachycarpus fortunei. De bladeren worden ook groter en zijn wat steviger.
Deze palmboom groeit vrij snel als hij eenmaal stam begint te
maken.
Mede gezien de hoogte waar hij voorkomt in zijn natuurlijke
omgeving is de Trachycarpus kumaon zeer winterhard. Er zijn berichten dat hij
zelfs langere tijd temperaturen in zone 6a (-23ºC) heeft overleeft.
De
Trachycarpus latisectus heeft dezelfde cultuur eigenschappen als de Trachycarpus
fortunei. Deze palmboom komt van oorsprong uit India en is daar bedreigd met
uitsterven.
Deze palmen groeien daar in de bergachtige bossen tussen een
hoogte van 1200 tot 2400 meter hoogte.
Deze palmsoort is vanaf 2001 geïntroduceerd in onze contreien als
zaailing.
Ervaringen zijn er nog niet echt mee, maar men
verwacht dat
de
Trachycarpus latisectus ook goed tegen een wat warmer klimaat kan. Het blad
van deze waaierpalm is licht tot olijfgroen en glimmend aan de boven zijde en
iets lichter van kleur aan de onderzijde. Ze zijn bijna rond van vorm en kunnen
een doorsnede van 120 cm halen. De bladstelen zijn 90 cm lang. Deze bladvorm
is de mooiste onder de trachycarpus soorten.
De stam blijft kaal, in tegenstelling tot de Trachycarpus
fortunei. Tevens is de Trachycarpus latisectus iets minder winterhard dan de
Trachycarpus fortunei. Het beste biedt u de Trachycarpus ;atisectus vanaf -8ºC
bescherming. Ook deze soort is in de volle grond prima door de winter te krijgen
met extra bijverwarming (zie winterbescherming in de webwinkel).
De Trachycarpus manipur komt voor in India (Manipur) met uitlopers naar het
Himalaya gebergte en tot aan de grens met Birma.
De
Trachycarpus manipur groeit op rotsachtige hellingen en open bosgebieden tot een
hoogte van 2000 meter. Ook wordt hij wel Trachycarpus ukhrulense genoemd, naar
Ukhru gelegen in Manipur.
Echte ervaringen zijn er nog niet mee gedaan in ons klimaat omdat
de Manipur eigenlijk pas vanaf 2003 is geïntroduceerd in Europa.
De verwachtingen zijn hoog en de winterhardheid zal
waarschijnlijk gelijk zijn aan die van de Trachycarpus fortunei.
Deze palmboom is echter geheel anders van uiterlijk, hij krijgt
een kale stam (na verloop van tijd i.v.m. dunnere stambedekking als die van de
Trachycarpus fortunei) en het blad en bladstengels zijn veel grover dan van de
fortunei.
Op de bladstengels zitten kleine ongevaarlijke doornen.
Het blad is aan de bovenzijde groen en aan de onderzijde bedekt
met een wit/grijze waas.
Vooral bij nieuwe blad is er een wit/grijze kleur aanwezig.
De bladerkroon is veel voller dan bijv. bij een Trachycarpus
Fortunei of Trachycarpus Princeps.
Het blad lijkt van een afstandje wel blauw/grijs alsof het van de
Trachycarpus Princeps zou zijn.
De
Trachycarpus martianus Nepal wordt ook de Windmolen van Martius genoemd. Dit
komt door Carl F.P. Von Martius, een Duitse planten ontdekker in de 19e eeuw die
zijn naam gaf aan deze palmboom.
Deze palmsoort heeft een grijze stam die in beginsel nog met dunne
haren bedekt zijn.
Echter na verloop van tijd verdwijnen die en komt de mooie stam
tevoorschijn.
Deze soort groeit in tegenstelling tot de Trachycarpus martianus
iets noordelijker in de Himalaya in Nepal.
De bladkroon is minder compact dan bij andere trachycarpus soorten
en hij heeft zeer fraaie bijna ronde bladeren.
De
jonge bladstengels en bladeren zijn nog bedekt met een witte kleur die naar mate
deze ouder worden naar groen verkleuren.
Deze palm is niet zo winterhard als de andere trachycarpus palmen,
zone 8b is wel waar rekening mee gehouden dient te worden. Echter planten in de
volle grond kan wel, maar de palm in de winter van bescherming voorzien en
eventueel bijverwarmen.
De Trachycarpus nanus is een bedreigde en zeer zeldzame palmboom die niet veel
groter dan 1 meter wordt.
De Trachycarpus nanus maakt in de regel onder de grond zijn stam
aan en soms groeit er boven de grond een stuk stam van maximaal 60 cm.
De heren Gibbons en Spanner hebben deze palm herontdekt in 1993 in
China en wel in de provincie Yunnan.
De blauw/groene bladeren en groeivorm hebben iets
weg van de Chamaerops humilis.
De bladerkroon is compact en klein, ongeveer 60/70 cm
breed.
De bladeren groeien aan bladstengels die niet veel langer zijn dan
25/30 cm en er zitten hele kleine tanden op deze bladstengels.
Dankzij Spanner en Gibbons zijn er nu van de in Yunnan ontdekte
Trachycarpus nanus af en toe, maar zeer sporadisch, zaden op de markt. Ook in de
cultivatie blijft het een redelijk zeldzame palm en is zeker niet overal te
verkrijgen.
Voorheen stond de Trachycarpus sp Nova
bekend als de groene Trachycarpus princeps omdat het zaad veel overeenkomsten
had met de blauwe/grijs echte princeps.
De zaden van beide
palmen komen uit dezelfde gebieden.
Later bleek dat deze trachycarpus soort veel sneller groeide dan
de echte blauwe princeps en de bladkleur niet naar blauw/grijs verkleurde.
Nu het zich laat aanzien is de Trachycarpus sp. Nova de snelst
groeiende trachycarpus soort.
Dit is één van de meest gewilde en speciale trachycarpus soorten
op het moment, mede omdat deze palm maar net ontdekt is.
De Trachycarpus sp Nova is echter niet zo zeldzaam
als de Trachycarpus Princeps maar mag niet ontbreken in uw palmcollectie.
De Trachycarpus sp Nova is nauw verwant aan de Trachycarpus
Fortunei. Het blad van de oudere planten zijn zacht en fijn verdeeld. Het jonge
blad heeft in eerste instantie veel weg van het blad van de Trachycarpus
martianus alleen heeft het een diepere kelkvorm.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de stam van de Trachycarpus sp.
Nova redelijk dun blijven met het blad wat het meeste lijkt op die van de
Trachycarpus martianus.
Over de winterhardheid valt nog niet veel te zeggen, maar gezien
het gebied waar deze groeien zal deze waarschijnlijk hetzelfde zijn als die van
de Trachycarpus fortunei.