Toekans en arassari's komen alleen voor in de dichte bergbossen van Zuid Amerika en dan wel van Midden-Mexico, Bolivia, Colombia, Brazilië, enz. Er zijn vele soorten en om alles met het juiste land te noemen is een ondoenlijke taak. Toekans vallen het meest op door hun vrij grote vaak fel gekleurde snavel. Bij de Reuzen - of Tocotoekan is hij ongeveer 23 cm. lang. Deze snavel ziet er nogal fors uit; de meeste mensen denken dat de vogel heel wat mee te sjouwen heeft, maar dit is niet het geval. De snavel is een niet massief geheel, het bestaat uit een soort netwerk van beenspangen waardoor de maximale stevigheid wordt bereikt bij een minimaal gewicht. De snavelranden zijn niet glad maar hebben een soort zaagvorm. Ook de bovensnavel heeft een iets gebogen punt. Hiermee kunnen zij hun voedsel stevig vasthouden. Het voedsel van deze vogels bestaat hoofdzakelijk uit vele soorten vruchten. Met hun reusachtige snavel plukken zij deze uit de bomen en struiken.
De griezelige, schrille lach van de Gevlekte Hyena is een van de typische geluiden van het Afrikaanse open grasland. De familie van de hyena's telt 3 hoofd types: gevlekte, gestreepte en bruine hyena's. De gevlekte is de grootste. Alledrie hebben ze een grote, brede kop en sterke kaken. De voorpoten en schouders zijn groter en sterker dan hun achterste ledematen. Hoewel hyena's op honden lijken, zijn ze nauwer verwant met de familie van de katachtigen. Gevlekte hyena's leven in clans van 10 tot 100 dieren. Overdag zoeken ze aas, 's nachts gaan ze op jacht. Alle leden van de clan werken samen en zijn zelfs in staat een leeuw van zijn prooi te verjagen. Wijfjes zijn groter dan mannetjes en het meest dominante wijfje leidt de clan.
De kastanjeboleet (vroeger Boletus badius, nu Xerocomus badius) is een eetbare boleet uit de familie Boletaceae. Je kan hem vinden in loof- en naaldbossen, vooral bij dennenbomen en sparren. De hoed heeft een doorsnede van 6 tot 10 cm en is gewelfd tot gespreid. Hij kan licht of donker kastanjebruin zijn. Bij vochtig weer wordt het oppervlak van de hoed iets kleverig. Bij droogte wordt deze glanzend glad of iets viltig, vooral aan de rand. De steel heeft een hoogte van 7 tot 8 cm en een dikte van 1,5 tot 2 cm. Hij is lichtbruin met donkerdere strepen. Een manchet ontbreekt. Bij de aanhechting van de steel onder de hoed is een lichte "inranding"te zien. De buisjes zijn witachtig geel. Later worden ze geelgroen. Bij kneuzing worden ze blauwgroen. De kastanjeboleet is lekker. Hij heeft een sterk aroma en is geschikt voor alle bereidingswijzen, alsook gedroogd uitstekend als specerij voor soepen en sauzen.
Het Vrijbroekpark is een groene long van 50 ha, gelegen aan de rand van de stad Mechelen. De ideale plaats om te wandelen, te dromen op een terrasje, te sporten of bewonderende blikken te werpen op onze unieke plantencollecties. De dreven en waterpartijen geven het park een statige indruk, maar het is de rozentuin die het park groots maakt. In 2003 kreeg die tuin, die meer dan 1000 rozensoorten telt, de prestigieuze Award of Garden Excellence. Met de vaste plantenborders, de nutstuin en de dahlia- en fuchsiacollectie krijg je in het Vrijbroekpark ook een stukje Belgische tuinbouwkunst te zien. Het domein besteedt veel aandacht aan educatie: planten krijgen naambordjes, er zijn wandelbrochures en op aanvraag organiseren wij begeleide wandelingen voor groepen.
In Mattheus 7:6 wordt het werpen van parels voor de zwijnen als voorbeeld gegeven voor het verspillen van iets moois en kostbaars aan lieden die er totaal geen waardering voor hebben.
Tijdens de talrijke zoektochten in het kader van het Antwerpse Spinnenonderzoeksproject (ASOP), is een nieuwe soort voor de wetenschap aangetroffen! Het is de eerste keer in de geschiedenis dat een nieuwe spinnensoort wordt ontdekt op Belgische of Nederlandse bodem. De spin werd ontdekt door Herman Vanuytven (medewerker ASOP) werkende aan de beschrijving van de soort. De wetenschappelijke naam zal dan Theridion asopi Vanuytven, 2007 worden. De Nederlandse naam van de spin is kierkogelspin (omdat ze in kieren van rotsen en muren leeft). De vaststelling dat het om een nieuwe soort gaat, gaat natuurlijk niet over één nacht ijs. De oudste vondst van de spin door collega Vanuytven, dateert al van 1989. Pas nu wordt de stap ondernomen naar de officiële beschrijving van de soort.
Regelmatig worden spinnen wel eens verward met insecten. Een paar opvallende verschillen toont aan dat het hier om een andere klasse gaat. Een zeer opvallend kenmerk is dat een spin acht poten heeft terwijl een insect er maar zes bezit. De ogen zijn ook verschillend. Insecten hebben samengestelde (facet) ogen terwijl spinnen vaak meerdere op zich zelf staande enkelvoudige ogen met lenzen hebben. Spinnen hebben geen antennen. Nadere bestudering laten nog meer verschillen zien.
Ik ben er zeker van dat bij deze foto veel mensen hun neus omhoog gaat. Heel spijtig want men zoontje zijn Chanelleken is dus het liefste en properste huisdier dat ik reeds in huis had. De foto spreekt voor zichzelf. Echt een aanrader voor mensen die een klein, lief, proper en aanhankelijk huisdier zoeken!
Engelse rozen, vaak de rozen van David Austin genoemd, zijn een groep rozen die eerst in 1969 door de Engelsen werden geintroduceerd. David Austin heeft geprobeerd om rozen te creeren die de beste elementen bevatten en van beide oude rozen (rozen die voor 1867 werden geintroduceerd) te combineren met moderne rozen (hybridetheeén, floribundas en grandifloras). Hij wou rozen creéren die bloemen met veel vormen bezitten zoals de oude rozen, zoals tot een kom gevormde en rozet-vormige bloemen, gewoonlijk met veel bloemblaadjes. Hij wenste om engelse rozen in een grote verscheidenheid van kleuren te voorzien, zoals geel voort brengen dat niet gemeenschappelijk onder de oude rozen is...